Schandelijk.
Buitenlandsch Overzicht.
BINNENLAND.
liuis de laatste besprekingen te houden en de noodige
eindregelingen te treffen.
De zaak marcheert, er heerscht alle geestdrift om
de Hollandsche „compagnons" het verblijf zoo aangenaam
en nuttig mogelijk te maken.
Wij worden afgehaald met een grooten stoet. De
harmonie van het Volkshuis, honderd man sterk, is
daarbij.
Vegetariërs gelieven direct op te geven of zij vege
tarisch bereid eten wenschen, dan zal daarvoor gezorgd
worden.
Wij geven den deelnemers ook in overweging om
wat Belgisch nikkel kleingeld meê te nemen, dat is
gemakkelijk.
Men mag een vijf- en twintigtal sigaren vrij van
inkomende rechten meebrengen. De vrienden ginds
trakteert men met een goede Hollandsche sigaar.
De feestelijke avond-bijeenkomst eindigt om 10 uur,
dan kunnen zij die vermoeid zijn vroeg gaan slapen,
en zij die nog wat meer van Brussel willen zien, hebben
daartoe ook nog gelegenheid.
De vrienden te Gent konden wij Zondag niet bereiken
omdat alles naar Ostende was, waar de feestelijke
opening van het nieuwe proletariërshötel-aan-zee plaats
vond.
Wij gingen daar ook heen om onze zaken te regelen
en ook om zoo'n Belgisch feest eens van nabij te zien.
Dit voorproefje belooft veel: een groote stoet met
ontelbare banieren en zeer vele goede eigen muziek
korpsen met kunstig beschilderde borden op de gelegen
heid toepasselijk, er tusschen, marcheerde van het station
door de stad die nu overvnld is met de Belgische
bourgeoisie, die jdaar hare vacantie geniet. Alles liep
te hoop, om die brutale socialen te zien met hun ont
plooide banieren en opwekkende muziek, die zoo brutaal
ook haar recht op zomerrust, zomergenoegens en frissche
zeelucht kwam opeischen.
De openingsspeechen werden door Van der Velde,
Anseele en Langendonck gehouden.
Het is een hotel van 60 kamers, waar men voor een
prijs die voor Ostende zeer laag is, pension bekomen
kan. Men neemt er ook aan, kinderen in pension te
houden, zonder dat de ouders mede komen.
Anseele die de openingsrede uitsprak, zeide er o. a.
„Dit hotel beteekent, dat de werklieden begrijpen dat
z\j ook recht hebben op rust en ontspanning en dat
recht willen erkend zien.
Maar dit hotel zal niet alleen een logement en eene
eetplaats zijn voor hen die een reisje naar Ostende
kunnen doen.
Tien weken per jaar dient het als nationaal en
internationaal Volkshuis, maar 't overige van 't jaar
zal het dienst doen als socialistisch lokaal, waar de
werklieden van Ostende, de arme maar brave visschers
zullen georganiseerd en gereed gemaakt worden tot den
strijd. Toej
Ik zie reeds onze samenwerkende visscherssloepen de
zee doorkruisen, gereed om ook den Oceaan voor het
socialisme te veroveren." Langdurige toej.)
Onze partijgenoot Bosman sprak een woo d namens
eenige aanwezige Hollandsche partijgenooten.
Zulke weelde kan zich nu een groote coöperatie ver
oorloven, Hollanders knoopt dat in uw ooren, tracht
dat ook te bereiken!
Ons bestek laat niet toe meer van dit feest te be
schrijven. Het liep niettegenstaande het slechte weer
uitstekend en opgewekt van stapel. De regeling met
de Gentsche gezellen is getroffen, en hun program biedt
ook een dag van veel genoegen aan.
Ten slotte verzoeken wij nog alle gezinnen die op
één kamer willen logeeren, zulks door middel van hun
secretaris met opgaaf van aantal op te geven.
üit Vooruit blijkt, dat de beide Gentsche zangmaat
schappijen „Verbroedering" en „Zustermin" van een
voorgenomen reis naar Saint-Malo in Frankrijk hebben
afgezien, ten einde de Hollandsche gezellen op 16
Augustus mede te kunnen onthalen. De leden van den
Marxkring, die naar de badplaats Ostende zouden gaan
korten met hetzelfde oogmerk hunne reis is.
