GESCHIEDKUNDE 'MENGELINGEN. A.L EM.EE ïiE/SlC W I ED i M ÏC.H B.C O 8. AM TS M A J O, QR.OOT-ADMIR.AAL "van S 1 C I L I E. - iFe- vtlg.) Intusfcke 1 kon het niet misfen, of de.wederzijdfehe gezindheden van Cicmentia en jSauellh verrieden zie aan den afgelegenften waarnemer, zoo, dat de Gcasf Rógervan W afta ran êen door ouderdom eo veel vul dige ondervindingen zeer bedreven man die 1 fteeds in de vergadering der baronnen e"n Vrij hoeren .waarmede -Bonella onderhandelde, h'e't woord pleegde te voeren in een oogenblik van vrolijke luimen .zich. tegen Clc- jnentia.met bené fchalkachtige zwarigheid oier demè- migvuldjge bezinken en gcfprekken waarin Bonella Rij haar verpast werd, uittë.'- -Doch terwijl dementia niet aaweidehare getjne- ■ligliëia vobrBonella's perloon en eigcufchappcn open hartig ce belijdenbleef zij" tevens niet' in gebreke zich jegens,den Graaf over de oogmerken te uiten, ■welke zij voor het' algeméene best, door het vertrou wen, "dat zij tuirclien zich en Bonella zocht te under houden}, hoopte te bereiken.,', - De heldhaftige verklaring van dementia waaraan Graaf Roger zijne verwondering én deelneming niet 'Ron ontzeggen, bragt hem op, de gedachte^ dat de Schrandere aanroering van de'gevoelige zijde ,vfen Bo sella 'voor dementia hem insgelijks veeiligt een mid 'deï mngt worden, de onwankelbare verkleefdheid .van dezen .jongen man aan den Graotadmiraal te onder- jnjjnen, en .dat hij alsdan een wetkm'g zon kunnen worden, waardoor, zonder vele., voor den Raat vrees lelijke, bewegingen de', ral van den tiran konbewerkt Warden. Graaf Roger bleef derhalve niet gebreke, bij de 'eerst komende .onderhandeling, die hij met Bonella Rad, na dat hij hem het karakter van den, Groo ad- jr.iraal.-en zijn ganfeher-gedrag met de hatelijkfte kleu - Jen haddaargefteldjnnjgst teoekUgen.dat dc blinde, verkleefdheidwelke hij vpor eeneo man voedde, dien de aigemeene ftem" veroordeelde hem niet alleen TCrdacht'io de oogeu der menigte maakte, en Voor zijnen perfoon zelvén in den verdcrengang eer open 3ijke aangelegènhedengevaarlijk., zou kunnen v> orden snaar ook'aan de teedere gezindheden van eene petioop jegens hem eene grens 'voorfchreef, wier liefde he,n gewis dierbaar zijn, dn die elke» anderen onfeilbaar Mt de grootfte opofferingen zou vervoeren. Hoe, dei Graiin Cleisentia sou hare liefde aan eenen, trouwiohzen verkwisten riep Bonella j toen de Graaf Roger geëindigd had. En trouwloos zou ik hande Ionindien ik het vertrouwen van eènen man mis bruiktedat "hij in mijpe handen nederleide. Bsfcbouw iefffQraotadmiraal met mijne bogen, en gij zult hen), jgéênszins ..ftrafbaar vinden. Dc gunst van zijnen Ko ning wordt hem. door zijne benijders tot cette misdaad gemaakt, en het is.hun: ^en ligt werk, het volk d ets 'te make» of hem te befchuldigen dat htf deze gun.st- mkt aUcen misbruikt, maar dezelve ook tot eerzuca- tige-oogmerken voor zynen perfoon aanwende. Ik weet L-van.dit alles niets, Geefmii, Graaf, bewijzen. Er ken ik in.Majo den tticeedigec den, trcuwloozen dan.zal. ik dceerfte zijn., die zich regen hem yer- Rlaartdie1 zelfs den band, die mij aan hem boeit los maakt, zijne verpligting jegens