Arbeidersin fabriek en werk plaats, gedenkt de gedwongen stakers! Socialistische Catechismus. deleden zeer gunstig onderscheidt wat betreft de ernst, waarmede hij zijn mandaat vervult. En al moge er waarheid liggen in 't ge zegde, dat in 't, rijk der blinden eenoog koning is, men vergete niet, dat er een behoorlijke dosis energie toe behoort, om in een omge ving als onzen raad, in een stad als Schie dam altijd het spit te moeten afbijten en tegen den stroom oproeien. Na nog eenige voorstellen van B. en W. zonder discussie of stemming te hebben goed gekeurd ging men over tot de Begrooting. De heer Vürtheim leidde de alge- meene beschouwingen in. Iiij hield een speechje om te verklaren, dat als de raad op deze begrooting ging afdingen, dat alleen was, omdat men beslist van plan was een belasting-verhooging te voorkomen. Dat nam niet weg, dat men, waar mogelijk, B. en W. wilde steunen. Hij zeide, dat de leden met genoegen ver nomen hadden, dat B. en W. van plan waren een nieuwe belasting te ontwerpen. Hjj her innerde er aan, dat vele belastingplicktingen op listige wijze de verordening wisten te ontduiken. Bij deze woorden gat de heer Loopuyt, bij wijze van instemming een knipoogje aan z'n buurman. Toevallig was dat de heer B. A. J. Witkampf. Die scheen de opmer king des heeren Vürtheim niet zoo ad rem te vinden. Hij lachte als een boer die kies pijn heeft. De heer De Groot kritiseerde de memo rie van antwoord van B. en W. Die droeg 't kenmerk van spoed en van optimisme. Tel kens zeggen B. en W., dat ze de zaak zullen onderzoeken, dat zij ze overwegen zullen, enz. Dat komt volgens spr. omdat men niet tijdig met 't begrootingswerk aanvangt. Hij hoopt, dat dit beter zal worden. Waar B. en W. den finantieëlen toestand in de toekomst nogal rooskleurig zien, is de beer De Groot van een andere meening. Zal Schiedam werkelijk vooruit gaan, dan zal nog veel van de gemeente-finantiën gevergd wor den. We moeten dus zuinig zijn, ook in kleinigheden. Wat betreft de in uitzicht gestelde nieuwe belasting, spr. is daar niet zoo verrukt over alsB. enW. Was het, dat die de inkomsten belasting zou vervangen, er zou nog eenige reden voor zijn. Maar die belasting zal naast de inkomsten-belasting komen. De belasting druk zal dan toch vermeerderen en dan geeft spr. den voorkeur aan een inkomsten-belas ting. 't Lijkt hem juister de groote inkomsten te belasten, dan voor handel en industrie nieuwe hinderpalen op te werpen. Nog beter lijkt 't hem beide te voorkomen en te trachten de bestaande belasting op 4 a 5% te houden. De heer Honnerlage Grete kreeg 't al benauwd bij 't noemen van 4 a 5%. Hij wou wel beneden 4°/o blijven. De heele burgerij klaagt over de hooge belasting. Waar moet dat heen? Ook de heer L o o p u i t deed een duit in 't zakje en herhaalde wat al 8 voor hem gezegd hadden. Het is toch vreemd mannen als de heeren Honnerlage Grete, Loopuyt en Vürtheim zoo te hooren lamenteeren, nu de belastingen oploopen. Maar zij waren 't toch ook, die steeds medewerkten om gemeentegrond te verkoopen. Hoeveel minder zou de belasting druk niet zijn, als de renten van erfpacht gronden jaarlijks in de gemeentekas vloeiden. Maar men slacht de kip, die gouden eieren lag en klaagt dan als men verarmt. Ik hoop dat 't den heeren een les mag wezen, en dat men beginnen zal geen duim breed grond meer te verkoopen en het gemeentelijk grondbezit zooveel mogelijk uit te breiden. Dat zal zeer zeker een belangrijke bron van inkomsten geven. In antwoord op de aanvallen van de vier heeren begon de voorzitter met een paar moppen, die veel hadden van galgen-humor. Dan beweerde deze spreker, dat een be lasting minder drukte als ze verdeeld was over verschillende punten. Daarom waren B. en W. van plan voor te stellen naast de inkomstenbelasting nog een andere te stellen. Maar dat is toch een soort fatsoen lijke zakkenrollerij. Of men 't nu in den gate heeft of niet, wanueer de belastingpomp op je beurs gezet wordt vliegen de centen er uit. B. en W. wenschen volgens den voorzitter te breken met de methode om de uitvoering van werken zoolang uit te stellen, dat de kosten alleen door een leening gedekt kunnen worden. Bezuinigen vindt hij goed. Maar moet dat nu op al die kleine postjes gevonden worden? Als een werkman, die vroeger f 10 verdiende, er voortaan minder zal krijgen, dan zegt hij tegen z'n vrouwJe moet nu maar met f 8 rondkomen. Dan moeten de kinderen maar wat minder eten en drinken Ik was verbaasd te bemerken dat de heer Versteeg in theorie zoo goed weet, dat elke vermindering van loon voor een arbeider dadelijk beteekentminder eten, minder drin ken, meer ellende In de gemeente-huishouding moet men niet zoo schriel zijn. Een wenk aan B. en W. om wat zuiniger te zijn moet den leden voldoende zijn. Nadat de wethouder Van Westendorp nog eens tegen te groote schrielheid gewaar schuwd had en over en weer nog wat be weerd was, ging men over tot de artikelsge- wijze behandeling. Alles bij elkaar is vandaag al een bedrag van f 13650geschrapt, en nu zijn we pas aan volgnr. 