Och, die publiciteit! Politieke Schetsen. Yeendam gewroken. schrompelde ziel op 'n waarde schat van 2.5 ct. per uur? Wie 't waarlijk meent met de verheffing van den arbeider, hij zal mee de handen aan 't werk slaan, om zulke toestanden op te ruimen. Ieder kan zijn steentje bijdragen. We lezen in Het. Folkdat Zondag j.l. alhier een goed geslaagde openbare vergade ring is gehouden voor arbeiders in de glas industrie. Onze partijgenoot Spiekman van Rotterdam hield een rede, die in goede aarde viel. Vele vakgenooten ook uit Vlaardingen waren aanwezig. Men ziet het een openbare vergadering, door vele glasblazers bijgewoond, en ook, op te maken uit het woordje openbaartoegan kelijk voor anderen, niet-vakgenooten, bene vens de pers. Zijn er niet vakgenooten op deze vergadering geweest? Zoo ja, hoe zijn zij dan in kennis gesteld met deze vergade ring? En de pers? Was het uit geringschat ting, dat deze niet tegenwoordig was? Wei neen, men heeft weer op echt-Schitdamsche wijze gehandeld. Het is nu hier ter stede eenmaal de ge woonte bij velen," de belangrijkste zaken met gesloten deuren te behandelen. Ieder waarlijk vooruitstrevende zal dit. met ons afkeuren, eii ziet, ondanks dit afkeurenswaardige gaat een valtvereeniging als die der glasblazers dit slechte voorbeeld navolgen. We hopen, dat de andere vakvereenigingen in soortgelijke gevallen ons op de hoogte zullen stellen van te beleggen vergaderingen. We zullen dan op onzen post zijn Een ander staaltje van onvoldoende publi citeit moeten wij eveneens aan de vergetelheid ontrukken. Blijkens bericht in een der plaatselijke bladen zal in den loop der maand September een openlucht meeting worden gehouden in het belang der gebroeders Hoogerhuis. Toen wij dit lazen, keken we vreemd op, en vroegen ons al, of wij op de een of andere wijze getoond hadden, het Hogerhuis comité vijandig gezind te zijn? Wij ontvingen n.l. van de zijde van bedoeld comité niet het minste bericht. Waar De Moker meent, tot nu toe trouw de belangen der arbeiders gediend te hebben, meent zij ook, dat zij in gevallen als deze niet voorbij gegaan mag worden. Over den klassenstrijd. I. Klassenstrijd is een stuk maatschappelijke of sociale ge schiedenis. Het is dus verkeerd den politieken strijd, die blijkens het vorige artikel nood zakelijk naast den klassenstrijd moet voor komen en zich daarmee vermengen, als uit gangspunt voor verklaring of beoordeeling van den klassenstrijd te maken. Er zijn men schen die zeggen: „o, ziet slechts de politieke actie der sociaal democraten in hun geschriften, op hun vergaderingen en in het algemeen in de praktijk, hoort en aanschouwt, hoe zij daar steeds den klassenstrijd prediken, en als gij dat alles hebt waargenomen, hebt dan een afkeer van de socialisten en hun leer en hun werk, want zij zijn het die de politiek en de menschen bederven". Diezelfde menschen prijzen dan zichzelf en hun eigen wijsheid en goedheid aan en stellen dan dwase lijk tegenover de vermeende prediking van den klassenstrijd door de socialisten hun tem pering van den klassenstrijd. Dit alles nu is even dwaas als onjuist, want de politieke actie dei socialisten is een onderdeel van den eeuwen ouden strijd om het gezag;, en de klassenstrijd is een stuk sociale geschiedenis, een periode in de geschiedenis der arbeidsverhoudingen waarin vijandschap en belangenstrijd is ge komen tusschen twee groote groepen. De ver klaring van den eenen door den anderen is dus onmogelijk. Ieder moet afzonderlijk worden uitgelegd en in z£m geschiedkundig verband worden verklaard. En komen zooals in onzen tijd politieke en maatschappelijke geschiedenis in eenzelfde bed, dan moet uiteengezet worden, wat daarvan