t -tt^.^T±;g^..Kgirbaga; deblen moet.? :'i ~n- V E ït T 0 Gr JU MENGELIN GEN- j jtB o£-GIAJ>JR-JL MJNZ OR. a*. r soft MEN DE MEN9CHEN BEOOR. •Eth Óosïtrsch v^rhaaT. '(Vervolg.) 'Nsiawelijtrs waténer achfdagèn veflóop'eir cf ie Stilit liet den hoveling Weder biJ.Zm.vkomen en zeldt A ti E M E 'S S ttmfi A M S C.MtLC. 0 i&- «Ifigêfc ging hy eenejtabikee v«ojb'3;,?wiaï faij eene» j dntteiukkigén^J>^öen;i'!ieen zagfait&jj-i^.Hïj^Sderde i\en zei- de':" Mijiï gen die fc'nier" van^iïbhgcr ;fterfti>''ó4p'^'.Iu«t mij iP; rast'zcitfe de KaliK-^-^'lbrb^^i^pobe&liiaaid*' klsgteu by ëén anderik kan U'.'Biéts gcVen.ï'\.Dc o* gclüïdigc 7nicÉtte';:en: zttx:^iéic''W'ea« op^dfetV Reen e» 'bier - den 'KaehtÓdoór-te'fóiéngénA-On'ïléfTusfchcn W as-het aë?woëwdi^jib'fdeB'l^"<ela*r'eoae beurs mtt.aooo ze- chir.cn v a 11 cn Vc nvc r w ij c r e zien. Naauwclijkt was bij honderd fchreden'gegaanof hü .hj?or depene He» IPhter zicb roepen-,p-^ijn'-heef aiijtf^bëcr inwacht een weinig Hij vy«ndtt zics om en ziet de# b'e3«l "laar.--. Wat WÏÏt 'gij?'1 vroeg lk\he|rhaal- U O lfARELl-DEtWAAilFbS. K'} - "*4. •■'i 'v AJjit -ttntn iritf van ien graaf van jt'.garttti.) Hetgeen ik hier verhaal,-heb ik van'ooggetuigen. Karel's Hout bezoek in Dresden bij zijnen doodvijand, koiing Augustus,, is-aan geener twijfej onderworpen, hoe zeldzaam het ook faHijne» moge. Sarei was geen gewoon menach, hij kon, gelijk Pater Hardoui» zeg gen: Sta ik dan ilcehts daarom twee urea voorden dag opom te-.-deuken en -te handelde -gelijk alle overige lieden?''—Het gezegde bezoek was .een luien, die hem" beving."*- Zijné ar-mee msrfcheer'dc" toe «maalt tegen--Rusland;,/ Op zekéren morgen ali hij dezelve ttot liem: Dezen avond zult'gij mji tot Agib leiden g 'Jöi'«en»," aat "lit \i niet»' Vévèmlbn:^Jdi«ht v"?°4h «oerdo-, ftbeiddebij -plotfelings vetzeld Ivi» 'haar, én vloog In galop, van niet meer dan twee Ik vorder o»k niets antwoordde .gene,..-^.-.doch perfonen verzeld. regtftjeeks naar,de; Had,.. Een raa ik heb u eene béurs Óe'geveii'wélke'gij .bij toevsjaan 'ti—t va -*2>rlaf>« mijne v.onten hebt- laten' vallen. Daar'is zy.V Waaróp» hébt "gij, ze nietbehoeden HikZij 'bevat ioOO zeehiaen'; dat is cc(i.gro«tc-ickït voor ter,zoo behoeftig mensch sls'gij ,zijt." Aëh mijn heer! wanneer ik zc -behouden had zou ik meer verloren, dan gewonnen hebaéa. ik zal in rijke-kleeding bijdicht vcriehijnen «oor tsllooze Raven en gij zuit-hem zeggen: da mijne geluksomüindighedea plpUeling. z.eetjtot mijn voordeel Verander3 ware-i.naardien- ik.tegenvvoordi.g aan 't hof vaa.den. ka3if op eene zeer uLiftekende wijze behandeld wierd dis.or .hem" met Weldaden overUden ware, en zekerlijk reeds in Korten, ti'ld eender;riik»e en aanzienlijkfteimaa.iicn in Bagdad zóu zijn, Doch herhaald gebied ik u-een diep. zw-ijgen'. Zop dra gij mijn geheim voor den -tijd ontdekt, ,zal jk u,als eenec verrader ftraffen." - Prachtig gekleed sn-p als hij gezegd had,;' öetlom de kalif eeu kostelijk er-rfurd paard eh üoeg door den hoveling en 'eene'tal rijke menigte Raven' verzeld den weg,naar) Agib's, bui.s 'in, "Als Agib dezen terrijken ftoet.in het hof van zijn palcis zag binnen, tr?kken..