KARAKTERKUNDE.
EMEENE SCHIET) AM SC HE COL'R AN
mengel INGE N.
ïfii
-
VERSTROOIDE AANMERKINGEN.
Vrouwelijkheden heeten zwakheden. Men boert
daaroirer dwazen drijven daarmede hunnen fpotdoeh
verftandigén zien zeerwel in. dat zij juist de middelen
tzijn j.om de mannelijkheid,te leiden en haar tot het groote
oogmerk deV natuur te gebruiken. De man is lig'tcV
lijk ie doorgronden, dc vrouw .verraadt haar geheim
niet.; cffchooa het geheim van anderen ilecht bij haar
bewaard is. Kij bemint den hatsfe/ijken vrede en on
derwerpt zich gaarne aan haar beftuurom zich flechts
in zijne bezigheden in iet-verhinderd te zien zij fchuuwt
den Uuisfelijken oorlog nietdien zij met de tong voert en
ten welken behoeve de natuur haar fpraakzaamheid en
Jiartstogcelijke wclfpfékénhei'd gaf, die den man ónt
"Wapent. Hij ftaat op het regt van den fterkcfen, in
huis te bevelen, dewijl hij-het tegen uitwendige vijan-j
den bcfchcrmeumoet; zij op het regt van den zwakke
nen door het mannelijke deel bcfchcrmd te worden cn
"maakt dooi tranen den man weerloosterwijl zij hem
zijne ongrootmóedigheid voorwerpt. Inden ruwen na-
t'r.urltaat is dat zekerlijk, anders. Dc vrouw is: daar
een huisdier. Dc man gaat met wapenen in dc hand
vooraan, en dc vrouw volgt hem, met de pakkaadje
van'z<jn huisraad.beladen. Maar.zcifsdaar, waar eenc
Barbaarfche burgerlijke- ftaatsinrigiing de veelwijverij
tot. ccnc wet' maakt, weet dc méest.beguniïigde vrouw
an haren, harem over den man de heerfchappij tc verwer
ven, eri deze heeft moeite gcriqcg, zich in den twist
van velen om eenc (welke hem bchecrscht) op eene ver-
- dragelijke w^jze rustte verfcliaffcn.
Toén de'natuur der vrouwclijken fchoot haar dier-
iaarfte onderpand,, den iiiensch zeiven toevertrouwde i
zoo/vreesde zij als 't ware wegens hef behoud van den
zclven en plantte de vreesnamelijk voor ligchamelijke
kwctfingcttCu angstvalligheid voor dergelijke geva-
jen, in hare natuurdoor'welke zwakheid dit geflacht
'bet mannelijke regtmatig tot befcherming voor zich op-
i-óept; Daar de natuur ook de fijnere gewaarwordin
gen, die ter bcfchaVing hehopren, namelijk die der
gezelligheid en wclvoegelijkheidwilde inboezemen,
'maakte zij dit geflacht tot beheerfeiser. van het manne
lijke, door kieichc zedigheid, wclfprckcndheid'intaal
én houding, vroeg ver Handig, met aanfpraken op zachte,
hoffelijke bejegening Van het mannelijke jegens hetzelve,
zoo dat zich het laatfte onzigtbaargeboeid, en offchoon
daardoor juist niet tot zedelijkheid zelve echter lot,
datgeen, wat haar kleed is, de befehaafdheid, die lot
gene dc voorbereiding en aanbeveling is, gebragtzag.
Dc vrouw wil heerfc'ncn, de man beheerscht zijn
(inzonderheid voor den echt). Van daar dc galahterij der
o.ude P-idderfchap. Zij ftelt vroeg in zich zelve ver
trouwen te behagen.. Dc jongeling vreest immer tc
mishagen en is derhalve in 't gézelfc'nap van Dames
i verlegen- Ben hoogmoed der vrouw, door deneer-
1 binff, dien zij inboezemt, .alleonbcfcheirienheiftjfcanden
man af te wecrch en het regt j achting'jegens zich zelve,
ook zonder verdien feilte vorderen'..handhaaft zij reeds
uit deii titel van haar gedacht - De natuur-wil i dat
de vrouw gezocht worde van daar moest zij Zelve
jjict zoo kiesch- in de keus. (naar den nnaak) zijn, ais
de man, dien de natuur ook groover gevormd heeft, en
die der vrouw reeds-behaagt, wanneer hij flcchtskracht
en bekwaamheid tot hare verdediging in zijne gedaante
vertoont; want, ware zij ten aanzien van de fciioouhc-id
zijner gedaante keurig i en kicsch in d» keus, om vér
liefd te. kunnen worden dan moest zij zich verzoekend,
jhij zich .weigerend tooneQhetwelk de waardij van
haar geflachtzelfs in dc oogen van denman, ganfehc.
