Boycot
PHQENiX-BiER.
Van onze vroede vaderen.
No. 10.
ZATERDAG 9 MEI 1903
3e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Socic aidemokratische Arbeiderspartij.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal i 7 -.7
franco per post 30 cent j Uj voorMal™St-
Bureau
van Redaktie: NIEUWSTRAAT 28.
ADVERTENTIËN:
3 cent per regel.
Losse nummers 2 cent.
Bureau
van Administratie: NOORD VEST 12.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stukken yoor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a s 's middags 12 uur in hit bezit der Redactie zijn.
Geachte lezers, de Raadsoverzichtschrijver van „de
Moker" verkeert op het oogenblik in een moeilijk parket.
Hij moet nl. zijn overzicht schrijven en. er is zoo wat
niets te schrijven. Zoo dun als dezen keer hebben de
Raadsleden het nog maar zelden laten afloopen. Ze
zitten al vroeg in den komkommertijd. Dat zou me nou
niet veel kannen schelen, als ik maar mijn kolommetjes
vol kon pennen; en dat dit nu zoo moeilijk gaat, zou
me ook weer niet veel kunnen bommen, als ik maar
niet per kolom betaa-kl werd Zooals iedereen toch weet
(de socialistische arbeiders uitgesloten, die hebben daar
niet mee noodig), ik zeg, zooals iedereen dan weet,
wordt de schrijverij in zoo'n socialistisch blad verbazend
goed betaald, 'k Zal natuurlijk niet verklappen, wat ik,
minderwaardige Raadsoverzichtschrijver elke week op
strijk (ik ben bang voor onderkruiperij, zie je,) maar,
dat wil ik toch wel zeggen, al geeft het dan geen
boterham, 't brengt er toch spek op, en er zijn er, die
er nog veel meer van trekken. Als je zoo een zaakje
alléén opzet, dan is 't gewoonweg een broodwinning.
Iedereen zal nu wel begrijpen hoe teleurgesteld ik
was, toen ik 't Raaasverslag van de „Ouwe", mijn
vrouw dat van de „Nieuwe" had gelezen (daar moeten
wij altijd uit putten) en we bijna gelijktijdig uitriepen:
„Niks, heelemaal niks." Mijn vrouw kreeg tranen inde
oogen. Dat „niks" beteekende voor haar nl. zooveel
als: geen nieuwe zomerhoed. De lezer moet weten, dat
ik haar die beloofd had, als ik eens een erg lang Raads-
verslag kon schrijven, dan kon er best een mooi hoedje
op overschieten.
En nu zoo wat niks. 'k Zou hoogstens één kolom
metje kunnen vullen. Mijn vrouw was natuurlijk teleur
gesteld en zeer kwaad. Dat kon zé nou niet begrijpen,
dat zooveel wijze mannen bij elkaar, zoo weinig te
vertellen zouden hebben, dat de moeite waard was, om
in de Schiedamme-s te zetten. „Weet je wat," zei ze:
„dan mot je maar eens gaan prakkezeeren, wat ze wel
gezegd kunnen hebben, en, als je dan nog geen hoed
noor me hebt, dan ga je maar eens bedenken, wat ze
hadden móeten zeggen. En de volgende Raadszitting,"
zoo besloot ze, „dan ga ik zelf na de Raad."
'k Ben echter wijzer geweest dan mijn vrouw, 'k heb
ze gekalmeerd door ze aan 'r verstand te brengen, dat
de „Schiedammers" hier geen schuld hebben, nóch de
Oude, nóch de Nieuwe, die zeer concentieus hun taak
opvatten, maar dat 't 'm zat in den vroegen komkom
mertijd en in 't feit, dat er een dubbelgeridderde
onder de Raadsleden zit, nu hadden de enkel- of de
owgeridderden onder den indruk van de tegenwoordig
heid van den dubbelridder zich meer in toom gehouden
dan gewoonlijk en de dubbelridder zelf, wel, die schijnt
zelf niet zooveel ridderlijkheid bij zijn eigen te hebben
verondersteld, als de autoriteiten in hem ontdekt heb
ben, hij schijnt perplex geweest te zijn en zoodoende
heeft hij vergeten dingen te zeggen, die door de pers
vereeuwigd dienden te worden. Dat is nou voor die eene
keer zoo erg niet, je zult zien, dat, wat we nu van 'm
tekort zijn gekomen, we den volgenden keer, dubbel en
dwars weerom krijgen. Zoo doen ridders altijd. Da's
riddersmanier. Want doen ze dat niet, dan worden ze
ridders van de droevige figuur en dat kan een dubbel
ridder nooit wezen.
