Buitenlandsch Overzicht BINNENLAND. Provinciale Meeting voor Vakorganisatie. Nationale Meeting worden. De viije burger in het vrije Nederland, is nu eenmaal ouderworpen aan een aantal regelen en be palingen, welke hij het ongeluk heeft voor het over- groote deel niet te kennen en nu is het noodig dat hem bij overtreding daarvan, de ooren worden gewasschen en hij op z'n nummer gezet wordt. Natuurlijk zijn die wetten niet voor niets gemaakt! 't Is op dit oogenblik ons voornemen niet, uit te weiden over de kwestie, wat men wèl en wat men niet dom mag. Daarover later wel meer. Op dit oogenblik willen we ons slechts bepalen lot het wezen, dat de organisatie van het korps orde,-handhavers, of te wel de politie. De politie is een instelling, welke door de gemeente moet worden bekostigd. Het hoofd der politie is de burgemeester, op hem volgt de commissaris. De ge meenteraad mist de bevoegdheid in de direkte organisatie van het korps in te grijpen. Toch, al is 't niet veel, kan hij wèl iets doen. De gelden voor de politie-aan- gelegenheden benoodigd, moeten door den raad worden toegestaan de burgemeester kan, bij ongeregeldheden, daaiop gewezen worden en desnoods kan de raad z'n afkeuring over het beleid des opper-EdelAchtbaren te dien opzichte uitspreken. Nu hebben wy voor onzen raad zoo'n karweitje op gedaan, en we twjjfelen niet of door verschillende raadsleden zal deze gelegenheid om hun billijkheidsge voel eens te luchten, gretig worden aangegrepen. Lui zijn onze raadsleden heelemaal niet, integendeel bizonder happig over 't algemeen om eens zooiets te berde te brengen. Hier is 't, achtbaren: Stel het hoofd der politie de volgende vragen over: Organisatie. Hoe groot is het aantal politie-agenten? Is dit voor Schiedam voldoende? Hoe is de verhouding tusschen meerderen en minderen? Staan de superieuren wel zóó hoog in ontwikkeling, in algemeene kennis boven hun ondergeschikten, dat zij meerderen zijn? Over dienst. Hce is de dienst geregeld? Zijn erbij dag- en bij nachtdienst voldoende menschen beschikbaar, zoodat er geen twee- of driedubbele dienst behoeft te worden gedaan? Is de dienst goed georganiseerd, zijn de wijken goed, dus taktisch verdeeld? Over loon. Hoe hoog is het loon? Staat dat goed in vergelijking tot den arbeid van de menschen gevergd? Wordt buitengewonen dienst behoorlijk bezoldigd Over vrije dagen Na hoeveel dagen hebben de menschen vrijaf? Wordt aan den regel de hand gehouden? Ziet 'reis, Achtbaren, als ge het met ons een zjjt, dat zij, die op „ontevredenen" passen moeten (want dit toch is de eigenlijke taak der politie) zelf toch in ietwat goede conditie staan moeten, om niet te worden gelijk zij, op wien zij letten moeten, dan moet het anders met hen worden, dat het nil is. Dan zouden er meederen moeten vijn, beter ontwikkeld, die bijvoorbeeld op fatsoenlijke wijze een dienstbriefje schrijven kunnen, en daaidoor hooger staande óók in de achting hunner ondergeschikten, dan dat er nu zijn, meerderen die 't beneden hunne waardigheid achtten in steegjes en gangetjes of achter vuiluisbakjes weg te kruipen om 'nmindere te bespionreeren. Dan zouden dag- en nachtploe gen moeten worden aangevuld, dan zouden vooral 's nachts geen 5, maar minstens 7 of 8 ploegen loopen, waardoor de menschen niet meer in 3 uren tijds schier dfiemaal Schiedam bekoelden te doorkruisen, neen, te draven, willen ze de gevergde ïoute maken kunnen. Dan zou er sprake kunnen zijn van wakende politie-agenten, nü lijken het vaak slapende harddravers. Dan zouden de menschen, die ge toch niet ontberen kunt (wel?) een beetje beter moeten worden bezoldigd, zoodat ze zoo goed als een ander, een gezin onder houden kunnen en dan, ja dan zouden