hem verzaakt, en .hem, zelfs, zijnen, ondergang bereiden zal., ...IK jbemin dementiaen jik zou alles aan haar. kunne opofferen. Doeh. ik zou mij voor. den vef worpenihen ■verklajen indien ik het wagen wilde, haar anders; ■dap met -een fcbuidelo'os geweien -te naderen," Gedurende deze betuigingen van Bonella onfving G'raaf,Roger eenige depeches; Hij brak ze oprn voor '"SenellaVo^gën., en zij waren uit Sicilië.; 'Majó, wieh zélfs bij oe toeneming, van het hem dreigendeor.weder de eerzucht met éene lichter laaije .-vlam verteerde; verloor derhalve ook, gedurende de afwezigheid van Bonélla, geen aogetiblik dat heip aarder tot zijn doel kon brengen. Dan' dffchoon hij iet met zijnen genoot1, den Aartsbisfehop.Hugu-, m.e itopzigt tot zijne maatregelen tégen het leven van. Wil tjem; wolkomen eens was, zoo kon hij zich met den1- -tzelven over de verdeeling van hunnen buit.niet verée- aigen. MsjflP-,-. welke zieft, na den volbragten moord vpn -Willem van allen invloed wilde meester blaken vond .hierin bij Hugo-eenigen tegenfland die^zich geens zins'met "e'éntn ma'geren oogst voor" zijne misdaad milde" vergenoegen. Voornamelijk ftond Hugo daar op dit hem de voogdij 'over de koninklijke kinderen'zou •Vöórbehuu'déti biijueri. Hij wist 'dezeneisen met Krach' tigé, gronden te (laven, naardien hij jegens Majobe waarde: dat, indien-hem hét cpzigtover de kouink. lijle 'kinderen miogt verblijven, het Volk, bij jvelk jhij Öören'dicn reeds ih verdenking ftond; dat hy de kroon trachtte tc vermeesteren ligt 'door zijne vijan dei in deszeifs 'argwaan verkerkt, cn derhalve tegen Rem'in eeuwig oproer zou kunnen gebonden worden, in piaats datwanneer herri, als Aartsbisféhop wicn nooit het oogmerkzich van eene wereldlijke magt jnéestër ié Willen' maken, ten laste gelegd zou kunnen worden,' gezegd voorrégt bleef overgelaten van dezen kant ten suinke elké aanleiding stot misnoegen tn arg waan jegens hun beider perfoncn' tevens zou afgekeerd 2jijo. Wa* het of argwaan of onbegrensdeeerzucAtvan den kaut des Grootadrairas!»ger.ceg', hij wilde ir, deze voorWaarrfugêenszins; toeftenimea 'en hij wet it w.asr .^iytrojienlyk met Hugo brak-, zoo'jwüud naar het zeeStrand adloot hij toch ih zmu binnenfte i, _.A terüohd aa» zijne efwijdcring i'an *'t Bof, en aan zijnen volkomenen oidcrgang tevaroe;d.n. l.ervvijl hij derhalve van, den eene» kant 'nie: ver- z-itnde'V den Prelaat bij dun.Koring zwart temaken, jegens hem het vérmnrrien van eerie verbindtcnis met de oproerige earonren* cn -Vrijhecren gaande-temaken, w,sï hij van den andaren kant eeneo zijner eerde die-, naars door eeoe fomme geld»tot hét boevcuduk te verleiden zijnen gebieder een verterend gift in te gevès. De werkzaamheid van het gift gevoelde Hugo niet zoo foei:,alsj.de lasteringen van den Grooiadmirsal bij. den Koning, naardien deze hem den. toetred ont- zeide. H.u.jo eskende nu in een Gfootadmiraal zijnen vijandén offeboog hij het naauweiijks waagde, in kilte tegen hem op te trelrn, zoo wist hij (och door ijiie veelzij'dige verbindienisfen verfcheideneger uchten o'mt-reot de ftraföare'oogmerken van den Gro'otadmiraai re verbreiden, die eindelijk bij de Grooten.zno