Christendom en Verkiezing.
Let op hunne DaDEN
Ons Politiekorps.
druk van daan. Niemand viel Mr. Jansen om zijn volle
uitspraak aan.
Bij een voorstel van B. en W. om f 5000 crediet te
verleenen ter tegemoetkoming aan de werkleloosheid,
stemt Mr. Jansen vóór. Hij gaat daarbij evenwel niet
uit van het beginsel, dat de gemeenschap verplicht zou
zijn om aan werkloozen, zelfs beperkt tot hen, die
luiten hun schuld tot dien staat zijn geraakt, door
werkverschaffing of zelfs ondersteuning ter hulp te
komen. Zulk een verplichting tegenover werkloozen er
kent hij niet.
Het behoeft geen betoog, dat Mr. Jansen stemde
tegen het uittrekken van een post voor kindervoeding.
De gemeenschap heeft natuurlijk ook met de honger
der kinderen niets uitstaande.
Een andere vraag is, wat Mr. Jansen heeft gepres
teerd in zijn kwaliteit van wethouder. In de zitting
(4de), waarin werd gesproken over de werken in ver
band met den verkoop van grond aan de firma Smul
ders, is sprake van de kosten. De geraamde kosten in
'11 vorige vergadering waren f25000 met inbegrip van
die van de verlegging eener brug, deelde de voorzitter
mede. Eén van de leden merkte op, dat de kosten nu
al f7000 hooger geloopen waren.
In zijn verklaring zegt Mr. Jansen, dat de vroegere
kosten waren geraamd zonder verlegging van de brug.
De voorzitter en één der leden verwijzen hem naar de
desbetreffende bijlage, waarin dat werk staat genoemd.
De financier-wethouder verdwaald in zijn posten!
'n Betrouwbare steun voor het College van B. en
W. bij de beraadslagingen
Dat de arbeiders van een star-clericaal als Mr. Jan
sen er een is, niets te verwachten hebben, spreekt van
zelf, gelet op zijn uitspraken bij werklooshe d en kin
dervoeding. Ook in kleinere aangelegenheden komt dit
uit. De heer Gouka stelde voor, bij de behandeling over
de concessie-verlenging van de Rott. Tramwegmaat
schappij, een ochtendtram in vasten dienst te doen op
nemen. De arbeiders hadden blijk gegeven, zich opoffe
ringen te willen getroosten bij de gedane proefneming.
Het voorstel werd aangenomen met 19 stemmen vóór,
één tegen. Die ééne was van.... Mr. W. H. Jansen.
Dit zittingjaar werd waardig besloten. Een voorstel
was ingekomen van de atd. Schiedam S. D. A. P. tot
beschikbaarstelling van goedkoope cokes voor minver
mogenden. Afwijzend beschikt. Tegen natuurlijk.... Mr.
W. H. Jansen.
Het jaar 1902 geeft geen feiten, om Mr. W. H.
Jansen bij de arbeiders-kiezers aan te bevelen. Of
1903 gelukkiger zal zijn? De gemeente nam de reini-
gings-dienst in zijn beheer. De heer Gouka doet het
voorstel, het personeel te pensioneeren op den grond
slag, dat zij voortdurend in gemeentedienst zouden zijn
geweest. Mr. Jansen is bereid, die menschen een toe
lage toe te kennen, maar niet om hun een recht op
pensioen te geven. Verder heeft Mr. Jansen tot nu toe
niets gezegd, dat van eenige waarde is voor de arbei
ders of tot scherpe afteekening van zijn standpunt. Zelfs
bij de gewijzigde verordening op de heffing van de
plaatsel. directe belasting naar het inkomen is hij zeer
neutraal gebleven. Cijfers, kleurlooze cijfers schijnen
't best bij de geestelijke geaardheid van onzen wet
houder te passen.
Aangezien nu onze Schiedamsche arbeiders niet in de
eerste plaats een statisticus behoeven, noch 'n ander
soort mensch, die z'n weelde vindt in cijfers alleen, en
aangezien niet één neiging zich uitspreekt naar den kant
der arbeiders, en aangezien Mr. Jansen is 'n dor be
ginsel-man met principes, dwars tegen allen vooruit
gang in, zoo is hij van geen kant aan te bevelen, om
z'n rol opnieuw te spelen.
Het best zou zijn, als hij in z'n politiek graf werd
gestopt, stil, geruischloos, zonder veel vertoon, omdat
misschien anders leelijke dingen zouden worden gezegd
van een doode.
