4. <^S£3$Z£t'££T.li> 5ïw A: s" m UK- i'L'è'SM EE^B sèütfeöAMSfcHléO V*AiJTi EÖ3LYK3 VSÜÏÏA.L £;N fch.» .....rlgl.» tóh ,1c Hf Ij, S.S.d's'da 'Lt» wc.,hl vw. MENGELINGEN) s," jSi "i.» «»-» »i <«- E L V .1' N G B Bene Gtfth'titmï ">t de dertiende eeuwt- (Per volg.) «5 kwam aan, en fuelde bleeki! verward vliegend haar, ridderend, en met het Woed van hare 5oon bevlektnaar de Regter*. d-e jtót vergader, vrarea.' Voor hunne o>?en haalde zij h-t bloedigi iTjk voor den dag. - DU kind. riep ZU met eenever warde ftem dit Wi. het mijne! ZfinemooMena e' beu ik! Rcgter» dofet Uwen pUgt; ltr*ft mijne mis EV* wreekt dit ongelukkige fc$epfelnJP onnatuurlijke moeder Hij dit fchouwipel deze ter warde rede zagen de RegteH elkander zpgcui.on hewegelijk en rillend aan.- El.-mge ging voert, zich Kin a te klagen, en terwijl zij met zorgvuldig he!S alle onhandigheden die hare misdaad konden weronifohuld gen verzweeg, gtf -sy deo Segter. Lroegdnende Wil«n die hun geenen twijfel meer fverig lietea, Zy riep de ftrengheid oer wetten aan «n den dood, dien z« verdiend had. ri„.« n Ja *x* f 'nun jammer vsrfcheutde flechts nog «eer haar gewend hart. Wet diepe aandoening hoorden bivinge aan -oorigen hair roerend vaarwel aafr. en verfloaden elk wwddat over* de zoo dierosre lippsn foeïdc, die :;cn nu vo»r eeuwig zouden fluiten. Vergeef mij nja vader, fprak zijwanneer ik een bloed hszoe ield heb, dal ik vlekkeloos va» t? ontving! Treurige erolinding dé' hattvsogts! verwerpelijks doeling der ,;ugd! in welken afgrond hebt gij mij geflingcrd. Ik waagde het, U oogehoorzaam te zijn. mij» vader )at was een m isdrijf, waaraan wüb wil deel had. De Hemel heeft mij daarvoor gcltraftdoordien hij myn ■ot eed kinderrr.ojrdfter maakte. Ach! hSd ik deze »roote tuchtiging verwerkt Mo^t eene fchenddaad èen misdrijf ftraffen Moest het bloed der" onfehala net boeten? O mijn zoon! mijn zoon! - °„mÜa "ader! vergeet mgne fmart, myne misdaad, nujoif- fï j>n./)un irow Poni* TtlaJ-EP bC In dat o.genbük trad Elvbgc'» vader m de regts- zaai; toen hij hare clugt ontdekt h»d wa» hij luar zagefneld en fchi'er op de hielen gevolgd. Bij zijne tide viel ziin «rfte blik op dit ijztugvolle too- bewiize-net bloedende luk vsn haren zoon aanb edi eSc haten vader zag fenrikte zij vreeslik; B en bedekte haar gezigt. Hij ven, mijn 01 waardig aandenken. Eene meer uiniJe zuster zal de fteun vtn U\veo ouderdom zijn; noge zij immer wijs en gelukkig leven; zij moge het haren "dierbaren vader doen vergeten, dar ik leetde ongelukkig was en met, fehuld beladen fterven moest Een troostelsoze vader, eene in mnen zwemmende zuster ftortien zich beuftelings in fiare armen met veel •acntheid e.f üj Z ch aan hunne, omarmingen over ea cr TUm Een meisje,{dat gewoon is, im'mrrleeli.'kgtnsami te worden zaï de grocstfte zorgvuldigheid MD b»r$ geestelijke vorming"d>efVeden zij zal trachten ieder een geval lig te zijn, om zieh welwillende i rftïji den tc verwerven ia haar gedrag zal OKU 8ng.vivsl« ligheifi en befcheidenheid vinden wijl zij gcvoe't o dat zij niet ooor haar