No. 9. VRIJDAG 1 MEI 1903. 3e Jaargang. ORCAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij De Meidag. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal 7. franco per post 30 cent j J vooruitbetaling. Losse nummers 2 cent. Bureau van Redaktie: NIEUW STRAAT 28. Bureau van Administratie: NOORDVEST 12. ADVERTENTIËN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Slakken voor t eerstvolgend nummer moeten uiterlijk ?Vo nsJag a. s 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn 1 Mei 1902 1 Mei 1903. Tusschen den 1 Mei 1902 en den 1 Mei 1903 is er veel veranderd voor de Nederlandsche arbeidersbeweging. Een partij van strijd was de arbeiderspartij ook het vorige jaar natuurlijk want zij moet op de regeerende klassen de eenvoudigste menschenrechten en burger rechten^ veroveren, nu die regeeringspartijen weigeren haar die töe te kennen en verovering zonder strijd is onbestaanbaar. Maar een jaar geleden heerschte er groote kalmte en opgewektheid in ome ge lederen-. de groote onomstootelijke waarheid van onze kritiek op de bestaande maatschappij en op de partijen, die deze maatschappij willen handhaven, de onover winnelijke. licht-en-warmte-gevende kracht van ons heerlijk ideaal, die voerden ons steeds nieuwe krachten toe en brachten de groote zaak, die wij dienen, zonder schokken geleidelijk vooruit. En al was de strijd hier en daar hardnekkig en hevig, hij kon met blijheid van geest en vroolijkheid van gemoed worden gevoerd, omdat bij alle omstandigheden en door alles heen de reine louterende invloed overheerschte van ons groote doel: aan alle menschen zonder uitzondering de moge lijkheid te verschaffen van een behoorlijk bestaan, van voldoenden vrijen tijd voor ontwikkeling en ontspanning, en van goede kennis en beschaving. Nu, op dit oogenblik, - zeker, er is niets veranderd aan ons doel, er is niets veranderd aan ons ideaalen ook onze kracht en moed van strijden zijn niet anders dan toegenomen, maar verdwenen zijn de kalmte en opgewektheid. De reine warme invloed van ons ideaal is op dit oogenblik door een sterker invloed op zijde gedrongen: door den verbitterenden ver- hittenden invloed van de meedoogenlooze en wraak zuchtige wijze, waarop het vroomheid-veinzende kapita lisme is aangevallen op het arbeidende volk. Vroolijk en met de vèr-ziende oogen van wie geluoven in hun ideaal vierden wij het vorige jaar den Meidag, den dag gewijd aan den arbeid. Met opeengeklemde tanden en lippen en met oogen die star wijdopen staan door.ingehouden verbittering brengen wij nii den Meidag door. De groote tegenstelling tusschen een jaar geleden en thans ligt niet daarin, dat wij zwakker zouden zijn geworden of achteruit zouden zijn gegaan. Ook in De Moker is daarop herhaaldelijk de aandacht gevestigd: in perioden van vervorming der maatschappelijke toe standen is iedere overwinning der regeerende klasse een groote stap verder op den weg naar haar ondergang. De tegenstelling ligt in de stemming van toen en thans, in de gemoedsgesteldheid van een jaar geleden en die van dit jaar. Slachtoffers en Overwinnaars. Onze gemoedsgesteldheid van thans wordt door zeer verschillende gewaarwordingen en gevoelens gevormd. Van de vele strijders uit de proletariërsklasse, die het waagden de almacht van het kapitalisme aan te tasten, ten einde een kleine verbetering te verkrijgen in hun eigen toestand en in dien hunner klasse, en ten einde nog grootere verknechting van hun klasse te voo'komen, zijn er velen nit louter wraaklust op straat gesmeten. Feitelijk waren zij allen noodig om den goeden gang van het spoorwegbedrijf mogelijk te maken hun ontslag staat gelijk met werken met bepe k- ten ongeregelden dienst. Maar het kapitalisme heeft slaafsche gehoorzaamheid, blinde onderge schiktheid en willooze onderwerping