lijk zou verlagen. Zij moet koelde man daarente
gen in de liefde harcstogtclijk fchijcen. De begeerte
«er vrouw hare bekoorlijkheden op alle bcfchaafde man-
men tc laten fpclcn, is koketterij; de fchijn. op alle
"vrouwen verliefd tc fchijnen, galahterijbeide kan een
i'loot ter mode gewordene kunftcnarijzonder, alle
ernftigc gevolgen zijn zoo als het Clcisóe-aateene
•voorgewende vrijheid van,.de vrouw in den echt, of
'dc insgelijks voormaals/ih Italic geweest zijnde Courti-
fanerievan welke men verhaalt, dat zij meer gelou
terde befchaving van den verfijnden openbaren,omgang
bevat heeft, dan die .der gemengde gezelfchappcn in
bijzondere huizen. Beman bekommert zich in den
-echt alleen om zijner vrouwsdc vrouw-om aller man
nen .neiging;, zij.tooit zich dan meer voor de"oogen
van haar gedacht, uit ijverzucht, om andere.vrouwen
in bekoorlijkheden of in pracht te overtreffen demanin
tegendeel vcor het vrouwelijke - indien me* dat tooi kan
mocraen hetwelk flcchts. zoo verre gaat, om zijner
-vrouw door zijnen opfchikgeenefchande aan te doen.
De mar. beoordeelt vroawclijkc'gebreken zacht, de vrouw
jfin't openbaar) zeer ftreng, en jonge vrouwen wanneer
zij de keus hadden, of hare mi.sftappcn door een man-
mclijk of vrouwelijk geregtshof zouden afgewogen wor-
aden, zouden zeker het eerfe tot regter verkiezen.
Wanneer de verfijnde, weelde hoog geftegen is, zoo
.-toontzich de srpuw flcchts .uit dwang zedig cn
ichroolnt niet te wenfehendat zij liever man megt
zijn, waar zij hsrer neigingen een grootcr en vrijer
Jpcelruim zou.kunnen gevengeen man echter zal ccne
vrouw willen zijn. Zij vraagt niet naardc onthou
dendheid van dm man voorden echt; he:n echter is
«an dezelve van de zijde der vrouw oneindig veel gele
gen. in den echt fpotten vrouwen over éc ijverzucht
•der mannen in het algemeendoch het is ikchts haar
Jfchcrtsde. enge.'rouwde vrouw rigc hierover ine: groote
ftrenghcid. Wat de geleerde vrouwen betreft: zoo
gebruiken zij hart? boeken veeuigt zoo,,-als hare lioro
logien, namelijk om ze te dragen opdat men zou
zien dat zij tr een hebben; offchoon het gemeen
lijk ftil ftjat of t«n müifte niet mar de zon geftefd ij.
Vrouwelijke deugd of'ondeugd is van de mannelijke,
niet zoo wel naar de foort als naar de 'driifvedcr
onderfcheiden. Zij zal geduldighij moet duldend
zijn. ?Zij is gevoelighij kan gevoelig worden. Dés
jnaus, fc.Ö&hputi!c£wle.''.; ji».";:vcr>ycrpéi»> dié' der vrouw
fparenv. De iban is ijverzu'chtig wannéér hij ptminv,
de vrouw ookzonder dat zij'bemint dewijl Zoo
veel- minnaars als doer andere vrouwen gewonnen
worden toch voor haren lcrihg van'aanbidders verlo
ren zijn.- Wat de wereld zegtis .waar, cn wat zij
■doetgoed" is eené-vrouwelijke grondftelling, die
zich bezwaarlijk inet een karakter",' in de enge betec-,
icenis des woordsiaat Vereenigen offchoon er wak
kere vrouwen zijn die ceiï waardig karakter met roem
handhaven, ..Miiton.werd: door zijne vrouw.aangezocht,
om toerf den hem na- Cromwel's dood opgedragenen
post van ceticn Latijnfchen Secretaris aan te nemen
offchoon het met zijne- grondftélliiigen^ftrijdig ware-,
thans-eene regering voor wettig, te verklaren,, die hij
tc voren alsweder.rcgteiijk had .voöygéfteld. Ach.,
antwoordde hij haar mijn "liefGij en anderen van
uw .geflacht' willen' iri koetfen rijden, ik echter moet
een eerlijk man zijn
Het vrouwelijke gefla'c'nt moet zich in 't werkdadige
Zelve' bcfchavenen beilaren het mannelijke verftaa't
dat niet. "-1 aV- -
De jonge echtgenoot hecrscht over zijne oudere we
derhelft.' Dit is gegrond op de ijverzucht:der laatfte,
;eh, dèzé ijverzucht 'is bij haar een gevoel van zwakheid-.
