Tot slot en sluiting
Politieke Schetsen.
Er kan niet gezegd worden, dat onze
mannetjes in de laatste week voor de
verkiezing stil gezeten hebben. Donder
dag 6 Juni begon de drukte met een
vergadering waar Ds. Bax, hier in Musis,
sprak. Toen waren een 90 man aanwe
zig. Vrijdagavond sprak dezelfde te Vlaar-
dingen in de Romein voor 150 man.
De geest was uitstekend. De collecte
voor 't Verkiezingsfonds bracht zelfs bij
de zeven gulden op en veel brochures
werden verkocht.
Maandagavond debatteerde onze partij
genoot Hermans van Amsterdam met den
heer van Deventer, vrijzinnig-democia-
tisch candidaat. Toen de heer van De
venter hem geantwoord had, maar daarbij
enkele punten had weggelaten en een
onzuivere voorstelling van ons streven
had gegeven vroeg Hermans nog 5 mi
nuten voor repliek, die hem op de meest
vrijzinnige wijze geweigerd werden. In
ons verkiezings-blaadje Arbeiders Op!
vond echter Hermans' protest een plaats.
Dinsdag volgden we den heer van
Deventer naar Vlaardingen. Van der
Most en A. de Wit stonden hem te
woord en slaagden er wonderwel in de
zwakke zijde der vrijzinnig-democraten
bloot te leggen.
De heer ldenburg, die denzelfden avond
ook te Vlaardingen sprak vond daar
behalve onze partijgenooten Adama en
Maas ook zijn tegen-candidaat Helsdingen
tegenover zich. De heer ldenburg maakt
er zich met een paar minder juiste voor
stellingen en enkele phrase'e af. Als
protest daartegen werden Woensdag in
Vlaardingen 3000 circulaires verspreid,
die het door den heer ldenburg gezegde
weerlegden.
Woensdag in Schiedam kwamen van on
ze zijde weer vier personen in debat n.l.
A. de Wit, J. de Wit, G. van der Most,
en Maas. De heer ldenburg toonde hier
ook weer een groote handigheid om met
phrases zich zijn tegenstanders van de
hals te schuiven. J. de Wit had echter
gewezen op de dwaze koppeling van Anti-
Revolutionair en Katholiek, die nooit
duurzaam kon zijn. De heer ldenburg
liet dit punt wijselijk maar rusten. Maas
sneed ditmaal al bij voorbaat vele wegen
tot uitvluchten al Zoo zweeg de heer
I. toen hij hem uitdaagde te bewijzen,
dat 't socialisme is voorstandster van vrije
liefde en dat ze bestrijdt den godsdienst,
twee beweringen door den heer I. te
Vlaardingen geuit. Wel herhaalde hij de
laatste insinuatie evenwel wederom zon
der haar te argumenteeren en een insi
nuatie, die niet geargumenteerd wordt
is laster.
Dienzelfeen avond debatteerden Droo-
gendijk en Mej. van Wamelen te Overschie
met den heer Van Deventer, die nu ook al,
zeker geprikkeld door de hardnekkigheid,
waarmede de sociaal-democraten hem volg
den, onjuiste beweringen ten be te gaf, o. a.
dat Troelstra zou zijn tegen vrouwen-kies
recht. Toen de heer Van Deventer de
woorden van Droogendijk onzuiver weer
gaf werd den laatste door den voorzitter
op hoogst onhebbelijke wijze geweigerd
dit te weerleggen. Dat zijn de vrijzinnige
manieren.
Op den vooravond van de verkiezing
hadden we nog twee vergadeiingen be
legd; een te Schiedam in „Musis" en
een te Vlaardingen in de „Harmonie".
Te Schiedam sprak Helsdingen voor een
stampvolle zaal. Speciaal weerlegde hij
den heer ldenburg, protesteerende tegen
de besnoeiing van het debat. Zijn rede werd
herhaaldelijk luid toegejuicht.
In debat kwam een vrije-socialist, die
weer ging schelden op de A. N. D. B. en
zóó persoonlijk werd, dat een krachtig
protest uit den boezem der vergadering
hem dwong zijn lage insinuatie's en ver
dachtmakingen te staken.
Te Vlaardingen spraken J. de Wit en
Maas. De Wit besprak de koloniale poli
tiek en de onderwijs-quaestie. Zeer dui
delijk liet hij zien hoe onchristelijk steeds
de „heidensche" Indiërs, door de Neder-
landsche christenen waren behandeld, ook
door Dr. Kuyper, die den mond vol heeft
van „zedelijke verplichting" tegenover
den Javaan. Ook de dwaze consequentie's
van het Unie-rapport der anti-revoluti
onairen toonde hij duidelijk aan, ook hier
weer wijzende op de onmogelijkheid van
duurzame samenwerking van Anti-Rev.
en Roomsch-Kath.
Herhaald geestdriftig applaus bewees
instemming bij het publiek.
Maas besprak de sociale politiek, na
eerst de hoop uitgesproken te hebben,
dat de heer ldenburg aan zijn verzoek
voldaan zou hebben, om waar hij zelf ver
hinderd was, te zorgen dat .een zijner
partijgenooten aanwezig zou zijn, om zoo
noodig de beide sprekers te weerleggen.
