Binnenlandsch Overzicht.
Van week tot week.
een of ander geval de arbeiders gelijk hebben
patroon nietStel je 't eens voorJe
het niet Ik oók nietMaar dat is niet
de schuld van onzen eersten Minister, 't Is onze eigen
schuld 't Is wonderlijk hoe die soort van menschen
andei:- gaan redeneeren als ze zien dat die arbeiders
niet tiheer bang behoeven te zijn voor hun gropte broer,
als d/ie arbeiders door hun organisatie wat in de melk
brokkelen.
s dat geen mooi voorbeeld om te doen zien wat
ike organisatie van arbeiders vermag Zoo'n minister
zoo'n burgemeester, daar heb je nog eens wat aan.
die soort kunnen wij ook krijgen, als wij maar eerst
rk genoeg zijn en ons parlement bezetten met
reis die er een ander geloof op na houden dan dat
v er ld door onze lieven Heer geschapen is voor de
et witte vesten en dikke buiken alleen.
Kom aan, jongens! Organiseert! Weest wakker!
hat je stemmen hooren! In je vak-organisatie! En bij
en stembus vooral
Over 't geheel is het Nederlandsche Vakvereenigings-
wezen nog niet sterk ontwikkeld en wacht ons nog veel
harde en soms ondankbare arbeid eer we zoover zijn,
dat iedere werkman 't groote belang gevoelt lid te zijn
van zijn eigen, onafhankelijke vakvereeniging. Toch
moet 't dien weg uit, en ook „De Moker" zal aan de
akorganisatie hier te lande onverpoosd zijn aandacht
wijden, overtuigd, dat hij door de echte ijzervreters in
de vakbeweging krachtig in zijn streven zal worden
gesteund. De vakorganisatie, de kweekplaats van het
gemeenschapsgevoel onder het proletariaat van den ar
beid, vormt met de politieke organisatie het machtigste
wapen tot bevrijding der groote, onterfde massa.
Hoe komt het, dat hier te lande over 't algemeen
de vakvereenigingen nog zoo weinig tot grooten bloei
zijn gekomen Och, de redenen zijn van zeer ver
scheiden aard. Vooreerst is het met den materieelen
istand van den werkman in Nederland over 't alge-
en nog treurig gesteld. Multatuli wees er jaren ge
en reeds op in een zijner 'ideeën, hoe ongelukkig de
beider hier te lande zich voedde in vergelijking met
m makkers in andere staten. En om niet van
dere schrijvers te spreken heeft Henriëtte Roland-
lst in baar laatste werk met cijfers welsprekend aan-
uïu'g hoer allertreurigst de toestanden van het pro
letariaat in de eerste helft der vorige eeuw waren.
Schrijnende armoede heerschte onder de arbeiders en
wij weten het waar ellende rondwaart, worden
de schoonste menschelijke gevoelens, de lierheid en de
onafhankelijkheid, verstikt. In die tijden werd aan veel
kromruggen het levenslicht geschonken en nog altijd
gaan er duizenden van die soort door 't leven heen,
gew agen naar lichaam en ziel.
Lange werktijden en lage loonen zijn de onafwijsbare
gev' Igen der zwakke vakorganisatie en omgekeerd
hou n zij de ontwikkeling van 't vakvereenigingswezen
t ;gen. De afgetobde arbeider heeft geen tijd, of liever
i geestkracht meer aan eigen belangen te denken
acht ook het kapitalisme niet noodig.
Speciaal ons land heeft nog een oorzaak, die de ont
wikkeling der vakbeweging tegen houdt. Dat is de aan
geboren zin tot godsdienstig geharrewar bij zoovelen.
Hoeveel godsdienstige geschillen meldt onze geschiedenis
niet. Handig trekt de kapitalist met zijn trawanten van
genoemden karaktertrek partij en groepeert de onna
denkende arbeiders in vakken, elk naar zijn kerkelijke
gezindheid. Flink werken zij nu elkaar tegen, tot groote
vroolijkheid van den kapitalist, wiens brandkast vader
land noch godsdienst kent. Bedachten die arbeiders, dat
de kapitalisten zich groepeeren, zonder op godsdienst
noch grenzen te letten, dat zij gerust hun schatten in
buitenlandsche ondernemingen steken, wanneer daar
meer buit te behalen is, dan in hun eigen dierbaar
vaderland, zoo zouden zij met de andere vakgenooten
zich vereenigon tot één grooten vakbond, tegenover de
verbonden, sterke machten der kapitalisten. Doch,
helaas, zoo ver zijn wij nog lang niet.
