IN DECEMBER SPREEKT JOS. LOOPUIT Fair of... unfair. Cursus Loopuit. BUITENLAND. ten der armen, zooveel mogelijk verspreid over de verschillende deelen der gemeente. Behoorlijke ondersteuning der aanvragen bij geble ken nood, onverschillig op welken leeftijd." En wat doet de gemeenteraad van Schiedam? Wat deed hij voor het arme schoolkind, dat wellicht dezen winter slecht gekleed en gevoed op de schoolbank zal plaats nemen? Jfiets! Arbeiders, is dan niets in staat, n wakker te schudden Zegt de ellende, die ge om u heen ziet, de ontbering, die uw broeders lijden, u dan nietwaar het heen moet? Of denkt Ge, wanneer Ge uw vertegenwoordigers moet kiezen, aan deze dingen niet? Slaapt Ge dan? Waakt! zoolang het dag is, want de ure komt, waarin men niet werken kan En dan, Schiedamsche arbeiders, bedeeling of behoor lijke gemeentelijke armenzorg? Wat kiest Gij? „Da's immers weer iets van meneer de Groot, dien socialist?" vroeg ons onlangs iemand met wien wij een gesprek hadden over de bekende, woningbouw-plannen, der burgerij in 'n circulaire, mede-onderteekend dooi den heer M. C. M. de Groot, verkondigd.... Meneer de Groot, dien socialist.... Dus nog altijd heerschen bij sommigen onzer stadge- nooten zulke verwarde begrippen over socialisten en socialisme, dat men iemand als den heer de Groot socialist rekent, de burgerlijke daden van hem voor socialisme opvat? Dit te ontwaren deed ons inzien dat er, schoon 't reeds zoovele malen is geschied in De Moker, nog niet voldoende is gewezen op al dat gene, wat de burgerpartijen, de vrijzinnig-demokraten incluis, scheidt van de socialisten méér nog, dat zij, die ons dan, zoo 't op 't oog gelijkt, het dichtst nabij staan, het meest besproken en natuurlijkerwijze dan ook het meest bekritiseerd moeten worden, wil verwarring voorkomen worden. En dit lijkt ons noodzakelijk èn voor de tegenstan ders, én voor ons zelf. Het onderhavig geval genomen zal 't den heer de Groot, ^een-socialist, aangenaam moeten zijn, wanneer wij verkeerde opvattingen over hem trachten weg te nemen, voor ons is 't noodzakelijk dat men zijn doen en laten niet aanziet voor socialisme. Dit ter inleiding. Ofschoon wij nimmer den heer de Groot, in ons blad aangevallen, de gelegenheid tot verdediging hebben ge weigerd, hebben wij nog altijd weinig waardeering dier gastvrijheid ondervonden. Voorheen in het Zuid-Hol- landsch Weekblad zaal'ger gedachteniszocht de heer de Groot z'n toevlucht ons te bestoken nü, ja, voorwaar, ge raadt het in geen tienen.... in De Maas- en Schiebode. Mag het verwondering baren, dat 'n doodgewoon advertentieblaadje wordt in den arm genomen voor zulke doeleinden wij zullen op 't oogenblik er verder niets van zeggen. De heer de Groot zal zélf heel wel kunnen beslissen of het verstandig en betamelijk is. Wij citeeren intusschen den aanhef eruithet slot blijft buiten beschouwing, daar 't ons niet direkt raakt. Hier is 't: De Wethouders, de Gemeentewerklieden en nog wat. Op mijn algemeene beschouwingen bij de gemeente- begrooting heb ik niet veel mooi weer gehad. Wat ik zeide over den leeftijd der wethouders haalde mij een terechtwijzing van den heer Loopuyt op den hals, gesteund door het applaus van een groot deel der raadsleden en goedgekeurd door de Nieuwe Schied. Courant. Mijn klacht over het luieren van sommige gemeentewerklieden wordt aangevallen door den heer Dirks en nu ook door de Moker. De Moker laat ik verder rusten; men kan volle waardeering hebben voor zijn edel streven tot opheffing der arbei ders uit hun toestand van onderworpenheid en ge brek en toch afkeuren zijn stroom van onware voor stellingen, malligheden en venijnighedenhet zou dag werk zijn ze altijd aan de kaak te stellen; ik deed het enkele malen en acht mij daardoor tot boven staande uitspraak gerechtigdniet alleen ondoenlijk maar ook onnoodig is het er steeds op te wijzen, omdat de Schiedammers de Moker langzamerhand wel kennen en weten met welk groot voorbehoud zijn mededeelingen moeten worden aanvaard. Ditmaal zal het blad wel tevreden willen zijn met de hier gegeven gelegenheid om mij weder eens flink af te maken. Tot zoover slechts. We schreven hierboven: fair of... unfair. Hoe zal men 's Heeren de Groot's ontboezeming moeten kwalificeeren Met de laatste alinea te beginnen, willen we, even min als zoo dikwijls tevoren, geen gebruik maken van de gelegenheid den heer de Groot eens „flink