de oorzaak is en welke gevolgen dat samengaan van die beide ontwikkelings- stroomingen heeft De sociaal demokraten pre diken ook geenszins den klassenstrijd maar zij werken met al den ij ver en gloed van kun overtuiging en inzicht, om de menschen zoo spoedig mogelijk te brengen tot de erkenning en verklaring van den aanwezigen klassen strijd, teneinde zoo snel mogelijk aan dien klassenstrijd een einde te kunnen maken, want dat kan eerst indien er een beter inzicht omtrent deze kwestie bestaat. Zij prediken dus niet den klassenstrijd, zij blazen dien niet aan, zij zijn geen haatstokers, integendeel, zij willen een einde maken aan de afgrijselijke ellende van den klas-enstrijd door het aan brengen van kennis en inzicht, zij gaan dus verder dan de politieke partij die den klassen strijd wil temperen, zij willen er een volkomen einde aan maken. En zij zullen dat kunnen en eenmaal ook bewerkstelligen. Dat is een onbetwistbare waarheid. Want alleen zij, die den moed hebben, de werkelijkheid volkomen te aanvaarden zooals zij is, onverschillig of zij beantwoordt aan hun wenschen of mee ningen, zijn in staat zich voor te bereiden op de toestanden en verhoudingen der toe komst. Dit geldt ook voor een politieke partij. Eerst een verklaring van het woord klas senstrijd. Want zelfs dat woord, hoe eenvoudig ook, wordt door een massa menschen verkeerd opgevat en verkeerd gebruikt. In het vorige artikel is de tegenstelling aangewezen tus schen maatschappelijke en politieke geschie denis. Daarbij bleek dat de sociale geschiedenis het verhaal geeft van de verhouding der menschen tot den arbeid. Indien nu in die verhouding iets duivelsch komt, indien de menschen zich allengs gaan verdeelen in twee groote groepen, wier belangen niet meer te vereenigen zijn en die beiden trachten hun eigen belangen te doen o ver heer schen, dan is er klassenstrijd. Dat wil dus niet zeggen, dat de menschen mekaar het le ven niet meer gunnen of als hond en kat vijandig tegenover elkaar staan. Maar dat wil niets anders zeggen dan dit: dat bij de ontwikkeling der arbeidsver houdingen twee elkaar tegenovergestelde be langengroepen zijn ontstaan, die ieder zijn eigen belangen verdedigt zoo goed hij kan. Het is dus een strijd om het recht van bestaan zijner eigen belangen tegenover dat van de tegenovergestelde belangen En hoe verder de sociale geschiedenis de ontwikkeling dier el kaar vijandige belangen brengt, hoe scherper de belangenstrijd aan den dag komt en hoe heviger en vinniger de klassenstrijd wordt, zoodat op den duur deze strijd worden zal een strijd om het recht van den sterkste. Hoe eerder daarom dezen klassenstrijd tot een afdoend einde kan gebracht worden, hoe beter dat is. Wil men dus den klassenstrijd van onze dagen verklaren, dan moet men uitleggen, hoe het komt, dat er een zóó volledige be langenstrijd is ontstaan. En die belangenstrijd is er: de arbeidgever, wil hij de concurrentie mét zijn collega's volhouden, moet den arbeid zoo goedkoop mogelijk betalen en voor het kleinst mogelijke loon zoo lang mogelijk laten werken; de arbeider daarentegen, door de concurrentie gedwongen zijn arbeidskracht en arbeidstijd voor een ongehoord lagen prijs te verkoopen, heeft er belang bij, zijn loon naar boven te drijven en zijn arbeidstijd te ver korten, wil hij ook zelf iets van de vruchten van zijn arbeid plukken. Deze twee belangen groepen nu zijn onvereenigbaar, beslist vijandig aan elkaar en van het begin tot het eind tegenstrijdig. De deelnemers aan deze belangen strijd voeren den klassenstrijd, of zij willen of niet, of zij de waarhnid hiervan ontkennen of niet, of zij als menschlievende philantropen het lot der arbeiders een