Onder mijn bemoedigende woorden klaarde het gezicht
van mijn vrouw weer wat op, van zulke riddermanieren
had ze wel nooit gehoord, zei ze, maar als ik 't zei,
dan zou 't wel waar wezen.
We besloten toen verder maar te wachten met 't
schrijven van het overzicht tot de Woensdagsche Courant
zou verschijnen, in de hoop dat die ons een beetje meer
wetenswaardigheden zou verschaffen dan de Dinsdagsche.
En waarachtig, we zijn uit den nood, mijn vrouw zal
haar hoed hebben en uit pure dankbaarheid heeft ze
mijn confraters van de „Oude" en de „Nieuwe" tegen
Zondag op de koffie genoodigd.
Ter zake
1De Nassaustraat zal bestraat worden, 't Kost
5000 guldentjes. Een leek zegt't is veel voor zoo'n
klein eindje straat; terwijl de heer P. Jansen liever de
warande zou bestraat zien Al meer dan 30 jaren ver
keert die in denzelfden toestand. Dat is zeker, dat de
weg er in regendagen allertreurigst uitziet, dan is hij
gewoonweg in één groote modderpoel herschapen,
terwijl een hongerige proletaar bij zomersch weer er
goedkoop zijn maag kan vullen, al is 't dan ook
maar met stof. De heer Klein, die blijkbaar den toe
stand daar nog al aardig vindt en de warande mis
schien vergeleek met zijn Groenelaan, die in den
volksmond ook nog een anderen naam heeft, die dui
delijk aangeeft, met welke izoete geuren, de lucht
daar af en toe geparfumeerd kan zijn, vond de gele
genheid om aardig te wezen. Hij vergeleek de warande
bij een kolfbaan. We weten niet of de heer Klein
voldoende op de hoogte is van 't edele kolfspel Zijn
stoute vergelijking zou 't wel doen vermoeden. Als hij
lid is van een kolfklub, moet hij daar maar eens gaan
spelen met zijn partners.
2. Zooals de lezers zich nog zullen herinneren is er
de vorige keer een voorstel ter tafel gebracht door
B. en W. om den directeur der Gasfabriek, die maar
f3000 traktement heeft (de Schiedammer spreekt
telkens van f 2000) een verhooging toe te kennen, die
in verband zou staan met den afzet van gas. Hoe
grooter gebruik, hoe grooter bijslag. Dit was een voor
stel, geheel afwijkende van de bestaande verordening,
die zegt, dat de directeur f 500 verhooging van salaris
kan krijgen, wanneer hij bekwaam blijkt, en ijverig is.
Het voorstel van B. en W. kon toen geen instemming
vinden, de wijze van berekening der aandeelen in de
onderneming werd niet goedgevonden en B. en W.
werden uitgenoodigd, een andere wijze van berekening
te willen ontwerpen.
En wat doen B. en W. nu Net als kleine kinderen,
die niet precies weten wat ze willenNu komen ze
weer met een geheel ander voorstel, nl. om den directeur
dan maar f500 vermeerdering van salaris te geven.
Later zullen ze dan wel weer eens aan die tantièmes
gaan denken en weer een andere regeling voorschrijven.
Men ziet, dat ze in de Raadszaal nog al eens ver
anderlijk zijn.
't Voorstel van B. en W. werd aangenomen met 13
tegen 1 stem, waaruit men, door een eenvoudige bewer
king der rekenkunde toe te passen, mag besluiten, dat
precies 7 hoeren. d. i. 't ys deel of 33ab
sent was.
3. Een ruzietje.
Natuurlijk netjes, niet met gegil, geschreeuw er bij.
Een echt parlementair gevecht tusschen den heer de
Groot en den Burgemeester.
Wat was het geval?
In de zitting van 18 Februari j.l. was in behandeling
gekomen een paar verordeningen, waarin o. m. werd
geregeld de benoeming van gemeenteambtenaren in
verschillende takken van dienst.
Dit was, meen ik, in verband met een voorstel, g> -
daan door B. en W„ waarin de Raad een deel van
zijn bevoegdheid zou overdragen aan B. en W. en dezen
het recht toekennen, o. a. de opzichters en klerk van
gemeentewerken te benoemen.
De heer de Groot was het niet geheel eens met 't
voorstel van B. en W. en diende toen een motie in,
waarbij hij den wensch uitsprak de benoemingsbevoegd
heid in een verordening geregeld te zien. Met alge-
meene stemmen was deze motie aangenomen.
