Gemeentepolitiek en de Gemeente Schiedam.
No. 11.
ZATERDAG 16 MEI 1903
3e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal Mj v00ruithetaiing.
franco per post 30 cent j
Losse nummers 2 cent.
Bureau van RedaktieNIEUW STRAAT 28.
ADVERTENTIËN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Bureau van Administratie: NOORDYE>T 12.
Stukken voor 't eerstvolgmd nummer moeten uiterlijk Woensdag a s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Nog slechts 6 weken en dan znllen de Schiedamsche
Gemeenteraadskiezers weer worden opgeroepen om
gebruik te maken van hun wettelijk recht, me'e te
werken aan de verkiezing van raadsleden, die een
gemeentepolitiek volgen overeenkomstig hun inzichten.
Tenminste zoo behoorde het te zijn. Maar in werke
lijkheid wordt er in Schiedam in het geheel geen
gemeentepolitiek gevolgd en zijn er niet meer dan
enkele verspreide menschen, die er eenig begrip van
hebben, wat eigenlijk gemeentepolitiek is
Maar er is toch een gemeentebestuur? zal men zeggen.
En dat voert toch wel wat uit
O zeker, het Dagelijksch Bestuur is ijverig genoeg
en bemoeit zich zelf met een massa zaken, die in
andere gemeenten bij de betrokken afdeelingen van
bestuur blijven. Daaraan ligt het hem niet.
Maar noch in den Baad, noch in het Dagelijksch
Bestuur (de heer De Groot gaf in de laatste Raads
zitting uiting aan zijn gevoel van onbehagelijkheid over
dit feit!) heerschen besliste weldoordachte opvattingen
over de wijze, waarop de ontwikkeling der gemeente
Schiedam moet worden geleid. De taak van een ge
meentebestuur (D. B. en Raad te zamen) bestaat in
meer dan in het behandelen en afdoen van de zaken,
die de wetten of de omstandigheden aan de orde stellen.
Die taak omvat ook het meest volledige toezicht op de
ontwikkeling der gemeente in dien zin, dat de toestan
den, waarin de verschillende deelen der gemeentelijke
bevolking leven, door de meest uitgebreide zorgen van
het gemeentebestuur zoo gunstig mogelijk worden ge
maakt. En van dat belangrijke gedeelte der taak van
het gemeentebestuur merkt men in Schiedam niets.
Hoe komt het, dat men daarvan niets merkt?
De hoofdreden is wel deze, dat de aard van de jene
verindustrie en de achteruitgang van die industrie ieder
eenigszins behoorlijk gemeentelijk leven onmogelijk heb
ben gemaakt.
De jeneverindustrie maakt een jenevermisbruik niet
slechts mogelijk maar werkt dat aan alle zijden in de
hand, en dat misbruik is niet slechts ver doorgedron
gen in allerlei kringen maar laat ook zijn ontaardenden
verstompenden invloed geducht voelen. En de aard van
den arbeid in die industrie, die in hooge mate machi
naal en geestdoodend is, en waarom zelfs de patroon
ongeveer' geen ontwikkeling of kennis noodig heeft,
die doet de rest, om de bevolking in stompzinnigheid
neer te drukken.
Een arbeidersfabriek in J3eiiië.
Nu de arbeiders in ons land langzamerhand de nood
zakelijkheid van coöperatie gaan inzien, en ook te
Schiedam eenige coöperatie's bestaan, lijkt het ons
nuttig, eens een kijkje bij onze buren te gaan nemen,
om te zien, hoever deze reeds gekomen zijn. Het vol
gende is een vertaling van een artikel van Emilio,
redacteur van ons Belgisch partijblad Le Peuplein
„die Neue Zeit."
Het besluit, dat het Nationaal congres der „Vereeui-
gingen van Belgische socialistische coöperatie's" onlangs
genomen heeft, is van veel belang. De 1ste Februari
1903 zal een grenspaal zijn in de geschiedenis dei-
Belgische arbeiderspartij.
Tot heden had de arbeidersklasse in België zich
schoorvoetend gewaagd op 't gebied der industriëele
productie. Ze bevat twee handweverijen, één in St. Niko-
laas en één in Ellezelles, eenige productieve coöperatie's
van schoen, klompen, tabak, sigaren, kunstbloemen, een
werkplaats voor naaisters, een steengroeve in Sprimant,
een cichoreifabriek in Gent en verschillende drukkerijen,
alles door socialisten opgericht.