Maar dat hem een rol wordt opgelegd of dat hij
't zich zelf deed, blijkt uit zijn candideering in district I.
Z'n verkiezing is zoo goed als zeker, want niet hjj
heeft medegewerkt om een mogelijke omkeering in de
hersenen van vele kiezers te bewerken. En zoo zullen
de gemeentenaren de verpersoonlijking van 't starre
behoud wederom achter de groene tafel zien.
De heeren Blaisse, Brillenburg en v. d. Schalk kunnen
met vrede gelaten worden. Zij doen 't hun kiezers ook
vanwege hun onwelbespraaktheid, maar een kort woord
voor den heer Smit. Deze heeft zich in 1902 niet
onbetuigd gelaten en een werkzaam aandeel gehad in
de zaak der korenmeters-wegers. De toenstanden in
de Gorzen heeft hij ter sprake gebracht en zijn aandeel
gehad in de erfpacht-kwestie. Het jaar 1903 is ongun
stiger voor hem geweest, maar toch.... met 'n Sociaal-
Democraat als ruggesteun, zou er nog een Katholiek
Democraat van kunnen groeien. De heer P. C. M Jansen,
spreekt nooit lang achter elkaar, maar bijt de zaken
maar kort af. Hij is.... nu ja, hij is als Mr. Jansen,
tegen erfpacht, tegen gemeentelijke zorg voor.... arme
kinderen, enfin, 't komt op 't zelfde neer. Alleen heeft
hij zoo mogelijk, nog hefager aanvechtingen dan zijn
naamgenoot, om 't openbaar onderwijs af te maken.
Dat is voor dezen heer, wat de roode lap is voor den
stier. Overigens 'n onschuldig man, behalve dat hij
over een stem beschikt, en wat dat aangaat, de meest
proletarische afgevaardigde staat hem gelijk. De schouw
over de aftredenden stemt werkelijk tot treurigheid.
Hoe is 't mogelijk met zulke soldaten iets te bevechten
maar ook, hoe is 't mogelijk, dat ze maar steeds in de
gelederen worden gesteld, 't Intellect loopt op 'n koopje
in zekere kringen binnen Schiedam.
Komt, kiezers, nieuw bloedMinder deftig misschien
wel, maar meer beschamend toch niet, kan de een
voudige arbeider optreden.
De sociaal-democratie is dood. Haar overlijden is
bekend gemaakt na de jongste algemeene staking. Ook
in Schiedam. Toch schijnt uit de bloeddroppelen van
de overledene nieuw leven te zijn ontkiemd.
De S. D. A. P. heeft haar candidaten. Die opleving
heeft de zorg in een ander kamp wakker gemaakt
Diep-gerimpeld zetelde zij in onze kiesvereenigingen.
Zij heeft saamgepakt in één greep de welgevulde
Christenenkoppen zonder onderscheid. Katholiek en on
katholiek om 't even Zij hield ze bijeen Kinderkens,
ziet, het roode zaad is weer ontkiemd en belooft nieuwen
wasdom. En de zorg strooide vrees in de harten der
kiesvereenigings-mannen van onderscheiden christelijk
geloof, en niet, wat het geloof verdeelde, bracht de
viees weer bijeen.
Komt, zeiden zij met de vrees in het haft, zijn wij
per slot van rekening niet van éénen wortel en het
antwoord wasja, want vrees verdonkert het ooi-deel.
En indien dit zoo is, aldus spraken zij, zullen dan niet
de uitbloeisels één en hetzelfde zaad ve toonen en een
en dezelfde vrucht voortbrengen. En na het eerste
antwoord luidde ook het tweede: ja, zoo is het. En zijn
niet wij deze uitbloeisels en Izullen wij niet de vrucht
aan de wereld vertoonen? Zoo deden wij en als goede
christenen stelden zij candidaten van dien éénen wortel.
En aldus geschiedt het binnen Schiedam, dat katholieken
en anti-revol. broederlijk te samen gaan, verschuilende
in de plooien van hun zwarte gewaden, de Christelijken
Historischen.
Wat goeds kan daaruit voortkomen voor de arbeiders?
Is er ook aan de belangen van dezen gedacht bij het
verbond van die sombere, zwarte groep En zij, die
van plan zijn hun stem uit te brengen op deze Ver-
bonds-Candidaten, gelooven die aan de innige ineen-
groeiïng vanwege dien wortel alleen Kom, er ge
schiedde in 1902 iets eigenaardigs in onzen Raad.
