Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad
No. 20.
Zaterdag 12 Juli 1902.
2e Jaargang.
De middeleeuwsche gilden.
Gedenkt den steun voor het
Algemeen Kiesrecht
Gemeenteraad.
ABONNEMENTSPRIJS:
lirprp„™t j vooruitbetaling.
Losse nummers 1 cent.
BUREAU Tan
ADMINISTRATIE en REDAKTIE:
NOORDVEST 12.
ADVERTENTIËN:
3 cent per regel. Bij abonnement be-
- langrijke korting.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moettn uiterlijk Woensdag a.s. 'smidcags 12 uur in bet bezit der Redtetie zijr.
VI. (Slot.)
In de 13e eeuw begon overal de strijd om
de macht tusschen de „oude geslachten" en
de krachtig georganiseerde gilden. Dat was
een strijd op leven en dood. De oude ge
slachten riepen doorgaans de hulp der vorsten
sn. Meestentijd wonnen zij aanvankelijk. Maar
dan verbeterden en versterkten de gilden hun
organisatie. En ten slotte bleven zij over
winnaar.- De grootere steden kwamen daartoe
-reeds in de 13e en 11e eeuw, de kleinere
eerst later, bij gemis aan groote kracht.
Wat de gilden daarmee bereikten, was heel
weinig. In plaats van de oude geslachten
kwamen de gildehoofden aan het bestuur. In
•de eene stad verdwenen de oude geslachten
volkomen, in de andere wed de macht tus
schen hen en de gilden verdeeld. Andere
veranderingen bleven uit. Er had een ver
wisseling van personen en machtsgroepen
plaats gehad. Een verwisseling van regeeritigs-
-stelsel, een overgang van aristocratische tot
democratische regeering, bleef uit. In den
3trijd om de politieke macht hadden de gilden
hun klassekarakter verloochend.
De groote fout van de gildenbeweging was
baar kortzichtigheid. Als een verdediging
tegen de grootgrondbezitters (zie art. IV)
vereenigden de ambachtslieden zich tot gilden.
Zij gingen hun rechten tegenover de buiten
wereld formuleeren en kwamen daarbij van
zelf tot een regeling hunner rechten en ver
plichtingen tegenover elkaar. Maar bij den
strijd om de macht tegen de oude geslachten
werd de politieke machtsverdeeling zoozeer
hoofdzaak, werd het veroveren van het gezag
op de heerschende families zoo geheel en al
hoofddoel, dat het oorspronkelijke vereeni-
gingsdoel volkomen verliep en dat zelfs de
oorspronkelijke innerlijke gilderegeling ver
dween.
In de gilden kwamen hier en daar reeds
-op het eind der 18e eeuw, overal in de 14e
eeuw, scheidingen en ongelijkheden. De ge
lijkheid van alle gildegenooten verdweener
ontstond een tegenstelling tusschen de rijke
«en arme leden van het gild. De meesters
hadden geen leerling meer in huis ter op
leiding in het vak maar kregen een aantal
leerlingen in dienst om voor hen te werken.
De rjjkere meesters maakten langzamerhand
allen vakarbeid van hun kleine groepje af
hankelijk. De gezellen waren niet meer wat
zij vroeger waren, konden zelden meer meester
worden. Zij moesten werk zoeken bij meesters,
die hen noodig hadden en die tot gewone
bazen waren ontaard. De meesters lieten
hen soms in hun zaak overgaan.
En toen nu op het einde der 14e eeuw en
in de 15e eeuw de stadshandel verdween en
plaats ging maken voor een districtshandi 1
en ook dezejjdistrictshandel al spoedig zich
over grootere landstreken ging uitbreiden,
werden zelfs de rijke gildemeesters gedwon
gen, eerst voor de districtsmarkt en later
voor de landsmarkt te gaan werken. En zoo
voortToen verdween het laatste gilde-
karakter.
Deze korte geschiedenis der gilden doet
zien, dat de voorstelling, die men dooi gaans
zich ervan maakt, volkomen onjuist is. In
een enkele stad is er een korten tijd een
enkel gild geweest, waarin werkelijk goede
arbeidstoestanden en arbeidsregelingen be
stonden, namelijk in den eersten tjjd van
georganiseerde handwerkers die zich bepaal
den tot de enkele stad van hun vestiging.
Een oogenblik is dat mogelijk geweest. De
economische ontwikkeling van alle landstre
ken, waai gilden vitreu, en de politieke
machtsbegeerte der gilden, en het gemis
aan inzicht bjj de gilden, ontwrichtten
evenwel reeds spoedig overal de gilden.