wel als ook bij het.Volk; endé.Gewapende Magizulk cène gisting der gemoederen tegen den Grootajlmiraal bewerkten, die in eene Hch.tcrlaatje vlam dreigden uit te bariten. Hugo wist zelfs de Qrootenwelke zich aan dc fpits der zamer.zweering tegen Majp Relden te bewe gen, om aan hunne onderneming meer nadruk cc ver- febaffen den. opraerigta Baronnen cn Graven' in Ka-, labrie en Apuiie van de;ftemn)ing der gemoederen'ii) hicitje eensa wenkte geven ;otn hen toteer.egemeen ïchappëlijke"werkiaamheid voor hun doel uit te noo- digefiwelk zelfs dé Acrtsoisiehop bereid ware door zijnen inxlocd te beyörd-;ren. (Hf/ vervolg hUrna •'•■eewnBassci- offchc-n.u eeo oagecblik aan het gewoel! Last ons door het wandelen, daar koren or.* gecne lastige pabbelaaraKuipt geen fpión om ons heen. Ik Remde blijmoedig toe. Dit tegenover fcheen-mi?' een middel ven opheldering en aannadcring, Ik ont- fnap'.e aan de waakzaamheid mijns Vaders en volgde den man mijns harten. Wij' fpoedden uit dc ftad en wandelden aan dcoeccr» van den Mincio. w^ar hij elect zce;, vormt, en zijne golven zich ia 't opgehoopte zand breken. Toen wij ceneden oever verijerer.de, met Rrniken en hoornen dich; béwasfene plaats naderden, fpror.g Solarino jui chend naar eene hooi; «ie zijn verziende blik ontdek- le, en noodigde mij mét lokkende haneüjke toanen, om hem te volgen. Kom, lieve Teana.' MIets gfii«kt naar eene lustvaart te water. Torn ik den voer fo de boot zette .overviel rajï eens onwillekeurige fidderin^. Ik kon mij gecne rekenfeil.;p van mijnen tegen 1^1' geven, en htm toch niet vensecstercn. Kg-raaakte het.touw van den b-'om los. roeide, en v.:h dehno"- Lte. 1 iizns waren wij afgefneden vor, dc mé' foliel;;!:.- Zïirenlcving. Raadt Gij, mijne Teatia, wat «is hirr wacht vroeg Soiarint» gerost. Het RoddtJgku fehouwfpe! der óndergaande zon Neen 1 "u.- dond Nog vermoedde ik nier, noch kon ik begrijpen wat mij vree;lelijks te wachten ftanddoch nunc haren rezen re berge, en ijzing deed mijne lede'i triMejr. Dè dood? riep ik in den toon der onizrttiig., hj'iit Gij. mij dood enSolarico «aan doch wf fierjvcn beide. Sterven! cn waarom?'1 Dewijl gij r,a "Uwe trouwloosheid tegen mij niet meer leven nioogt, en-ik niei meer leven kan,zonder XJ: Kent Gij deze hand? en hij toonde mij mijden verdichten irkfaa» Lorenzo. O Vriend mijner ziel! riep ik juichend, cn zcsle aan\u'ri hart; vergeef eene list, een^ bepmtving l "Moeit heb ik opgehouden'U te bemirnen en thans overtuigd, verrultc door Uwe grenzcnlooze teederheid bemin ik tnijpen Solarino meer, dan ooit." L.e/c verontfehuidiging kotat mij niet onverwacht; doch ons lot is beslistonherroepelijk bcilist'fcdert gisteren.1 Zelfs bet berouw baat 'niets meer. Het laatstedat wij nog oehoevcDis motd. Blifc op den achter grond van het vaartuig! Ziet Gij dfc valdeur? Slechts eeze kleine plank tusfehen ons cn de .eeuwigheid J Wat Gij ook moogt tegenfprekenwij iter ven'een oruidpaarHcrmner U ftruid, aan uwen vrijwilligén blijinoedigen teveneed'die federc dat oegeu' aliï in mijn nart wedergalmdé. Ik zweet" SOLARINO EN TBANA. Eert Itnïiaanfch* Naysl!