Centen sparen
voor het
schoolreisje
Schoolstrijd
openbaar en bijzonder onderwijs in
de grondwetsherziening van 1917.
Boven: Leerlingenen
leraren van de Tweede
Openbare T ussenschool
aan de Warande poseren
voor de fotograaf. De
tussenschool was voor
de'minvermogenden'.
Voor het schoolreisje
naar het Westland, dat ze
in 1894 maakten, hadden
de leerlingen dan ook
maandenlang drie cent
per week gespaard, zoals
de Schiedamse Courant
bewonderend schreef.
(Foto J. David/GA
Schiedam)
tucht, waar de leerlingen nog met een
ganzenveer schreven en tot 1869 zo'n
twintig leerlingen per jaar uit de
gegoede burgerij onderwijs kregen.
Schiedam kreeg in 1853 een school,
waar juffrouw Petronella Hoek
uitgebreid lager onderwijs voor meisjes
verzorgde.
Omstreeks het midden van de 19de
eeuw uitte het streven naar emancipatie
van protestanten en katholieken zich
ook in het onderwijs. De verschillende
kerken wilden scholen stichten op de
eigen religieuze grondslag. De basis
daarvoor was gelegd in de Grondwet
van 1848 die iedere Nederlander vrij
heid van godsdienst garandeerde. Er
ontstond een lange Schoolstrijd tussen
de kerkelijke partijen en de liberalen,
die voorstanders van openbaar onder
wijs waren. Het Schiedamse stads
bestuur sprak in 1859 ferm: openbaar
onderwijs is de regel, bijzonder onder
wijs een uitzondering. De strijd werd
pas beslist met de gelijkstelling van
Toen pater Raymundus van Zeeland in
1843 pastoor in Schiedam werd, gloorde
er voor de katholieken na eeuwenlange
heimelijke geloofsbeleving voor het
eerst hoop op betere dagen. Het leek
hem een goed idee om de jongsten van
zijn kudde te laten onderwijzen door
zusters Dominicanessen, maar de
kudde aarzelde: kloosterlingen in
Schiedam? Dat zou trammelant met de
protestanten geven. Liever niet dus.
Kapelaan Vincentius van Ewijk had
meer succes. Hij liet aan de Hoogstraat,
achter de Havenkerk, een pastorie
bouwen, waardoor die aan de Lange
Haven 109 in 1846 kon worden
bewoond door zes zusters Dominica
nessen. Zij startten daar een bewaar
school. Een lagere school kon nog niet,
want eerst moesten de zusters zelf een
opleiding voor onderwijzeres volgen.
De eerste slaagde daarvoor in 1853 en
nog in dat jaar ging in hetzelfde pand
de Mariaschool voor meisjes open,
in 1863 gevolgd door een school
voor MULO (Meer Uitgebreid Lager
Onderwijs). Het schoolgeld was veertig
gulden per kind per jaar.
Het feest was in katholiek Schiedam
pas compleet, toen op 3 mei 1868 in de
Sint Jozefschool aan de Nieuwe Haven,
naast de Frankelandkerk, rooms-
katholiek onderwijs voor jongens
officieel begon. Marinus Kramers staat
als eerste leerling in sierlijke letters
bovenaan in 'het stamboek der
leerlingen'. De eerste onderwijzers
waren broeders van de Congregatie
van de Onbevlekte Ontvangenis uit
Maastricht. Broeder Maximilianus
had in de eerste klas 34 jongens uit
de gegoede stand en broeder Edmond
in de armenklas 32 jongens.
Schiedam miste in 1841 de primeur
van de eerste protestantse lagere school
in Nederland. Namens de van de
Nederlandse Hervormde Kerk in 1836
Midden en onder:
Schoolkinderen droegen
lang geleden hun school
boeken en schriften in
een houten schooltas op
de rug. Deze 'tas'uit 1856,
mooi beschilderd met
een tafereel uit de walvis
vangst, is intensief
gebruikt. (SMS)
135