Sociaal-Deiotraiisclifi Arbeiders Partij,
Openbare Vergadering
ADVERTENTIÊN
De wonderlijke Graankorrel.
Coöperatieve Schiedamsche
Mandenmakerij.
op Donderdag 1 Mei 1902des avonds
te acht uur, in Constantia, Hoogstraat,
hoek Appelmarkt.
ONS MEIFEEST.
Toegang 5 ct. Discussie vrij.
Weekblad
„DE MOKER".
per
regel.
Werklieden
verenigingen
2 ct. per regel.
debat is het moeielijk te redeneeren. Dat wij
den Stemmen-Redactenr een kletskous hoem-
den, dat is kort en duidelijk maar waar.
Wij hadden ook kunnen zeggende geachte
heer redacteur van de Stemmen houdt van
langloopende redenaties over zaken die mét
het eigenlijk te behandelen onderwerp slechts
in zeer verwijderd verband staan," maar dat
is lang, onduidelijk en maar half-waar.
Ziedaar de kwestie. Punt voor punt alle
belachelijkheden in stukken als van de Stem-
men-Eed. aan te wijzen, daar hebben wij
geen ruimte voor en dat verdienen zulke
stukken niet. Red.
Van Leo Tolstoï.
Eenige kinderen vonden eens, al spelend,
een voorwerp zoo groot als een kippenei, met
een gleufje er in, waardoor het veel gelijkenis
met een graankorrel had. Een voorbijganger,
die zag dat zij met dit voorwerp speelden,
kocht het voor vijf kopeken, ging er mede
naar de stad en verkocht het als iets merk
waardigs aan den Czaar.
De Czaar ontbood eenige geleerden en beval
hun te onderzoeken, wat het zijn kon: een
ei of een graankorrel? De geleerden onder
zochten, maar konden er maar niet achter
komen, wat het was.
Het voorwerp bleet buiten op een venster
bank liggen. Een kip kwam aanloopen en
begon er aan te pikken, totdat er een gaatje
in kwam: toen ontdekten allen dat het een
graankorrel was.
De geleerden kwamen bij den Czaar en
vertelden hem, dat het een graankorrel was.
De Czaar was er zeer verwonderd over
en gaf bevel aan de geleerde heeren, om
naar het ontstaan van dien korrel te zoeken.
De geleerden onderzochten en onderzoch
ten zij lazen er boeken over na, maar
vonden niets. Zij kwamen bij den Czaar en
deelden hem mede, dat zij hem op zijn vraag
geen antwoord konden geven.
„Onze boeken laten ons op dit punt in
den steek," zeiden zij„men zal aan oude
moujiks moeten vragen of een van hen weet
of ooit gehoord heeft, wanneer dergelijk graan
gezaaid werd."
De Czaar liet een van de oudste van alle
moujiks zoeken. Men vond een zeer oud
mannetje en bracht hem voor den Czaar.
Hij kon zich nauwelijks op twee krukken
langzaam voortbewegen, zag er geheel ver
schrompeld uit en had geen tanden meer.
De Czaar wees hem de korrel, maar de
grijsaard kon niet goed meer zien, en half
met de oogen, half tastend moest hij de
korrel onderzoeken.
„Kunt ge mij ook zeggen, grootvadertje,
waar deze graankorrel kan gegroeid zijn?
Hebt gij misschien zelf indertijd dit soort
van koren gezaaid, of het ergens gekocht?'
De grijsaard was doof en had de grootste
moeite om te begrijpen wat men van hem
verlangde.
„Neen", zeide hij eindelijk. „Zulk graan
heb ik nooit gezaaid noch geoogst. Het
graan dat ik kocht was even klein als het
tegenwoordigege zult mijn vader moeten
ondervragenmisschien heeft hij gehoord
waar dit soort groeide."
De Czaar liet den vader van den grijsaard
komen. Hij was een oud man met slechts
één kruk. De Czaar toonde hem de korrel.
„Knnt ge mij ook zeggen, oudje, waar
deze graankorrel kan gegroeid zijn? Hebt
gij zelf dit soort misschien op uw velden
gezaaid of ergens gekocht?"
Ofschoon eenigszins hardhoorend, verstond
hij toch beter dan zijn zoon.
„Neen," zeide hij. „Rogge zooals deze heb
ik nooit geoogst en ook niet gekocht. Iu mijn
tijd bestond er nog geen geld. Ieder gebruikte
zijn eigen brood. Kwam de een te kort, dan
verdeelde de ander het zijne... Ik begrijp
niet waar een zoo groote graankorrel gegroeid
kan zijn. Ofschoon het graan in mijn tijd
grooter was dan nu, heb ik het toch van
dien omvang nooit gezien. Van mijn vader
heb ik wel eens gehoord, dat het graan in
zijn tijd grc oter en mooier was dan nu. Hem
zult gij dus moeten ondervragen."