- Hortte hij uitzij ne kamerom-de»- Keer vaii deze talrijk» (lave* be hcorlijk te ontvangen. iboveling naderde hem en, zeide; :2ie hier den vriens, dien ik u voor acht dagen, voorttelde. Zijn oosy0,,'^ :lot is mst hem verzoend) hij heeft middel gevonden aan dertjkalif roorgefteidte worden, die vaa zijne ver dienden en. ralenten zoó be toorerd isdat hij nem terdond. op déneerftcn dag t gefcüenkcn overladen heefr. Hij, is thans rijk cn el ugtig, zij» credit non- metelijk-;, aooit zag men nog iemand met. zulk eene, fnclhcid zijn geluk maken, en ik Zou in't geheel ntet .•verbaasd zijn, wanneer ikbimit- :n kort hoordedat hij jgront-vizier geworden was. ,M .-verzocht hem ,u he en. mij te bezoeken, en hij ftei «dé,toe. Hoe zoo?" ,r.n 'iV'-'-i'-v - Ik. badwel is waar, mijn geluk gevonden,dnèh'mijne regtfcti»penheid vcrlorci. 1 -- SpreekWie zijt gij?" j; "Heer! ik ben de zonn. van ten -regtfcbspcK koop- mati. jk Heec'Adulat Mijn vadcmndcrhield'doof'zijné -lijt eene zeer talrijke familie. -Onvoorziene ramp- fp'&'dco hebbin' aijne féhoonfte .yprwgebtingen vernie tigd,, en hem zónder een verbelderesd uitzigtzonder alle hulpbronnen ia den grond geboord: -„ Welke rampfpoedca"l' dezelve lietf hij al»-'fchtl'dwafcht dan de poo'rt. Den anderen gaf hij voor het flot' zij» paard te houden, en ging nu, zonder"omftandigheden den trap op.-tot in de Raapkanaer de» ,koningsdien hij nog te bed vond. Men- kan zich de'verbaasdheid en verlegenheid v»ó ,-;Ai<gtist*3 'voorRelleai Hij moést opftaari.eu zich aapJaiêedcn in: tegenwoordigheid van iWeyr.Tnih', die heijr jv.e»r. korten-'tijd'van'den'iroon géftóoten fi'sd. Karel Aleef; angeveef' drié vierden van een hsuroij hem. Gedurende dezen ganfchèn. tijd.wendde üff deioogcn vfaj ztjncn vijabd '-niefaf, ën itond h'ém'kiéf* toe, tnef ;i«niattd, te tfprékénniet* eens m»t eeacn page óf bedienden, nog minder met den minister, dié zich dadeliilt-iJsad laten vinden alsrhij bet zeldzame nieuw» vernomen ihad.:.,? Het gebeurde, j dat 'beide5-'ko ningen in. eene zaal traden co Karei bij:'ö'fczc gelegenheid iswoor zijnen'"•'-'gastheer,-ginp ;- Van dij:- iiongeublik maakte-de ministergébruik'om zijnen:hetr door blik en gebaren-ie vfaijtn ,~;of men den,gevreésden gast-'iri 'hechtenis nemen.zóu'?-;—-Au- Vy't'c befcn'rijft Agib's verbaasd.'i. héid bij deze woor 'den"' ïnü moeite,, zijne vt rwondcring en zyn; 'onrust te verbergen. ï^ie de -m unier en wijze zag hoé hu" den - vreemdeling dién' )V *oor. acht dagen met zoo weinig uch.in, beha,i eid had. begroette, ■moest gdeavea dat' hij de aai-ïa«ild»_ kusfen. Hy nutte' zich in gelikwenfebingen i "t hij.geyoeldc zmh «verëelukkig, de kennD met ,e«tc n man van zoo nu ftekende verdienden te kunnen v oortzy.tcn, Zoo wji dan het geluk toch éénmaal ,r< sgtvaardtg zetdc u«M Lo lacht het toeh eens het, talent en de deugd Men voert hierop .deu jr; reemdcling in eent. -gevreésden gast- De groot fchatmééstér vanden kalif vorderde zijne fchtiideifchtfs te betalen, «is van. verdriet g.l^'wach.te ei reed. begeerd-had. datmen Dresden orven. Doch ik beu thans 'in dc noodzakelijkheid.1^"1^; koninE bLt "■0nle' .