Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad
No. 30.
Zaterdag 21 September 1901.
Ie Jaargang.
Bericht.
Het ware „Christelijke".
ABB ONNEME NTS PRIJS:
13 cent per kwartaal
j, nA lm vooruitbetahnq.
franco per post 20 cent j J
Losse nummers 1 cent.
BUREAU ran
ADMINISTRATIE en REDAKTIE:
NOORDVEST 12.
ADVERTENTIËN:
5 cent per regel. Bij abonnement be
langrijke korting.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a.s. 's middags 12 uur in bet bezit der Redactie zijn.
Den postabonné's, die nog abonnementsgel
den schuldig zijn, wordt verzocht deze zoo
spoedig mogelijk te zenden. Aan hen, die
hieraan niet voldoen, zullen 1 October a.s.
postkwitanties over 't verschuldigde bedrag,
verhoogd met de incasso-kosten, worden ver
zonden.
De Administrateur.
Dinsdag was een groote dag. De opening
van de zitting der Staten-Generaal.
Daarbij houdt de koningin meestal een
rede, waarin ze mededeelt hoe de stand van
zaken is, en wat ze van plan is te doen.
De „christelijke" bladen zeggen, dat deze
rede, in tegenstelling met vroeger, echt
„christelijk" is. Dat lijkt gek, dat iemand,
die vroeger altijd van die „onchristelijke"
redevoeringen hield, nu ineens zoo „christe
lijk" spreekt.
Toch zoo heel gek niet, als we bedenken,
dat de koningin eenvoudig, net als een ma
chine, napraat wat de eerse-minister, thans
de heer dr. Abraham Kuyper, haar voorzegt.
Inderdaad hebben we hier dan ook te
doen met een stuk werk van den nieuwen
minister, van zijne aller-christelijkste excel
lentie doctor Abraham Kuyper.
In den verkiezingstijd is hoog opgegeven
van 't goede, dat een „christelijk" ministerie,
vooral voor de arbeidersklasse, zou brengen.
Het werd wel niet ronduit gezegd, maar 't
was toch zoo tusschen de regels te lezen,
dat nu 't Paradijs op aarde zou aanbreken.
Toen de verkiezingen afgeloopen waren
begon de „christelijke" pers al dadelijk een
toontje lager te zingen. Men moest de ver
wachting niet te hoog spannen, want de
vorige regeering had de boel zóó bedorven,
dat in den eersten tijd nog geen krachtig
optreden te verwachten was.
Eerlijker zou 't zeker geweest zijn, wanneer
deze beweringen niet nh, maar vóór de ver
kiezingen gekomen waren.
Nu komt de troonrede. Een echt chris
telijk" stuk, schreeuwt de „christelijke" pers.
Maar m'n lieve menschen, als dat nu het
ware „christelijke" is, moest daarvoor dan
in den verkiezingstijd zooveel drukte gemaakt
worden? Want laten we dat staatsstuk nu
eens nader beschouwen.
Over banaliteiten als de mededeelingen
over de verhouding met vreemde mogend
heden en den volkstoestand gaan we heen.
Alleen constateeren we, dat het een brutale
leugen is, te beweren dat de algemeene volks
toestand in velerlei opzichten tot dank stemt.
Dr. Kuyper heeft zelf te vaak bewezen van
't tegendeel goed op de hoogte te zijn.
Maar nu het volgende:
„Intusschen mag niet worden voorbij
gezien, dat, zoo op geestelijk als stoffelijk
gebied, een wijziging van toestanden is
ingetreden, die meer dan tot dusver de
overheid tot het geven van leiding en het
verleenen van steun noodzaakt. Hierbij
behoort zij voort te bouwen op de christe
lijke grondslagen van ons volksleven."
Dat klinkt weer heel anders dan in den
verkiezingstijd. Toen heette het, dat ons volk
ontkerstend was, dat juist die christelijke
grondslagen gelegd moesten worden. Twee
dingen zijn maar mogelijk. Of men bediende
zich van verkiezingsleugentjes, óf van de
kerstening van ons volk zal niet veel komen,
omdat men in de lucht gaat bouwen. Dat
de Zondagswet herzien zal worden lijkt ons
niet speciaal „christelijk". Wij zijn daarvan
niet minder vurige voorstanders.
Maar we lezen verder:
„Zonder de persoonlijke vrijheid te na
te komen, zal op openbaar terrein de speel-
en drankzucht krachtiger moeten worden
beteugeld."