Tqch gaan wij vooruit. In de week, die achter ons
ligt, hebben verschillende vakbonden hun jaarvergade
ring gehouden en met 't oog op onze beperkte kolommen,
vestigen wij alleen op enkele de aandacht. Vooreerst
op de vergadering der Soc. Dem. Onderwijzers Vereeni-
ging. Zij is een propaganda-club, die eenerzijds onder
de arbeiders, anderzijds onder de onderwijzers propa
ganda maakt voor haar beginselen. Zij telt 156 leden,
meest bekende voormannen in de vakbeweging dei-
onderwijzers. Haar orgaan ,.De Volksonderwijzer" telt
duizend abonné's en is de schrik van velen, die op
onderwijsgebied wat op den kerfstok hebben.
Het belangrijkste punt van bespreking was wel het
vraagpunt van 't Hoofdbestuur: „Kunnen wij in den Bond
"*ah Ned. Ond. er toe medewerken, dat deze 'n onder
wijzer niet sociaal-democraat in de Kamer tracht te
krijgen?" Ketelaar is in de Kamer in de allereerste
plaats vertegenwoordiger van zijn vakbond, hoe men de
kwestie ook draaie. En waren er voor de soc. dem.
onderwijzers bij de vorige verkiezing reeds pijnlijke
momenten, 't is te "voorzien, dat in de toekomst de zaak
ingewikkelder zal worden. Ketelaar, dé algemeene
secretaris van den Bond van Nederlandsche Onder
wijzers is bij de meest militante bondsleden, en dat zijn
in hoofdzaak de democraten, wel gezien en over zijn
houding in de Kamer, kunnen ook de sociaaldemocraten
in hoofdzaak tevreden zijn.
Daarbij komt, dat 't aanzien van de vakvereeniging
gestegen is, sedert zij de vlag barer beginselen in 1897
op 't Binnenhof plantte en die in 1901 wist te handhaven.
Maar daar staat tegenover, dat de.praktijk ons reeds
nu heeft geleerd, dat 't in 't algemeen niet gewenscht
is, dat de vakvereeniging rechtstreeks den gang dei-
politieke verkiezingen leidt. Wij zijn overtuigd, dat dit
in de toekomst steeds duidelijker zal blijken.
Een beslissing werd in de S. D. O. V. niet genomen,
want algemeen was men overtuigd, dat eerst na rijpe
overweging, na ruime gedachtenwisseling, hetzij in den
Bond van Ned. Ond. hetzij in de soc. dem. ond. club,
de eindconclusie kon getrokken worden.
Maandag en Dinsdag daarop vergaderde de Bond van
Ned. Ond. in Groningen. Terecht schreef de verslaggever
van Het Volk: „de aanblik van de zaal gaf een idéé
van de macht dezer vereeniging. De onderwijzers zijn
fier op hun krachtige organisatie, zij kunnen tegen een
stootje. In den loop der jaren riepen honderden onder
wijzers de hulp in van den Bond en dikwijls had een
krachtig, maar beleidvol optreden van Hoofd- of Afdee-
lingsbestuur zegenrijke gevolgen.
Thans telt zij meer dan 7000 leden, verdeeld over
bijna '200 afdeelingen. Eén doel staat allen helder voor
oogen: de zelfstandigheid van den onderwijzer. Het is
de kern van 't programma, en hoever ook nog van 't
ideaal verwijderd, hoe ook bestreden en belasterd door
kleine despootjes of beuepen autoriteiten van allerlei
slag, de strijd wordt gewonnen. Treden er soms uit de
rijen, deserteeren er wel eens, anderen nemen hun plaats
in. Ook bij 't middelbaar onderwijs komen meer voor
standers van de repubjikeinsche school en straks wordt
de strijd over de geheele linie gevoerd.