Van daar-zal elke ervarene echte vrouw het huwelijk met
eeijjohlmanóokmaar van gelij&eHouderdomafraden;
want in den .voortgang der jaren "veroudert tb.ch''hét
vrouwelijke 'dcei 'vroeger; 1 Öan hét mannelijke, en
wanneer' men óok van deze ongelijkheid afziet.zóu
is op dé'ccrdrigtwelke óp '^élijtheid'-gegrond is,
niet mei- zekerheid tc rekenen, en;;cenc jonge v.erftan-
dige vrouw zal "niet een-gezondmaar toch merkelijk
ouder man hét geluk des huwelijks veel beter genieten.
Een man echter,- die. geen man is, zal de gek in zijn
eigen, Huis zijn.
Httaie merkt aan, dat der vrouwen (zelfs oude
Juffers) fatijren "op. den baive?yar/?«Wmeerrerdrieten,
dan de fchhnpfchoten op haar' geflacht. Want mét
deze kan hét nimmer ernstzijri-daar. uit gene zekerlijk
wel eens ernst zou kunnen worden wanneer men de,
bezwaren van gezegden ftand regt leyerhiig affchildert,
waarvan; de ongetrouwde bevrijd' is; ',Eehc vrijgeesterij
in dit vak zou echter'van kwade gevolgen voör het
ganfehé' vrouwelijke geflacht moéten zijn; dewijl dit
töt' ccn bloot middel van bèvredigihg-der neigïag van
het andere geflacht zou afdalen-wélke echter' ligt in
walging en onbeftendigheid ontaarden kan. --- Dei
vrouw wordt dopr het huwelijk vrij"; 'de man -verliest
daardoor -zijne vrijheid.
Dezedelijké eigenfehappén aan eenvoornamelijk
jong man voor het huwelijk reict denzclven,: óp tch
fporen, is nooit: dc-zaak van eene vrouw. ,<tij ge
looft hem- ge kunnen verbeteren"eene serftandige
vrouw, zegt zijkan.een ontaard man wei tc regt
brengenin welk oordeel zij. meerendeeis'zich. op
de beklagelijkfte vvijze -bedragen vindt; - Zoo is de ïnee-
ning. van deze .Irouwjiartigenvooral ook ten -aahsiefi
van dc buifenfporighedea des mans-voor het huwelijk.
Be góede, fchepfeleu, bedenken' niet dat de liederlijkheid,
in. dit.vak juist in de -afwisfcling vafl- het genot bèftaat,
cn het ecncrvleï in den. 'echt hem welliaist tot de boven
gezegde levenswijs zou te rug leidenDe huwelijks
liefde echter-is uit haren aard Ijverzuchtig. "Vrouwen
Ipotten daar over fomwijlen.; doch gelijk reeds boven
'is. aangemerkt -'geworden flechts in 'fchijn want bij
den inbreuk yan vreemde op deze regten verdraagzaam
cn toegevend tc Zijn zou verachting van het- vtóuwe-.
lijke,de.el' e'n: hiermede; qófc haat tegen zulk eenen ech
ten man ten,'gevolge hebben.
Wie zal- het op perils 'bevél'in -huis hebben Want
maar een kan het toch' zijn die alle bezigheden in
eenen-met bepaalde.- doeleinden overeéti fteminenden
zaménhang brengt!. Ik zou in de taal -der galantcri
(echter niet zonder waarheid) zeggen.: ds vrouw zal
heerfchsn.'cn de man regerenwant de neiging heerscht
cn het ver'ftand regeert. Het gedrag' van- den echten
manmoet toonendat hem het welzijn van zijne'vrouw.
boven allés, ter harte gaat. Dewijl echter de man het
beste weten moet, itoè hij ftaat en hoe verre hij gaan
kan zoo 'zal hij, gelijk eeii'Minister zijnen bloot op;
vermaak bedachten-Monarch, die b. v. een feest, of
deh 'douw van een paleis begintop deszélfs bevél eerst
zijne' fchuldige. cacftem.nüng daartoe verklaren: alleen
dat er b» v< 'voor het tegenwoordige geen geld in dc
fehaik-ist isdat zekere dringender noodzakelijkheden te
voren afgedaan moeten- worden enz.zoo dat de hoogst
gebiedende Heer alles doen kan, wat hij wil, echtér
met die otnftandigheid dac deze wil hem ..door zijnen
Minister aan de hand gegeven wordt.