„De een z'n dood, de ander z'n brood", zegt het
spreekwoord, en in vele gevallen is dat waar. Doch
ditmaal is dat spreekwoord verandert op de cartonnage-
fabriek van den heer M. Schaap, en wel in den vol
genden zinDe een z'n dood, de ander ontslag. Het
geval is nl. ditDe meesterknecht van bovengenoemde
fabriek is eenige weken geleden gestorven. Hoe die
man voor het personeel is geweest willen we niet be
schrijven, alleen dit zij vermeldt, dat hij bij het vrou
welijke personeel niet erg bemind was.
De heer Schaap wilde, dat door het personeel een
krans werd gegeven, op de kist van den afgestorvene.
Voor dit doel circuleerde een lijst, waarop ieder kon
teekenen, als hij (zij) wilden? Geen dwang mocht wor
den uitgeoefend bij het al of niet teekenen zei Schaap.
Eén der meisjes, welke circa acht jaar op die fabriek
is werkzaam geweest, en bijna de oudste wasweigerde
op de lijst te teekenen, de anderen deden het (met
tegenzin).
Nu werd het meisje, dat niet geteekend had, op het
kantoor ontboden. Daar vroeg de patroon, waarom dat
zij niet geteekend had. Het antwoord was ongeveer
als volgt
„Omdat ik voor een krans geen geld over heb, en dan,
„wij hebben tijdens het ziek zijn van den meester geen
„belangstelling betoond, dus vind ik het nu ook onnoodig
Zoo, zegt de patroon, ben je zóó consequent, dan zal
ik ook eens consequent zijn.... Over veertien dagen
heb je ontslag.
We hebben gewacht met dit bekend te maken daar
we wel verwachtten, dat den heer Schaap dit ont
slag zou intrekken, maar mis hoorjl. Zaterdag was
het voor dat meisje afgeloopen. Haar moeder is weduwe
en moest hoofdzakelijk van haar verdienste bestaan,
maar daar denkt mijnheer de patroon niet aan.
Als men nu eens nagaat, dat door die meisjes 4 a 5
gld. wordt verdiend met een werktijd van 's morgens
7 tot 12 uur en 's middags van iyg tot 6V2 uur, dus
tien uur per dag, en dat daar zoo af en toe nog een
hvartje boete van betaald moet worden, dan zegt men
het is schandelijk dat zoo'n meisje daarbij nog ge
dwongen wordt geld voor een krans af te staan.
De heer Schaap schijnt echter een bizondere hooge
eer te stellen in kransen op een doodkist. Welnu,
gaarne willen we hem ook die eer bewijzen. Voor
dat doel zijn we bereid een steunpenning te openen
voor bijdragen, om op de kist van den heer Schaap een
heele mooie krans te kunnen leggen als hij dood is.
Dan behoeven daarvoor tenminste geen slachtoffers
te vallen. Wie geeft de eerste bijdrage?
Veertien dagen geleden heb ik mijn ergenis in De
Moker al eens gelucht over de houding van vele Katho
lieken tijdens de ziekte van den Paus. Nu bevat de
Nieuwe Courant een brief uit Rome, waaruit we een
gedeelte overnemen om te laten zien, dat de algemeene
stemming daar verre van ontroerd was.
Ging het in de laatste dagen weinig vormelijk toe
binnen de Cortile van San Damaso, buiten het Vaticaan
geleek het Zondagavond wel kermis, de osteria's (her
bergen) achter de zuilengaanderij zaten stampvol en
tingel-tangel-vrouwen kwamen met krijschende stem
liedjes zingen. Er heerschte een lawaai dat door de
tegenstelling met lietgeen in de Pauselijke slaapkamer
voorviel, zeer pijnlijk aandeed. De luidruchtigheid ver
minderde zelfs niet toen het katholieke blad La Voce
verscheen op ongewonen tijd en het bericht bracht dat
de groot-penitentiaris, kardinaal Serafino Vannutelli,
reeds zijn intrek in het Vaticaan had genomen, wat
het duidelijkste bewijs was, dat de dood ieder oogenblik
kon intreden Tot 12 uur doolde ik nog rond op de
Piazza, maar ook onder de reporters, die zich intusschén
een nachtverblijf in de open lucht hadden gezocht, op
de treden van de Egyptische Obelisk (het hoofd gekeerd
naar de vensters van 's Pausen slaapvertrek) heerschte
de meening, dat men den dageraad moest afwachten,
om er achter te komen of Leo XIII nog leefde, want
omstreeks dien tijd verscheen 's Pausen dienaar, Pio
Centra, altijd voor het venster der slaapkamer en wierp
dan de blinden even open.