-. t- ipigen. is" de eerfprong van dczen;zeldzamen'te|fentzi.t Arbeid? Z.eide de kalif. - Gij wilt slZ9oS]j;ia;nd. Hij hail;iëvcn-,dcn vtroon, beklommen-^,-ca toe! I» „i,i„ zaal- m-n ïpréekt'v'bh.,;;-mëtj ander» mtt prackttge korten" tijd vërZjir.elt zich een hem, dan van hem. v.iz. om den vreemdeling, t-.ea.dpn an" zi se gastvrije rl»sJ - - '-'kdé »orig- .gcregte H^-rien denhem bij de uitoefening v ten te®»4«ft«,#^11 pr,c|,th*er''vatt eh. ue .geregter. X vtél Uitgezocbter ^4 ^engt"forbi'.'-t., geüjkde .orige ten te oneer w,.<.hri*er"*Jt«' en. De .geregter. gaarne arbeidéti "Vólg «ijMnrgen zal zien wel ge legenheid tot eene dagelijkfche bezigheid voor "laten vinden." Ds ongelukkige volgde den vreemdeling die» hij 'niét.kende.; hij; volgde hem ,t zonder te- weten',,-wnar- ïeen hij zou gevoerd worde», enntctzeerbefcheidenc /.crwachtir jen Ais de kalifin zijn paleii trad, zcide hij tot de lieden,, die aankwamen: w-Geeft dezen-'man prac'hti- Vc kleederen eene rijk verfierde kamer en twintig Raven ter bedicsisg-" Dit bevel weti ftiptelijk voltrak «en i en'de arme Adula veranderde fnellcr ztjnc klée deren dan hij zich van ziine verba»sdheid herüelde.. Morgén zeide.de kalif zult.gjy aan den divan voorueueld worden Adula.-. -Rust.'imusfehen in' uwe .1 - ai..; An«nn .Unv. -v téfteliiker. De eërfté''pi.aata is voor den u oalangs r,»ArwiiF-Id liebt' i! dat. niet ver- oeUnU Hedemzic ik, dat de regtvaar dige hemel mijne weriTchcn vervuld heeft,,,lk.ZleMijn heer, behoefik verwacht medewerking offl mi.K penen; po. t ;e ver- M. «"STU S^loof onwaaruig te 8ytl' U-zal v- „g, ,-ü ie kunnen bedriegen-,.ïotet ten deel val tn 1- de kaüf. .4IkVlüeen memchnte to? milnea groot &Ka-.mees ter maken:, die talenten en ^banenhéid niet weet ts ichattcn cn mets .an d ers r1r dan het eeU. ja> ik ben de kalif, Aboe' Giifar "a Vnrnr dien Ei) onlangs daarom .met ZOO weinig -SSdSStdew| gü hem,ficchtS;voor ee^es /ionsrvolléh e» rc-ztrehapenen doch tiet voor. een laten *jQch onziilt se niet op .mijnt ofi.'mijssjTalks "Si vermeerderen; -iGiJ wërdtaijiygroot--tchatmees^ ter óiel." 1 .si"., ,ra v-jif Aboc-Öiafar"Almaozorjzónen naam. noemde Hortten alle gasten v'an veriüwlibgjtókt het aan- St ep den. bodem. Zij bleven nog lang daarna in S toeftandna dat de ksJif reeds bet huis van :S'V«laten.W/én.:yerhicven/zich'fl«bts ...om ztei, lïlines van deti- ongelukkige? te verw^deren die de ongenade van den uUdecier der genade zich op dei,, hals gehaald had: - hij vónd gcene woorden, om zflne vreugde en dank- oaaëhetd uit