noodig. En door het ontslag van vele honderden, wier arbeid in den grond van de zaak ook op dit oogenblik nog niet gemist kan worden, heeft het kapitalisme voor een korten tijd er den schrik weer in gebracht en de lust naar zelfstandigheid gekortwiekt. zooals alle slachtoffers van hun overtuiging en hun strijdmoed. Maar daarom zijn zij ook te beschouwen als levende bewijzen van het wraakzuchtige karakter van het gierengelijkende kapitalisme. Die slachtoffers zijn meer dan eenvoudig-gevallenen in den strijd Zij zijn noodeloos tot slachtoffers gemaakt, omdat de kapitalistenklasse door nieuwe sterk op de verbeelding werkende daden van almacht het zich langzaam opheffende proletariaat tot nieuw bukken en buigen wilde dwingen. Die slachtoffers zijn niet slechts gevallen om hetgeen zijzelf deden, maar omdat zij behoorden tot het groote leger der uitgebuiten en omdat dat reusachtige arbeiders- heir in beweging was gekomen tegen de oorzaken hunner treurige levensvoorwaarden. Waarlijk, de overwinnaars konden moeielijk betere middelen aanwenden, om den werkelijken aard van het stelsel, dat hen groot maakte, duidelijk te doen uitkomen. Wat staan zijmèt hun macht, mèt hun geld en mèt hun wetten klein daar onder de menschen! Niet één menschelijk gevoel, niet één goedgevoelde gewaarwor ding, niet één eenigszins edele gedachte heeft hen beheerschtGeen enkel ideaal heeft hen voorgelicht Neen, alleen kleine mens^hverlagende begeerten van almacht, oppergezag en wraakzucht hebben hen geleid En wat staan daartegenover de strijdende arbeiders zonder eenige macht dan hun overal betwiste en bestre den organisatie, zónder eenig ander geld dan wat zij van hun karige verdiensten afzonderden, en zónder eenige wetsbescherming, zelfs met wetten tégen hen gericht, groot door den moed van hun daden, den adel van hun gevoelens en de heerlijkheid van hun ideaal. Het kapitalisme, dat hen aan lichaam en z;el heeft vernederd en verdrukt, dat hun iedere gelegenheid tot goede ontwikkeling en tot een;gszins behoorlijk levensgenot heeft ontnomen, zij verafschuwen het zij verachten het, en velen haten liet ook. Maar als zij strijdend optreden tegen het kapitalisme, is dat onder den mooien drang van betere omstandigheden te willen veroveren voor hun kinderen en voor hun heele klasse. Welk een tegenstelling: de overwinnaars klein door hun gedachten, gevoelens en begeerten, de slachtoffers groot daardoor. En ook aan ons streven, aan ons doel, aan ons groot begeeren moeten wij denken, hoe verbitterd onze stemming ook moge zijn op dezen Meidag. En onder onze ver- bittering moeten wij onze eigen levenskracht voelen, zooals ze zelve is, niet door den invloed der ellendige werkelijkheid in hare uitingen belemmerd. Dan moeten wij met fierheid een oogenblik ons los maken van de verbitterende indrukken van het oogenblik, en een korten tijd ons geheel weer indenken in de beteekenis van Het Meifeest, het feest van den arbeid, het feest van het strijdende proletariaat. En een feest is het, waar ondanks de nederlagen van de laatste weken, steeds sterker het bewustzijn doordringt onder de. arbeiders, dat zij recht hebben op betere arbeids- en levensvoorwaarden, dat zij recht hebben op meer rust en beter ontwikkeling. Rust en Ontwikkeling. Bust en ontwikkeling ontbreken in het leven van den proletariër. Dat is een der vloekwaardigste ge volgen van het kapitalisme. Soms is er te veel rust. maar die gedwongen rust is de hongerbrengende werkeloosheid. Andere rust kent de moderne proletariër niet vóór zijn dood. Geboren in een omgeving, waarin de strijd om het dagelijksch brood het heele leven van het gansche gezin beheerscht, groeit hij op in de meening, dat alles in de wereld ondergeschikt is aan de broodvraag. Zijn zoo genaamde zorgelooze schooljaren, ach