*. {Ftrvplg en Hot. Zie Alg*m:rtte 'SsVeiamftht Courant var, Zaturasg Mijn Vader verheugde zich over de treffesde ver andering in .mijn gedrag legers ..Lortezo en fcncp'c zijn geliefkoosd, plan mijn huwelijk met denzeivsn tut een gewenscht einde te brengen.- Hij. fpraa êen-i, jongen tnau moed in; en dc quintcslëncs van Ztjnej^"' c,1.,zaSi=' tot Cwvn Beüsnuaan _'t kruis tallooze axitwoorden was: „"Hoewaardig Teana zijner -1 '7" r-'Jne an ik zweer.. Uw zlja ceu- - --6- - wig usehts Uw te zyn." Ie befpaar U eenen meineed. ,,'Ku dan! Ik herhaal het: nog eenmaalblik, zuiver' van geweten, op' tot den Drkêenlgen vat Uwe reg- ter hand bjijinoeaig, cn zweer"eeuwig flvents U.V te zijn." Gij zijt bang voer den dood? fprak hij mee ccoenlach, duizcodmaal fulinkkclijkcr dan zflo toorn - ik wil geene eeden meer, ücch ik ben gcccê crouweloozeHoe? Zcide mij uw! Vader gisteren niet, dat Gij Uwer verbindteuis met Lorenzo "eene hinderpalen rr.eer in den weg laagt? Mijn" Vader geloofde, wat hij weo.schte." Welke regtvaSrdi- gingl. Ik beroep mij op 'Lorenzo zrlven. Vraag hem, of, !kLoréaza.vragen Hij ilgap; den langen Slaap! Barbaar? Den onfohuidigep"' den vtiehdte nsoorded ers 'gatlfcheiijk verr.tetige zonk ik. ten bodem. Tost) mijne kracht van beiistlèj weder keerde, en ik de oogen open Qoeg, zag ik tU valdeur open,' ca het water iedrirgeo met magj. Rampzalige," riep ik, door doodsanasc overmai.A' Ach, Solsrino! Wat hebt Gij gedaan?','-en ik redde mij op dc1 andere zijde yan den- kasn d,e nog bora 't water waggelde. Solarino drqrg1 midden door ha opzwellende water tot mij_, ftortte aan mijne voeten, eh riep Mn het overvloeijendrle gevoel der hoor,ft-, liefde, dat hemelsbreed van die gelijkmoedige fylt verfchejden was die hij tot dus vér jegens mij geiourd had: O geliefde Bruid! 'AanaebedeneU te redden huldiging ookwire, de eer., de vrlendfchap vérbodec hem elke poging, om hare hand te verkrijgen, daar haar hart reeds lang eenen anderen toebehsorde." Mijn Vader liet 4e zaakj ipet-een profetisch Het zal wel te ,regt komeö". wijsfelljk berustendoch verzuimde bjt'geenc gelegenheid aan Solarino te.kennen- te geven, dat hij niets mogt hopyn. Solarino, van zijn or,op losbaar verbond meer verzekerd dan hij mijnen vader koii zeggen, wandelde met een onbewolkt voorhoofd en eene elizefche helderheid rond,: ijm hem uit zijne gevoelloosheid te wekken, ont zeide ik herahetgeen hij reeds gewooji was als een regtje befenouwen eiken kus, élke omarming. Yruch- telcos bad hij. Te vergeefs klaagde zyne fmart. Ik fchr.ecf, ztin .behormenj meer aan eens zinnelijke be-. geerte,'dan aan een diép tecder gereel toe. -De oe- gelukkige vereerde .dis een heilig verbod hetgeen bij zelf onverbiddelijke Rrengheid, en ten la^nfts'jaijnf grillen had genoemd.. Nu ging, ik om den ijsklomp le cmtdooijes, zoo verre,een billet te fchrïjven. ~'Nog begrijp ikanijne krankzinnigheid,, mijne ottwijtbeid piet eer»-, bil let aan Loreczo waarin ik. zijner liefuc gehoor, gaf, echier met,bijvoegingdat.Solariuo's tïgcnvyeoriigoeic! mij een'.geRadig levendig verwijt was,.en dat ik zoo lang dc zijne niet kon worden, ,tét dat deze;, Solarino op eene "gefehikte; wijze verwijderd en ik voor zijne klaagliederen beveiligd was. Dit bi liet-gaf ik.in mijns verblinding aan ecscoud: trouwe maagd over. Sreng *t dezen avor.d fcjj Sa la'rino, eu zeg hem, dat ik: eigenlijk U bevolen bad, het aan Lorenzo.Pola te-.Krcageii.