BINNENLAND. Toch tevreden. Droevig, droevig! nen, dat het Hamburgerblad, de Hamburger Echo sedert het begin van dit jaar haar abonnentental met 5000 zag toenemen. Het bedraagt nu 39000. Italië. Zoodra een nieuwe Paus de, door het ster ven van Pius IX, ledige plaats had ingenomen, deden allerlei berichten de wereld versteld staan over de zonderlinge opvattingen van den nieuwen kerkvorst. Hij zou zeer nederig zijn, zich niet met de politiek inlaten, niet in het Yaticaan opgesloten willen blijven, enz. Al de legenden, die zoo zoetjes aan in omloop kwa men, kunnen nu evenwel worden weggeborgen. Pius IX of X, 't is lood om oud ijzer. Dat blijkt uit een toespraak, door den laatste gehouden tot het consistorie „Voor het heil der kerk is het noodig dat de Paus vrij is, en hij betreurt het, dat de kerk op wereldlijk gebied verdrukt wordt. Hij was verrast over het opzien, teweeggebracht door de uiteenzetting zijner regeerings- beginselenhij zou immers den weg volgen van zijn voorgangers, en hij komt op tegen de meening dat de Paus zich niet met de politiek zou moeten inlaten, immers het zou onmogelijk zijn, de staatkunde af te scheiden van de opperpriesterlijke leiding van geloof en zedeleer. De paus moet betrekkingen blijven onderhou den met vorsten en regeeringen, ten einde de veiligheid en vrijheid der katholieken te kunnen handhaven". Anders gezegdDe paus beschouwt zich als een politiek-gevangene en evenals zijn voorganger erkent hij de Italiaansche regeering niet. Het grondgebied de Kerkelijke Staat hem in 1871 ontnomen zou hij dus gaarne weer ouder zijn gezag zien. Geestelijk opper hoofd te zijn, is hem niet voldoende. Het wereldlijk gezag lokt hem ook aan. Een aardig bewijs van het niet-erkennen der Ita liaansche overheid levert het volgende gebeurtenisje Een brand op het Vatikaan, die de zeer zeldzame bibliotheek bedreigde, moest bij ontstentenis van de eigen verroeste brandspuiten, worden gebluscht door de wereldlijke brandspuit der gemeente Rome. Na afloop kreeg de kommandant van de brandweer be dankjes van den paus en zijn rijksgrooten. Negeeren kan men wel Italië's koning, maar niet Italië's brandspuit! Oostenrijk. In de hoofdstad Weenen is de regeering der stad in handen van driemaal christelijk overgehaalde antisemieten. Evenals Dr. Kuiper hechten deze broeders zeer veel aan den eed. Iedere beambte der gemeente moet vóór zijn indienst treding den volgenden eed afleggen, dien wij in de wel willende overdenking van onze Christelijke bestuurderen aanbevelen „Ik verklaar op mijn eerewoord, dat ik trouw en gehoorzaam zal zijn aan Zijne Keizerlijke, Koninklijke en Apostolische Majesteit Frans Jozeph den Eerste, zoomede aan de opvolgers uit het Doorluchte huis Habsburg-Lotharingen, en met al mijne kracht te zullen bijdragen tot de eer en de welvaart van de stad Weenen, en alle kwaad van haar te weren. „Bovendien verklaar ik op mijn woord van eer, dat ik behoor noch zal behooren tot een partij, die republikeinsche, of aan Oostenrijk vijandige doeleinden nastreeft." Voor gezagsmenschjes om van te watertanden! België. Meermalen waren we in de gelegenheid iets te zeggen over verkiezingen in het Zuiden van ons land in verband met de eigenaardige opvattingen van zedelijkheid, die men daar huldigt. Denkt aan Sittard! Bij onze Zuidelijke buren, de Belgen ziet het er niet veel beter uit. Ook daar kennen de klerikalen rare zedelijke grondslagen. Het blad van priester Fonteyne, 't Vrije Volk, deelt mede, wat de oficieele katholieke Staatspartij in Vlaan deren uitgeeft voor verkiezingen „In Aalst kost een gemeentekiezing gemiddeld 50 duizend frank. „In Brngge is meer dan 200 duizend frank verteerd. „Te Mechelen en Namen strooide men het geld met gansche hoopenmen heeft er stemmen gekocht zooveel als men er noodig had! „In 't Zuiden van Vlaanderen heeft een klooster 15.000 fr. (zegge vijftien duizend fr.) gegeven voor de gemeente kiezing „De behoudsgezinde partij wordt van dag tot dag eene partij van publieke omkooperij en van ontzedelijking. „De bewaarders (conservatieven) van Berchem bij Oudenaarde hebben van een aanzienlijk deel der katho lieke jongheden drinkers, om niet te zeggen dronkaards gemaakt. En, och hemel, onze klerikalen zijn zoo benauwd, dat de zedelijke grondslagen onzer samenleving, door de rooien worden aangetast! Nou, nou! Rusland Steeds hatelijker treedt de regeering van dit land tegen de Joodsche onderdanen op. Eu het zijn niet alleen de proletariërs onder de Semieten, die