Schledamsch Sociaaldemocratisch Weekblad
No. 12,
Zaterdag 17 Mei 1902.
2e Jaargang.
De socml-democraat tegenover
de bourgeois-maatschappij
ABONNEMENTSPRIJS:
13 cent per kwartaal Mj v00ruitletaUng
franco per post 20 cent J
Losse nummers 1 cent.
NOORDVEST 12.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel. Bij abonnement be
langrijke korting.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
De sociaaldemokratie richt zich tegen de
kapitalistische inrichting der bourgeois-maat
schappij. Niets werkt grooter onbehagelijk
heid bij haar nit dan de kapitalistische bour-
geoisgeest, die als hoogsten, dikwijls eenigen,
beoordeelingsmaatstaf het geld gebrnikt, en
die als voornaamsten, dikwijls eenigen, ar-
beidsprikkel alweer alleen het geld kent.
Niets werkt een sterker gevoel van walging
en tegenzin in haar op dan de wijze, waarop
de bourgeois-maatschappij de menschen die
werken, verdeeld heeft, in hoog- en laag-
bezoldigden met daarnaast de ermee overeen
komende verdeeling van hoogere en lagere
standen, -met boven allen een kleine groep
van in weelde levende werkeloozen, den hoog
sten stand, en daar beneden een groote groep
van in ellende levende werkeloozen, den
laagsten stand.
Overal, in iederen maatschappelijken rang,
in alle mogelijke en denkbare verhoudingen
en toestanden, loopt de sociaal-democraat aan
tegen dien onteerenden kapitalistische bour-
geoisgeest. Bij iedere materieele ellende, die
hij zelf ondergaat of bijwoont, stuit hij op
het kapitalisme als oorza k. Bij iedere mo-
reele maatschappelijke ellende, die hij onder
vindt, vindt hij als oorzaak steeds weer het
kapitalisme.
Aldns is voor den sociaal-demokraat elk
nienw feit, dat hem de ellendigheid van het
kapitalistische stelsel bewijst, niets meer dan
een nienw toevoegsel tot den langen reeks
van feiten, die vroeger hem dat zelfde bewezen
en vroeger telken male op nieuw zijn bloed
aan het koken brachten. Maar ieder nieuw
zoodanig feit wekt in hem ook de herinnering
op aan al die vroegere feiten, vernieuwt en
vergroot datzelfde gevoel van beleedigd,
gegriefd, gewond te zijn. En daar de maat
schappij niet ophoudt hem onafgebroken zulke
feiten in het gezicht te slingeren, is het de
maatschappij zelve, die in hem dat ondragelijke
gevoel van lijden wekt dat hem maakt tot
een revolutionairen mensch.
Zoo komt de sociaal-demokraat door veel
zich steeds vernieuwend leed tot die eene
groote begeerte van zoo spoedig en zoo af
doend mogelijk de kapitalistische maatschappij
tot in haar fundamenten toe te vernieuwen,
tot dat eene groote verlangen, dat het vul
kanisme der sociaal-demokratie het schijn-
schoone maatschappelijk stelsel van thans
zoo spoedig mogelijk zal doen uiteenbarsten.
Maar tegenover hem staat niet een dood
stelsel, tegenover hem staan de levende ver
tegen WQordigers en handhavers van dat stelsel.
Menschen die van zijn leed en zijn toorn hoe
genaamd niets begrijpen. Die zijn heftigheden
beschouwen als afdwalingen of onbekookt
heden. Die zijn bitterheid beoordeelen als
persoonlijke gekrenktheid. Die zijn harts
tocht, zijn energie, zijn arbeidsvreugde rang
schikken onder het bourgeoishoofd „ambitie."
Menschen bovenal, die nooit den hoon
gevoeld hebben van het maatschappelijk stelsel,
waaraan zij zich onderworpen hebben. Die
geheel ingeleefd zijn in de zoogenaamde
onvermijdelijkheden van de menschen maat
schappij en meenen zeer filosofisch te zijn
met zich daaraan te onderwerpen. Die dik
wijls zelf bevoorrechten zijn in de wereld,
dat wil zeggen minder benadeelden, minder
verdrukten, minder vertrapten, en zich ge
lukkig achten tenminste nog dat te zijn wat
ze zijn. Die nu vreezen, dat een verandering
van toestanden hen van hun bevoorrecht
stoeltje zal afsmijten en zich zelf genoeg
kennen om te begrijpen dat zij te weinig
levenskracht hebben om dan weer op te staan.