- Zij gehoorzaamde Vijftien dagen lang yeifcheen .SoUring niet. .Reeds vreesde ik., bem geheet van nil) verwijderd te- hebben Raat niet meer in mijne magt.' O mijne Teana Vd-ja „"laaiden kus f den laatften aanblik van Uwe Ketnsj - fche bekoorlijkheden! en nu last mjjknielenditérviit. aan Uwe roeten." Thans'Zonk. "de boot c;i w ij til Schippers werden^van verre mijn wit kleed gewaar dat mij nog eenen tijd lang boven de baren moet opge houden' hébben .roeiden fluks tas,'-én redden fhans fchreef ik aan ,epn tweede billetwaarin ikj^. 1 "aaea W .likon ik 't liun niet tueroepen ik hein mijne welgemeende list beleed en mijee gloeijecd liefde met de. piegügile. eeden verzekerde toen hij in mijne woning trad. Naausvcitjks was .men iri Raat Jn' zijn gedrag' de minRe venndering te bèfpeurcn. Hij. beyyées zich veelmeer overdreven dienstvaardig jegens mij ec Lorenzo. 'Nogtans~liet mij de volkomens ken nis, welke ik .omtrent zïj.n. hart.verzameld had, eenj gëu dwing of cenige veinzerij bémerken doch minder, veel raiodcrdan ik 'dacht. v Hoe is 'b'mogel^'k, dat hij vrij van ijverzucht blijf ik.boezem eene liefde-in, die eiken mcdeipiansar ge 'ing febat Onder deze oproerige gewaaru-ordinge bezweek zijts hart. Geen uurtje, geeeeminuui genóót ik de oude rust, Mjrn weftanti werd zoo mmcl&od dat ik ..eij-Soiaritio's iw-'edb verfchijnlng hera ter zijde nam en vroeg: Solariaor bemint Gij mij? m Zoo zeer, als Tcaoa mij bemintwas zijn antwoord.Zou ijlen Ach wa&rorn Bewusteloos'; halfdood dsar. Naauweiijks hadden zich mijne gséstfcb een weinig herReld, of ik crue»de a omvang vi->< R.ijnc "ell'.'ird.c, èn wilde' naar beneden ribgen 'in' bet upet. graf der haren'. Te .vergeefs"! 'e"n hiefd rfij vast,',men b.eióaaktcmij. Bijkaan mlën iVerd ifc segjeaptondervraagd, door vrienden van ir.y'n luis aéngef;roken herkend,' en tut mfjhen Vader térug'^- -rugt. 'Oetér Ijsfeiijke 'gebeurtenis vëfflfekfe groot o'pzj;ti te Mantua. Ik. moest reizen, !k'wil ;nu .mljnje -jétg- "digs dolingen afbpeten. Geheel jtfi dejwil'mijns Védys in h'et toeRuatttige de mijne'! Ach! Sol'a'rino! Ecug we2en aan hét welk ik mijn levende yvijdsn -—O til, onzalige R'ukr de wpnde'niet open"! ja gavoa'è, martel ftraf. U zelve, klaag U zeWe san ais zijc bidt 'Gij mij aan riep ik. en drukte hem vol'iiefde ntoorderesWaufom «rge»oeg4«t Gy.U zelvc metff- in mijne armen. Verbaasdheid en veraéntittgdrukte»ZotUa aUttB ftlUe Ware zich ia zijné bewegirg uit -doch (plotfclings Wist -hij' zich te berftehier!gedroeg, zich,, zoo *lsnaar gewoon te', en fluisterde niij toe: Téaha wij zijn niet meet, sliecn wij .kunnen onre geheifnfte gewaarwordingen elkander niét roceï' onssfpied lacdc deelsn, 'Oairuk' EES TURKSCH DIMES. In Bcrider (verbaal't de Heef van Gtfmféiiha.'jfe.'ij o" ing mij en fominige mijner kameradca dt: las: tm op de Tarkfcbe wijss te sten en bedierd te war.ejj.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Algemeene Schiedamsche Courant | 1808 | | pagina 4