voorkomen kan verbijster4!" I Zij ZSl goeden deugdzaam zijl), uit vrees, aclftSF gezet^-of we) zelfs veracht te worden; zij zal bi-mis® nen, om bemind te worden. En wanneer dan <ft rijps jaren komen, waarin jeugd cn fchenijheid véwlwiiven zal zij zich over nl tt te ocklagen heboeo en overdjcter.c die flecn.ts ligchaasej ijk fchoon waren door hare gttl* telijke*voorregtco'eere» bcflisten Worrang ha-dirsven. Alsdaa derkt mep niet tnecr daaraan, dat zij 'tè'pk was, hare geedc eigenfchappen hebben hare gedoaute doen vergeten zij zelve herinnert z ch daaraan niet m:ei want haar gevormd gevoel heeft elke fborl an ijdelheid i n haar .hart verflikt, üijis gelusk'gcr, dan diegene die fleebta w fchoon** ia, ten nuiif'.e it zij het vovr langere® tijd- filj ziet alzoowel, welke voorregten de leelijkfieid boven de fchoonheid hcett. Néfchrift. Menigen, die dezen brief lezen zullen veeüigt geloovea, dat ik geest had. of en mi ufe ia den waan ijond 'geest te oezit-endoch men zcu zich daarin zeer bedriegen. Intuvfchen kan ik zoo veel 3>al S-^elk^ fcnouwrPcl>or de oogen een, va- S„,f Eens dacHter te^n tn wilde wanhoop dlc Ïch'zeVe van eene i»ke misdaad befehuldigt. en ten AU Eïvi^gc 9'w wcnd<ic zich weg - in>dcrde hzïtzij wilds vlieden en aortte «nigc ftaöpen bewusteloos teder. Als zij weder tot z.cn aeu C kwambad zij» dat met> haren vader verwnderen taoaf^verliet zzü .wanhö. pin'thart, en vervloek- tr laat zijne onnatuurlijke har.üeid en •van Elvinge's verkliting; zij ze' ze te pevestigen. Wel vermoedden zij het ?raQtlteeB®gLnVal"nImLfclen konden veronifchuldi ch voor -\rA »irre hen f.itkkc nd niet kusfeu co tranco* Thans 'verzekeren 9 mcti acer gclukkigi cd toch over- daar zij List' dat zij welhaast zou fterven, gevoe.de tuigd kan zijn da. men „nch ü^meUjk „och ^s z| ZlCh omtrent -hare on willekeurige misdaad, waar~!teiyke voorregten heeft, waaneer dien fleenrs t^d i> ,:;i. U*»raw m- j- v (Tr»f4f voor.zij zoo ijifelijk zou basten, meer gerust g«teid, hi deze ei^genfehap. hiCW Lrotfte'deel der omftasdlghedendie hare misdaad f„ honue 03°en, als menfehen konden ve d-oh v-aor de wet zekerlijk -tonden zij de daad tul rLtiaardiger.. Hunne tdvijftl.nge» waren fptedig wess'nomen, en ijzing zagen zij den ganfther Zaf=nSdiSng"anahcl' ongeluk van Etricge had zicfi fnel na» alle kantgn verbreid. Ook Almir werd J onderriat, es kon' het met gelooven; fcfikla» aa"foelie®» fidderebd, buiten zien zeiven J „-.langae ''naar ztjne vrouw. Me» voetde haar un kerker ie tourfchijn, om ze tegen over htm te den kerüer t vin,.Utt fcliaone - hg™ v.oo -öelf=gf2 dier bare wezen, gelijk zU thans, door ge t^sknïEineeo misvormd, en haar gelaat door de vüAi g fehuld verbleekt watwerd Al- bewuïtaeid en eene koade rilling vloog dom ónderen. Van zijne verrasGr.g terug ge*«men, ia hit m Elviü'g arme» foellen. Halt! nep t m buiten zier zelve toehalt Dit i« Elvinge I}J hem bm n vriendin, Uwe g=- ï^'uwe^ade'Jet; het ia de moordenares dau en vreesde riet meer dat haat hart voor de aandoe ningen der natuur zou bezwijken. Doch konden wel