Brandersknechts. Op hoop van zegen. Alg. Berichten. kiesr. o.a.) enz. enz. Zij hebben de arbeiders beweging in de dagen, toen de liberalen op hun lauweren gingen rusten, een hinken stoot gegeven Wel verplicht, meneer, zoo, zoo, hebben ze, stoot, zegt u? Ja, ja, 'tis je watEnfin, d'r is nog wel iets goeds aan de sociaal-democraten in H algemeen, maar hier in Schiedam, 'n beroerd zoodje. Zóó zegt meneer óók nog van de Schiedamsche partijdaarin bevinden zich elementen, die nog een beetje onhandelbaarder zijn, zich ten minste mder met „would-be principiën- reiterei ophouden dan de besten hunner voor mannen, als b.v. P. L. Tak. Alles wordt bespot en verguisd in de Mo ker, en de heer De Grooten wij schel den, en verwaandheid, alles wordt neerge sabeld als een Don Quichot houden wij huis. Erg, hè, maar Don Quichot deed toch geen kwaad Pikant geschrijf, niet ontwikkelend. Weg," Moker We hebben de heele week 'u beroerden last gehad van twee pukkies. Ze zaten voor ons redactie-bureau, broederlijk naast elkaar. Ze staarden met hun bolle oogen naar de ramen en huilden, huilden o, zoo broe derlijk. Tusschenbeide keken ze elkaar aan met bolle oogjes, en dan liepen de traantjes tusschen de rimpeltjes daaronder. Ze waren op hun staartje getrapt en zoo zaten ze nu, met het mishandelde staartje recht achter zich op de steenen. Het waren twee vrijzinnig demokraatjes. Oei, oei, oei,Och, Pukkie, 't is nog hetzelfde als in den tijd van Mozes, toen hij op de steenen tafelen z'n wetten schreef, 'n Mooi ideaal prediken, maar er naar doen Daar boven zitten nu Schiedamsche profeten, maar is het nou profeten-werk, 'n vrijzinnig pukkie op z'n staartje te trappen Pukkie en Fukkie samen. Ze hebben er de Moker opgezet oei, oei, oei,ze bespotten en verguizen oei, oei,ons sieraad. Wij zijn vleesch noch visch, we zijn toch twee bekwame pukkies oei, oei. Fukkie alleen (lofgehuil)En jij heb zoo'n mooie coöperatie opgezetoei, oei,ieder pukkie rechtens z'n geboorte kan er 'n kluifie uit krijgen met een velletje meer als ge woonlijk Pukkie en Fukkie samen. En nu maar verdachtmakingen en onbewezen beschuldi gingen oei, oei, nu voelen we weer onze staartjes En wij keuren af, in sterke mate keuren wij af, maaroei, oei, onze staartjes En de haan van de S. D. A. P. moet koning kraaien en dan komen onze staartjes in de klemoei. Maar de ware demo cratie wordt hier niet gediendoei, oei Meneer B. zegt„Zij (soc.-dem.) beweren wel, dat de godsdienst een privaatzaak is, en dat de partij zich daarmee niet te be moeien heeft, nochtans vindt de Moker goed, week op week af te geven op dominee's en pastoors." Meneer B. is vrijzinnig en waarschijnlijk kritisch, want hij is in goed gezelschap. 't Is evenwel zonderling, dat zoo'n politi- kus uit de hoogere rijschool met zulke afge zaagde argumenten komt aandragen. Stel nu dat meneer B. commies bij de posterijen is en dat hij zich bemoeit met de zaken van de arbeiders. Nu tikt de Moker hem op de vingers moet die man nu roepen: „De Moker doet een aanval op de Konink lijke Nederlandsche Posterij Dat is toch al te mal. Van zoo'n kracht nu is zijn ar gument van die dominee's en pastoors. We hopen dat dit voorbeeld duidelijk ge noeg spreekt voor 'n vrijzinnig verstand, anders zullen we duidelijker zijn. Nu nog 'n slot a la de Groot. Dat is natuurlijk geen schelden. Wie nu de schrijver is? We kennen geen T. H. J. B. maar wel 'n zekeren Teunis Hermanus Johannes Belonje, commies bij de Posterijen, no. 1 op de leden lijst coöperatie-de Groot, wiens naamhoofd- letters wonderveel lijken op T. H. J. B. Welnu, deze man is eenige maanden in Schie dam, en het zou van verregaande vrijzinnige brutaliteit getuigen, als zoo'n man zoo'n oordeel durfde uit te spreken over de arbei dersbeweging in Schiedam. Natuurlijk zullen de arbeiders daariii trouwens zelf wel oor- deelen. Om te eindigen als M. C. M. de Groot Is de onderstelling onjuist, hij spreke en we zullen het hier vermelden. 't Begint zoo zachtjes aan te leven, niet aan één, maar aan beide kanten. De patroons beginnen ook klarigheid te maken. Zoo hier en daar komen verbeteringen, verbeteringen die er op wijzen, dat er wat meer notitie genomen wordt van de slavende zwoegers dan tot nu toe. Of dat aan de vereen!ging moet werden toegeschreven Aan de mannen uit het vak zelf het antwoord op die vraag. Het spreekt van zelf, dat de vereeniging zal gaan groeien, dat het ledental grooter zal gaan worden. Ondanks tegenwerking, geheime en openlijke, gaat het vooruit Geluk kig, de mensch'en worden zich bewust, zij gaan het weten en inzien, dat zij zelf, en niemand anders de verbetering van hun lot in handen hebben. Nu zij zich hebben opgemaakt in gr ooien getale, vast besloten eensgezind te zijn, om dat dit voor de behartiging hunner belangen noodig is, nu kunnen zij de uitwerking van hun vastberadenheid bespeuren. Toont, dat