Bescherming van de brandkast.
Ned, Comité voor Alg. Kiesrecht,
Zwart Schiedam.
zelf spreken, maar nimmer moet bij de pro
paganda uit het oog worden verloren het
strijdbare van deze coöperatie. Doordringt
ieder van de beginselen, dat is het brood
dat eeuwiglijk voedt. De coöperatie is de
basis, waarop het huis van onze propaganda
voor een gedeelte berust. Dat moet nimmer
uit het oog worden verloren.
Voor ons is het 'n verblijdend verschijnsel
hoe met 'n onbeduidend hoopje geldmiddelen
dit result? it is verkregen. Door en met
menschen, gedreven door de kracht van hun
beginselen, is met het geringst aantal hulp
middelen het grootst mogelijke resultaat
bereikt. Toewijding en de daaruit ontstane
energie zjjn machtige factoren, die tegen
kapitalen opwegen. En als vaste ondergrond
hebben we de zekerheid, dat de leden leden
blijven, en dat de coöperatie „Voorwaarts",
alstaat zij niet in eens in vollen groei en
bloei, niet aan achteruitgang zal onderhevig
zijn.
Propageert voor de arbeiders-coöperatie
„Voorwaarts".
Bij de firma Daniël Visser en Zonen, aan
de Lange Haven, was 't feest de vorige week.
De meesterknecht vierde z'n zestigjarig
jnbilée als dienstbare, 't Gewone verloop.
Groen, vlaggen, hulde, personeel.
In den namiddig zetten de milde gaven
van de patroons de kroon op den herdenkings
dag, zóó verslaggeeft de Schied. Courant.
En zóó ook is de burgerlijke beschouwing
van de zaak. 'n Werkman is 'n gezegend
ding na zestig jaren. Dan wordt z'n grijze
hoofd gekroond met gavenmet gaven van
de patroons. En „dankbaar en ten zeerste
aangedaan" aanvaardt hij die. 'n Werkman
van de oude soort, met de oude inzichten,
vindt hierin niets vernederends en onbillijks.
't Is eenmaal zoo de gewoonte en hoe
meerder de gaven, hoe beter de patroons.
Het jonger geslacht denkt er anders over.
Den ouden werkman komt rust toe, maar
waar is de tijd, dat welverdiende rust den
ouden dag van den arbeider kroont?
Het geslacht van nu begint te gevoelen,
dat eiken arbeider toekomt als 'n recht, wat
hem tot nu toe slechts als gunst ten deel kan
vallen. Ongevallenwet, pensioenverzekering,
dat zijn al 'n paar middelen, die 't gevoel
van onafhankelijkheid wekken, en die voor
komen, dat 'n leven van slavernij gekroond
wordt door 'n daad van slaafschheid.
Onder de geschenken, den jubilaris door
het oudste lid der firma aangeboden, was een
prachtig geillustreerden Statenbijbel
van dr. A. Kuyper. Nu is er 'n vrij bekende
redevoering in den lande, en 't lijkt wel, of
deze liberale firma haar uiterste best heeft
gedaan, die redevoering te illustreeren. Stel
u voor, het welgedane oudste lid der firma,
zwaaiende in zijnszelfs liberale vingers den
statenbijbel van dr. A. Kuyper, geillustreerd
in de richting van den meesterknecht, waar
achter 't werkvolk staat geschaard. Nu, heeft
't niet iets weg van„De brandkast beschemd
met Bijbel" enz.? We kunnen 't ook anders
zeggen. Een tafereeltje in onze moderne
maatschappij, dat ons terug plaatst in de lang
vervlogen tijden van patriarchale verhoudin
gen tusschen arbeiders-gezinsleden en meester
met vrouw, 't Zou kunnen zijn, maar dan zal
de moderne tijd dat zoetige plekje aan de
Lange Haven spoedig nitwisschen.