af te kammen". We bedanken voor de eer, omreden wij de meening zijn toegedaan onze plaatsruimte nuttiger te kunnen besteden, dan aan „afkammerrj," vooral van den heer de Groot. We meenen te mogen constateerendat de Moker in z'n twee-en-een-half-jarig-bestaan dikwijls zéér harde waarheden heeft gezegd aan verschillende adressen gericht, óók aan dat van den heer de Groot, maar onverschillig wie het was, h ij of wie dan ook, steeds getracht heeft eerlyk en waar in betoog en kritiek te zijn. Is dit onjuist, men bewijze ons den dienst onze feilen aan te toonen, waarvan wij dankbaar nota nemen zullen. De strijd, dien wij voeren, is ons volle ernst. Wij vinden de zaak van het volk, de ontvoogding van het proletariaat, de vrijmaking van den arbeid uit de kluisters, welke hem nü knellen en kwellen, t e hoog, t e grootsch, t e edel, t e heilig, dan dat wij ons anders dan met vollen ernst eraan geven zouden. Met volle ziel, met al onze kracht ijveren wjj voor onze ideeën, streven wij naar verwezenlijking van ons ideaal. Welke moeite van ons gevergd wordt, welke opofferingen wij ons te getroosten hebben wat leed en wee vaak het eenig loon voor al ons zwoegen is, dat weten alleen zij, die in onze rijen hebben gestreden en geleden. Gehoond en verguisd, zijn wij echter on versaagd voortgegaan op den ingeslagen weg alle op ons geworpen vuil en modder beantwoordend met de verachting, eraan waard eerlijke tegenstanders troffen wij zelden. Algemeen schijnt men tegenover óns eerlijkheid als w e e 1 d e-artikel te beschouwen. Spot en verdacht making zijn de eenige wapenen waarmee men ons denkt te keeren althans die men tegen ons bezigt. Afge zaagde fratsen, algemeen niets-zeggende, plompe frazen, met de groote trom ten tooneele gevoerd om de nie tigheid ervan te verscharleminken, dooddoende baker praatjes en theetante's verzinsel moeten als schiet gerei dienst doen. Men heeft nu eenmaal niets anders, dus kan met geen ander schietmaterieel tegen ons gebruiken dan.... stinkbommen Gunnen wij onzen bestrijders het gebruik van zulke wapenen.... Wat de heer de Groot denkt te bereiken met de ongemotiveerd uitgesproken bewering aangaande die „stroom van onware voorstellingen, malligheden en ve nijnigheden" het éénigst doel wat het neerschrijven daarvan kan gedragen hebben, teekent ook alweer niet den ruiterlijken tegenstander, is geen strijdwijze die fair te noemen is. Vereischt het éénige kunst tegen onverschillig wie dan ook, dezelfde kaart te spelen? Gaat de verlichte geest (demokratischedes heeren de Groot nog niet zóóver in bevattingsvermogen om te be grijpen, dat heiveren doodgemakkelijk, maar bewijzen vaak zéér moeilijk is, en toch, en bovenal vereischt wordt, wanneer men lastert of beschuldigt? En nog niet zóóver om mede te begrijpen dat men, aan 't algemeen zich wijdend, in 't openbaar vooruit tredend' komt onder de algemeene kritiek? Te begrijpen dat men die moet kunnen verdragen. Wat zegt het beweren: dat de Schiedammers de Moker langzamerhand wel leeren kennen en weten met welk groot voorbehoud zijn mededeelingen moeten wor den aanvaard.... Is meneer de Groot in de leer gegaan bij het Nieuws blad voor Schiedam en O?.... Dat heeft ook nog al 'ns van die verplettings-instrumenten in haar doos.... Tot nog toe meenden we den heer de Groot te groot; kampioenen van dat allooi in strijdwijze na te apen. Soms, al bleef hij dan ook wel eens te zoek wanneer-i te-vind had moeten zijn, kwam hij nog wel 'ns voor den dag, om meening aan meening te toetsen. En dan kreeg men nog wel 'ns 'n idéé van door hem betrachte eerlijkheid óók tegenover ons. Nü echter vragen wij: fair of.... unfair?.... „De democratie en het Algemeen Kiesrecht" was het onderwerp voor de tweede cursusvergadering van Zon dag 1.1. Spr. begon met op den voorgrond te stellen, dat de sociaal-democratie het bestaan van vaste, onveranderlijke maatschappelijke vormen ontkent, iets waarin zij van andere partijen, met name de Christelijke, verschilt. Elke wijziging in de maatschappelijke verhoudingen m. a. w. iedere verandering in het productie-systeem brengt wijzigiug van de politieke vormen met zich. Het bewijs voor deze stelling werd voor verschillende tijden en landen met talrijke voorbeelden geleverd. Daarbij had Spr. nog eens gelegenheid er op te wijzen, dat de Calvinisten niet altijd zulke geweldige tegen standers van de Revolutie, zóó anti-revolutionair zijn geweest, als zij het nu willen laten voorkomen. Het waren toch de Calvinisten, streng geloovigen, die in 1649 in Engeland den wettigen monarch het schavot deden bestijgen. En zij aarzelden in 1688 niet, het wettige gezag op zijde te zetten en voor een ander te doen plaats maken. Zoo ziet men ,'t Kan verkeeren Vervolgens ging spr. na, welken invloed het volk in den loop der tijden op de regeering had gehad en hoe groot het aandeel van het volk was aan den bestuursdisch. Daartoe moesten in het kort verschillende kieswetten worden besproken, waarna ten slotte de vraag beant woord moest worden: Waartoe begeeren wij de staatsmacht? Spreker kwam tot de conclusie, dat men krachtig moest blijven voortgaan; het proletariaat te organi- seeren in den klassenstrijd, zoodat het dien met be wustheid leert strijden. Hij toonde aan, dat een van de machtigste wapens voor het proletariaat wordt ge vonden in het Algemeen Kiesrecht, en spoorde de aanwezigen aan, zooveel mogelijk aan de verkrijging van dit eerste burgerrecht mee te werken. Bezat men dat recht, dan was men weer een schrede nader aan het doelDe triomf van het socialisme De vergadering, die nog beter bezocht was dan die van 11 Nov. betuigde door applaus haar instemming met het door den inleider gehouden betoog. Debat van beteekenis had niet plaats. Voor de 8de Cursusvergadering verwjjzen we naar het afdeelingsnieuws in dit nummer. Rusland. Nu zal spoedig blijken, op welk een schandelijke wijze men in Kisjineff huisgehouden heeft tegen de Israëlieten. Enkele cijfers zijn reeds bekend. Het groote proces over de jodenmoord van Kisjineff begint 2 December. Het zal wel zes weken duren. Er zijn 800 beklaagden en 2000 getuigen. Van de 800 be klaagden staan er 100 terecht wegens moord; 250 wegens medeplichtigheid aan moord. De rest wegens plundering en geweldpleging. Uit een opgave van het openbaar ministerie blijkt dat er 1350 huizen geplunderd zijn. Er werden 88 joden verwond en 2 christenen bleven dood, waar schijnlijk door de verdediging door joden. Ernstig ge wond werden 500 personen, waaronder 57 christen- burgers, 2 officieren en 73 politieagenten en soldaten. Bizonder zwaar getroffen werden bovendien nog 5 per sonen, die men met zwavelvuur had geworpen. Welk een orde in het land van „Vadertje", waar het socialisme zijn stem nog moeilijk kan verheffen. Je zou zeggen, daar bennen nou geen socialen en nóg deugt de rommel niet. Zou het altemet ook ergens anders aan kunnen liggen? Toch komen onze beginselen zelfs onder deze sterk verdrukte bevolking tot ontplooiing. Het Volk meldt „Zeventien Russische studenten, die manifesten ver spreidden tegen het czarisme, zijn tot vijf jaar verban ning naar Siberië veroordeeld. De Russische politie is hard aan 't werk om den schrijver op te sporen van een „oproerig" manifest tegen den czaar, dat dezer dagen bij duizenden exem plaren werd verspreid in de voornaamste industrie- en landbouwdistricten van Rusland. Het geheime bladHet revolutionaire Rusland, heeft een geheim schrijven gepubliceerd van minister Von Plehve aan de onderwijs-autoriteiten dat er hun op merkzaam op maakt, dat de studenten aan universitei ten en middelbare scholen een sterke organisatie heb ben en in 't geheim socialistische couranten verspreiden." Amerika. Het land, waar het kapitaal zich meer en meer ophoopt in één hand, het land der trust's en geldkoningen. Op welke wijze men daar uit de lijven der arbeiders winst weet te halen wordt getypeerd door het volgende bericht -Trust-politiek. De reden dat onlangs door de Amerikaansche kopertrust, Amalgamated Copper Co. te Montana 1500 man tijdelijk aan den dijk zijn gezet, is voornamelijk hierin gelegen, dat men voor het in voorraad zijnde koper betere prijzen wilde be halen, zoodat er meer dividend kan worden uitgekeerd. Zoodoende werd er niet meer bij geproduceerd en was bet tevens een mooie gelegenheid om de loonen te drukken. Daardoor stegen natuurlijk de aandeelen der kopermaatschappijen. Zoo noteerde 1 October te Parijs de Rio Tinto 1184 francs en den 3den November 1300 francs. Ja, dat is je ware, je politiek. Vijftien duizend menschen met hun gezinnen worden op straat gezet en eenvoudig aan den honger prijs gegeven. Waarom? Omdat er meer dividend kan uitgekeerd wordenKan het hardvochtiger? Kan het winstbejag der kapitalis-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 2