worden getroffen, neen, ook de kapitalisten weet men te vinden. De Russische minister Von Plehwe heeft een circulaire uitgevaardigd waarin aan de joden verboden wordt de badplaatsen van de Krim, van Kaukasië of van de Baltische zee te bezoeken. Uit dit verbod straalt wel al de verachting door, waaraan de joden in Rusland ten prooi zijn. De Russische groote wereld wil in hare badplaatsen geen joden ontmoeten. „Als ze zóó doen tegenover hun joodsche mede-kapi talisten, hoe zullen ze dan wel de armen behandelen!" zegt Het Volk. Moord en doodslag, knoet en gevangenis voor de armen, verbanning uit de kringen van hunsgelijken voor de rijken. Hoelang zal dit stelsel het nog uithouden? De kruik gaat zoolang te water, tot ze berst! Wie hoorde nimmer over „Arm Friesland" spa-eken? Die landstreek in ons vaderland, welke haar zonen en dochteren niet behoorlijk voeden en huisvesten kan? Wie las niet menigmaal in de bladen het bericht, dat talrijke arbeiders uit die streek hun fortuin in den vreemde gingen zoeken. Ook nu weer trekken, zoowel gehuwden als ongehuwden naar Duitschland, om daar tijdelijk te werken bij den veehouder of in de mijnen. Het heidedorp Zwaagwesteinde óók in ons dierbaar vaderland, met zijn rijke en weelderige landouen ge legen, is een oord vol treurigheid. Te midden van plassen water liggen er de hutten der menschen, opgetrokken van hout en plaggen, deels met oude rieten daken. Hoe in-treurig het met de woningen gesteld is, kan blijken uit de beschrijving van een tweetal, dat door de Gezondheids-Commissie daar ter stede is afgekeurd. Op grond van de opgesomde feiten, zijn de krotten tot onbewoonbaar verklaring voorgedragen Ie. Dit is een woning in het dorp Zwaagwesteinde, L 335, bewoond door den eigenaar Taeke Zandstra. Het eenige vertrekje bevat één niet te openen venster groot 20 d.M3., terwijl de bodem niet bevloerd en zeer ongelijk van oppervlakte is. De z.g. slaapplaats is op wat stroo op den grond. Privaat ontbreekt, water wordt verschaft door een gat in den grond achter het huis. In den afvoer van vuil water wordt niet voor zien, de staat van onderhoud is zeer slecht. De muren hellen over en worden gestut door een aarden wal. Een gat in het dak dient voor schoorsteen. Gaten in de muren worden zoo goed mogelijk gestopt. 14 konijnen met eenige jongen en een kat zijn de medebewoners. Zoo leven daar de proletariërs. Is het wonder dat velen dit oord ontvlieden, waar jammer en ellende schering en inslag zijn? Het tweede paleisje: een woning, bewoond door de eigenares Tjitske Postma, gelegen te Zwaagwesteinde L 318. Het eenige vertrek in deze woning is lang 2.5 M., breed 2.5 M. en hoog 1.8 M., alzoo pl.m. 11 M3. Er is slechts één raampje van pl.m. 20 d.M3, dat niet geopend kan worden. Een vloer van steen of hout is niet aanwezig, de bodem ligt beneden den beganen grond. De watervoorziening geschiedt uit een naburige sloot, gelegenheid tot afvoer van afvalwater ontbreekt, evenals een privaat. In het huisje verblijven een geit een paar kippen als medebewoners. Welk een samenleving, die zulke toestanden kent! Welk een heerlijke, hartverheffende beschaving! Bij het Christelijk regeeringsbeleid is de Mammon al menigmaal om het hoekje komen gluren. Nu weer is aan de hoogeschool te Utrecht als theo logisch professor benoemd Dr. Hugo Visscher buiten alle aanbevelingen om. Een tot oordeelen bevoegd theoloog schrijft aan Het Volk „Dr. Hugo Visscher is mij vau de Universiteit be kend. Nooit heb ik iets bijzonders aan hem bespeurd. Hij promoveerde cum laude (met lof), maar overigens is er geen roem van hem uitgegaan. Een wetenschap- pelijken naam heeft hij zich niet veroverd. Hij is op grond van zijn dissertatie kerkhistoricus, doch wordt benoemd als docent in de wijsbegeerte en in de weten schap der vreemde godsdiensten. „Als er één leuze van dit Kabinet van partijgeest getuigt is het deze. Het eenige wat tot verschooning zou kunnen dienen, is dat, in het algemeen gesproken, de Nederlandsche theologie niet in bloeienden toestand verkeert, en men dus geen ruime keuze heeft. Toch was een betere keuze dan deze mogelijk." Een betere keuze! Wat beteekent het belang van het hooger onderwijs zelfs in de theologie als het laatje er niet bij te pas komt. Neen, de dubbeltjeskwestie zit er dik op g|Nieuws uit het kamp der Christelijke jongelingen. In Utrecht is de heer Van Dam, lid van zulk een gezel schap uitgestooten uit het midden der broederen, omdat hij in Het Volk een stuk schreef, waarin hij