ze een keertje meer dan eens in de zeventien dagen aan hun gezin gegeven kunnen worden, dan zouden ze minstens in dien tijd twee vrije dagen moeten hebben. Menschen die orde-handhaven moeten, moeten zelf ordelijk zijn kunnen, en dat kan niet bij te schraal loon, bij onzinnig zwaren dienst, dat kan niet bij domme, bij inferieure meerderen. Men maakt geen ordemannen door de menschen een helm op te zetten, 'n jas met mooie knoopen aan te trekken en een hakmes om te hangen, geef den menschen een menschwaardig bestaan, behandel ze niet langer als honden, weert uit hunne gelederen de gluiperige valsche elementen, die hun kameraads het leven nog zwaarder maken, door hen te begluren en te verraden, dan krijgt ge orde-handhavers Wie van de raadsleden vat de koe eens bij de horens Allemaal niet te gelijk hoor! Dan is 't te druk! Of moet ook dit in 't vat tot er 'ns 'n sociaal-democraat de raad is binnengedrongen?. Nou, wie weet! Harde kans! Kom, behelmde proletariërs, behoort ge niet in onze gelederen? Zoudt ge niet stemmen op onze candidaten Denk er eens over! 'k Leef als overzichtschrijver van de belangrijkste gebeurtenissen in Buitenland in een gelukkig tijdperk. Er gebeuren daar af en toe zulke mirakelense dingen, dat ik er w-1 een Moker vol over kon schrijven. Aan gezien de Redactie mjj echter beknoptheid heeft aan bevolen, vooral voor dit verkiezingsnummer, kan ik helaas mijn hart niet luchten over al de schandalen en schandaaltjes, die er zooal voorvallen. Daarom stip ik maar even aan, dat men in Italië een minister be schuldigt, groote sommen aan het land te hebben ont stolen, door steeds leveringen te gunnen aan een fabriek waar hij fiuantieel bij was betrokken. Ook zal ik niet veel uitweiden over Amerikaansche knoeierijen, die zoo pas ontdekt zijn. Wat moet ik daar echter toch van vertellen, 't Is al te mooi. In 't Dollardland is een Departement van de Posterijen. De Kongresleden, dat zijn de menschen die regeeren, hebben in den loop der' tijden aan dat depa> tement verscheidene baantjes gemaakt, die er vroeger niet waren. Met al die nieuwe baantjes gingen meest dames strijken en wel dames, waar om zoo maar eens plat weg te zeggen, een luchtje aan was. En wat is nu gebleken? Dat deze dames, die, daar zoo goed onder dak gebracht werden, afgedankte vriendinnen waren van heeren Kongresleden 't Was voor de heeren een goedkoope manier om zich oude verplichtingen van den hals te schuiven en voor de meissies een welkom toevluchtsoord. Zooals men ziet is er in Amerika voor de heeren wettenmakers nog meer te verdienen dan alleen hun salaris. Dit is echter het voornaamste nog niet, van wat ik je dezen keer te vertellen heb. Dat is in Frankrijk gebeurd. En dat ik je dat nou vertel, dat is niet zoo zeer om jullie een plezier te doen, dan wel een specialen vriend van me. Of ik, sociaal-democraat dan ook al aan bevoorrechting doe! Ja, je moet me heusch niet kwalijk nemen, maar voor een goeien vriend heb ik veel over. En als die goeie vriend dan bovendien nog een collega van me is, en dat is-t-ie, hij is ook redacteur van een krant, zie, dan is niks me te veel voor hem. Nou moet je bovendien nog weten, dat die amice van me, de laatste maanden vaak moeilijke oogenblikken heeft gekend, oogenblikken, van heiligen toorn over vermeend onrecht, oogenblikken, die zijn scherpe jour nalistenpen nog botpardon nog scherper hebben gemaakt. De gal is 'm door zijn hloed geloopen van nijd en verontwaardiging. Waarom of mijn vriend zich dan toch zoo gelig had gemaakt? Wel, de congregratie's (kloosterorden), die allerwegen in Frankrijk schooltje speelden werd het een beetje lastig gemaakt door de Regeering. B't Zijn toch zulke goeie, beste brave zielen," zei mijn vriend, „menschen, die geen ziel leed zouden kunnen doen, die integendeel, ontzaggelijk veel goed doen en zich vooral het lot van weezen en andere ongelukkigen uitermate aantrekken." Vooral de nonnetjes waren aller-aller-allerbraafst. Ik, als Schiedammer, die nooit verder geweest ben als Overschie en Rotterdam, kende die nonnekens en paterkens natuurlijk niet, maar op gezag van mijn vriend een waarh-idslievend man nam ik dat natuurlijk aan. 