hoeveel zorgen ziet en voelt, hij thuis in dien tijd? hoe dikwijls zou tnj met iets van wat hij anderen in overvloed en over daad ziet hebben, meenemen voor zichzelf en voor zijn huis En als dergelijke eenvoudige droeve gedachten versleten zijn doordat zij te veel worden gebruikt ach, hoeveel kinderen hebben dan al niet dat niet'om- schrilfbare gevoel van onverschilligheid en berusting: „er ss toch niets aan te doen en je moet blij sbiju dat je nog te eten hebt." Met zulk een berustingsgevoel begint op 12-13-jarigen leeftijd het loonleven. Maar het jonge lichaam en het jonge gemoed weigeren, door welk noodzakelijkheids- bewustzijn ook zich te laten neerdrukken. Ze moeten wel den dwang der omstandigheden, de onvermijdelijk heid van loonarbeid met al de afschuwelijkheid daarvan, op dien leeftijd aanvaarden. Maar zij doen dat zonder zich te laten versomberen of verzuren door het lot. En den tijd, dien zij niet doorbrengen in loonarbeid zij zoeken hem zóó door le brengen dat zij hun loon leven kunnen vergeten zoo wreekt zich hun ieugd on de onnatnur van hun werkleven. Maar rust ontbreekt, gelegenheid tot ontwikkeling ontbteekf. Het kapitalisme heeft slechts arbeidskracht noodig en bekommert zich niet om de rust of de ont wikkeling van den arbeider. En zooals het begonnen is, gaat het door: er komen veranderingen in het uiterlijk van het leven, de jaren en de levensomstandigheden zijn daar de oorzaak van Het wezen van het loonleven blijft: werken met het berustingsgevoel dat er toch niets aan te doen is en dat men nog blij moet zijn dat men nog te eten heeft En verder geen tijd voor bekoorlijke rust, geen tijd voor behoorlijke ontwikkeling. Ziet, aan zulk een loonleven, aan het loonleven van den proletariër, moet een einde komen, het kapitalisme moet gedwongen worden te erkennen, dat de leveranciers van de arbeidskracht, die het noodig heeft, menschen zijn. en dat die menschen niet slechts recht hebben ov arbeid maar ook recht op rust en ook recht op ont- ivzrCrCQLzng Het kapitalistische stelsel moet zijn recht ontnomen woiden, om niet slechts over de arbeidskracht der menschen te beschikken, maar ook over hun heele lichaam en hun heele leven. De gemeenschap heeft nog iets meer noodig dan arbeid en productie alleen, zij heeft boven alles vrede noodig, rust en geluk. Thans is in de maatschappij alles ingericht op den strijd om deelneming aan de voort- ïengmg, in welken vorm dan ook. En daardoor is de ee e maatschappij ontaard in een groote menschonwaar- dige broodjacht, waarbij slechts voor een deel der wedloopenden brood zal kunnen verkregen worden. Haar daardoor is de mensch als zoodanig, de mensch als geheel, als denkend en gevoelend wezen bijna totaal verdwenen en bijna volkomen verdrongen door den werkmensch, den broodjager. De maatschappij, de geheele gemeenschap lijdt daaronder. Maar boven alles lijden de loonarbeiders onder die ontaarding der maatschappij. Zij het meest lijden daaronder, omdat zij door deze toestanden het meest worden getroffen, én aan hun lichaam, én aan hun geest en aan hun gemoed. Daarom gaat ook van hen de meest-hjdenden, de meest-getroffenen, de eerste krachtige eisch uit tot verkorting van den arbeidsdag en verhooging van het loonwant daardoor is voor hen rust en ontwikkeling te verkrijgen en daarmede kunnen zij van loonslaven weer opklim men tot mensch. v Zoo kwamen zij tot den eisch van den achturen- dag. ien eisch stellen zij om geen andere reden dan om daardoor voldoende rust en ten minste den tijd en krijgen geschiktheid voor ontwikkeling te ver- Aehturendag. *„51 e6n, ei,lkd f00rd zij 00k hier °P de beteekenis van den verkorten arbeidsdag en de mogelijkheid ervan voor MOKER uiavjutuutji IHCl ÖACÜIIlö ItJ UtJKiageil

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 1