Troelstra prees na een debat met Dr. Kuiper. Op voordracht van het bestuur werd deze boosdoener geroyeerd. Nu, leden van jongelingsvereenigingen zijn tot oor deelen en veroordeelen bevoegd. Die kunnen over hun kameraden den staf breken. Ter opluistering het volgende bericht, dat als his torisch aan Het Volk wordt gemeld Woensdag was het voor de christelijke jongelings- vereeniging te Zwolle een dubbel feest nl.'t was dank dag en tevens vierde de vereeniging haar gouden jubi leum. Mr. Sybrandy werd als feestredenaar onder luid gejubel en voortdurende hoera's de zaal binnengevoerd. Daarna volgde voorlezing van een telegram van dr. Kuyper, dat Zijne Exellentie een glas ledigde op het welzjjn der vereeniging. Daverend hoera! Toen volgde voorlezing van een telegram van den commissaris der koninging in deze provincie, die ook uitgenoodigd was, en waarin het meldde dat hij ver hinderd was te komen wegens rouw in zijne familie. En weer volgde een daverend „hoera-a-a." Dit ging den voorzitter te ver en een bestraffende speech was het gevolg van deze ontboezeming. Menigeen weet bij ervaring, welk een ellende er voor den arbeider in deze maatschappij is weggelegd. Vooral, wanneer hij door de hardvochtigheid van werkgever of door de heerlijke inrichting van het productie-systeem werkloos geworden is. Een secretaris eener Burgersmedenvereeniging doet in Het Volk een verhaal van hetgeen een lid der vereeniging, op zoek naar werk, wedervoer: Een onzer werklooze leden was de vorige week te Delft om werk te zoeken en vroeg 's avonds om 10 uur nachtverblijf op het politiebureau aldaar, om dat hij, man en vader, reeds 12 weken werkloos was en dus geen geld kon missen om in een logement te slapen. Dit werd hem onder min aangename gezegden toegestaan. Er werd hem o.a. gevraagd of hij ook een dolk, een mes of lucifers om de boel in brand te steken bij zich had. Toen hij door een agent naai de slaapkamer voor werkloozen en misdadigers (het cachot) werd gebracht, werd hem door een agent gezegd maar een zachte plank uit te zoeken voor bed en hierna werd de deur gegrendeld. 's Nachts om half drie werd er assistentie gevraagd voorde studenten die waren aan het lantaarns- ingooien en iemand hadden mishandeld. Even daarna werden de studenten opgebracht en ook in zijn hok gesmeten Mis, zij werden ondervraagd met „u" en „mijnheer" en tot belooning voor hun plichtsbetrach ting kregen de agenten een rookertje. Onder uitge leide van de agenten vertrokken de heeren weer. Onze vriend verklaarde geen oog te hebben toe gedaan en te hebben liggen huilen over zoo'n behan deling. Zoo ziet men, hoon en smaad voor hen, die noodge dwongen, zich een bestaan trachten te verzekeren, door, al vragende, van plaats tot plaats te trekken, om zich voor den hongerdood te vrijvaren. Beleefde complimentjes en strijkages voor de niets- nutters. 't Is schandelijk Ik heb uit één soort hout vier poppetjes gesneden; nu ga ik aan den gang ze „volgens stand" te kleeden; Eén heb ik er gemaakt een kolossale dikke; hém zal een fijn zwart pak plus hoogen dop wel schikken; hij heeft wat log model en gluiperige oogen z'n lange vingers staan inhalig krom gebogen... Een ander is er bij dat lijkt een aardig guitje hij heeft een kale kruin en wis een snoep'rig snuitje; z'n oogjes, schoon wat valsch, zijn vroom omhoog geslagen hij kan die zwarte steek met lange jas wel dragen. De derde d&'s een baas!... met stroeve, harde trekken; een echte norsche vent... waar 'k hém mee zal bedekken? daar ligt het al gereed, die jas met mooie knoopen, nou nog die broek met bies, dat zwaard nog afgeloopen Ja, wat er over schiet is nommer vier beschoren 't is niet zoo bijster veel wat hem zal toebehooren. Doch 't is die lobbes maar... die lummel is tevreden zelfs al vergat ik ook geheel hem aan te kleeden! Welk een barre ellende er geleden wordt in het rijke Rotterdam, treedt dagelijks meer aan het licht. Vooral het onderzoek nu door enkele onderwijzers in gesteld, vervolledigt hetgeen onze partijgenoot Spiekman indertijd daaromtrent meedeelde. De vorige week ontvingen we over het droevig kin derleven, over de schrijnende ellende, weder genoeg om ons heele blad mee te vullen. We doen maar een greep uit zooveel wee: Hofstraat IS klein 9. Een scheur tusschen twee huizen in de Hofstraat zich in 't eind verwijdende tot een klein binnenplaatsje, waar eenige vrouwen bezig zjjn met wasschen, hun broodwinning. jjj iwj Am

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 3