te drukkca. Hij nam. alles, wat hem bejegend was, voor ecaen droom, -en de gedachte was'h«M fmartelljKdairuit teontwaken. Meavnerde sc'm in ethe'fenóone kamer, waar twintig fiavéa in cemoeil up zijne wenken wachtten,'? Den «uderdn morgen ontving Adula het bevel, zich in den-divan ti vervoegen doch- i'n die kleédihg waarin 'hij op den fteén aan dé mo'skée" gézèfeh eh de. vóürbijgaasden nm-aalmoezen.aangefproken had. Als men hem zijne armzalige lampen aangetrokken had zcide hij: Ach tngn, geluk is van korten.duur. ge weést'." Mc*' voorde heni in den divan", waar .deka lif óp zijnen trson zat en doop dc gróoten van ziin kof omgeven wa>, -Adula wierp zieh bp hetaangezigt neder', eh bleef'langen tijd onfrewegelp. liggen „paan- den naagevalltti ftar.dbccld gelijlc. Verhef uaenlc dc kalif tot hemik' hen u arbeid beloofd, en 'iült ee* werk-'.aangewezen fackomea/' Hierop wendde hij zich'iot de gaafehe vergadering, én. fprak: Se- der-t langen tijd ging' ik daarmede om, dc plaats van' mijnen groot-feh"tmct-ster weder te bezetten. -Ik wcnschte, dezen pest aan eenen nravcn., regtfefcape- :neB''mah;'ïn"té'rttitusn;. die aan.de -braafheid, óoven dea 'r.-'' <c!in''die hem', bij Agtb ingeleid had verzeld naar lijn paleis terug. Hit nutrelooze gevolg had hij w«r «zónden, dewijl hij dén, korten weg te voet wilde afleagen. In 't gaan hield hü ?wh «og.ftepds meUu avontuur bezigén- lachte heimelijk over den fennk, V *Svreei:4a Agib. Doch tevens was .hij'ernft^ door de zorg omtrent eenen eerlijken fen «meester verontrust. Ia gedachten ging hy,alie ïbdfv'du s door v aano-znclit hadden en niemand feheen Versanke# io dfïf befchou- N hem deczeiveti waardig. rijkdom de voorkeur, gaf, ën: hier; Haat-de asaudien i'k 'daartoe gekozen neb.. Men bewijze ..hem den ecr- bied' j die"aan zijnen rang behoort,. Den eerten die "zKh tegcn dezén edelen;, deugdzamen aaanin't njtnke vergeet, zal ik in het.'Sof Horten, waaruit ik hem getrokken Heb. Ga, Adula., doe klcederen aan dié met uwe waarde overeenkomftig zijnkom dap weder tót mijl en 'ik wil u de pligten van uw «fibt lecren kennen. Nu, heb ik geen woord gehouden? Heb ik u niet een dageüjk-schbepaald werk aangt'wé- ders.te naar oorlog. - Eco hoojlearair: teiïtokhplin' leide h«m ëcne nicuwe,-uitvinding ttn gesruikc?'der artillcrij voor,, diehemszecr welvibehaagde.!; Ha-ee-neo llapéloöïjén, nachtw aarip. - h ijzic ht - d aarniede 'bad béZi g géhnudéö, ging hij zeer vroeg geheel alleen aaan'.rien profe»fpr,>,en,4t«eest rJangtaanr.deszelfs;-IdéuÓHklnppeti eer een fraai, jong, me^je hem jnlier.In*-hst eenhc oogenblifci fcheeu hij,fniecr belang. t« .Hellenia». Kct meisje, dan io de kar.oiir.ee; hij veroorloofde zién kJ-eihe'.Vryn'edejtijidochtsWérd door. deze heldin der dèuud zeer ohzacht -terug gewezen Men newcertaat d-t eenen zoo diépen indruk op 'den.irbtfchcn man gémackt oad dat hij »ap dien-tijd; oanhet garifchc ge Pacht u.i 'z'ljné tcgénwoórdighéid verbannen cn i» Polen ïteiiit: geweigerd had., .de fchopnc gravin Koningsmark ilech.s tc z:ën. 