'k Probeerde wel om 'm te troosten, door te zeggen ja, jó, 't is misschien wel niét precies rechtvaardig om die menschen der schooltjes af te nemen, maar je moet maar denken, het wettig gezag wil dit zoo en daar mogen jij en ik, als ordelievende mannen niet tegen op komen t Gaf echter niets. Hij bleef maar murmureeren van brave paters en zelfopofferende nonnen en hij werd met den dag geler. Nou heb ik echter wat gehoord van enkele van die nonnetjes, dat ik mijn vriend moet vertellen. Hij kan dan zien, dat het niet allemaal zulke brave vrouwen en meisjes zijn. als hij met zijn onbedorven gemoed veronderstelde. Ter zake: Voor de rechtbank te Tours hebben 6 nonnen terecht gestaan. Ze waren van de orde: Onze Lieve Vrouwe van de liefdadige toevlucht. De hoofd zuster heet Sainte-Rose. De weezen, die in dat „lief dadige toevlucht" werden verpleegd moesten per dag 16 uren arbeiden. Verschrikkelijk was de behande ling der arme kinderen als zij het ongeluk hadden niet hard genoeg te werken. Ze werden door de „liefde volle" zusters met het hoofd tegen den vloer gekinkt, met koude stortbaden behandeld of met vuilnis inge smeerd. Menig kind is tengevolge van deze „liefdevolle" verpleging gestorven. Vele meisjes leden aan aandoe ningen der longen. Men schoor de kinderen het hoofd kaal om haar het ontvluchten te beletten. Zoo heeft men verschillende meisjes meer dan twintig jaar lang uitgebuit en mishaudeld. Ook was men daar niet vies van erfenisjes, die den kinderen ten deel vielen. Die slokte men zelf maar op. Het. hoofd van deze „liefdevolle" zusters kreeg twee maanden gevangenisstraf, haar helpsters werden vrij gesproken. De bevolking is woedend over zoo'n lichte straf en de „liefdevolle" zuster zelf is in hooger beroep gegaan, in de hoop genadiger rechters te viuden. En hoe is 't nu met mijn collega en vriend Kén van de aelit. 7 Volk besp'ak onlangs onze tegenwoordige minister van marine, de heer Ellis, t)ij de gratie van Dr. Abraham Kuyper met een minister portefeuille gezegend, waaruit wjj citeeren: Wij weten nu wel, dat de heer Ellis een vol bloed reaktionair is, en dat hij het met dit ministerie eens is in de praktijk. Maar hoe staat het met zijn beginsel? Behoedt dat hem wel voor afglijden van de christelijke grondslagen van ons volksbestaan? Hierop komt immers voor de regeering alles aan. Is de heer Ellis opgeschoten uit den gemeenschappelijken wortel des geloofs? Of is zijn stengel uit een of anderen zonder lingen vreemden bloempot tusschen de stengels der antirevolutionairen en katholieken terechtgekomen? Of is de heer Ellis wellicht een van die zeestengels, die er geen wortel op nahouden, zich in eiken bloempot waar het goed leven is, tehuis gevoelen? Bij de marine-debatten nu schijnt minister Ellis het er op te hebben toegelegd, de vragen van Het Volk te beantwoorden, althans te toonen wat stengel er bloeit door hem in de christelijke ministerieele bloempot. Erg voordeelig voor hem is z'n optreden niet geweest z'n antwoord aan Staalman nóch aan Hugenholtz kan bevredigend heeten. Plaatsruimte belet ons er op in te gaan, doch ziehier enkele beoordeelingen der burgerlijke pers (onverdachte bronnen). De Telegraaf: Zoo'n vreemde, om niet te zeggen „rare" minister trad bij ons nog zelden op.... Nieuwe Rott. Courant: Kort en bondig worden de stellingen en beweringen er uitgesmakt; een slag met de hand op tafel, en het staat er, alsof tegenspraak onmogelijk is. Zoo spreekt er wel een hooge mate van zelfvertrouwen uit de wijze van debatteeren van dezen minister, maar of dit de manier zal zijn om het ver trouwen der Kamer duurzaam te winnen, zouden wij betwijfelen. Overtuigende kracht gaat van zijn betoog niet uit. De argumenten zijner tegenstanders neemt de minister slechts zelden op. Hjj plaats tegenover een lang gedokumenteerd betoog in enkele korte zinnen zijn partikuliere beschouwing, die men heeft te aan vaarden of af te wijzen, zonder dat voor toenadering mogelijkheid schijnt. Handelsbladvan morgen was het eenvoudig mal. Een minister, die alleen de aandacht van de Kamer houdt zoolang hjj grappen verkoopt en voor de rest zich van de belangrijkste zaken afmaakt met eenige rad en binnensmonds uitgestooten zinnetjes, de leemten tusschen het gesprokene aanvullend met volhardende potloodprikken in de tafel of met drukke hokus-pokus gebaren, die aan de schoonste oogenblikken van Bam berg herinnerden, zulk een minister kan op den duur geen vertrouwen bij de Kamer wekken. De heele zaal zat somtijds te proesten van 't lachen Maar men lachte niet met den stillen glimlach dien een fijne geestigheid wekt, nog met een gullen lach die een rake aardigheid doet klinken, doch met den half ver holen stiklach en met afgewend hoofd zooals men lacht om een dwaasheid terwijl men het niet wil toonen. Het Vaderland Voorhands hebben we aan hem een Minister, die van den socialen kant, die tegenwoordig het werk van eiken bewinsman, zoo hoog gezeten als hij, behoort te vertoonen, heel geen begrip heeft. Mag men nu denken, dat minister Ellis het pronk juweel van dit kabinet is? Hoe dit zij, 'tis er één van de acht hoe zijn de anderen Hugenholtz is vorige week op „logies" gegaan hem goedgunstig dooi' onze van klasse-zucht-vrije- justitie voor 1 maand toebedacht. Van <ler <*oes heeft in hooger beroep inplaats van 4 maanden 1 maand gekregen. Wij wenschen de slachtoffers der Nederl. justitie-haat moed en sterkte tijdens hun „straf" en roepen hun een hartelijk „tot weerziens" toe. Deze meeting heeft plaats op Zondag 5 Juli 1903 in het Agnetapark bij Delft. Als sprekers treden op A. W. Ammerlaan, van Amsterdam; H. Spiekman, van Rotterdam en J. A. Bergmeijer, van Dordrecht. De Meeting wordt opgeluisterd met muziek. Zie inliggcnde circulaire. Bezoekt vooral deze meeting Ten gunste der Geheelonthouding zal op Zondag 5 Juli a. s deze meeting plaats hebben te Arnhem. Van verschillende richtingen komen afgevaardigden, zoowel Nat. Chris. Geh. als leden der Ned. Vereen. Dat deze meeting zal slagen behoeft geen betw(jfeling. Ook sprekers van alle richtingen komen, en zullen het woord voeren, behalve.... een katholiek. Waarom geen katholiek spreker? Onder dit opschrift schrijft het comité het volgende: Teneinde het verwijt te. ontgaan dat wij geen Spre kers van alle richtingen doen optreden, diene de mede- deeling, dat niet minder dan 5 R. K. sprekers zijn aangeschreven, welken allen bedankten. De zesde Dr. Vullings nam het aan en bedankte later. Daarna zijn nogmaals 3 sprekers van Dr. Vullings richting aangeschreven, die weder allen bedankten en eerst daarna zijn wij er toe overgegaan een niet Katholiek 4e spreker uit te noodigen. Het Comité. Op Donderdag 9 Juli 1903, 's avonds ten 8 uur, geeft de afd. Schiedam van de Ned. Ver. tot Afsch. van Alcoholk. dranken, weer een Openbare Feestvergadering in „Constantia". De Rotterdamsche geh. onth. zangver-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 3