dc regien der bloed* en der vriend- fel» a p in deze teener gevoelende ziel de niets minder neilige en zoete regten der liefde verdringen Eer hare oogen zich floten zochten zy met onrust nem die haar imme^ zoa dierbaar geweest wasdie het geluk van haar leven zou uitgemaakt hehbeu ea die, volgen» het raadsbefluit van het onverbiddelijke nood, lot, de oorfprong van al h.re .rampen geweest was. Almir verfeheen niet; wat zou zij' van zijne afvve- iiahe'd denken Kon zij wel gelooven dat hij zijne gade in dat oogcnblik zou verlatsn waarin hij haar v«or siloos moest verliezen, miadcn in detoebereid- feien tot haren deod -Elviuge kor» aaa dit denkbeeld gcece plaats in hg*e ziel geve»; zij vroeg naar Al mir; doch alles zweg rondom haar. Be ongeiukliigc verftand' dit zwijgen zeef goed. Almir, voor de wanhoop- bezwijkende, had zich op bet ziek bed gelegd, dat hij fleebta zou verlaten "om de wandeling naar het graf aan te nemen. Met bittcïe fmart getorlde ds gebogene Elvii.ge, dat zij door de begane misdaad, i ee zeer dezelve veelligt ook door de dooling van hare rede vcromfchuldigd koa worden, "alles sngeluk- "*'8 g«ma*kt had, wat haar in de wereld het dUrbaarfte was. Deze btfchonwiog was voor haar vernietigend; naë langer zij aan deze toegaf, des te meer gevoelde zij alle kwaUn van haar hart weder vernieuwen, (Har vtrvo/g *n (lot hitrna liefde. Uwe gade cenc ongelukkige, die den i4n, die on« vereenigdeti, en moEeo ver "O"— 'is; deze eigenfehap, die o n» ware vriendeh verwelft, dost oös al de ©venge vergeten. Postscriptum van iea R*£acfettf, Doch hoe dan wanneer dien een. fcknn voorkome* en tevens ook" eenen gevornsden geert en goed heid van hert bezit? Koor-ik menige fraaije Lezeres uitroepen. Ja, dan zijt Gij zekerlijk dubaeló ea drievoudig gelukkig of bezit ten minlte de midde len, om het te worden. Ook ben ik volkomen over-» tuigd, dat er ld onzen leefajd ondmks de dikwji» beiaiBmcrde-verdorvenheid dei vrouw--lijken g-.flachs. nog genoeg meisjes en vrouwer» /.jja die1 niet bloot fchoon maar ook w goed en vol geest" zijn; ei wanneer ik bo.-cn ftaaaden brief, d'e deze eigti-.i:nap-, pen als niet wel vereenigb a*ry fchijnt te bsfenou- wec hier !s»t afdrukken -zao gefchiedt het flapflt* om dicgeDe mijner Leteresfeo een .roiijk uur te ver- fc-.afï-.n, welke haar fpiegeT' fomWijlcu w fot» iifea" zegt. BR1ËF VAN 'EENE UITSTEKEND LEELTKE VROUW. Mevrouw Andere vróuwen zouden de voordeelen der fel'oonheid roemen, en, ik saaec het bekennen niet* Miinder dan ongelijk hebben. Waiaij, die zeer dSood verdien» neen ,nn0oit mogen ver jleelijk 'ben, aanbelangt^ zoowii ik den 1 f der leeiijk- men gelukkig ian zunzonder een traai te bezitten en dat een lelijk voorkomen tn de noodza kelijkheid brengt, door andere, wezenlijkere voor- regteo teoehigen, hetgeen eene volkomens vergoeding voor de ontbrekende fchoonheid is. ging «J me» Jicm4mij voor eeuwigmetfekande bran K rrafheuvet met vloeken en verwcnfehingen te mimen gr Ai^ir" «sennner U ïtmtaiiètdl mijne armen! Ik hoor.Uwe Sem, miinè'n 'adergefenreeuwwapengekletter ;ikgelo-.f Sta Uw bloéd te zien, gekwetst; mijne .ogen wor S r^ct»rii mtine rede geraakt in verwarring ^Ach* God" God! neen i ik kan nti voleindigen weet het f- ik had duiaend leven» overgegeven Gij weet h kind l Almir! onze'deugd vervoert ons dikwijl» tot misdadige han g poch men moet oaeten voor de mi»- daad" Bij deze woorden veranderde de ftyvc wanhoep «aaa. aij v was. in zichicren weemotd '"reTogen; zy kon Ataira-aan- vniidadftfter aan den Eeuwigen Regter zo» «n -wanneer man h*»r ander» wegen» eene da»d zoo wan voor diegene dte zich van dezelve vi zelve zao verfc'nnkkelijk is aan welke j-nri met vernitïk ongedaan zou g ZenlV-°be'böeö wanneer een onverbiddelijk noodlot het* nkt anders'geboden had. Tfi. vergeefs befteedde W bekUïenswaardige vader al z«n aanz ea, om haar te redden1= vergeefs beproefde haar liefhebbende t Jc alle'iwdielen wegendie zijne'teederhe.d inoaf de Regter. huiverden; doch de w«gebood, Lf 'cioa'dtelde Elvingeen men meest haar jehoor- saain zijn Met tranen lazen zij hsarhetvonnilvaor, ingaat?dl°troost eloosheid van hare fmi liede wanhoop va» cènen ader te fehilderen wiens hinnenftc d;or se doltó der fmart en door geweien» iwisgingen vtrfchcurd ™=rd? Elvn.g= was daarvar getuige, zij zag hunce"hittcte tranen vjoeyen, ei Dat is niet waar ',*z»l men zeggen en des niet te- genftaaride beweer ik, dat een levendige, gevormde geest verre boveaJfde Hgchamelijke fehoonheid tc ler— kiezen is, ch dat dezelve reeds meer hartstogtelitke minnaars heeft gefchapen d»n de geregeldfte fcnoooheid. fk acht die fchoone en,gee»tvolle Engelfche vrouw zeer hoog, wefRe ha*r gezigt onder een masker ver. borgco h»re fchoone taille verrritindeom hatever- oixriggen blootciijk am h*ren geest dankte weten. Ook herinner ik my eenige woorden v*n Luereuus, die vol waarheid zijn: Afeo Aan,ze gt deze Schryver ze et* birn'inxt'nswt/mrJig zynzonder duw ge fchoon te metten wezen,_yOpmerkzaamheid ftnttak zorg- vuliighetd, XindehbhcU, ten natuttrlfke Uvtndtge geest let nen der leelykheii zelve de betooverwg en ie trekken iet Jchocnheid." En deze trekken wroudea nooit. De minnaar, wij ons door dezelve verworven hebben, zoek; geeae verandering. Dat herinnert mij aan eene kleine anec dote die ik U toch wil mede deelen. - Men vertelde een» eenen Perz'ifchen Koning vin de vurige liefde van Megcan lot "Leila; hij was nieuw» gierig om eenen zoo öellendigen minnaar teiien» Het de» voor z ch «tomen, <;o vreeg hem of het zon ware, dat hij zyucr vrouw met eene zoo buitengewone warmte toegedaan was? Meghan antwoordde: om te bcgrij- pec', hoe zeer ik Leila bemin, moet men haar gezien hebben." Êij werd geroepen, en men zag «u dorre, leeliike vrouw! Hoe? riep Us Koning uiidat u llzoo het verwerp van Uwe lurige liefde De ver achtfle flavin van mijn fentu i» duizendmaal fci.ooner dan deze vrouw. w Na wel," antwoordde Migaan, w oordeel, hoe zeer ik basr beminnen moet daar zij tir mijne oogen e,cv zso feheonal» in de Uwe lee lijs is,". ANECDOTES. Men heeft voor cdnigen ttïd van eenen hbnd in Pa ras tebojrd, dien zijn Heet^totkweramcn had afgir.gt, cn die met deze Zijne ku.