Levenslol.
Bro u wersgezellen
Een zonderling gastheer.
Steunt de uitgestotenen
te Enschedé
Socialistische Catechismus.
Algemeene Berichten.
Was na de Stemmen-Redacteur een beetje
snuggerder geweest dan hij blijkt te zijn, dan
had hij in Troelstra's rede eerder een be
scherming van geloof en bijbel kunnen vinden
dan het tegendeel. En dan had hij zijn be
schouwing in geen geval vastgeknoopt aan
Troelstra's rede of den titel daarvan, waarmee
hjj toch in ieder geval den indruk maakte,
een aanval op Troelstra te bedoelen. Tot
dien aanval gaf de rede niet het minste recht.
Dien aanval te ondernemen naar aanleiding
van een verkeerd-gestelden titel, is een
groote dwaasheid
Hiermee bastaWij hopen den Stemmen-
Redakteur hiermee op nieuw den dienst be
wezen te hebben van stof voor een stemmen-
artikel, zooals ons kleine stukje in ons nummer
van den 5 April hem in staat stelde een half
stemmen-nummer vol te bazelen. Wat een
kletskousWij zullen onzen lezers natuurlijk
een weergave van dat artikel besparen.
Zij werden geboren, alle vier binnen enkele
jaren. Zij groeiden op te midden van bur
gerlijke weelde. Hun eerste schreden deden
zij over tapijten, hun eersten maaltijd hiel
den zij voor fijn linnen, hun eersten wijn
dronken zij uit geslepen glazen. Hun eerste
lessen kregen zij op de jongeheerenschool,
en de welgemanierdheid was hun dagelijk-
sche kost. Hun jongelingsuitspattingen
waren in wijn en hun overpeinzingen draai
den om genot. Het leven is één feest bij
overvloed van het stoffelijke.
En eindelijk traden zij de wereld in, en
zij waren mannen. Zij kregen ambten en
waardigheden en toen nam zelfs de koningin
nota van hun bestaan. Zij kregen een ko
ninklijke aanstelling als officier bij 'n weer
bare schutterij.
Zij ontdekten het bestaan van een ander
soort menschen, menschen van lager orde,
die geen weelde kenden of gekend hadden,
en zij waren de meesters, zij kommandeerden
die menschen van grover genot. En zij
vonden heel natuurlijk de verdeeling in de
wereld het plebs, dat gekommandeerd wordt,
in massa, door het kleine troepje, dat aan
stellingen krijgt En een nieuwe geest kwam
in hen gevaren, de geest van soldaterij, en
in hen groeide de zucht naar groote daden,
wereldschokkende daden. Maar onbewust
slachtoffer van dezelfde maatschappij, die
hen kommandant maakte, moesten hun daden
noodwendig blijven binnen het raam onzer
samenleving en zij smeten elkander dooi
de ruiten.
De plaatselijke bladen vermeldden
Eenige baldadigen duwden ruiten in.
De politieba, hoe smakeloos.
Het plebs zwijgt en wordt gecommandeerd.
Naar wij vernemen, zal het bestuur dei-
bierbrouwers werklieden-vereeniging „Door
vereeniging verbetering" te Rotterdam hier
ter stede pogingen in het werk stellen, de
bierbrouwers werklieden te organiseeren.
Afdeelingen bestaan te Rotterdam en te
Amsterdam, te Leiden is er een opgericht
enkele weken geleden, terwijl ook in den
Haag een nog jonge afdeeling bestaat. Dat
de naam „Door vereeniging verbetering"
geen ijdele klank is, bewijzen de resultaten,
die de verschillende afdeelingen reeds ver
wierven. De afdeeling den Haag b. v. ver
wierf voor de werklieden reeds 3 maal een
verhooging van het weekloon a 50 ct. binnen
korten tijd dus f 1.50 per week meer. Aan
de brouwerij d' Oranjeboom, waar pl. 70%
der werklieden georganiseerd, is het minimum
loon van f 10.50 gekomen op f 12. Zondags-
en nachtarbeid geeft bovendien een loons-
verhooging van 50% dat is de helft.
Bovendien genoten de werklieden 2 maal
'sjaars een bijslag van f 30. Den werk
lieden hier ter stede zij dit ter overdenking
aanbevolen. DenktZelf moet gjj voor uw
belangen opkomen. Als één man zich dus
aangesloten. Geen onderlinge harrewarderij,
geen vrees of oogendienerij, en gij kunt iets.
De Schiedamsche Courant, die er tegen
woordig alleen meeningen op na houdt in
zijn ingezonden stukken, speelt daarbij een
zeer zonderlinge gastheersrol. Telkens neemt
hij n.l ingezonden stukken op, die direkt of
indirekt het socialisme, de socialisten of De
Moker aanvallen. Het spreekt van zelf, dat
wij op dergeljjke stukken slechts zelden ant
woorden, vooral daar die stukken doorgaans
blijk geven van bitter weinig kennis van de
socialistische denkbeelden en daarom dus
zelden een antwoord waard zijn.
Maar soms gaat de Schiedamsche Courant
toch wel wat te ver met zijn zonderling
gastheerschap. Zooals in zijn nummer van 15
April jl., waarin liefst door een zekeren M.
de uitnoodiging aan ons adres wordt gedaan,
eens te vertellen wat een zuivere coöpera
tieve arbeidersorganisatie is. Die uitnoodiging
had toch direkt bij ons bezorgd moeten
worden? De Schiedamsche Courant neemt ze
evenwel toch op, laat den inzender nog een
zot figuur slaan door zijn verwarring van
gilde en coöperatie, en maakt door de plaat
sing van dat ingezonden stuk nog den indruk,
de mandenmakerscoöperatie een duw te willen
geven.
