10 DECEMBER SPREEKT JOS. LOOPUIT BINNENLAND. Droevig Kinderleven. Allerlei. Zulke „geestelijke afdwalingen" zijn lastig, zeer lastig HeH; geneesmiddel voor die ziekte zullen de ar beiders niet alleen in Italië maar in alle landen wel weten te vinden. Zij zullen wel luisteren naar de stem, die hun m de ooren gaat klinken: Arbeiders van alle landen, vereemgt U! België. O, ze honen zooveel van het onderwijs de zwartjesHet Volk geeft op hun ideaal te dien op zichte een aardigen kijk. Hij schrijft: Hun ideaal! In België, waar het onderwijs door een klerikale regeering is verhandeld, bedroeg het aantal ongeletterde miliciens, d. w. z. miliciens die lezen nog schrijven konden, per 100 VI amingenW alen In 1876 27.68 21.24 1880 25.80 19.00 1890 17.68 15.09 l 1900 16.17 10.37 Hierbij is op te merken dat in 't Walenland, men in den regel liberale of socialistische gemeentebesturen heeft, die althans iets beter voor het onderwijs kunnen zorgen. Vooral moet het feit treffen dat van 1890 tot 1900 in 't Vlaamsche land, de vooruitgang haast nul is, terwijl in 't Waalsche gedeelte een flinke vooruit gang waar te nemen valt. Om te zien in hoe enorme mate de klerikalen daar in Vlaanderen, waar ze oppermachtig regeeren, het onderwijs verwaarloozen, blijkt wel uit het feit dat de korrespondeerende cijfers van anderelanden waren: In Vlaanderen 16.17 per 100 heel België 13.59 Frankrijk 4.06 Nederland 2.80 Duitschland 0.08 Toch honen ze veel van 't onderwijs, onze klerikalen Apenliefde Onze Christelijke overheid moet ook soldaatjes heb ben. Dat hoort zoo bij iedere overheid Of het bij de Christelijkheid hoort, is een tweede. Maar soldaatjes zijn dikwijls heel moeilijk te krijgen. De kapitalisten- kindertjes vertikken het en de proletaren zijn er ook niet bik op om hun spruiten tot militairen te laten op fokken. Toch zijn er nog, die aangelokt door schoone beloften, zich laten paaien. Er moet evenwel een beetje reclame voor 't zaakje gemaakt worden. Er wordt op de armoede gespeculeerd; maar nooit bleek dit duide lijker dan uit de laatste oproeping: Men kan nu overal aanplakbiljetten zien, waarop te lezen staat: „Kweekschool voor Zeevaart Leiden. Ge vraagd jongens, inzonderheid uit den behoeftigen stand, van 131/, tot 16 jaar voor opleiding, kunnen met hun ouders of verzorgers inlichtingen bekomen bij" (volgen namen). Vooruit, proletariërs! De behoeftige stand moet zijn contingent leveren! Zij, die de Christelijke beginselen dienen, kunnen hun maag bepaald wel met teksten vullen. Dat blijkt uit de traktementen der bijzondere onderwijzers, die over 't geheel genomen schandelijk laag zijn. Toch wil Kuiper niet bijspringen om in dien toestand verandering te brengen. Over de houding van de regeering komt in die kringen natuurlijker wijze ook ontstemming, ja, bitterheid. In de Christelijke Onderwijzer, het orgaan van de „Unie van Chr. Onderwijzers," komt de volgende adver tentie voor: „Wie kan een Chr. onderwijzer die zich in het vasten wil trainen, teneinde eenig geld te kunnen besparen voor zijn pensioen, aan een boek helpen, getiteld: Gids of leefregelen voor den vaster." Toch zullen in 1905 deze minimum-lijders weer krachtig ageeren om het gezegende christelijk bewind te behouden. Een klein kluifje voor belooning blijft dan niet uit. Vooruit maar jongens In den tusschentijd zal het gevraagde boek ook wel uitgekomen zijn. Uit Vlaardingen schrijft men aan het Volk. Het aantal eigenaardige benoemingen door ons huidig ministerie gedaan, is weer met één vermeerderd. Tot burgemeester van Wierden is dezer dagen benoemd de heer J. v. d. Berg, commies ter gemeente-secretarie alhier. De benoemde, eertijds lid der liberale kiesver- eeniging te dezer stede, is onder ons tegenwoordig allerchristelijkst ministerie van geloofsbelijdenis veran derd en was spoedig een naarstig lid der anti-revolu tionaire kiesvereeniging