-st ecu mensch, die op het punt ^«va» van te verdrinken het 1-ven redde. Bij deze gelegenheid is ook de volgends tot dus ver onge drukte anecdote bekend gewurden. Ds voormalige Schilder Doijep van welken een seer goed Geno.eva- beeld is de kerk St Roch voerhanden is had ondet den fcoroemden Hertog vgo Choi'ca)'^'t**'Dpdr»gJ;t ottl den van Boulogoe getchilderden can door den Ujd be* darveuen koepel der" Invalid;', kerk te oerftelieii. Een» gedurende het fchitderen ergst hii z ch gin»,oio ée werkfrg van eene figuur_te befchouwen roj,waan» op de ffellaadje, viel zeer h»og oaar beuedeu, en brak, zeer gelukkiglijk flechts, tens- rib. H;j. werd ia 't Invalidenhui» met veel so-g.-uidigneid opgepast» Gedurende dezen tyd msakte h ken'met eenea Or.öerofflcicr, die eene zeer vcrftaad'ge en vrolijke tecf had. welke d-n armen DoiSen roenii o-aangeüssm uur befpaarde. Eens verdween de teer, kwam ee send vijf of ze» dagen, doch mei een georoken bede ie ug en werd op voorbede Van Doijen door zijne» Vt'onda.ts genezen. Eewgen tijd daarna, zoo lang Dollen nog* in 't hui» wa», kwam de teef insgelijk» eerst ee»e afwezigheid van drie d»gen, en wel met etfr'ea hond terug, die ook het been gebroken had en voor Wica zij zoo lang heen en weêr Uep' co ijenktc, tot dat Doijen bïfloot, den Wondaria te laten nalenen dez u te bewegen dat hij ook deze kuur oa zich na1»; echter waarfchouwde deze, dat dit voor de l&atfte m< 1 ware; want de inainctvoUe feef mogt hem een» vn lijd tot tijd al de verminkte handen van geheel Pan* komen brengeg, Van dezen Doften heeft men ook de-volgende anecdote-: Hij bewerkte een»datdeuKoi» datetï_in Parijs gedurende eenen kouiieo winter Ooct het ai te lang op de wacht ftaan zeer dikwylsde oe.- aer bevroren-, hij bad voor hen den Hert»g vanCroi- feul, doch deze ve klaardeda^fgp hei regiement niet* kon veranderen. Om de zaak len tweedeu male, ech ter zonder oabefcheidenheidJe kur.nen-voo'bfecget> fchilderde hij op eetfe plaat», Waar deze Min'stcr moest .óotbljgaan, eenen'Invaliden met ceu hou en been. dai in de aarde vast gemarkt wassen eenen Tuinman die deze aarde ronduin opwoelde. Ds SiinLter vroeg Doijen, wat dit zou. beauidehDoijenaotw ordde-htcf erntt.g, dat het ocuekkihg had op een ib het invali- deohuie werkelijk plaat» gehad hebbeno gevaldsfnren namelijk eens eenen Schlidw'aeht tneteeu -. anijpen .u-ut gemaakt ieen zo» lïcg onsfgclost gelaten had, tott.t het aeèh'op Ae plaat» wortel ge -aten zich een Tui .1 man ontfermd had, om oenarmsa duivellos temvkru. De Minister Dim deo wenk dumaai beter op, en nss- reglcBsent werd veranderd. KÓNINQSREKEN ING. Als de Koning van onlangs in K. overnachtte, wa» er van honger hand voót een,foupsr g'cïöröil ua. 'ót k euken van het Got geheel óèreid wa» en vervel- gen* is eene nabij gelegene Ireroerg o.tTgerrsgt was. De H'ospe» gaf alzo» a.et», dan eenigs mrinc ier - C

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Algemeene Schiedamsche Courant | 1808 | | pagina 2