Verzonden is 'n circulaire met 8 vragen
,er beantwoording, aan de aangesloten ver-
eenigingen. Die vragen hebben betrekking
op „De Nationale betooging voor Algemeen
Kiesrecht" te houden op Zondag 14 September
te Utrecht. Het slot der circulaire luidt aldus
Wij kunnen niet nalaten er nogmaals met
klem bij uw vereeniging op aan te dringen,
mede te werken tot het goed slagen dezer
nationale betooging. Hierdoor kan, neen zal
de regeerende klasse het bewijs geleverd
worden, dat de ontwikkelde arbeider(ster)
niet langer als onmondige in de maat
schappij wil worden behandeld, en zal door
u getoond worden, dat 't u ernst is te streven
naar een kiesrechtregeling, berustende op het
beginsel, dat alle volwassen burgers,
zonder onderscheid van klasse, ge
slacht en gegoedheid, gelijk behoo-
ren te zijn voor de wet.
Als spreeksters en sprekers zullen optreden
F. Mol, B. H. Held, P. J. Troelstra,
K. ter Laan, Mevr. VersluysPoel
man en Mevr. Th. Haver.
In het Zondagsblad van het Volk, van 17
en 24 Augustus, komt een geïllustreerd
artikel voor over „Zwart Schiedam". Wij,
Schiedammers, die zoo gezellig tusschen de
zwarte muren leven, die de meest typische
fabrieksgedeelten van onze stad zoo onge
troffen voorbij en dóór wandelen, wij
vinden in de beschrijving gedeelten, die
bewijzen, hoe getroffen de vreemdeling wordt
door 't aspect der vervallen grootheid, die
afstraalt van zwarte gevels en slecht onder
houden gebouwen. We laten hier enkele
gedeelten volgen.
Ook de Schiedammer zal wellicht, ondanks
z'n gewoonte-sleur van de dingen oppervlakkig
te bezien, het juiste zien en het typische
zeggen waardeeren.
Wat voor 'n diamantbewerker de „Kaapsche
tijd" is, dat is voor een Schiedamschen „ouwe
tijer" de periode toen er nog zoo'n vierhon
derd branderijen waren en de moutwijn ten
gevolge van het heerschen der phyloxera in
de Fransche wijnbergen opliep tot f36. Dat
was een bijzondere prijs, die spoedig weer
daalde tot den gewonen van een gulden of
twintig, maar diezelfde moutwijn geldt nu
7% op beursnoteering.
Nu moet men niet denken, dat de „ouwe
tijers" in die dagen van Olim rijk werden,
't Was een kaapsche tijd voor de branders,
maar de brandersknechts hadden 't alleen
beter omdat ze 't tegenwoordig nog slechter
hebben. Ze liepen toen niet langs de kaai,
zooals nu, ze zagen de branderijen niet ver
vallen en in getal verminderen.er was
werk aan den winkel, maar 'twerd even
slecht betaald en de werktijden waren even
lang.
Uit gegevens, verkregen uit een vrij groot
aantal branderijen, blijkt dat de arbeidsduur
afwisselt van 12 tot 15 uur per dag met
nog al eens overwerk, waarvoor geen cent
extra betaald wordt
's Zondags wordt gewerkt tusschen 2 uur
en 7 uur en van hoogere betaling hiervoor
is geen sprake. Aan verschillende brande
rijen moeten Zondags de brandersknechts
nog eens 's middags opkomen voor het gist-
pakken. Alweer denkt er geen mensch aan,
hun daar iets meer voor te betalen. En de
loonen
Voor den meesterknecht van 12 tot 17
gulden, voor den onderknecht van 11 tot 13,
voor den ketelbaas en de andere knechten
van 8 tot 12, voor gistzifters (oude mannen
of jongens) van 3.50 tot 6 en 7 gulden.
Loonen om van te watertandenStel de ge
middelde arbeidsduur op 14 uur, den Zondag
inbegrepen (schafttijd gaat er niet af, want
het gebeurt onder 't werk), dan geeft dat
een werkweek van 84 uur voor gemiddeld
10 gulden, maakt nog geen 12 centen per uur
Kwijnend Schiedam, heeft niet meer gege
ven toen de Hollancjsche zaak nog bloeide
en de branderijen, die nu staan te vervallen
werden bijgebouwd. Op den moutwijn wordt
verlorende gist moet de zaak drjjvend
houden. Verleden jaar brandde de groote
fabriek „Kraton" af en uit is de zaak. Nie
mand die even denkt de „Kraton" te her
bouwen. Van de arbeiders zijn er die sinds
leegloopen.