Er is twee dagen door den onderwijzersbond kranig
gewerkt. Van de genomen beslissingen vermelden wij
in de eerste plaats, dat de Bond zal blijven agiteeren
voor gelijke belooning van den man en de vrouw in de
school. Men betaalt zoo gaarne een vrouw wat minder
in alle vakken. Doch een juist inzicht inzicht in den
stand van zaken brengt mee,.daartegen strijd te voeren
Men moet den een niet tegen den ander kunnen uit
spelen. Het voorstel van de afd. Amsterdam, gesteund
door 't H. B. om voortaan in gevallen, waarbij het ver-
eenigingsrecht, hetzij in binnen- of buitenland bedreigd
of aangetast wordt, namens den Bond daartegen te
protesteeren en een zekeT bedrag uit de Bondskas voor
genoemd doel te bestemmen, droeg eveneens de goed
keuring der vergadering weg. De rooden juichten en
met reden: meer en meer komt de Onderwijzersbond
de strijdkrachten der arbeiders versterken
De kleine, maar immer strijdvaardige afd. Schiedam
had succes met haar voorstel over de afschaffing van
particuliere examens. Eén bevoegdheid eischt 't hooge
belang van goed onderwijs.
Ook het voorstel, de behandeling van 't verkiezings
reglement een jaar uit te stellen, werd aangenomen.
Een triomf voor de soc.-dem., die echter door het ver
werpen van Amsterdam en Arnhem: „De Bond sluite
zich aan bij de beweging voor Algemeen Kiesrecht een
gevoelig échec leden. Maar niet versaagd, het scheelde
maar weinig stemmen en straks komen zij weer op de
vlakte, de mannen van links en binnen korten tijd,
het Alg. Kiesrecht is er nog niet zal de Bond ook
op dat gebied zijn plaats in. de rijen der arbeiders
vragen.
Over enkele andere jaarvergaderingen de volgende
week. Voor wij eindigen, moeten wij echter nog even de
aandacht vestigen op het treurige feit, dat in de Jaar
vergadering van den Slagersgezellenbond vermeld werd
dat aan de Koningin een adres was gezonden, het laten
bezorgen van vleesch voor het Hof op Zondag wat te
beperken. Op 't oogenblik moet zesmaal opi Zondag
versch vleesch bezorgd worden. Arbeiders, dit tot slot.
Onze wethouder van onderwijs. Een mensch
is een veranderlijk wezen't Is ook niet bij allen
„mijn ja, zij ja en mijn neen, zij neen." Dit heeft de
heer M. L. Honnerlage Grete weer eens voor de zoo-
veelste maal bewezen. Voor zijn verkiezing tot wet
houder sprak hijvan niet willen wezen, en zeker geen
wethouder van onderwijs, want daar had hij geen
verstand van."
Zoo ongeveer heeft de heer Honnerlage zich uitge
laten. Dit was zeker eenigszins onder de drukkende
onzekerheid, waarin en de Christelijken èn de liberalen
verkeerden vöör de Stemming. Liep het tegen, welnu,
dan kon men zijn teleurstelling altijd nog verbergen
achter een groot woord. Doch ziet, de Christelijkheid
zegevierde, de heer Honnerlage werd gekozen. Direct
ja zeggen, ging niet, zich eerst bedenken. Zooals te
verwachten was, het partijbelang gedoogde niet, dit
buitenkansje prijs te gevenaannemen. Van wethouder
tot wethouder van onderwijs was te voorzien en dat
zal de heer Honnerlage ook wel voorzien hebben.
We hebben dus op 't oogenblik een R. K. Wethouder
van Onderwijs (dus een tegenstander van het Openbaar
Onderwijs), die nota bene zich zelf uitlatingen heeft
laten ontvallen, als zou hij geen verstand van dezen
tak van dienst hebben.
Nu, wat je niet hebt, kun je nog krijgen, zal onze
nieuwe wethouder gedacht hebben en daar heeft hij
gelijk in.. Dat kan hij krijgen, als hij wil. Als hij zich
ernstig in de zaak wil inwerken, schrijven we den heer
Honnerlage wel zooveel verstand en energie toe, dat
hij na niet al te langen tijd zich zelf geen brevet van
onbekwaamheid meer behoeft u t te reiken.
Een machtigen steun zal hij zich zeker kunnen ver
zekeren door de onderwijzers in 't algemeen en den
Bond van Nederl. Onderwijzers in 't bijzonder te polsen
en hun meening over Onderwijstoestanden, over toe
standen dus uit hun eigen vak, naar waarde te schatten.
Toch, onderwijzers, opgepast. De heer Honnerlage is
Katholiek en heeft als zoodanig opvattingen over 't
Onderwijs, die lang niet altijd met de onze overeen
zullen komen
Nogmaals dus. Opgepast
Onze „Mieuwe" en Vorstenaanbidding.