Laf flauw kleurloos Nieuwsblaadjewat
een dapperheid in ingezonden stukken tegen
over de socialisten! Kom, scheld ons na dit
stukje nu eens flink uit, misschien gelooft
deze en gene dan nog dat er nog een beetje
leven in je zit!
Uit het Engelsch
van E. Belfort Bax en H. Quelch.
Vraag 45. Maar verschilt ten slotte deze
samentrekking van rijkdom en kapitaal, waar
over gij spreekt, zooveel van wat er in
vroeger tijd gebeurde? Is er niet altijd een
ophooping van rijkdom geweest in de handen
van enkele weinigen, op alle trappen der
menschen-maatschappij
Antivoord. Zeker, er is een neiging tot
een dergelijke samentrekking geweest de ge-
heele geschiedenis door, de geschiedenis ge
nomen als beginnende bij den tijd, toen de
beschaving in Egypte en Azië de primitieve
barbaarsche of stammen-maatschappij ver
drong, en genomen tot heden. In het begin
vertoonde deze neiging zich in den vorm
van woeker in zijn meest ruwe gedaante. In
de eerste grieksche democratische staten zijn
er pogingen aangewend om dezen woeker te
onderdrukken, en tot op zekere hoogte werd
hij gematigd, maar het eindgevolg ervan
was, dat het land vóór dien tijd gemeen
schappelijk bezit, in handen kwam van een
betrekkelijk klein aantal rijke families.
Vraag 48. Gij spreekt van primitieve bar
baarsche of stammen-maatschappij, maar in
hoever verschilde de stammen-maatschappij
van de beschaafde?
Antwoord. In het kort bestond hierin het
verschil, dat het grondbeginsel der stammen-
maatschappij maatschappelijke solidariteit en
gemeenschap was, tenminste wat de voor
naamste voorbrengingsmiddelen uit dien tijd
betrof, nl. het land. Wat de stammen-soli-
dariteit betreft, de afzonderlijke mensch was
van geen belang; hjj werd nauwelijks be
schouwd als een afzonderlijk onderdeel van
de gemeenschap waartoe hij behoorde. Per
soonlijke rechten als zoodanig waren onbekend;
want rechten als zoodanig bestonden alleen
tusschen groepen, tusschen de eene familie
groep en de andere, tusschen den eenen stam
en den anderen, of tusschen stammen-bonden
onderling.
Het communisme van deze primitieve maat
schappij sloot natuurlijk het persoonlijk bezit
van gereedschap, wapens of andere voor
werpen voor persoonlijk gebruik niet uit, al
werden deze niet opgenomen in de werkelijke
inrichting van het gemeenschappelijk bezit.
De zeer verspreide verschijning van persoon
lijk bezit in een maatschappij, die gegrond
vest was op primitief communisme, maakte
die maatschappij evenmin individualistisch
als de zeer verspreide verschoning van pha-
lantères (gemeenschappelijke woningen en
arbeidsplaatsen) en soortgelijke communis
tische proefnemingen in een maatschappij,
die gegrondvest is op het individualisme,
die maatscha ppij communistisch of socialistisch
maakt. In beide gevallen moeten wij den
wezenlijken bouw van het behandelde maat
schappelijk: stelsel nagaan en niet zijn toe
vallige afwijkende verschijnselen.
Vraag 49. Hoe weet-ge dat de vroegere
menschenmaatschappij was ingericht zooals
£e. zegt? Waar zijn de bewijzen van dit
primitieve communisme
Antwoord. Een volledig antwoord op deze
vraag zou een heele verhandeling vereischen
er zijn evenwel geschriften over dit onder
werp, die men kan raadplegen. En als waar
schijnlijkheid voor de samenstelling der pri
mitieve maatschappij kunnen voorbeelden
gelden zooals er zijn overgebleven in de
dorpsgemeenschappen in Indië vóór de vesti
ging van het Europeesche gezagin de
Russische „Mir" in zijn oudsten vorm in de
Arabische stammeninrichting en de Javaan-
sche dorpsgemeenschappenfeitelijk kunnen
over heel de wereld heen, overal waar de
oude staminrichtingen der menschenmaat
schappij niet geheel zijn op zij gezet worden
door de beschaving in den een of andereu
vorm, overblijfsels worden aangewezen van
een oorspronkelijk primitief communisme.
Sociaal-Demokratische Arbeiders Partij.
Zondag vergaderde de afdeeling. Het was
juist op denzelfden datum, dat drie jaar ge
leden de afdeeling werd opgericht. Geen
wonder, dat dit feit herdacht werd. Zaten
we toen bij elkaar met een clubje van veer
tien, niet wetende, wat de toekomst ons bren
gen zou, evenmin wetende, of wel ooit het
teere plantje tot een flinken boom zou op
groeien, wij schroomden niet, met dit kleine
getal aan 't werk te gaan. En er was toen
reden om zeer schroomvallig te zijn. We
wisten toch, dat enkele flinke krachten wegens
woonplaatsverandering ons reeds dadelijk
zouden verlaten, maar juist dit feit deed de
overigen zeggen, dat met het vertrek van
enkele leden, de afdeeling niet eveneens
mocht verdwijnen.
Hebben de leden van toenmaals reden,
met dankbaarheid op de verloopen drie jaren
terug te zien Naar de resultaten te oor-
deelen zeer zeker. Het kleine getal leden
is aangegroeid tot een getal, dat door vele
afdeelingen in grooter plaatsen met verba
zing wordt beschouwd, een getal, dat in de
laatste vergadering weder belangrijk ver
meerderde. Werden wij drie jaar geleden
door onze tegenstanders met een schouder-