en weldra haar sekretaris. Het goede voorbeeld van „den grooten leider" toen deze zijn „oude plunje" wegwierp, had zeker iets bekoorlijks in zijn oogen, zoodat dit hem tot navolging prikkelde. De benoemde is nog geen 30 jaren oud. Boekbespreking. JULIE. De roman, zoo getiteld, is eerst verschenen als feuille ton in Het Volk, nu uitgegeven in boekformaat door Em. Quérido in Amsterdam. De vertaling is van Henri Polak. Het is een boek, dat in handen van alle arbeiders behoort. Julie, het getrapte, gekwelde, mishandelde, ver waarloosde kind is op elfjarigen leeftijd uit een beest achtige omgeving gehaald. Haar levensvoorwaarden worden nu geheel anders. Ruimte, licht, lucht, goede leiding bij haar muzikale studiën, hartelijkheid en ge negenheid, belangstelling in haar werk bij de huisge- nooten, dat reinigt haar uit- en inwendig van de smerig heid, die haar vorige omgeving op haar kleefde. De tegenstelling van het dierlijke schepsel der vuile ach terbuurt en van het fijnvoelende wezen, fiat milder levensvoorwaarden uit het beestachtige kind hebben doen groeien, slaat fel in 't gemoed van den lezer. De arbeider heett hier uitgebeeld voor zich, wat zijn kin deren zullen worden en wat zij kunnen worden. Niet één factor is werkende oorzaak ten goede, maar tal rijke. Voeding, kleeding, reinheid, woning, huisraad, onderwijs, omgang, ziedaar, wat de vorming van zijn kinderen beïnvloed. Julie, de reine Julie, zal in de geest van den arbei der blijven leven als het ideaal voor zijn kinderen. Dan komt de Julie, die zich ondanks meerdere be schaving nog gevoelt lid van de klasse, waaruit zij is voortgekomen, dan komt de verwantschap, omdat onder al de vuiligheid en bedorvenheid van de ellendige schep selen de kiem van 't goede ligt, dat bij Julie zoo heerlijk tot ontwikkeling is gekomen door 't wegnemen van de druk der ellende. Arbeiders, leest dit boekEr ligt voor u in een op wekking, die een stuwkracht zal blijken om u zelf uit den ellendigen toestand te helpen, om het lot van uw kinderen een gelukkiger te doen zijn, om een schoone toekomst te helpen inluiden. Toen we ons voor de tweede maal in de Trouw- steeg bevonden, bezochten we een paar andere gezin nen, waar we droef kinderen zochten. We stapten toen nobinnen, waarvan de ingang meer op die van een pakhuis dan op een fatsoenlijke huisdeur geleek. Bevreesd, dat het rotte trapje onder ons gewicht zou bezwijken, liepen we voorzichtig naar boven, klopten aan de deur vóór. 'n Bleeke vrouw, honger-type, zat aan de tafel, bezig met 't verstellen van eenige vodden, waaraan we niet konden zien, voor welk deel van 't lichaam ze bestemd waren. Ze heeft vier kinderen, waarvan twee op school. De verdiensten zijn zeer schraal wat voornamelijk hierin z'n oorzaak vindt, dat haar man voortdurend lijdt aan de loodwitziekte, een kwaal, waaraan bijna alle personen, die veel in loodwit werken, lijden. Hij had 'r ook van in 't Ziekenhuis gelegen en toen hij 't verliet, mocht-ie voor den dokter niet werken 'n Schrale troost als je doodarm bent En dan vier kinderen, die hun ellendig bestaan voortslepen en teren op 'n stuk brood. De stakkers hebben niet eens voldoende licht op de kamer Licht! licht! God geeft 't toch aan ons allen, boozen zoowel als goeden Maar zij kunnen en mogen 't niet hebben Omdat vader en moeder arm zijn Licht kost ook geld Vraagt 't maar aan de huish e e r e n van 't armoe- centrum. Kleeren voor de kinderen, ho maar Men kan zich géén begrip vormen omtrent de wijze, waarop zulke krot-kindertjes gekleed worden. Lom pen, vodden, lorrenalles zit aan elkaar geflanst aan 't knokkerig kinderlijfje. En het b e d d e g o e d D'r waren twee bedsteden, boven elkaar, a la scheepskooi. Onderin lag een beddedek, dat 'r nog wel mee dóór kon, al was 't alles behalve goed'n d i e f i n z'n cel heeft 't echter honderd procent beter! Maar in 't bovenste bed-hok lag een complete ver zameling van weggesmeten zakken, goor-griezelige lap pen Dat was voor de kinderen! 