Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad. No. 19 Zaterdag 6 Juli 190! Ie Jaargang. Van onze vroede Vaderen. FEUILLETON. De Herstemming. ABONNEMENTSPRIJS: 13 cent per kwartaal ,nn. bii vooruitbetahnq. franco per post 20 cent I J y Losse nummers 1 cent. Bureau, van Administratie en Redaktie: Noordvest 1^2. ADVERTENTIËN; 5 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Schiedam, 28 Juni 1901. Ik moet beginnen mijn verontschuldigingen aan te bieden aan mijn lezers. Ik heb n.l. de raadzitting vandaag niet persoonlijk bij gewoond, Ik had bet zoo druk met werk voor den „nieuwen" raad, dat ik den „ouden" aan zijn lot moest overlaten. Maar dank zij de goede zorgen van mijn collega's van de Schiedamsche pers ben ik toch in staat een paar kolommen vol te schrijven en, werd ik per regel betaald, zelf nog wel meer. Evenwel behoud ik me 't recht voor, om wanneer het officieel verslag ver schenen is, en ik daartoe aanleiding mocht vinden, op deze zitting terug te komen. Onder de ingekomen stukken was ook een missive van B. en W., een afschrift van hun besluit waarbij zij aan den eervol ontslagen gemeente-timmerman J. van der Schalk een pensioen van f243, 'sjaars toekennen. Toen ik dat las toen ging ik aan 't na denken, een hebbelijkheid, die meer bij me voorkomt »en toen was 't me alsof ik in dien naam één voorletter miste. En. gek als 't gaan kan, toen dacht ik hoe die oude afgewerkte werkman nu wel met z'n 467 centen per week zou moeten rondkomen, nou dat-ie heelemaal afgewerkt was, nou die eens kon gaan 4,genieten van z'n rust." Fn toen dacht ik weer aan die eene voor letter die ik voor dien naam miste en (waar haalt een mensck de onzin vandaan) toen dacht ik aan rijke meneeren, die geen bliksem uitvoeren, maar in d'r eigen equipage rijden, in een groot huis wonen, altijd overvloed om zich heen hebben en - Ach, dat gaat m'n lezers ook niet aan; ik zou over den raad schrijven en zit nu wat te zaniken over arme on over rijke menschen. Dat is door LUCTOR. 'k Stond den avond van den 27en Juni op de Zuidblaak in Rotterdam, te midden der reusachtige menschenmassa, te wachten op den uitslag der her stemming. Soei-, liher- en clericaal, allemaal kenhaar aan de verschillende geluiden, die gemaakt werden bij het bekend worden van den uitslag in een of ander district, stonden erg broederlijk naast elkaar. Werd er een schaduw zichtbaar achter 't anti liberaal stuk bordpapier, verhoogde een hand het kerkelijk getal met eén, dan ging er een machtig gejuich op, dat aanhang vond in alle hoeken. En tussehen 't gegil der kind'ren Gods klonk dóór een scherp, ontwijdend, liberaal gefluit en gesis. Werd omgekeerd 't liberale getal vermeerderd, nou zoo iets heel gewoons en alledaags daar denkt een verstandig mensch niet over. Als je je brood hebt, dan mag je den Heere danken en laat elk mensch 't zijne. Dat is „christelijk". Er moest benoemd worden een controleur op de echtheid van Schiedamsche Jenever. De heer Brillenburg wilde dit maar uitstellen omdat eon adres aanhangig was van den Bond van Distillateurs tot vernietiging van de verordening. Bovendien had zich nog maar één firma opgegeven voor controle, zoodat er werkelijk zoo'n haast niet mee was. De heeren vonden evenwel, dat ze haast moesten maken, vóór misschien de hooge regeering hun dit heerlijk produkt zou komen af kapen. Wat er verder voor of tegen gezegd is kan mijn lezers niet interesseeren. Alleen dit. Des tijds is beweerd, dat de verordening de ge meente nagenoeg niets zou kosten, Nu is even wel al een crediet van f 1000 toegestaan voor de. uitvoering van de verordening, 't Geld groeit de heeren op den rug. Bij de behandeling van de rekening der Gasfabriek over 1900 maakt de heer De Groot de opmerking, dat blijkbaar de commissie zelf niet heel best weet wijs te worden uit de boeking. De- heer Van Westendorp, voorzitter van de commissie voor de Gasfabriek ont kende dit niet, maar zeide, dat hij deze aan merking al een half jaar geleden voorspeld had. Dat schijnt een mooi zoodje te zijn. Wat meer helderheid was hier wel gewenscht. De voorzitter stelde voor de zaak maar te laten