Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad Begrooting 1902. Van onze vroede Vaderen, No, 36 Zaterdag 2 November 1901. Ie Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS 13 cent per kwartaal franco per post 20 cent Losse nummers 1 cent. lij vooruitbetaling. BUREAU van ADMINISTRATIE en REDAKTIE: NOORDVEST 12. ADVERTENTIËN: 5 cent per regel. Bij abonnement be langrijke korting. Stukken voor 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a s. 's middags 12 unr in het bezit der Redactie zijn. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. (Slot.) 't Is werkelijk merkwaardig zooals men bij 't zamenstellen van deze begrooting is te werk gegaan. Ik wil bier en daar een staaltje toonen. Volgnommer 100. Kosten van rechtskundige en andere adviezen wordt begroot op f 250. Onder volgnr. 188 krijgen we weer: Kosten vallende op het voeren van gedingen, t 100, en nr. 189: Kosten van rechtskundig onder zoek betrekkelijk liet instellen van gedingen f 200,—. Dat is te zamen f 550,—die ten eerste heel gevoeglijk saamgevat hadden kunnen worden (want 't is vrijwel driemaal 't zelfde onder een andere naam) en die waarschijnlijk belangrijk lager gesteld kon den worden. In 1900 werd voor de 3 te zamen werkelijk f 5.60 uitgegeven. Onder volgnr. 67 is gebracht de jaarwedde voor den opzichter der plantsoen, die vroeger onder volgnr. 105 stond. Daardoor is 67 f 1000,hooger. Dan zal 105 wel f 1000, minder zijn, zon men denken. Mis, 105 is maar f 350,— minder, want nu worden f 650 er bij gebracht voor plantsoenhekjes. Onder volgnr. 113 (onderhoud van huizen, torens enz.) schittert een post van f 300, voor onderhoud van 't huis op de Lange Haven 65 (bekend als 'thuis met 't bordes) dat de gemeente aankocht zonder te weten waarvoor. Onder volgnr. 196 wordt f 4000,uit getrokken voor de verordening, die de ge meente niets kosten zou n.l. de controle op de jenever. Uit de memorie van antwoord blijkt nog, dat tot nogtoe de gemeente over 't afgeloopen half jaar daarbij een dikke f 850,— schade gehad heeft. Zeer merkwaardig is de post onvoorziene uitgaven; die is, om af te ronden ruim f 6000,hooger dan vorige jaren. Dat is toch gek. Duidelijker kon haast niet blijken, dat men hier niet de inkomsten regelt naai de uitgaven, maar juist omgekeerd. De geheele begrooting wekt dan ook den schijn, dat men juist getracht heeft de uit gaven op te drijven tot het vooraf vastge stelde bedrag der inkomsten. Op zich zelf mag 't reeds vreemd zijn, dat onder 't bestuur van een wethouder van flnantiën, die bekend staat als een beslist tegenstander eener inkomsten-belasting, zulk een belasting zoo hoog opgevoerd wordt, maar bedenkelijk wordt het, wanneer blijkt, dat zoo iets ware te voorkomen geweest. Dan moet er een andere reden zijn. En die kan moeilijk anders gezocht worden dan in een streven om stemming te maken tegen de inkomsten-belasting om straks dien steen des aanstoots overboord te kunnen werpen. In die meening word ik nog versterkt door het volgende uit de memorie van antwoord van B. en W. „Behalve vermindering op enkele arti kelen der begrooting van uitgaven, meenen wij, dat niet bezuiniging op de uitgaven maar versterking van de inkomsten het equivalent voor de verhoogde uitgaven moet zijn. Geenszins zijn wij echter van oordeel, dat die versterking van inkomsten door de directie inkomstenbelasting moet wor den gevonden: in onze toelichting op den betrekkelijken begrootingspost hebben wij daarop reeds gewezende verhooging van gezegden post was alleen het gevohr van de omstandigheid, dat geen der andere posten van inkomsten eene verhooging toeliet. Wij hebben overwogen de verhooging van bestaande belastingen en heffingen als het schoolgeld voor het gymnasium, de opcenten op de personeele belasting, van de precarioheffing, ook maakt bij ons een punt van ernstige