Doch nog nooit hadden de Belgische socialisten zich
En dan gaat die industrie nog achteruit. De schit
terende tijden, toen bijna, zonder inspanning schatten
werden verdiend, hebben plaats gemaakt voor tijden
van snel en groot verval, waarin het moeilijk werd,
het hoofd boven water te houden. En doordat lang
achtereen Schiedam bijna uitsluitend van die ééne industrie
leefde, doordat ieder, die in de tijden van grof geld
verdienen te Schiedam aldaar een fabriek wilde be
ginnen, van zelf een jeneverfabriek opzette, daardoor
is de vernietiging van de jeneverindust ie de totale val
der geheele gemeente
Die val is in ieder opzicht groot en volledig. Materieel
beteekent Schiedam niets meer, ten minste niet als j
geheel. En de geringheid van kennis en energie, die
vroeger in den goeden tijd noodig was voor het d ijven
der zaken, heeft het niveau van kennis en energie zóó
laag gehouden, dat dit bij de crisis die over Schiedam
is gekomen, nog gemakkelijk kon worden naar beneden
gedrukt. Er is hoegenaamd geen ondernemingszin meer,
en de kennis die noodig is voor het aanvatten van
nieuwe zaken ontbreekt.
Treuriger toestanden zijn in een gemeente nauwelijks
denkbaar. Niemand dan ook, of hij ondervindt er den
neerdiukkenden invloed van. Die algemeene demorali
satie is zoo openbaar in de straten, aan de huizen, in
de vuile drachten en sloten; dat vreemdelirgen, die
zoeken naar goede ruimte voor een nieuwe fabrieks-
onderneming, (en zulke ruimten zijn er hier in overvloed
te vinden), door die openbare demoralisatie de stad
worden uitgejaagd.
Maar wie hier wonen en wonen moeten, zij moeten
den invloed van deze treurige toestanden onwillens
ondergaan.
Lichtpunten, ze zjjn er haast niet. Hier en daar is
er eens iemand, die in zich de levenskracht en de
levenslust voelt, iets te doen, veel zelfs te doen voorde
stad waarin hij dan toch woont en waarin hij zooveel
donkers en zooveel ellendigs ziet Maar wat bereikt hij
met al zijn werk, met al de opoffering van tijd, werk
kracht en dikwijls ook geld? Ja, kon hij alleen, heel
alleen, alles zelf doen, dan zou er misschien nog iets
frisch en goeds voor den dag komen. Maar de gede
moraliseerde geest van het wegkwijnende Schiedam
wreet ook op zijn werk verwoestend in, en dikwijls
wordt hijzelf daarvan nog de dupe.
Er is niets, dat hier lukken kan, omdat er niet één
klein stukje goede bodem is om op te bouwen.
op 't gebied der groot-industrie gewaagd, met hare
moderne, steeds meer volmaakt wordende machinerieën.
Thans is ook dit gebeurd. Het door Eduard Anseele,
den socialistischen afgevaardigde van Gent, en de
Vlaamsche textiela- beiders uitgewerkte plan is verwezen
lijkt: de coöperatie's hebben eenparig besloten, om de
coöperatie van vereenigde Textielarbeiders, een arbeiders-
fabriekop te richten.
De weverij zal in Gent gesticht worden, de groote
industriestad met hare lage loonen en lange arbeidsdagen,
de stad van Artevelde en van „De Vooruitmidden
in arm Vlaanderen, waar het socialisme slechts langzaam
voordringt, maar dat toch reeds talrijke en sterke
socialistische organisatie's telt en waar het kapitalisme
en 't klerikalisme het proletariaat verdrukken, waar die
verschrikkelijke ellende geleden wordt: waar arbeiders
wonen, die in 72 uur 7 franc (372 gulden) verdienen;
waar 5-jarige kinderen een werkdag van 12 uur in de
touwslagerijen hebbenwaar men gemeenten vindt met
80 analphabeten, (menschen, die lezen noch schrijven
kunnen), families met 21 kinderen, waarvan nog slechts
5 leven, waar arbeiders leven die maar dagelijksch
4 uur hebben om te slapen, menschen, die nooit vleesch
kunnen koopen.
Zoo zal dan in deze streek van barbaarsche uitbuiting
de arbeidersfabriek gesticht worden, terwijl tegelijkertijd
in alle hoeken van België, op het platteland zoowel als
in de steden en industriecentra's, de talrijke socialistische
verbruiksvereenigingen zich zullen blijven ontwikkelen
Zie zelfs onze afdeeling der S. D. A. P. In een stad
met zóóveel door het kapitalisme gekweekte ellende
zou het socialisme moeten tieren en groeien, want die
ellende leert de menschen het kapitalisme kennen aan
hun eigen uitgeteerde levenskracht, aan hun eeuwig
dreigenden honger, aan hun geheel vloekwaardig bestaan.