rusten, totdat B. en W. het tot een punt van overweging zullen maken. De raad zei ja, en amen. Zoete jongens toch. Daarna komt aan de orde een adres van Dr. de Bruijn e. a., waarbij zij verzoeken, dat de gemeente niet voort zal gaan met de verhooging van de Warande. dan ontstond er liberaal gejuich en clericaal ge fluit, klommen de sociaal-democraten, dan trachtten liberalen en clericalen vereenigd 't stormgejuich te bezweren. En terwijl we daar zoo stonden, schouder aan schouder, dicht opeengepakt, met open mond,rek kende halzen en schitterende oogen, allemaal mee levende den laatsten stuiptrek van den grooten politieken worstelstrijd, terwijl de kerkelijke, libe rale en sociale geuren zich op den zoelen avond vermengden tot een vies-gore menschenlucht, die 't geregeld ademhalen trachtte te belemmeren, werd opeens de gespannen aandacht afgeleid door trap pelende paardenpoten, ratelende wielen en gillende j ongensstemmen. Er werd een bres geschoten in de dichte men schenmassa, die uiteenstoof voor de steigerende paarden, die een van Neêrlandsch groote mannen, nl. den grooten meneer Dirk de Klerk, achter zich sleepten. En meerdere rijtuigen kwamen aanrollen, alle gevuld met overwinnende liberalen, die, nu ze de kiezers hadden laten rijden, ook wel eens een toertje wilden maken. Die vertooning was schoon en heel indrukwek- De heer W. A. Beukers vond aanleiding hierbij eens een boekje open te doen over de wijze van werken bij Publieke Werken. Ik zal daarover 't officieel verslag afwachten, om een oordeel t.e vormen. Ik noteer voor- loopig alleen één zinsnede van den voorzitter: „Het algemeen belang moet voorgaan aan het particulier belang van de ingezetenen." We zullen zoo vrij zijn dat in ons oor te knoopen. De heer Klein wees er met nadruk op, dat hier de kwestie was, dat een ambtenaar eigen machtig handelt in strijd met den wensch van de commissie. Toen werd de Voorzitter weer bang, dat de zaken van de gemeente te algemeen be kend zouden worden en hij vroeg of het nu wel de plaats was om over dergelijke grieven te spreken. Het gaat de burgers immers niets aan of er in de gemeente- regeering onregelmatigheden voorvallen. En dan, een directeur van gemeentewerken is een meneer, en een Wethouder van publieke werken is een nog grootere meneer. Als die meneeren ter sprake komen, en misschien eens over de knie genomen worden, dan gauw de deuren dicht, want dat volk, zie je, en 't prestige, zie je en, nou ja, dat gaat toch niet. De heer De Groot vraagt nog eens ronduit of er inlichtingen worden ingewonnen omtrent de houding van den directeur tegenover de commissie. En toen de Voorzitter? Hij zou de zaak onderzoeken, echter zonder belofte tot het verstrekken van inlichtingen in openbare vergadering Weer een slag in 't gezicht van de gemeente naren. 't Is niet voor 't eerst, dat dergelijke taal in den Raad gehoord wordt. Ook ditmaal is er geen protest van een der raadsleden gehoord. „Wij zullen handelen over u, bij en zonder u." Schande voor den Voorzitter die zulke kend. Maar 't allerindrukwekkendst was toch de persoon van De Klerk. Met 't zoo bekende blomzoete bakkes en 't traditioneele glimlachje, lag de hooggehoede en witgedaste meneer lekkertjes in een hoekje van 't open rijtuig, met een oogenuitdrukking van: „Wat doe je me nou? 'k Zit er weer lekkertjes in, hè!" Zie, 'k heb niet gauw een hekel aan iemand, maar dit arrogante optreden van De Klerk, na zijn houding van de vier vorige jaren, vond ik toch wel een beetje kras en graag had ik de gevulde tronie wat geverfd met het hoopje vuil, dat een der paarden, onbekend met de groote geestesgaven en karakter trekken, die 't beest voorttrok, heel oneerbiediglijk vlak voor den grooten man neer liet vallen. Voor mij sprak er onbewuste minachting uit! Vlak voor 't „Poolsch koffiehuis" werd halt ge houden. Daar zou 't dikbuikig parlementslid den volke toespreken. Met zijn gewone onduidelijke stem sprak onze smid eenige onverstaanbare zinnen; een kort ge juich en de politieke gastvoorstelling met De Klerk als clown was afgeloopen. De uitslag boeide meer,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 1