weinig trachten te verbeteren of niet. Ook hierom klinkt het zoo komiek, als men, dikwijls met de beste be doeling ter wereld, hoort praten van verbroe dering der klassen, tempering van den klassen strijd, enz. Dat doet denken aan iemand, die na een dijkbreuk het rivierwater zou willen beletten door de dijkopening heen het land in te stroomen door het plaatsen van' een hand wijzer met: „verzoeke uitsluitend in de richting van den handwijzer te stroomen." Zoo zeggen de klassenstrijdtemperaars„verzoeke in den belangenstrijd mekaars belangen niet te schaden." De klassenstrijd is er. Het doel der sociaal- demokratie is, daaraan een eind te maken. Hoe deze klassenstrijd is ontstaan, zal ik in het volgende artikel uiteenzetten." J. v. L. Onze oude strijdmakker HelsdiDgen is door de arbeiders in het district Lochem tot ver dediger van hun belangen in het parlement gekozen. Als een keuze genoegen doet, dan is het zeer zeker deze. Het arbeiderselement, tot dezen door Scha per op uitstekende wijze vertegenwoordigd, wordt door de keuze van Willem Helsdingen in hooge mate versterkt. De kiezers in het district Schiedam zijn allen in staat gesteld, ten tijde der algemeene verkiezingen, kennis met hun candidaat Willem Helsdingen te maken, hebben kunnen zien, tot welk een hoogte Helsdingen zich door eigen kracht heeft opgewerkt,, zoodat zij met ons zich in de keuze der Lochemsche arbeiders zullen verheugen. Misschien is het voor de Schie- damsche arbeiders een krachtige aansporing, in het vervolg trouw op post te zijn, wanneer de omstandigheden dit van hen vergen. Want en dit moet ons van het hart -— veel kracht is nog niet door de Schiedamsche arbeiders getoond. Bleven er b.v. verleden week niet ongeveer 200 arbeiders van de stembus weg in district III? En die nog opkwamen, toonden die wel hun belang te begrijpen? Brachten alle opgekomen arbeiders hun stem uit op den candidaat der arbeiders? In geenen deele. Neen, zij stemden voor een groot deel of op den kantonrechter Kloppen burg, of op den bankier Bender? En waarom zouden zij op een dier heeren hun stem uit gebracht hebben? Het zou oos bepaald veel plezier doen, wanneer een of meer van die arbeiders de redenen opgaven, waarom zij zoo, en niet anders gestemd hebben. We zouden een vreemdsoortige redeneering te hooren krijgen. Daarom zullen we er maar niet te hard op aandringen. De plattelandskiezers van Lochem toonden hun belang beter te begrijpen. Zij -zagen in evenals de arbeiders in Weststellingwerf, dat er na de nederlaag te Yeendam veel goed te maken was. Zij hebben zich niet gestoord aan de groote woorden van de liberale heeren maar als ernstige mannen hun plicht gedaan, door hun mede-arbeider Helsdingen als hun vertegenwoordiger te kiezen. Zij verdienen daarmee de hulde van alle arbeiders. Troelstra uit het parlement, Hugenholtz en Helsdingen er in. Zoo verdubbelen we. Misschien worden ook de Schiedamsche arbeiders, die reeds zoo langen tijd alles kalm aangezien hebben, wakker. Dat zij dit ten spoedigste toonen. Anders zal men hen als de Chineezen in Nederland gaan beschouwen. En dit zou ons voor hen spijten. Het licht geheel aan hen zelf, of zij dien naam zullen dragen. Door de oprichting van krachtige vakvereenigingen, waarover wij later meer zullen schrijven, kunnen zij veel goeds uitrichten. Maar dan ook beginnen, met alle lauwheid af te schudden. Niet vrageD, of meneer X of Y er iets van zal zeggen, neen, op eigen kracht gesteund. Dan is de zege het meest nabij. Schiedamsche arbeiders! Spiegelt U aan het voorbeeld, door de Lochemsche arbeiders gegeven en wij zijn er zeker van, dat het u goed zal doen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 2