Maar de afgrijselijke jeneverindustrie met al haar
gevolgen heeft bij de meesten zelfs het vermogen ge
dood om zich rekenschap te geven van de oorzaken van
hun ellendigen toestand. En wie dat vermogen nog niet
geheel verloren, hoe klein is hun strijdkracht onder den
invloed van de algemeene demoralisatie geworden en
hoe weinig krachtig is hun arbeid naar buiten
Dat in dergelijke omstandigheden geen krachtige be
langstelling in gemeentepolitiek be taat, is waarlijk geen
wonder. Er zou een burgemeester met de dressuur-
gave van een Carré noodig zijn, en met zeer groote
kennis van de gemeentepolitieke kwesties in binnen- en
buitenland, en met de (ondenkbare) liefhebberij om zijn
goede gaven in dienst van een stad als Schiedam te
gebruiken, om het geheele gemeentebestuur te laten
beantwoorden aan zijn verplichting: te zorgen voor de
ontwikkeling der gemeente, voor het welzijn van alle
deelen van dit kleine stukje gemeenschap. Als „Schiedam
Vooruit', na het (naar wij gehoord hebben) zeer waar
schijnlijke vertrek van den tegenwoordigen burgemeester
binnen korter of langer tijd, eens een premie uitloofde
voor den aanbrenger van een dergelijk gemeentehoofd,
dan zou deze vereeniging, gesteld dat de premie werkelijk
zou kunnen worden uitbetaald, zich voor Schiedam on
sterfelijke verdiensten hebben verworven. Wij willen er
in De Moker desnoods een steunpenning voor openen.
En toch zou een zeer gezonde gemeentepolitiek
in Schiedam mogelijk zijn; Noodzakelijk in ze, dat
spreekt van zelf. Ieder die hier iets weet van de
woningtoestanden, van de arbeidstoestanden (werkeloos
heid, loon, arbeidstijd enz.), van de schooltoestanden,
om maar niet meer te noemen, hij begrijpt en weet,
dat de ellende steeds grooter. wordt, dat de mogelijk
heid om er uit te komen voor den enkelen mensch
steeds afneemt. Welk een mooie rol zou die juist zóó
diep treurige toestanden een gemeentebestuur kunnen
spelen. Met welk een groot-menschelijke toewijding
zou men juist in zulke verhoudingen nieuwe welvaart
en nieuw maatschappelijk geluk kunnen scheppen
Zie, men zou de macht willen hebben, om aan al
die vreeselijkheid van ellende en demoralisatie een
om ten slotte alle takken van den handel te omvatten,
als bakkerij, vleeschhouwerij, kolen, manufacturenhandel,
die in specerijen en alle soos ten van voedingsmiddelen,
verder de fabrikatie van pepet koeken, de apotheek, de
brouwerij, boerderij, den handel in aardappelen, stroo,
haver, hammen, boeken, enz.
Maar hoe zal, te midden van de oppermacht van het
kapitalisme, de stoomweverij werken, op welke grond
slagen rust ze, en hoe zal zij aan de konkurrentie van
de privaat-ondernemingen het hoofd kunnen bieden?
Behalve de moeilijkheden, die aan alle soortgelijke
stichtingen gepaard gaan, welke ontstaan uit de
directe of indirecte vijandschap van de bourgeoisie en
't publiek, zijn nog de bijzondere moeilijkheden aan
wezig, welke de maatschappelijk kapitalistische organi
satie voor ieder dergelijk bedrijf met zich brengt.
Zal de opgerichte arbeiderscoöperatie met haar nood
zakelijkerwijs meer beperkte hulpbronnen, met haar
hoogere loonen en korteren werktijd, de konkurrentie
tegen de beter uitgeruste kapitalisten kunnen volhouden
en zal de arbeid overwinnen, waar het kapitaal vaak
het onderspit delft?
Een fabriek bevinde zich in de handen van kapita
listen of van arbeiders, in ieder geval zal het kapitalisme
het bedrijf beheerschen, al zullen zeker de levensvoor
waarden in 't laatste geval beter zijn dan in 't eerste.
De menschwaardige organisatie van industrie en arbeid
zal eerst dan mogelijk wezen, wanneer de middelen tot
maatschappelijke productie in handen van het algemeen
Ht