Toen ik vanmorgen om 5 uur weer op de Piazza
terugkeerde, zag ik de reporters (verslaggevers) van den
vorigen avond reeds druk redeneerend de tooneelkijkers
richten, want nog altijd was Pio Centra niet verschenen.
Het werd zes uur en overal bleven de vensters gesloten.
Om half 5 's avonds weerklinkt eensklaps een
oorverdoovend gebrul door de straten en onder mjjn
raam. Men schreeuwt de Giornala d'Italia uit, die het
doodsbericht brengt. Op straat loopt ieder met dat
blad in de hand.
Na de vespers begingt men ook de klokken te luiden,
die klokken welke Rome den dood des pausen moeten
aankondigen. Ook dat gelui is een teleurstelling, want
het plechtige ontbreekt er aan. Het zijn niet de breede
volle tonen, welke wjj hebben verwacht. Het is een
zenuwachtig samenspel van zes verschillende klokken.
Ten slotte verschijnen ook de dagbladverkoopers met
de andere couranten, de camelots (vensters) met brief
kaarten, die het portret van „il santo Padre" (den
heiligen vader) toonen, vrouwen, die waaiertjes ver-
koopen, en ieder schreeuwt en gilt zijn waren uit met
een stem, die tot in de sterfkamer moet worden gehoord.
Op de Piazza bewegen de Italianen zich levendig
door elkaar: een vreemdeling zou hebben geloofd, dat
Rome een volksfeest vierde. Ook de osteria's zitten
stampvol.
'k Zou zoo denken daar hebben we vooreerst genoeg
aan. Erg veel gevoel, erg veel smart, erg veel eerbied
spreekt daaruit niet voor den „door den geheelen wereld
beweenden Heiligen Vader". Zooals de Katholieke pers
den paus waarachtig nog durft noemen. En algemeene
rouwdagen van hoogerhand uitgeschreven kunnen in
dezen al heel weinig goed maken. Als de rouw kunst
matig moet worden gekweekt, dan zullen de rouwenden
zich de oogen ook al niet rood weenen. Maar die echte
smart, die zich nog niet in publiek vertoon behoeft om
te zetten, mist men ten eenenmale, naar het schijnt.
Wat toch te zeggen van Katholieken, die zooals de
St.-Jozefmanuen uit Utrecht deden, lustig feestvierden,
terwijl de Paus pas gestorven was En ook in Schiedam
hebben wij Sociaal-democraten, die wel niet van Paus
gezindheid of Paus-aanbidding verdacht zullen worden,
hebben wij aanstoot gevonden in de houding van een
Katholieke vereeniging hier uit de stad, tijdens den
doodstrijd van den Paus.
Die zekere mate van onverschilligheid van onge
voeligheid zou ik haast zeggen omtrent het wel en wee
van het opperhoofd van de kerk heeft ons echter één
ding duidelijk bewezen, nl. dat het geen liefde is, geen
eerbied, geen hoogachting, die de katholieken zoo nauw
bijeen houdt, dat er geheel andere factoren zijn, geheel
andere middelen moeten worden aangewend,, om de
verhoudingen in de Katholieke kerk te doen blijven,
wat ze zijn. En deze bevestiging van wat reeds lang
vermoeden was, pleit niet in 't voordeel van den Katho
lieken Godsdienst en haar belijders.
De schermutselingen, de voorpostgevechten oftewel
de intriges om de pauskeuze zijn reeds druk aan den gang.
Tegen kardinaal Rampolla zijn geheime documenten
aan de kardinalen rondgezonden.
Tegen Vannutelli is het gerucht verspreid dat hij
zijn reusachtig fortuin langs oneerlijken weg heeft ver
kregen.
Ook worden er brieven van wereldlijke dames ge
bruikt, om dezen kardinaal te kompromitteeren.