De Czaar liet den grijsaard zoeken. Men
vond hem en bracht hem voor den Czaar.
De oude man kwam zonder krukken, was
nog vlug ter been, had goede oogen en een
scherp gehoor.
De Czaar toonde hem de korrel.
De overgrootvader bekeek de korrel aan
dachtig.
„Het is lang geleden", zeide hij, „dat ik
graan uit den ouden tijd gezien heb."
Hij beet een stukje van de korrel af en
kauwde het.
„Ja, het is hetzelfde," vervolgde hij.
„Zeg mij dan eens, grootvadertje, waar
die korrel gegroeid kan zijn. Hebt gij graan
als dit misschien op uw eigen veld gezaaid
of ergens gekocht?
De man glimlachte
„In mijn tijd," zeide hij, „zou iemand een
zoo groote zonde bedreven hebbenbrood
koopen of verkoopen Men kende zelfs geen
geld. Wij hadden altoos brood genoeg, om
in onze behoeften te voorzien."
„Zeg mij eens, grootvadertje, waar zaaidet
gij dit graan, en waar hadt ge uw velden
„Mijn veld was Gods aarde, en daar waar
ik geploegd had, daar was ook mijn veld,"
antwoordde de oude. Men noemde den grond
niet zijn eigendom alleen wat men er op>
gezaaid had behoorde iemand toe."
„Beantwoord mij nu nog twee vragen",,
hernam de Czaar. „Hoe komt het, dat dit
graan nu nergens meer groeit, en hoe komt
het, dat uw kleinzoon op twee krukken loopt,
uw zoon op één, en gij nog vlug ter been
zijt. Uw oogen zijn goed, gij hebt nog al uw
tanden, en gij spreekt flink en duidelijk
Hoe komt dat alles, grootvadertje?"
En de oude man antwoorde
„Dat komt omdat de menschen opgehouden
hebben te arbeiden, en dat zij liever anderen
voor zich laten werken. Zoo deed men niet
in den ouden tijdtoen leefde men volgens
Gods wetten men vergenoegde zich met het
noodige en benijdde niemand. Volkstr
I. W. P. G. Helsdingen. De Jachtwet
in de Tweede Kamer. Prijs 3 cent.
II. Meigave voor het Nederlandsche Pro
letariaat. Verzen van Dirk Troelstra, waar
onder 7 met eenstemmige muziek. Prijs 10 cent.
Uitgaven van den Brochurenhandel der
S. D. A. P. Amsterdam, de Genestetstraat 16.
In de bus
Neel 1 c.Kr. 1 c.bierhalle 1 c.sla
pende reiziger 2 c.van R. naar S. 3 c.
doorgereden naar VI. 3 c.slapende van VI.
naar zijn 4 c.moeder in S. gebracht 3 c.
T. J. iVa c.
V. d. S. te R. 9 c.Piet van 2 c.Oost-
voorne 3 c.C. 25 c.gevonden 3 c.E. 1 c.
Jan I. l'h c.sabelslepende ruiteningooiers
10Vi c.7i c.V. 10 c.Jopie 10 c.Jantje
10 c.Jaap 5 c.
Van de mandenmakers f 1,45.
F. Dank voor de toezending der gevraagde
nummers.
Aan sommige inzenders. Beschrijft uw
papier slechts aan ééne zijde. Dat voorkomt
veel moeite.
Mr. P. J. TROELSTRA.
- ARBEiDERSJAARBOEKJE 1902 -
AFD. SCHIEDAM.
ARBEIDERSBezoekt allen deze Vergadering. Het
Meifeest is het arbeidersfeest.
Allen op naar deze Vergadering. Constantia moet dit
maal te klein zijn!
W* Bijzondere, zeer voor-
deelige voorwaarden
bij abonnement.
«STVAXOKX
STEEKPENNING.
luK«iiuin«n voor Eosohedé
CORRESPONDENTIE.
Brochurenhandel der S. D. A. P.
De Arbeidersverenigingen
volgens de Encykliek door
De prijs is tot op de helft verlaagd
en bedraagt nu 5 cent.
Verkrijgbaar bij:
J. KOORENGEVEL, Raam.
Ook nog voorhanden:
Prijs 10 cent.
Sociaaldemokratische Liederenbundel.
Prijs 5 cent.
(ex-stakers BREMERKAMP.)
Laat uw huishoudelijk Mandenwerk
door bovengenoemde Mandenmakerij ver
vaardigen. Solide werk. Billijke prijzen.
Orders worden aangenomen Willems
kade 5, schriftelijke orders bovendien
Nieuwstraat 28.
ONDERWERP
act.
Stoomdrukkerij „Vooruitgang", Bin- eurotte 5 Rotterdam.