'Ó.V,.J,-, ,;is - t3 :'P hsj uitvai: fee klein gcyolg. ierzeJd. Gïk dit -liét. hij verte,.achter,7zich en .kwam gebéel; alleenaan. eene veldpoort, gelijk zij in Sweden;. Lijfland.enR.usland:Bog tegenwoprdig .gebruikciijk zijn: ,,om;-het kwalijk-gé- 'hoedde vcc. af te houd.e,u.!;-,K»reI:-,'opéHdë 'de-pbaft', doch vergatdezelve weder toe.te'maken. De eige naar' .yan ditoord;,eeh:( vaandrig der- sraseHond juiit cenigé fchredcnidaarvan en, daar--hij den koning niet kende 'fchempte hij. op -.hem ienibegeerde dit hij ó'ogenblLkkcÜjk zou omkcercn. ^'Waarom maakt gij dc poortzelf niet; toc zeide Karei,1- Deze eiscii feheen'.dea vaandrig zoo eerkwetfend dat h'ti het paard van den k.onir-g woedend in den teugel viel, -Karei tastte, haar -..dcó,,. degea ,',zijnftcrkeretegen'ftandér rukte; iiem deh degen uit de vaist. Karei-.trok'eea^ pistool voor den dagcn dreigde, hem dén kogei door den '"^.kop- te j'agenindien hij niét oogenblikkeiijh dèn degew B®-'op eene* naêurigen Hein leidde. Had rk ook ïbsar cca pistool bij de hand,'' fprak de landheér, dan zsu'dt gij dat,pralen wel -iialatcn.!' ,-Ga, haal een pistoolriep de koning en zijn verhitte tégeri/fander •ijWe. .werkelij,k'ngar; dé naburige- .woning-, keerde r.a cenijé oógenblikken haastig met hét p.isjóul "terug doch Hond niet.;\Vdinja;,,,verHeld,-als hij het gevolg 'van dén -koning zag,_,.,wclkintuifcheB was aangnkemsn. zen 5" Zoo zag zich de arme Adula plotfclingïot de Waarde vari'ëéh groot-fchatmeester des rijks verheven. Sc kalif' Aboe-Giafar had nimmer berouw van z.ijne keus, In korten tijdj wérd zijné jchztltamer mé c .onmetelijke rijkdommen vervuld.; en dé bewoners van Bagdadde ■ëwóners der provinciën'.het:gefieclë rijk vegende onophoudelijk het zachte en regtvaardige beHuur vaó ,lcn dtugdzamen Aduls. {Hti vtrvolg hitrtta,) Hijvermoedde nu, met wien hij -te dn en. gi had had, waagde, niet ,j -nader të komen, maar keerde feil verfchrokkch weder o*. Krrel's geleiders: zïgen'. m:t verbaasdheid dat- hun- 'néér zijn.ee degen'v.ïri èéuén Heen haaldnzonder één fwoord te zeggen dóïh'.ni:- msnd veroorloofde zich eenb nieuwigiërigé vraag. Ka- réi in tegcndedl vernam 'als bij; toévai naar' den .naam én Hand van den landbezitter en "al» .'tofc daarna dcszelfs régiment voor hem optrokreed liij naut den vefttagehden vashdrig lós',1/;::hêld:!ï^ht.'-bjjj|eai óp zag hem eene wijf (hjf aan en zei'def w üif zijt Juitenanti" X Wan neer hij óp h'ét 'fchialcbordfpieë'Me],', kwam. hi altoos *et den koning hef "eerst voor dén dagzonde zjc.h '.te bcko»mcren;,::"'óf'hü öbk '.gefekt*. wa»:",— {ft bcciendca in de voorkamer hoorden hem dikiv'ils ii zijn kabinet het troratnèlan er. fchieten met der. ;mnni nadoén want hy 'ademdeóurtój':, waac- hy gi-'g i Hond.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Algemeene Schiedamsche Courant | 1808 | | pagina 4