Nu kwam er een voorstel van het D. B. ter tafel,
dat bedoelde deze motie, die met algemeene stemmen
was aangenomen (we willen hierop bjjzouder den na
druk vestigen) voor nietig te verklaren. B. en W.
waren nl. tot het besluit gekomen, dat het niet wel
doenlijk was aan de opdracht te voldoen.
De steller der motie, de heer de Groot, was natuurlijk
niets gesticht over een zoo zwakke motiveering. Over het
algemeen, zei hij, worden de voorstellen, die van B. en W.
uitgaan, slecht toegelicht en voorbereid Hij wijst
daartoe op de regeling van het salaris van den machinist
van het stoomgemaal. Ware dit voorstel beter toegelicht,
dan had het in de vorige raadszitting niet zooveel
discussie veroorzaakt. Hij had deze opmerking al meer
willen maken, maar was daarvan steeds terug gehouden.
Sfu echter was de maat vol.
Ieder ziet, dat de heer de Groot, het dagelijksch
bestuur hier een ongemakkelijken uitbrander gaf.
Natuurlijk liet de voorzitter niet na den heer de
Groot voor zijn stoutigheid op zijn broek te geven.
Met een beetje andere woorden zei de burgervader:
man, wat maak je een kabaal, je hebt ons al meer de
puist ingejaagd door je vervelende op- en aanmerkingen,
maar denk nu maar niet, dat wij ons daar veel van
aantrekken. Zoo'n eenling als jij, die hier heusch oppositie
meent te willen voeren, die lap ik om me laars. Kritiek
oefenen is heel gemakkelijk, maar je moest zelfs maar
eens hier zitten.
De heer Lagerwey kwam gauw verklaren, dat hij en
de heele Raad het heelemaal niet eens was met de
Groot. De Raad was overtuigd, dat B. en W. knappe
en eerlijke mannen zijn.
Na zoo'n dubbele portie op zijn broek was meneer
de Groot blijkbaar zoo van streek geraakt, dat hij
maar bakzeil haalde en het eind was dat de moedige
aanvaller als overwonnene het slagveld verliet.
Zoo zie je meneer de Groot, een botsing met het
Gezag is altijd pijnlijk.
De geheele Raad was natuurlijk onder den indruk en
in zijn ve bouwereerdheid gaf men B. en W. maar
gauw zijn zin, zoodat het geval zich voordoet, dat de
Raad, een besluit met algemeene stemmen intrekt, wat
hij een vorige zitting met algemeene stemmen heeft
verordend.
O, veranderlijkheid, veranderlijkheid.
Na deze scène, die de nieuwe aan staartven^jn
toeschrijft, (da's zeker speciaal Boterstraatsch), kreeg
men een hernieuwd spiegelgevecht door middel
van de voorzetsels „vóór" en „tegen".
B. en W. kwamen nu n.l. met het voorstel ter tafel
hoe of nu eigenlijk het personeel ten kautore van
gemeenteweiken moet worden benoemd.
Zooals men ziet, B en W. zijn vasthoudend. Wat
ze zich eenmaal hebben voorgenomen, gebeurt ook
trots motie's met algemeene stemmen aangenomen.
We hebben in een vorig nummer van ons blad er reeds
op gewezen, dat B. en W. de neiging zich allerlei
bevoegdheden toe te eigenen, al meer en meer gaan
botvieren, dat ze zich in de rechten van den Raad
willen dringen en dat B. en W. die slechts als een
uitvoerend bewind zijn te beschouwen, zichzelf al
meer en meer ook tot een wetgevend lichaam willen
verheffen.
Aan de andere zijde stonden de mannen die de
bevoegdheid van deze benoeming wilden zien toegekend
aan de commissie voor Gemeentewerken, terwijl er nog
een derde groep was, die deze bevoegdheid aan den
Raad wilde toekennen, aan wie ze dan ook feitelijk
behoort.
't Resultaat van dezen stryd om macht, was,
dat B. en W. de overwinning behaalden, na 8 mis
lukte stemmingen. Ze hebben dus hun zin gekregen.
Of we den uitslag van dit Raadsgevecht een stap
in de goede richting mogen noemen.
Wij voor ons hebben gegronde redenen, die we nog
wel eens mee zullen deelen, om dit ernstig in twijfel
te trekken.
Van voren af aan.
De gebeurtenissen der laatste maanden hebben de
sociaaldemokratie in Nederland zeer veel geleerd. Dui
delijker dan tientallen brochures en tientallen rede
voeringen en debatten kunnen, hebben zij namelijk
be wezen, dat de Nederlandsche proletariërs zeer vatbaar
zijn aan den eenen kant voor de dolste opwindingen
DE MOKER