Eenigen tijd geleden kon men in vele nieuwsbladen
lezen, de soort der dieren en hun aantal, geschoten
door den Duitschen Keizer, gedurende al de jaren, dat
deze monarch zich aan de edele jachtsport wijdt. Dat
aantal was eerbiedwaardig groot en daarom stond dan
ook bij dit bericht„Hoeveel bokken zouden daarbij
zijn Met andere woorden - hoeveel zou hierbij zijn
gelogen
Vergissen we ons niet al te zeer, dan nam onze
„Nieuwe" dit bericht ook over, daar mede den spot
drijvende met de dikwijls overdreven flauwe berichten
over vorstelijke personen. Dit is een zeer geoorloofd
vermaak volgens onze Zus, wanneer 't buitenlandsche
vorsten aangaat. Met onze eigene regeerders is dat
natuurlijk heel wat anders. Ieder bericht omtrent hun
doen en laten is volgens onze burger-organen waard der
vergetelheid ontrukt te worden en wordt den volke
meegedeeld als een heel bijzonder feit. Zoo vertelt ons
nu de Nieuwe Schiedamsche Courant dat Prins Hendrik
uit één drift 47 konijnen en 6 fazanten schoot, 't Is
kras, dat bekennen wij en wij zien er, even als waar
schijnlijk onze collega vaii de geachte „Nieuwe", geen
kans voor.
't Is een bericht, volkomen de kolommen van 't
nieuwtjesblad waardig
Arbeidsbeurs. Zooals onze lezers weten be
zitten we, al is 't dan ook een gebrekkige, arbeidsbeurs,
een mismaakt kind, dat den heer de Groot tot vader
heeft. Hoe die arbeidsbeurs werkt, weten we nog niet,
maar een teekenend feit is 't toch, dat eiken keer, als de
aangeboden en de gevraagde.arbeidskrachten in de twee
Schiedammers worden gepubliceerd (de Moker is daar
voor natuurlijk niet goed genoeg) de eerste de laatste
altijd verre in aantal overtreffen, 't Is het duidelijkst
bewijs dat de patroons werkvolk in overvloed kunnen
krijgen en dat daarentegen voor de arbeiders moeilijk
is hun arbeidskracht op de markt af te zetten.
Hen uiDe Nieuwe Schiedamsche Courant (die
zit nou waarachtig ook altijd in ons vaarwater) tapt
een mop, waarschijnlijk onbewust. Ze vermeldt, dat er
in 't afgeloopen jaar zijn binnengekomen in onze havens
59 stoom- en zeilschepen en laat er dan heel laconiek
achter volgen: hieronder zijn niet begrepen 213 vis-
schersschepen. 't Is erg moppig dat „hieronder zijn niet
begrepen", maar ook tamelijk stom ten minste
volgens ons.
Pamfletten. De Roomsch Katholieke Volksbond
afdeeling Schiedam is een vereeniging, die zich ten
doel stelt, de zedelijke en de stoffelijke, maar vooral
de zedelijke, belangen van de leden te bevorderen. Haar
roeping getrouw, vroeg ze aan den Burgemeester het
venten, van aanstootgevende pamfletten, den verkoop
van pornografiën (onzedelijke platen) tegen te gaan.
We gelooven niet ver mis te tasten als de Roomsch
Katholieke Volksbonders de Moker onder die aanstoot
gevende pamfletten rekenen. We zijn natuurlijk in hooge
mate gevoelig voor de belangstelling en opmerkzaam
heid, waarmede we de eer hebben door de „aangestoten"
Roomsch Katholieke Volksbonders, waargenomen te
worden, maar we zouden ze toch den raad wel willen
geven: „ga eerst je eigen tuintje eens wieden." Dan
heb je vooreerst werk genoeg. Het minne ding „zoo
lasteren de socialen" is van dien aard, dat het werkelijk
een pamflet genoemd kan worden
Zoolang nog zulke producten door Roomsch Katho
lieken gecolporteerd durven worden, moeten ze heusch
maar een toontje lager zingen.
De burgervader moest de verzoekende volksbonders
helaas nul op 't request geven, maar hij heeft hun den
weg gewezen, dien de Bond moet volgen, indien hij de
zaak wil doorzettend
Nu, we vertrouwen, dat de nooit versaagde en altijd
op de bres staande Volksbond in dezen de zaak nog
niet opgeeft, en niet zal rusten voor ze in haar loffelijk
pogen geslaagd zal zijn.