Met krachtig applaus stemde de verga
dering hiermede in. Spr. gaf een kort
overzicht van de houding der anti-rev.
bij de behandeling der verschillende soci
ale wetten in de 2 e Kamer. Vervolgens
besprak hij de onlangs ingediende wetsont
werpen, als arbeiderspensioenwet, wet op
't Arbeidscontract en de Tuchthuiswet,
en toonde aan welk gevaar daarin voor
de arbeiders schuilt, terwijl alleen de
Sociaal-Democratische Arbeiders-Partij
protesteert tegen dergelijke reactionnaire
maatregelen. Ten slotte wees hij er op,
dat de anti-rev. partij niet de partij der
arbeiders kan zijn, omdat ze kapitalistisch
is, omdat haar leiders den arbeiders het
zwijgen opleggen, door misbruiken van
den godsdienst verdeeldheid zaaien en den
Mammom dienen. Hij wekte de arbeiders
op te stemmen op Helsdingen.
Van de gelegenheid tot debat werd
geen gebruik gemaakt, en toen de voor
zitter er op wees, dat die zwijgt toestemt,
werd hij beantwoord met een donderend
applaus. Meer dan 200 personen waren
aanwezig.
Te Schiedam debatteerde terzelfder tijd
Van der Most met den heer Lohman, die
de candidatuur van den heer v. Limburg
Stirum kwam verdedigen.
Nu is voorloopig onze taak volbracht.
De biljetten zijn in de bus, ze zijn er
nog niet uit. Maar hoe de uitslag ook
zij, wij behoeven ons in geen geval een
verwijt te maken. Er is hard gewerkt en
ook in dit opzicht hebben we alle burger
partijen beschaamd gemaakt. En al lijden
we nu een nederlaag, de vruchten van onze
propaganda in deze dagen zullen niet uit
blijven. En de burgerlijke regeering, die
in de volgende 4 jaren aan 't roer zal
zitten zal scherper gadegeslagen worden.
Dan zullen weer velen de oogen open
gaan, Wij zullen hen blijven opwekken
en steunen. De toekomst is ons, trots alle
tegenstand
En om de arbeiders af te liouden van
hun eigen belang, wordt de godsdienst mis
bruikt. In 1895 erkende Dr. Kuyper zelf,
dat een goed geloovige socialist kon zijn. Isu
zegt hij; „Dat kon toen, thans kan het niet
meer," maar hij verzuimd de gronden bloot
te leggen, waarop deze tegenspraak rust.
Het zou ook te gek zijn dit te bekennen.
Want de eenige grond is, dat thans het
Socialisme gevaarlijker wordt voor de opper
macht van het kapitaal. In 1895 was Dr
Kuyper nog niet bang voor den invloed der
Socialisten, toen kon hij ronduit zeggen, hoe
de zaken stonden.
Nu moet hij langs een omweg weer her
stellen. wat, hij toen, in z'n onsehuid, van
de socialisten voor goed heeft gezegd. Het
is dus speciaal daarom, omdat de kerkelijke
leiders op een valsche manier de hartstochten
hunner volgelingen opwekken, deels uit klasse
gevoel, omdat zij de arbeiders eronder willen
houden, deels omdat zij niet voelen, niet
begrijpen de strijd van het proletariaat, dat
wij de voorkeur geven aan de liberale can-
didaten, van wie althans niet te wachten is,
dat ze den godsdienst tegen ons uitspelen.
Geldrecht en arbeidsrecht Br is mij gevraagd,
hierover nog wat meer te zeggen. Daarom dit artikel.
Geldrecht is het recht van het geld om den baas
te spelen. Iedereen, die dus mee wil doen aan het
baasspelen in cnze tegenwoordige maatschappij, be
proefd zich geld te verschaffen, en ieder, die zijn kin
deren vooruit" wil helpen in de wereld, zoekt voor
hen naar een werkkring, waarin zij veel geld kunnen
verdienen. Het onderwijs is er daarom op aangelegd
om de jongelui op te leiden voor de praktijk, dat wil
zeggen voor het vinden van een zooveel-mogeljjk-
betalend middel van bestaan. „Wat heb ik later aan
dat vak?" met die vraag beoordeelt men de onder-
wijs-programma's. De grootste grief, tegen een onder
wijsinrichting in te brengen, is dezedat ze niet vol
doende klaarmaakt voor de praktijk, d. w. z. dat ze
de jongelui niet in staat stelt, direkt mooie (winst
gevende) betrekkingen te verkrijgen. Het geldrecht
houdt dus in het geheel geen rekening met de zeer
veelzijdige behoeften van de menschen, behoeften die
zich niet louter bepalen tot materiëele dingen. Dat
dit volkomen waar is, kan o. a. blijken uit de voort
durende klachten der kerkelijke machthebbers over
de onophoudelijke vermindering van het godsdienst
gevoel onder de menschen. Natuurlijk: hoe meer vol
komen het geldrecht zal heerschen, hoe meer het
heele leven zich zal moeten richten op het materiëele
geldverdienen, hoe meer het verstand- en gemoeds
leven van den mensch in verdrukking raakt. Het
geldrecht doodt in den tegenwoordigen tijd reeds bii
de kinderen ieder krachtiger leven van verstand en
gemoed, volkomen zelfs van het laatste. En later?