Of die brieven echt of valsch zjjn, of de geruchten
omtrent de beweerde oneerlijkheid van dezen kardinaal
gegrond of ongegrond zijn, doet er voor ons weinig
toe, alleen de gebruikmaking ervan teekent het ge
scharrel om den pauszetel.
Ten slotte een kleine bemoediging voor miliciens, die
het genot en de eer zullen hebben te mogen deelnemen
aan nog mogelijke manoeuvres. Die houdt men natuur
lijk overal, waar men in 't bezit is van soldaten, zoo
ook in Oostenrijk-Hongarije. Daar heeft men dit sol
datenspel gehouden in de verschrikkelijkste hitte, zoodat
er 15 soldaten overleden aan een zonnesteek, er
22 voor dood bleven liggen en nog vijftig anderen
direct naar het hospitaal moesten worden gebracht.
Hoe heerlijk niet waar, hoe zalig op het veld van
eer voor je vaderland te mogen sterven.
Gelukkige miliciens.
De plaats, waarbij deze nederlaag van het Oosten-
rijksche leger plaats vond, heet Bilek; daarom zal men
voortaan dezen strijd tegen de natuurkrachten en wel
meer speciaal tegen de zonnewarmte noemenden
slag bij Bilek.
't Volgende bericht deed in de pers de rondte:
„Tien dagen geleden is de weduwe B. in de Nijver
heidsstraat te Deventer, wegens niet betalen van huur
uit haar woning gezet. Sedert den dood van haai
man had zij geen inkomsten meer voor haar en hare
vier kinderen. Het armzalig inboedeltje staat nu sedert
de executie aan den Rijstenborgerweg. Wat nog
eenigszins bruikbaar is, bederft door regen en zon.
Een paar dagen geleden is de arme vrouw met haar
kroost door een milddadig ingezetene ondergebracht
in een der volkslogementen."
Ziedaar, zóó wordt eens een staaltje vertelt van
ellende, van ontbering, van lijden in 't gastvrije
Nederland, het ons zoo dierbare Vaderland, dat wij
geleerd hebben te beminnen, dat wij in tijd van nood
zullen offeren ons goed en ons bloedkoud en stroef
vertelt onze burgerpers hoe daar ergens in Deventer
'n vrouw met vier kinderen het in-gure karakter van
datzelfde „gastvrije" Nederland ondervindt, waar haar
zelfs geen dak boven het hoofd wordt toegekend.
Eén staaltje wordt nu eens gemeld zou 't wel
bepaald eenig zijn
Zondag zijn te Utrecht weer eens vergaderd geweest
de afgescheiden af teelingen van het Nederl. Werklieden-
Verbond. De groote janboel sinds de Alg. Verg. ontstaan,
is nog lang niet ten einde naar "t schijnt. Trots de
groote verdiensten van het Verbond, kunnen wij over 't
geharrewar en de beroering erin toch maar niet droef
gestemd worden, 't Wil ons toeschijnen dat het oude
besje zoo zachtjes aan uitgeleefd raakt en plaats
hoort te maken voor jonger krachten. Misschien dat er
met kunst- en vliegwerk nog eenigen tijd wat leven in
te houden is, doch van langen duur kan 't niet zijn.
Te Utrecht nu is besloten, nogmaals pogingen in
't werk te stellen tot verzoening met het Hoofdbestuur.
Rotterdam, dat in de heele historie duchtig de hand
heeft gehad, en van de scheurig het leeuwenaandeel
voor z'n rekening heeft te nemen, wilde maar van alle
onderhandelingen afzien en een nieuwe vereeniging
stichten. De vergadering echter besloot eerst nog wat
te onderhandelenmaar als 't niet lukken wil,
nou ja, dan maar een nieuwe vereeniging.
't Wil ons voorkomen, dat de werklieden-verbonders
(de afgescheiden afdeelingen althans) zich tamelijk bij
den neus hebben laten nemen door Rotterdam. Wordt
er een nieuwe vereeniging opgericht, 't zal blijken te
zijn een doodgeboren kindje met 'n lam handje en een
stijf nekje. De aarts-conservatieve geest der afd. Rot
terdam, (waar vooruitstreverige, 0 neen, aan-'t-aller-
oudst-kleverige individuen als De Klerk en de Rot de
eerste viool spelen, den toon aangeven) en die aan de
toch al stramme bewegingen van 't Verbond nog altijd
'At