Ingekomen was een schrijven van Kerkvoogden der
Ned. Herv. Gemeente te Overschie, daarbij krachtens
een op hen rustende verplichting toestemming verzoe
kende tot het vervreemden van een inschrijving op het
Grootboek der Nationale Schuld, met gunstig preadvies
van B. en W Mr. Jansen zegt, dat hij uit oude brieven
heeft opgedolven, dat de R K. Kerk rechten had op
dat geld. Hij had zich heel wat moeite getroost om dat
probeeren te vinden, maar hij kwam met geen enkel
positief bewijsstuk voor den dag. De voorzitter zeide,
dat deze kwestie bij de rechterlijke macht thuis be
hoorde.
In stemming gebracht stemden 6 van de 7 Katholieke
heeren tegen, de overigen vóór het voorstel van B en W.
Die kwestie raakte nog niet eens het geloof, maar
slechts het zoete geld dat óf aan de Katholieke óf
Ned. Herv. Gemeente zou moeten komen.
Waarom stemde niet één enkel van de protestantsche
heeren met hun Katholieke vrienden mee? Ze hadden
toch elkander bij de vorige verkiezing houw en trouw
gezworen bjj den gemeenschappelijken wortel
't Is al meer gezegd, maar 't kan toch geen kwaad
't nog eens te doen. Al dat deftig geschetter van de
geloovige broeders, het is de saus over 't gerecht, een
taaie dikke saus. 't Ziet er heel smakelijk uit, zoo
voor 't oog, voor de geloovige arbeiders. Maar die
dringen niet door tot de kern. Ze hebben geen tijd
zich door de taaie korst heen te eten, want anders
zouden zij ontdekt hebben als sinds lang het mammo-
nistisch gerecht, dat er onder zit. 't Is een echt kapi
talist en-bakseltje, dat in de christelijke winkel is bin
nengesmokkeld en uitgestald. Dat is 't hem. De christe
lijkheid ziet er duimen dik op, op dat verkiezingsge-
scharrel, maar de kapitalistische eigengerechtigheid zit
er met klonters onder. Én die partijen werken sterk
in 't duister. Dat is óók een van de oorzaken, dat
ze niet zoo gemakkelijk op heeteidaad betrapt kunnen
worden. En het arbeiderselement wordt in die taktiek
meegesleept, is veel te weinig geschoold, om de gees
telijke leiders in de onder-onsjes aan de verloochening
van 'n zuiver beginsel te ontdekken.
Dat de woorden van strooibiljetten zelfs ('t eenige
wat van de verbonden christelijke partijen in 't publiek
komt) nog in strijd zijn met de besluiten, die genomen
of redevoeringen, die gehouden worden is een gewoon
verschijnsel en ook dat ontsnapt nog aan de aandncht
der geloovige arbeiders, omdat na de verkiezing de
belangstelling van zoo iets aardsch wordt afgeleid.
De groote kwestie is, dat de gekozenen tot nog tot-
vrij wel komen uit een klasse, waarvan de vertegen
woordigers het volkomen eens zijn welke belangen be
vorderd moeten worden en hoe Bij de bezitters draait
alles om het heilige hebben, houden en vermeerderen.
Geen arbeider drong nog in de raadshalle door, geen
man nog, los van 't bezit, maar vast aan den arbeid,
't Spreekt van zelf, dat het verschil in maatschappelijke
gesteldheid een verschil van inzicht teweeg b engt, waar
het de behartiging van gemeentezaken betreft. Dat is
het verschil. Zonder saus zouden de bezitters moeten
zeggen: Dat is mijn baksel, afblijven! mét de saus gaan
de geloovige arbeiders voor de christelijken kapitalis
ten-winkel staan om de heerlijkheid, waar ze moeten
afblijven, mee te verdedigen. Dit drukken ze uit met
te zeggen: Voor ons het geestelijke vóórop.
Maar grooter wordt de schaar, die het onchristelijke
gaat inzien van het eeuwigeneemneemgrooter
wordt.de schaar, die roept: geef! geef! Geef, de arme
verwaarloosde, den onterfde, den geknechte, geef hem
recht, deel aan de aardsche goederen, geef hem de
vrijheid.
Deze groote dingen van menschelijkheid moeten ver
kregen worden door de arbeiders-klasse, stuk voor stuk.
Eén kleine stap in die l ichting doet ge door te stem
men op de candidaten der arbeiders-partij.