't Vrouwtje vertelde alles gedwee, als hadden wij haar 'n dwangbevel gegeven! De kinderen zijn 12, 8, 3 jaar oud, benevens éen zuigeling van 4Va maand. En dat gezin heeft eveneens het genot van geen privaat te bezitten. Daarvoor wordt gebruikt een emmer die ze 's morgens vroeg of 's avonds laat in de Coolvest uitstorten. De armoe was hier zóó snijdend, zóó grievend, dat we niet dorsten vragen, of de kinderen wel eens warm eten kregen We kwamen 't toch te weten, die groote gebeurtenis, als er 'n schaal met vier of v ij f centen aardappelen op tafel verschijnt is een lustrum-feest voor 't gezin. En dat gebeurt wel eens twee keer per maand Maar ze hebben goddank water! Leef voort.... arm kon-lijdend honger-kind! Leef voort.... ge moet mènsch worden.... ziet gij niet de heerlijke purperhorizonnen der toekomst, die u tegen- schitteren in blijde begroeting van het leven? Voelt ge niet de vreugde te leven? Schreit ge? Is het van vreugde, dat de volle rijkdom des levens, de zachte verademing van alles wat groeit en bloeit de teederste snaren in uwe ziel beroeren Ween vrijelijk, mijn kind!.... Ween, ween over je honger-armoe, ween over je verlaten alléén zijn in een propvolle wereld, die danst, springt, muziek maakt, zich amuseert.... en niet ziet, dat gij, kleine kleuter, kwijnt en afsterft te midden 'n poel van misdaad en krot-ellende.. Een liefhebber van spreekwoorden. In de gerechtzaal. Laatsbinneugeroepeneis AnastaseBuconie gekleed als volgt'n vettige, veel te wijde gekleede jas, groenachtig zwart en vermoedelijk een aflegger van een rustend notaris, die er zijn gansche leven in „geno- tarisd" heeftroodachtig zwarte, zijden hoed glimmend zwarte pantalon om het midden vastgebonden met een viezig touwtje en van onder aan de pijpen van krullende rafeltjes voorzientwee verschillende voetbekleedselen, waarvan één 'n grijs linnen molièreschoen en nummer twee een grove, dikzolige, a jour-werkmanslaars, om den hals een zwarte, luchtig geknoopte zijden das. Zóó uitgedost staat hij daar, in het minst niet ver legen, integendeel kalm en vastberaden den voor hem zittende rechter in het gelaat ziende. Rechter: Je bent een recidivist en hebt reeds verscheidene vonnissen gehad wegens landlooperij en bedelarij. Anastase: Die oogsten wil moet in tijds zaaien. 'n Mensch moet tevreden zijn met 't geen hij heeft. Dus je werkt bij voorkeur niet? Men moet eten, om te leven en zonder werken krijgt -men niets. Je brengt je leven door met bedelen, slaapt in de open lucht en kaapt op het land alles weg,, wat van je gading is. Nood leert bidden. En 't schijnt je volstrekt nog niet te staan ook, dat leventje van niets uitvoeren. Geld nog roem brengen ons geluk aan. De rechter bladert in eenige dossiers.... Je bent verscheidene malen wegens diefstal, kleine diefstallen, veroordeeld.... Men moet hulpvaardig wezen en eens anders last helpen torsen. Ja en voor het verkeerd thuisbrengen van dien getorsten last, hebt ge ieeds een paar maal in de ge vangenis gezeten! Gestolen goed gedijt niet. Je bent een recidivist, 'teind zal nog zijn, datje naar een strafkolonie wordt gezonden. Een rollende steen vergaart geen mos. Ik zou nu maar ophouden met het uitkramen van je geleerdheid, daarmede hebben we hier niets te maken. Je bent nog jong Het verstand komt met de jaren. Je moest je schamen, zoo'n lui, armzalig leven te leiden daar zit geen courage in je. Waar niet is heeft de keizer zijn recht- verloren. Je krijgt geen eten genoeg, je bent mager Een goede haan is nooit vet. Luister nu eens naar me en volg m'n raad. Geen kwader dooven, dan die Indisch doof zijn. Je bent een onverbeterlijke spreekwoordenliefheb ber, daarom zal ik er je ook eens een paar opnoemen,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 2