WAARTOE ZUCHT OM GF.LTK TE HEBBEN
"VERLEIDEN KAN.
/Een zeer merkwaardig voorbeeldtot welke ellendige
ftreken Geleerden 'cn Wijsgeeren dpoir de zucht, om
gelijkte hebben dikwij ls verleid w-orden levert de Luc
in zijne brieven over dc.Gefchiedenis der darde ei'men-.
fchen, welke ih ter lezing zou aanbevelen, indien men
in-onze dagen dergelijke ftükken nog laze. Newton
had de wet der zwaarte ontwikkeld. Zij werd met
verwondering door de Geleerden erkend, cn waar nog
hier en daar cpne ftem "wéderfprak, /daar vverd zij bé-
fpo of niet gehoord; Piotfelings verfeheen jn 't Jour
nal des beaus erts et des fciertces een 'brief van eenen
zekeren Jean,' Cotitauid, di« zich Hcogleeraar der Na-
tuur kunde te Turin ondcrtcekendc. En wat vertelde
deze jean Courauld
Ik hebfprak hij met groote daetnoedigbeidgelijk
anderen,:Ncwtons Théorie bewonderd, cn aüecn be
klaagd., dat'men hira r dóór proeven nóg niet bevestigd
had.- -Sommige bergerr.zijn toch hoog genoeg,, en
een onderfchcsd' van zwaarte op hutir.e toppen cn aan
den voet dcrzelven te vinden. Ik bcfloo: derhalve zelf
proeven met de pendule te nemen, Wier flingeringsa»
zoo als; bekend fs, bij/geringere zwaarte langzamcr
worden van waar eenc pêndulc, die onder aan den
berg met eene andere volkomen overeen ftemt, boven op
den top langzamer moet gaan dan de andere. Jk twij
felde volftrckt niet, dat dat gcfuhicden zeilde, cnwan-
bloot nieuwsgierig tc zien, hoe veel de p-.ndule op
den tierg zo.u achter blijven. Ik kocht dérijalvc vin»
•den bekwaamden horologiemakcr in' Ccncvc twee pen-,
<iuién 'vfin wiel" gelijkvonnigcn gang ik mij.door cés
lang onderzoek overtuigde. Ik maakte alle overige
aanfluiten met de grootftc voorzigtigheidau mr nam
de Heer Andrics boven op den bergik zelf in eene
meijcri.i 1085 vaöéra'ch dieper-gelegen waarcn mijn
broeder gaf dc .noodige feinen. tc proeven werden -
voortgezet van Julij tot September; maar hot groot was
mijne verbazing, toen ik zag dat het hofoiogic op
den berg, in plaats'van langzamer te gaan het anders
omtrent 29 miiiutren was voorbij gcfueld. Ik-herhaalde
dc proef in den volgenden zomer, verwisfoldé ditmaal
de horologien, deed zelf op den bérg mijne waarne
mingen liet mijnen broeder in de mcijcrij de zijne
doen, en zie daar, wederom hetzelfde rcfuitaat: het -
horplogic op den berg wa3 omtrent 28 minuten verder -
voort gegaan'dan liet andere. Ik was dus helaas-ge
dwongen mijne opgevatte liefde voor de- Ncvvtóniaanfcha
■Theorie tc' onderdrukken; want niets is zekerder', dat»
dat dc zwaarte in den1 afftand van de aarde toeneemt,
en dat dus de aarde om de polen niet ingedruktmaar
verheven is.