Stemt die dus en geen andere.
De toestanden bij de Schiedamsche Tramweg-Maat
schappij zijn nog dezelfde als de vorige week.
Nóg kunnen we een overmatig langen arbeidsduur
van het personeel constateeren. Nóg is de rusttijd gering.
Nóg wordt het minimum-loon uitgekeerd. Hoe lang nog?
De Gemeenteraad, die de concessie-voorwaarden be
krachtigde, heeft de zedelijke verplichting op zich ge
laden, toe te zien, dat ze ook worden nageleefd. Zou
er onder onze een- en twintig raadsleden niemand ge
vonden worden, die voor het belang van den arbeider
zal durven en willen opkomen? Wie zal vt or den
proletariër eischen, wat recht is? En wie zal dat met
aandrang doen, welbewust, dat er tegenstand te over
winnen valt en er voet bij stuk gehouden moet worden
We ho,.en, maar vreezen!
Arbeiders, houdt nu de oogen open
In verkiezingsdagen smeert men u minzaam een
zoetige zelfstandigheid, in de wandeling stroop genoemd,
om den mond. En wie handig van dat artikel gebruik
weet te maken, kan op succes rekenen. Maar menigmaal
blijft de strooppot achterwege. Dan heeft men andere
middelen bij de hand.
Men werpt u met zalvend gebaar zand in de oogen
en zendt u groote biljetten thuis, waarin ge opgeroepen
wordt, u om den Heiland te scharen! En ge volgt hen,
die u opliepen ten strijd in zijnen naam!
Doch komt ge bij hen aankloppen, die onder deze
schoone leuze de Raadzaal zijn ingetreden, dan doet ge
vreemde ervaringen op.
Wanneer ge recht eischt, waar onrecht gedaan wordt,
wanneer ge recht eischt voor u en uw gezin, dan blijken
uw vrome regeerders niet te kennen, wat hun Heiland
eenmaal zeide: „Zoo wat Gij aan den gering sten mijner
broederen gedaan hebt, dat hebt gij aan Mij gedaan
Dan klinken andere woorden van de lippen der overheid
Gaat weg van mij, ik heb u nooit gekend
Neen, van recht doen blijven de arbeiders gewoonlijk
nuchter.
Krachtiger, dan de woorden van den Heiland, is
menigmaal het geklinkel der zilverlingen. Aangenamer,
dan Zijn gebod, is voor hen de dienst van den Mammon.
Geeft de arbeider zich rekenschap van de daden der
mannen, voor wie hij zich naar de stembus liet drijven,
dan moet hij menigmaal zuchten:
„Ik eischte arbeid, en Gij liet mij ledig staan
Ik vroeg brood, en Gij liet mij hongeren!
Ik had dorst, maar niemand Uwer beproefde het, mij
te laven!
Ik vroeg kennis, maar Gij legdet de zweep op mij,
die zwoegde van 's morgens tot 's avonds in het gareel
der dienstbaarheid,
Ik vroeg uitipanning na vele dagen van harden ar-
beik, en Gij hieldt U doof.
Ik vroeg opvoeding en onderwijs voor de kinderen,
die mijn leiding moesten missen, of die ik zelfs geen
leiding geven kon, maar Gij meendet, dat toekomstige
slaven geen opvoeding noodig hebben.
Ik smeekte, Zoo zou hij verde kunnen gaan.
Iedere gedachte van den uitgezogen werker aan beter
lot is een krasse aanklacht tegen de bewinsmannen van
heden en vroeger. Ziju stem blijft, als die des roependen
in de woestijn!
Daarom arbeiders, de zaak uwer kameraden aan de
Schiedamsche Tramwegmaatschappij kan Uveelleeien!
Wie zal er voor uw klasse-genooten opkomen?
„Let op hunne daden!"
Een van de middelen, waardoor het kapitalisme z'n
macht weet te handhaven, een van de middelen, waar
door het kapitalisme den arbeid aan zich heeft weten
ondergeschikt te maken en weet te houden, een van de
scharen waarmede het ondier den weerspannige, den
opstandeling tegen z'n absolute macht bedreigt, is de
Politie. Volgens velen een onmisbare instelling, volgens
anderen vrij onnut meubilair te kostbaar althans
voor de diensten welke het bewijst, is het in ieder
geval voor onze tegenwoordige samenleving er n onmis
bare instelling. We leven nu eenmaal in een maat
schappij van orrrrde, en die orde moet gehandhaafd