overweging uit eene verruiming van het belastinggebied in dien zin, dat, zonder dat de ingezetenen naar hunne draagkracht te zwaar worden be last, toch eene vrij ruime bate in de ge meentekas vloeit. Zoo houden wij in over weging de invoering van eene straatbe lasting, van eene retributie voor het ge bruik van de beurs (beursbelasting). In ieder geval zeggen wij uwe vergader ring toe, dat binnen zeer kortijd aan u ter overweging zal worden aangeboden een voorstel, tot verhooging der inkomsten, hetzij door heffing eener nieuwe, hetzij door verhooging eener bestaande belasting." Daarin wordt al vrij duidelijk aange kondigd, dat men van plan is de inkomsten belasting geleidelijk te vervangen door andere belastingen. Tegen dit streven meen ik ernstig te moeten waarschuwen. Een goede inkomsten belasting is de eenige billijke. Dat de be staande voor velen te zwaar drukt moet niet geweten worden aan het stelsel van heffing naar het inkomen, maar wel aan de fouten, die de bestaande verordening aan kleven en die tot voor korten tijd niet te verbeteren waren, maar sinds de jongste wijziging van de gemeentewet weggenomen kunnen worden. Hierover wellicht later meer. Nog een enkel woord over het afdeelings- verslag en de memorie van antwoord. Met B. en W. zou ik 't betreuren wanneer de concerten in de Plantage zouden vervallen Een andere vraag is of nu juist de tegen woordige inrichting de beste is en of subsi- diëering van een particulier corps niet beter ware, dan dit soldaatje spelen, wat toch over een paar jaar moet ophouden. Met vreugde heb ik gezien, dat de quaestie van den schouw over de ruwketels ter sprake is gekomen. Wel wat lauw is de verklaring van B. en W., dat ze de zaak zullen onder zoeken, zoodat wellicht een voorstel te dier zake van hen te verwachten is. Er was ook gevraagd hoe 't stond met 't adres van den Bond van Nederl. Onder wijzers, dat 2 jaar geleden was ingediend en waarop B. en W. nog altijd advies moet uitbrengen. Die vertraging vond volgens B. en W. zijn oorzaak daarin, dat zij wisten, dat bij de regeering een herziening dei- Rijksbijdragen overwogen werd. Ware't dan niet wellevender geweest eens een mondje open te doen, zelfs al zijn 't maar school meesters B. en W. verwijzen te dier zake naar een nieuwe ontwerp-verordening, die ik nog niet te zien kreeg. Zeer verlangend ben ik van den inhoud kennis te nemen. Bij deze beschouwingen kunnen we 't voorloopig laten. Dinsdag is de groote voorstelling. Daarna meer. 29 Oct. 1901. Door B. en W. is aan den Raad zoo'n reusachtige lijst van te behandelen onder werpen voorgezet, dat zeker wel een zitting of 3, 4 noodig zal zijn om dat alles door te werken. Ik zal dan ook maar dagelijks het behandelde bespreken. Na de goedkeuring der notulen, 't lezen der ingekomen stukken en 't doen van enkele benoemingen, was aan de orde de stemming over 't voorstel van B. en W. over de overname van bet St. Jacobs-Gasthuis. Tegen stemden ditmaal de heeren Gouka, Pinster, Blaisse, Beukers, Gender, Lagerwey, de Groot, Witkamp Jr., P. Jansen, Brillen- burg en Honnerlage Grete. De heer Loopuyt, die de vorige maal tegen stemde, was er nu voor en de heer Lagerwey was van voorstander tot tegenstander geworden De heeren Blaisse en P. Jansen waren de vorige maal niet aanwezig. De gemeente zal dus dat gebouw niet overnemen. Dat is alvast een beetje bezui niging. Toen is bijna 3 kwartier zoek gebracht met een kwestie, die niet zoo belangrijk ge weest zou zijn, wanneer niet een der raads leden zelf bij 't geval betrokken ware ge weest. Door den heer Beukers was nl. een voorstel ingediend, om het voetpad aan de AVarande te laten op het tegenwoordige peil. Het Dagelijksch Bestuur wilde het pad ophoogen en adviseerde tot verwerping van het voorstel-Beukers. DE MOKER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 1