Men kan denkenwelk eene beweging deze brief
onder de Geleerden veroorzaakte. Eén zèkcrcBer'tnïcr
grondde een 'bijzonder ftclfel tcgen^ Newton-,óp' Uez-
proeven., D'-Alambcrt vpvdcdigdc Newton,-doch liet
zich .in 't geheel nipt invallen, de genofflene iproévcii
in twijfel te trekken maar meende flecht? dat'-er op
eenen berg wei bijzondere plaatfpn zonden kunnen zijn
die juist zoo gelegen waren, dat zelfs volgens NeWton'a
wetten dc pendule.in de hoogte meer flingéringen dan
beneden maken moest, V
Maar het gezegde Dagblad leverde kort daarna nog;
eenen. anderen brief van eenen Heer Mercier in het Wal-
lifer, jand acn den Hcoglceraar Gesiier in Zurichdiei
daar insgelijks' verhaaltdat zijn voèrtróffelijk pénduül-y.
horolugié in eené hoog gelegene huffndler ware gegaan:
-dan in zijne, woning. Daaróp had hij twèe pcnduulhó-
rologiendoor een bekwaam horologiemakev in Lau-j
farmeyervairdigd .unetelkander vergeleken; en het eencs
dalrvan a;n den Kapitein Muller gcö'ragt, wiens wo
ning aio vademen hooger lag dan dc zijne. 'Ook'hier
ijlde iiefheroiogic in de ho'ogtc vooruiten eene derde
proef liep even zoo af. Uit dit alles befloot deze,
tweede brieffehrijyerdat ook Newton zich had kun—
neu bedriegen. 'i
Nu wc.rd.de gisting onder dc Geleerden nog grootcr,j
Zulke ondervindingen die ftof tot; de.gcwigrigftc .tc-;
genwerpingen opleverdenkon men niet oppervlakkig;!/,
behandelen.Men begon dus op nieuw tc rekenen „i
cu.-Le Sage, een der waardigfle leerlingen van. New—j,
ton, befloot voor alle 'dingen, zich van de naauvvkeu--
righcid der proeven, tc overtuigenen, om te weten,
hoe'veel vertrouwen...mcu aan de' .dearbij genoemde
perfoncn fchcnkcn mog;tWon bij nadere bérigtcn omó
trenf, dezelve in. En zie daar nu: in Ssmcinsf da
voorgewende fchottwpi.iats der proeven, wist geen menseh
êen -woord daarvaner" leefde geen 7e*n Coutauid
aldaar, cn in Turin was er in 't geheel geen Hoog-"
leefaar;-van dezen naam. Evéti zoo^weïnig befcond in
het Wallifer land '- de gezegde Merciérde brief.aar»;
Gesner was nooit/gcfchrcven en nooit ontvangen ge—:
worden in, Laufapne /■vervaardigt 'geen Horólogiema-
ker' pendiilen, én in Geneve had niemand twee péudu-
len verkocht-V
Werden zulke bedriegers niet reeds ooger.blikkelljfc
ontmaskerd, voegt cr de Luc bij 'dan zouMe onder
vinding ophouden eenc-zekere leidsrrouw te wezen.—
A'S MOLAR
Een Perzisch Ferhaah
(Fervclg en Jiot ven Slajfcs. 'iss.)'
Eezie maand was ci" vcrloopen. federt den dag 'o3?^v
gevangenneintcg van Asmolan.' Schah-Nesfir wilde Aai
tot hoe verre de halftarrighcid van den jongen J'crzlaat»
gir.g"; hij liet'"denzclven ais een misdadiger gebonden
in .de tegenwoordigheid van zijn ganfehc Hof, voor'
zich brengen; vervolgens zcide hij tot hem met eèneu
bitteren en verfmadenden grimlachn Wel nu! As
molan, zijt gij thans gelukkig?" O Koning
riep Asmolan uit, ,,.rooct ik u dan telkens njeuwn
weldaden vet'fchuldigd zijn? Ik had eenén' wrccricn.
vijand, en ik kan hem thans onder het getalvan mijne
liéffte vrienden tellen. Gij hadt mij tot eenen makker
des ..ongéluk6 ccnen rampzaligen gegeven die mij ciet
icon aanzien zonder bloozenhij was ichvUdig, en ik
heb 'hem deugdzaam gemaakt; ik heb hém,, ten einde-
zijn lot dragelijk te maken ,/dc edclftcdc.vcrhevenTte
hoop van den mensch gclchonkxn.
O Koninggij zijt. het die mij dc middelen verfcliift
hebt, zoo veel goed te doen, efi ik bedank u-.dar-
voorWel nu!" -zeidc de Koning met woefe
dat deze onzinnigs ter ftraf geleid wordedatbit
do ir dc hand der beulen fterve, iii 't gezigt variïl
mijn volk. Wij zullen zien, laag infect, wij zuUji
z.citof gij mij tot op het fchavoï cn ender het zwhr.-