Die menschen, die tegenover den sociaal-
demokraat staan, zijn erger dan het stelsel
dat zij vertegenwoordigen. Al de weerzin
wekkendheden van dat stelsel zijn in hen
in geraffineerderen vorm belichaamd. Waar
het stelsel beleedigt en hoont door zijn beulen-
karakter, terg-n zij door de waanzinnige
harteloosheid hunner daden en woorden. Waar
het stelsel de begeerte wekt om de heele
maatschappij tot in haar grondslagen toe te
vernieuwen, dagen 'zulke menschen uit tot
geweld, tot revolutionaire daden.
Zoo staat de sociaal-demokraat tegenover
het stelsel der bourgeois-maatschappij en
tegenover haar vertegenwoordigers.
Is het wonder, dat hij zich losmaakt van
de omgeving, waarin hij moet werken en
leven? dat hij zijn arbeid verricht in zoo
groot mogelijke afzondering?
En is het wonder, dat hij, anderen ont
moetend die zijn en gevoelen zooals hij, zich
zeer nauw verwant voelt aan die anderen?
een verwantschap van medemensch zijn, dat
vreemd is aan het bourgeois-karakter in dien
vorm en in dien omvang
Is het wonder, dat daardoor een groote
kracht van eenheid en ééngevoelen aan de
sociaal-demokratie een zeldzame beteekenis
en een zeer hooge waarde geeft
In de geheele bourgeoismaatschappij is
niet één enkel levensbeginsel te vinden, dat
met dat socialistische levensbeginsel op een
lijn kan worden gesteld.
Tan alles en nog wat.
Nou, ieder weet, wie de Nieuwe Schie-
damsche is. Het is één van de vele kleine
krantjes, die de burgerij, met name de Katho
lieke, speciaal de Schiedamsche. volgens eer
en geweten, naar waarheid voorlichten. En
dat is gemakkelijk genoeg, niet waar? De
Katholieken zeggenWij hebben de waarheid,
de Calvinisten zeggen eveneens: Wij hebben
de waarheid en d'r zijn nog 'n paar honderd
soorten van isten, die ook beweren, dat ze
de waarheid onder de knie houden of met 'r
uit wandelen gaan. Dan hebben ze 't over
den godsdienst, vat je? Maar als je op dat
gebied op zoo'n familiaren voet staat met de
waarheid, en je stapt over naar 'n ander
terrein, dat der staatkunde b.v., dan houdt
de waarheid je bij, natuurlijk. Zoo kan ieder
begrijpen, hoe 't komt, dat de huidige chris
telijke regeering voor eiken waarheidlievende
zoo'n verrukkelijk schouwspel is.
D'r wordt al beweerd, dat de inwoners
van Napels zeggen: „Eerst de Hollandsche
Christelijke regeering zien en dan sterven.''
Ja, de heerlijke opbloei naar den geest
van de Christelijke mannen, die allemaal
wortels hebben geschoten in 'n gemeenschap-
pelijken bodem, den Bijbel, is verrukkelijk
om aan te zien
't Spreekt van zelf, als je zoo voedsel
peurt uit dezelfde kleiaard, en je bent van
huis nit bruine boon b.v., dat je een heerlijken
aanblik van gelijkmatige ontwikkeling op
levert. Dat kun je merken, nu het opgebloeide
Christelijke volk overgoten is met den fris-
schen dauw van wetsontwerpen „tot vast
stelling van een wetboek van militair straf
recht en op de krijgstucht."
De heer Staalman, anti-revol., zegt aan het
adres van zijn mede-Christenen in de regee
ring, o. m.
„Ook tegen de weigering der Regeering
om straf te bedreigen tegen vloeken en gods
lasteringen, teeken ik zeer ernstig protest
aan." En verder
„De Regeering, en met name dit Kabinet,
bedenke wel, dat op haar een groote verant
woordelijkheid rust, wanneer de kinderen
van hen die een goede opvoeding genoten,
waar in huis niet gevloekt en geen liederlijke
taal gebezigd wordt, gedwongen worden in
de kazerne te wonen en daar van den vroegen
morgen tot den laten avond dat vloeken en
Godslasteren moeten aanhoorenen zij hebben
recht van de Regeering te vorderen, dat zij
daartegeü afdoende maatregelen nemen." Van
dezelfde heilige eensgezindheid getuigen de
discussies over de doodstraf. De Christenen
Heemskerk, Lohman. de Ridder, Staalman
en Loef. De een tegen, de ander vóór dood
straf, die mét, 'n ander zónder beperkende
bepalingen, 't Is al hemelsche harmonie.
Nn zijn er groote Christenen en kleine
Christenen, beoordeeld naar geestelijk gewicht.
De kleintjes zitten b.v. aan de Nieuwe Schied.
Die hebben, behalve meerdere goede eigen
schappen ook deze, dat zij hun taak erg ge-
DE MOKER
BVKEAC vkii
ADBIKISTKATIE en REDAKTIE: