Boomsluiters
'Liefhebbers van het Vaderlant'
Op 27 januari 1557 legde het stadsbestuur de 'openingstijden'van
Schiedam vast.
van Henegouwen, zoon van Aleida en
heer van Schiedam. Uit 1306 stamt het
eerste bekende gebruik van het stads
zegel. De stad nam daarin het wapen
van Floris van Henegouwen op.
Met de groei van de stad verdween de
praktijk van bijeenroeping van de
'meneport'. De baljuw riep alleen de
gegoeden of vroede (wijze, verstandige,
rechtschapen) mannen bijeen, de
vroedschap. De zeven schepenen
spraken recht en bestuurden de stad met
de baljuw. Langzamerhand kwam het
dagelijks bestuur van de stad in handen
van twee raden of burgemeesters. Deze
vooraanstaande burgers, voor het eerst
De poortwachters of boomsluiters sloten de
toegangen tot de stad af van 1 mei tot
1 augustus van tien uur 's avonds tot drie
uur 's ochtends, van 1 augustus tot 1 oktober
van negen uur 's avonds tot vier uur 's
ochtends, van 1 oktober tot 1 maart van
acht uur 's avonds tot vijf uur 's ochtends en
van 1 maart tot 1 mei van negen uur
's avonds tot vier uur 's ochtends. Zij
genoemd in 1294, namen het financieel
beheer en de administratie van de
stedelijke eigendommen uiteindelijk
geheel over van de schepenen en de
baljuw. Zij zijn te vergelijken met de
tegenwoordige wethouders. Ook
kwamen er twee tresoriers of schatkist
bewaarders die de stedelijke inkomsten
en uitgaven bijhielden. Wel bleven
baljuw, schepenen en burgemeesters als
'Weth' van Schiedam de stedelijke
keuren en ordonnanties uitvaardigen.
Graaf Willem V regelde op 23 december
1351 de verkiezing van het stads
bestuur. Jaarlijks, op de eerste dinsdag
na 2 februari, benoemde de baljuw de
schepenen en raden (burgemeesters).
De afgetreden bestuurders legden
verantwoording af aan het nieuwe
bestuur. In 1463 gaf landsheer Philips
van Bourgondië aan een uit de vroed
schappen samengesteld kiescollege van
21 personen het recht ieder jaar op
3 november uit zijn midden twee
burgemeesters en twee tresoriers te
kiezen, waarna de baljuw uit de over
gebleven zeventien personen de zeven
schepenen mocht benoemen. Het
'college van 21' benoemde tussen 1482
en 1515 de schatrijke Pieter Jacobsz.
Veenlant liefst zeventien maal tot
burgemeester. De ambtsperiode duurde
één jaar waarna men minimaal één jaar
niet in hetzelfde ambt benoembaar
was. Zonder deze regel was Pieter
Veenlant vermoedelijk onafgebroken
33 jaar lang burgemeester geweest.
Zijn zoon Jacob trad in zijn voetsporen,
en maakte van 1508 tot 1530 in
verschillende functies deel uit van het
stadsbestuur.
De vroedschap drong de baljuw steeds
verder weg van de bestuurlijke taken.
mochten niemand buiten deze uren de stad
binnenlaten, tenzij het bekende personen
of poorters waren. Voor iedere wagen of
schuit met volk die de boomsluiters na het
sluiten van de poorten of neerlaten van de
slagboom binnenlieten, ontvingen zij een
halve stuiver, voor een eenzame reiziger
een kwart stuiver.
De 'gemenen een ende twintich'
besloten op 4 maart 1500 dat hij op
woensdag, wanneer burgemeesters en
schepenen in het stadhuis vergaderden
over zaken betreffende de stad of de
poorters, niet welkom was in de
vergadering. Alleen als er zaken over
de rechtspraak aan de orde kwamen of
als men de baljuw ontbood, was hij
welkom.
De centrale overheid verstevigde tijdens
het bewind van keizer Karei V zijn
greep op de samenstelling van stads
besturen. Voor Schiedam bepaalde de
keizer op 24 januari 1528 dat een kies
college van 24 personen uit de vroed
schappen een dubbel aantal kandidaten
voor de functies van burgemeesters en
schepenen ter benoeming per 1 mei aan
de landsheer moest voorleggen. Baljuw,
burgemeesters en schepenen stelden
vervolgens de tresoriers aan.
De strijd tussen de Spaanse overheid en
de opstandige Nederlandse gewesten
Links: Frits Henderickx
ontwierp op verzoek van
het gemeentebestuur in
1992 de bronzen penning
van verdienste van de
gemeente. Scheidend
fractievoorzitter van de
VVD Gerard Verhulsdonk
was in 1993 de eerste die
de penning in ontvangst
mocht nemen. (Penning
F. Henderickx/
GA Schiedam)
Boven: Tijdens het
bezoek van keizer
Maximiliaan aan
Schiedam in 1489 in
verband met de Jonker
Franssenoorlog en het
dreigende beleg van de
stad, was Pieter Veenlant
één van de twee
burgemeesters.
(J.G. Johnson Collection/
Philadelphia Museum of
Art)
226