Naarmate het hoofdprodukt, de moutwijn,
in waarde verminderde, kreeg het bijprodukt,
de gist, hooger waarde voor den brander.
Ten gerieve van de gistafnemers, de bakkers,
wordt alles gedaan en gehekst, al kost het
den arbeiders nachtwerk, Zondagswerk zonder
eind. De gistbazen, aangesteld door het gist-
syndikaat, zijn zonder genade om hun klanten
te bedienen zooals zij meenen dat 't goed is.
De gistbazen zijn geen vaklieden en over
drijven in hun onkunde. Maar wat komt het
er op aan, één arbeider die 't vertikken zou,
heeft honderd plaatsvervangers.
Gist is een produkt, dat zeer omzichtig
moet behandeld worden en altijd versch ge
leverd. Om deze reden worden de zendingen
zoo geregeld, dat de verstgelegen plaatsen
het eerst gaan, 's morgens in de vroegte al.
Dichterbij gelegen plaatsen kunnen later
bediend worden. Door deze omstandigheid
wordt de brandersknecht de slaaf van den
bakker. En wanneer men weet hoezeer de
bakker al een slaaf van z'n publiek is, kan
men begrijpen wat het zeggen wil een slaaf
van dezen broodslaaf te zijn.
Betere regeling van het bakkersbedrijf,
afschaffing van den nachtarbeid, zou betee-
kenen de mogelijkheid van een beter leven
voor den brandersknecht, 't Is nergens noo-
dig voor dat een bakker 's avonds als iedereen
slapen gaat z'n werk begint en 's morgens
eerst klaar is als 'n ander z'n dag ingaat;
't- is ook nergens voor noodig dat de bran
dersknecht om twaalf uur, een uur, twee uur
uit z'n bed wordt geklopt om z'n dagtaak
te aanvaarden. De zucht naar een versch
broodje treft den gistenmaker zoowel als den
broodbereider.
Kwijnend Schiedam, dat is dejeneverstad.
Kwijnend Schiedam, dat is het zwarte rook-
nest met z'n molens en z'n schoorsteenen en
z'n stiemwalm, dat men aan ziet dreigen
wanneer men per spoor van Delft nadert.
Kwijnend Schiedam dat is het Schiedam,
waartegen de leusSluit Schiedamis aan
geheven.
Kwijnend Schiedam wordt bestuurd door
kruideniers. Men heeft nooit anders gekend
als bron van welvaart dan de jenever, de
gist en de spoeling, waarmee 't vee gemest
wordt en men kan zich niet anders droomen
dan een bloeiend Schiedam weêr door den
jenever, de gist en de spoeling. Een ge
meentelijk waarborgmerk beschermt het pro
dukt dat den naam van Schiedam tot 'n
vloek gemaakt heeft.
Men kon eens wat wijder kijken. Er be
gint zich een glasindustrie te ontwikkelen,
die eerst leefde van de productie voor de
jeneverstokerij, maar nu andere afzetmarkten
gezocht heeft en schijnt te hebben gevonden.
De nabijheid van Rotterdam maakt Schiedam
tot een zeer gunstige plaats voor nieuwe
industrieën. Schiedam behoeft geen drank-
stad te zijn en behoeft niet te kwijnen.
Drankbestrijders (over den strijd tegen
drank-Schiedam in een derde artikel) vinden
in de arbeiders der branderijen geen mede
standers maar tegenstanders. Zij ontmoeten
doorgaans een weinig welwillend debat. Dit
kleine inzicht moet uit de arbeiders van
SchiedamOok voor hen geldt het, dat met
nuchtere hoofden't best te denken is. Wie
drank maakt, behoeft daarom geen drinker
te zijn.
De Schiedamsche afdeeling van onze partij
heeft veel werk en mooi werk. Ze staat er
pootig voor. Goed succes, kameraden.
De Kieker.