gij mannen zijt, en men zal u als mannen behandelen, die waarheid geldt ook hier. Onder de verbeteringen die in de eerste plaats behooren vermeld te worden, is de afschaffing van den nachtarbeid in de bran derij van den heer M. v. d. Vlies, aan de Korte Haven alhier, er ééntje. Er wordt nu gewerkt van 6 tot 6, terwijl om den an deren dag twee man hun middagmaal thuis- kunnen gaan gebruiken. Naar wij vernemen, zijn over 't algemeen de meesterknechts het minst te spreken over dergelijke maatregel. In een volgend artikel zullen wij in 't al gemeen uiteenzetten, hoe dat komt, en tevens behouden wij ons voor, die meester knechts, welke uit eigenbelang of gemak zucht de brandersknechts treiteren, met name bekend te maken. De patroons, vertrouwende dat de meesterknechts, omdat zij arbeiders zijn, het hun mannen zoo gemakkelijk moge lijk zullen maken, kunnen dan meteen weten dat dit wel eens te wenschen overlaat. Nog om een andere reden is de afschaffing van den nachtarbeid in genoemde branderij een heugelijk verschijnsel. Daarmee wordt de mogelijkheid ervan bewezen. Wanneer de blanke gist niet wordt gesteld boven de zwoegende arbeiders, zien we aldra de maat regel voor geheel Schiedam ingevoerd. En steeds kan de Bond van Branders- en Dis- stillateursknechts er op wijzen, dat die toe stand in de onmiddellijke nabijheid beslaat. Van andere zijden komen berichten, dat het materiaal voltallig wordt gemaakt, dat nauwkeuriger door patroons wordt toegezien op den Zondagsarbeid, enz. Een droevig staaltje werd ons gemeld van een branderij in de Konijnenbuurt, wat betreft de Zondagsarbeid. De meesterknecht drijft de welwillendheid zóó ver, dat hij zelfs op treedt als timmerman en metselaar, en liefst des Zondagsmorgens, terwijl hij dan de menschen houA, or. herrt behulpzaam te zijn, tot 's morgens half twaalf of twaalf uren. 'n Ander staaltje ontvingen wij uit de branderij van den heer J. Ris, dat misschien de volgende week bij het artikel over de meesterknechts van dienst kan zijn. Alles en alles te samen genomen, kunnen wij constateeren, dat de invloed van de vereeniging langzamerhand merkbaar begint te worden, dat misstanden aan het licht komen, dat de arbeiders daarvoor zelf oog en oor krijgen, dat er gebroken wordt met den sleur, en dat al minder dikwijls gehoord wordthet helpt toch niets. Brandersknechts, allen er in! Uw lot ligt in uw eigen hand! De firma IJzermans heeft het de equipage van Vlaardingen 26 willen inpeperen, dat ze het vertikte. Het is de gewoonte, dat de bemanning, die van elders komt, gedurende het lossen en laden aan boord slaapt en ge kookt eten krijgt, terwijl de Vlaardingers natuurlijk thuis slapen en eten. Nadat de heer IJzermans besloten had het schip „af te snijden" heeft de bemanning van elders het met een paar kaken en met wat bier uit het vat moeten doendat was vanaf Dinsdag 14 October. Donderdag 16 October was het schip schoongemaakt en werd het naar de plaats gesleept, waar het zou overwinteren bij het Hof. De matrozen hebben den nacht daarop op straat mogen doorbrengeneerst Vrijdag 17 October behaagde het Zijne Hoog- edelgestrengel) de matrozen uit te betalen, zoodat ze naar huis konden gaan. Wat was de heer IJzermans kwaad, dat „De Moker" het geval publiek gemaakt heeft. Hij zou het er niet bij laten zitten. Er was niets van aan van die fooi van f 25. Wat geen bewijs meer behoeft, is de hoofdzaak, n.l. dat het schip niet meer zeewaardig is, anders zou het nu niet „afgesneden" zijn. Toen het schip weggesleept werd, hoorde ik nog zeggen„een drijvende doodkist." De firma IJzermans heeft er meer zoo in de vaart, die al niet veel beter zijn. Op de sigarenfabriek van Louis L. van Emden hebben twee personen het werk ge staakt wegens loonsverlaging. Nu staan er vier werklieden op straat. De volgende week nader bericht. In den laatsten tijd is er nog al eens wat voorgevallen over loon op die fabriek. De volgende week 'n uitvoerig verslag hierover. De heer Van Emden is vrijzinnig-democraat. Zou er in die richting niets te doen zijn voor zijn eminente, Schiedamsche partij- genooten? Ze kunnen er zeker van zijn, dat zij een dadelijke verbetering tot stand brengen. Wij ontvangen van een Pol. Stud, een bericht, dat hij bedankt voor De Moker. Het luidt als volgt: „Mijzelve nog rekenende tot het denkend deel der arbeiders, wensch ik naar aanleiding van uw laatste nummer, dat mij toevallig in handen kwam, niet langer als abonné beschouwd te worden." Wat te denken van zoo'n denkend mensch, die toevallig een nummer in handen krijgt van een blad, waarop hij geabonneerd is 1) De heer IJzermans was vroeger wethouder en maakte deel uit van de Christelijke meerderheid in het College" van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. God beware me voor zulke Christenen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1902 | | pagina 3