In hoever de gilden verschilden van de
tegenwoordige vakvereenigingen, en waar
om de terugkeer tot het oude gildewezen
onmogelijk is, zal in een volgend artikel
worden uiteengezet.
Maandag a.s. zal het programma van 31
punten worden afgewerkt. Gelukkig voor
de hersenen van onze vroede mannen, komen
er 'n heele serie benoemingen aan de orde
en tevens 'n hoop rekeningen, die al gemaakt
zijn. Dat spaart heel wat hoofdbrekens voor
de heeren, bij de warmte. Op enkele punten
willen wij de aandacht vestigen.
Punt 12. Voorstel van B. en W. d,d.
19 Juni 1902, no. 39 afd. C tot invoering
van een straatbelasting en punt 15. om
te bepalen, dat het percentage van heffing
der inkomstenbelasting voor het dienstjaar
1902/1903 4.5 zal zijn. Als dit laatste aan
genomen wordt, betaalt de wethouder van
financiën f 0.45 meer per jaar. Zie verder:
belasting-overwegingen.
Het bestuur van het Volkshuis vraagt 'n
subsidie uit de gemeentekas. Dit is de uit
voering van een idéé, indertijd door de
sociaal-democr. leden aan de hand gedaan.
Nu de gemeente-herhalingschool voor meisjes
van 't gebouw der huishoudschool d. i.
't Volkshuis gebruik maakt, heeft 't bestuur
daarin zeker de brug gezien, die in de
gemeentekas voert. We zullen zien, of B. en
W. het voortbestaan van deze instelling even
zoo natuurlijk vinden als de bestnursheeren
zelf. De inrichting kan zich zelf niet staande
houdende heeren obligatiehouders gevoelen
geen roeping, om meer te geven; het nut
in beperkten kring zelf is niet geëvenredigd
aan den rompslomp en den omslag, die rege
ling en bestuur veroorzakenfinanciëel is
't heele zaakje een zinkend wrak. Het bestuur
schreef in 't vierde jaarverslag: „Op dezen
voet doorgaande zouden onze middelen dus
over 5 a 6 jaar uitgeput zijn." We zullen
óók den beheerders van „Constantia" aan
raden, te adresseeren aan den Gemeenteraad.
Wie weet
Splitsing van de 1ste en 2de klasse
der Burgeravondschool voor den Cursus
1902/1903. Let eens op, arbeiders, wat de
heeren besluiten zullenVan de rekening
der gasfabriek en drinkwaterleiding is de
geur al af. De heer Brillenburg heeft zich
de vorige vergadering al laten ontvallen,
dat daarop een tekort is van f 4050.
Waar komt dat van daan Dat zal in de
a.s. zitting wel tot genoegen van 't publiek
worden opgelost, 't Is anders niet erg. Straat
belasting en verhooging van 't percentage
der inkomstenbelasting en we zijn er al weer.
Er is anders nóg 'n uitkomst. We raken
een duren mijnheer kwijt, den directeur dei-
gemeentewerken (f 3500 'sjaars).
Zouden we 't nu niet eens zonder kunnen
probeeren? 't Zou jammer zijn vanwege de
leerzame en toch niet dure proefnemingen
op bruggen, sluizen, havenwerken en kribben,
die noodwendig de aanwezigheid van 'n
directeur schijnen te eischen maar wat 't
zwaarste is, moet 't zwaarste wegen. We
hebben bovendien nog 'n wethouder van
publieke werken voor f 1000.'t Is maar
de vraag Durven de heeren 'n democratisch
vertrouwen stellen in de mannen van de
praktijk, of achten ze zich niet verantwoord
dan achter 'n gestudeerd mensch met wat
diploma's. Op de agenda staat voorloopig
Voorstel van B. en W. tot vaststelling van
een verordening betreffende den directeur
der gemeentewerken. Van dien kant dus geen
ingrijpende maatregelen. En tot slot ver
melden we Stukken betreffende de demping
van de Lange Singelstraatsloot. Dan ruik
je direkt zoo'n vijf-en-twintig jaar ouden
geur van modder en smerigheid. Zou er nu
'n eind gemaakt worden aan dien stank of
zou de discussie weer loopen over de vraag:
Aan wien de schuld?
Het polderbestuur is onschuldig, volgens
den heer v. d. Schalk Jr. Zijn raadslidmaat
schap is nog wat jong. Zou hem al te
verstaan zijn gegeven, dat hij wat boud is
geweest in zijn uitspraak of dat men als
raadslid vooral, niet alles zegt wat men weet.
Laten we het decorum bewaren en dit ook
uitspreiden over de Lange Singelsloot. Dat
zij onaangevochten doorstinke
DE MOKER