113 der uitgaven. Ik zal al die posten niet noemen. Dan vielen alle lezers vóór de helft in slaap. Discussie had meestal niet plaats. Bij volgnummer 89: Kosten voor verterin gen ten behoeve van het huishoudelijk bestuur, bureau van stemopneming en van commission wilde de heer de Groot f 100 van de f 300 schrappen. Maar de heer v. W e s t e n- d o r p wilde de heele post schrappen. Als er werkelijk bezuinigd moet worden, dan moeten de stemopnemérs thuis hun broodje maar gaan eten. Dat vond bijval, maar geheele schrapping bleek ongewenscht. Er bleef dus f50 staan. De heer de Groot hoopte, dat dit dei- burgerij een voorbeeld mocht zijn, en dat allen wat zouden medewerken. Door balda digheden van de jeugd te voorkomen, door spaarzaamheid met water uit de waterleiding kunnen duizenden bespaard worden. Op post 104Onderhoud van straten, plei nen, wegen en voetpaden werd eventjes f 10900 van de f 30900 geschrapt. Het bleek, dat men niet tevreden was over de wijze van bestrating. De heer de Groot drong er op aan nieuw bestraatte stukken goed te be sproeien, opdat niet alle zand wegwaait. Bij onderhoud van bruggen en overzetveren vroeg de heer Vürtheim of 't niet mogelijk was op de uren van druk verkeer de Koe markt-brug gedurende eenigen tijd gesloten te houden. Voor die opmerking zullen velen hem erkentelijk zijn. De voorzitter zou de vraag overwegen. Zoo brachten we 't vandaag tot hoofdstuk III. Morgen weer. Of we dan klaar komen Zie vervolg 2e blad. TJit het Engelsch van E. Belfort Bax en H. Quelch. Vraag 1. Wat verstaat ge onder socialisme Antivoord. Onder socialisme verstaan wij het maatschappelijk stelsel, welks materieele grondslag de maatschappelijke voortbrenging is voor maatschappelijk gebruikdat wil zeggen, dat de voortbrenging van alle middelen van maatschappelijk bestaan, de levens- benoodigdheden en levensgerLfelijkheden in begrepen, geschiedt door de georganiseerde gemeenschap zelf voor haar eigen gebruik als gemeenschap en voor het eigen gebruik barer leden persoonlijk. Vraag 2. Maar is dan de maatschappij thans niet georganiseerd, en doet zij nu dan niet de voortbrenging van die zaken geschieden voor haar eigen gebruik en voordeel Antwoord. In geen opzicht. Voortbrenging geschiedt heden ten dage alleenlijk in het belang en ten voordeele van de klasse, die de bezitter is van de middelen ter voort brenging, waaronder wij verstaan het land, de mijnen, de fabrieken, de spoorwegen, de kanalen, de schepen, de dokken, de machines, en in het kort alles, waarvan het hoofddoel is voortbrenging in economischen zin, dat is de schepping van zaken voor menschelijk gebruik. Vraag 3. Is het dan niet billijk, dat de middelen van voortbrenging worden gebruikt in het belang van de klasse, die ze bezit? Antwoord. Zeker, zoolang als de klasse eigendom bestaat; wat hetzelfde is als te zeggen: zoolang de klassen bestaan. Daarom wil het socialisme den maatschappelijken eigendom van deze dingen in de plaats stellen van den klasse-eigendom ervan, en dit zou vanzelf ten gevolge hebben de geheele vernietiging der klassen. Vraag 4. Ge spreekt van klassen, maar het zijn toch ongetwijfeld personen aan wie de middelen van voortbrenging behooren? Antwoord. Het is waar dat personen de eigenaars zijn, maar deze personen vormen een klasse, te zamen verbonden door gemeen schappelijke belangen en als zoodanig staande tegenover de rest der maatschappij. Vraag 5. Hoe vormt de eigendom van de middelen van voortbrenging een klasse? Zijn niet de leden van alle klassen in meerdere of mindere mate eigenaars van deze dingen, zooals bijvoorbeeld de werkman die een schop bezit of een weinig geld in de spaarbank heeft, evengoed als de middelklasse-molenaar of de aristocratische grootgrondbezitter Antwoord. Het woord klasse wordt in verschillende beteekenissen gebruikt. Bijvoor beeld, wij spreken van de beroepsklasse, de geestelijke klasse, de militaire klasse, de leegloopers klasse, de ambachtsklasse, de arbeiders klasse, enz...., zoowel als van de hoogere en lagere klassen. Maar dit ver andert niets aan het feit, dat de maatschappij verdeeld is in twee hoofdgroepen van klassen, waarvan de eene groep voor zuiver praktische doeleinden alle materieele middelen van voortbrenging bezit, en de andere groep evenmin iets daarvan in eigendom heeft als er eenige controle over kan uitoefenen. Indien een werkman eenig gereedschap bezit, zooals een spade, een naaimachine en derge lijke, voor zijn eigen persoonlijk gebruik, dan plaatst dit gereedschapsbezit hem niet buiten de arbeidersklasse, daar op den tegenwoordigen trap van industrieele ont wikkeling zulke zaken oneindig klein zijn in vergelijking van de groote middelen van voortbrenging, bij vraag 2 genoemd, zoodat zij in de praktijk niet meetellen. De andere beteekenissen, waarin het woord klasse wordt gebruikt, hebben slechts betrekking op onder- deelen van een van deze beide groote klassen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 3