Dat belooft een water-en-melk-regeling, die
zoo zorgvuldig persoonlijke vrijheidjes boven
't gemeen belang stelt. Intusschen, de tappers
en slijters kunnen rustig zijn. Dr. Kuyper
waakt over hen.
„Voor de vrijmaking van het onderwijs,
in zijn onderscheidene vertakkingen, zal
op den ingeslagen weg worden voort-
getreden."
Een voortzetting dus van 't vroeger zoo
verfoeide liberale werk.
De landbouw krijgt een rechtstreeksche
vertegenwoordiging. Daar moeten we af
wachten om te zien wie daarbij 't best zal
varen, de grondeigenaar of de boer.
De vervalsching van voedingsmiddelen en
oneerlijke concurrentie behooren te worden
bestreden. Een goed ding, maar zeker toch
niet speciaal „christelijk".
„Voor de ontwikkeling van de practische
volksopleiding, ook door regeling van het
leerlingstelsel, zal uwe medewerking wor
den ingeroepen."
Hiervan geldt 't zelfde.
Iets verder lezen we:
„Het arbeids-contract vereischt nadere
regeling."
Daarnaar zijn we nieuwsgierig. De vorige
regeering had daarvoor een ontwerp van wet,
dat evenwel juist de arbeiders naar den
kelder geholpen zou hebben.
„De verplichte verzekering door de On
gevallenwet voorgeschreven zal onverwijld
worden uitgevoerd, zoodra de regeling van
het beroep zal zijn tot stand gekomen.
Ook tot de zeevisscherij en den landbouw
zal deze verzekering zijn uit te breiden,
daarnaast wordt de verplichte verzekering
tegen de gevolgen van ziekte, invaliditeit
en ouderdom voorbereid."
Dat is muziek in de ooren der arbeiders.
Alleen jammer dat niet sprake is van op
name van alle zeelieden en van dienstboden
in de Ongevallenwet. Maar we moeten niet
te vroeg juichen Let slechts op 't volgende
„Overmits de toestand van'srjjks schat
kist niet voldoende is, om deze geestelijke
en stoffelijke sociale hervormingen tot stand
te brengen, wordt versterking van 's rijks
inkomsten vereischt, waarvoor allereerst
herziening van het tarief van invoerrechten
in aanmerking komt. Bij deze herziening
zal tevens naar bevordering van den na-
tionalen arbeid te streven zijn. Indien de
minvermogende door deze herziening mocht
gedrukt worden, zal hiermede rekening
worden gehouden bij de bepaling van zijn
bijdrage in de verplichte verzekering."
Daar krijgen de arbeiders een klap.
Invoering van beschermende rechten, dat
wil zeggen, hooger winsten voor de fabri
kanten en duurder leven voor de arbeiders.
En het slot bewijst, dat men niet alleen de
arbeiders indirect aan hun verzekering zal
laten betalen (door invoerrechten), maar ook
direct door een bijdrage in de verplichte
verzekering, wat in gewoon Hollandsch be-
teekent een pensioenbelasting. Is dit soms
een speciaal christelijkemaatregel.
Er is nog meer moois.
De nieuwe legerwetten, die meer geld en
meer jonge mannen eischen, zullen „zonder
vertraging" worden uitgevoerd, en ook de
invoering van snelvuurgeschut kan niet uit
blijven, al zal die aanzienlijke geldelijke
offers vergen
„In de richting van de bevordering van
godsdienstzin en zedelijkheid op de schepen
van oorlog en in de kazernen en kampe
menten zal worden voortgegaan."
Dat klinkt nu wel weer speciaal „christe
lijk", maar is het toch niet. Men zal in
dezelfde (tot nog toe liberale) richting voort
gaan. Dat belooft wat.
De schoone beloften voor onze koloniën
zullen vervuld moeten zijn eer we er iets
aan hebben. Ze zijn ook van vorige ministers
zoo vaak gehoord en het resultaat is nog
zeer gering. We moeten afwachten.
Eigenaardig is echter 't volgende in den
mond van een „christen" als dr. Kuyper:
„De toestand op het noordelijk gedeelte
van Sumatra zal, naai' ik vertrouw, bij
handhaving van het thans gevolgde stelsel,
eerlang tot algeheele pacificatie leiden."
De verdelgingstaktiek, die wij in de En-
DE MOKER