Januari 1904.
No. 44.
ZATERDAG 2 JANUARI 1904
3e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Afdeelingsnieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal
franco per post 30 cent hj vooruitbetaling.
Losse nummers 2 cent.
BUREAU VAN REDACTIE
Gebouw „COMSTAMTIA", Hoogstraat.
BUREAU VAN ADMINISTRATIE:
A. WINTERBERG, Raam 27.
ADVERTENTIËN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stokken voor 't eerstvolgend nimmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
De aandacht van alle arbeiders wordt nog eens ge
vestigd op de cursusvergaderingen door partijgenoote
Henriëtte Roland Holst te geven in Januari.
De eerste vergadering wordt gehouden Zondag 3
Januari 1004, des morgens kwart over elven,
in „Constantia".
Het onderwerp, dat behandeld zal worden is reeds
vroeger vermeld.
Het Bestuur.
Wéér wijdt 'n nieuw jaar vóór ons.
Wéér' gaan we 'n nieuw tijdperk in hebben we
afgesloten met het oude.
Heen ging 1903 ja, héén ging dat jaar, voor het
Nederlandsche proletariaat zoo vol van gewicht héén
ging dat jaar, dat van zoo ontzettend-machtigen invloed
is geweest op de Nederlandsche arbeidersbeweging.
Afgesloten is 'n phase, welke in de annalen onzer
geschiedenis voor onafzienbaren tijd een zeer voor
name plaats zal innemen waarover lange, lange
jaren zullen moeten heengaan, voor de herinnering uit
ons geheugen gewischt zal zijn
Zouden wij bij dit jaareinde niet 'n oogwenk wijlen?...
We hebben er alle reden toe! Vóóral wij, sociaal
democraten, kunnen niet het nieuw-jaar intreden, zonder
het oud' 'n afscheidsgroet toe te wuiven Want we
zijn overtuigd, al weten we ook totaal niet, wat ons
voor de deur staat, wat ons dit nieuwe tijdperk bren
gen zal, we zijn overtuigd van de, voor ons zoo groote,
belangrijkheid der gebeurtenissen in 1903.
Hoe hoopvol traden we het inWe zagen steeds
vooruitgang we zagen rondom ons steeds rijpen, dat,
wat wij met zooveel zorgen en moeiten hadden gezaaid
en opgekweekt; we zagen het Ned. proletariaat steeds
meer, steeds harder rukken aan de kluisters, welke het
onder het kapitalistisch systeem te torschen heeft
welke nog méér pijnlijk, nog méér schrijnend aan voelden,
sinds het kristelijk koalitiekabinet den scepter zwaaide
we zagen het leger der ontevredenen met eiken
nieuwen dag aanwassen steeds nieuwe drommen ruk
ten aan en schouderden zich met de, naar Nieuwe Tijd
opmarcheerende. vrijheidsscharen, boven wie, hóóg en
vrij-uit wapperde, de vaan der internationale sociaal-
demokratie we zagen die kleine en gesmade S. D. A. P.
groeien en bloeien, trots alle gemier en klein-gedoe van
de behoudspartij we zagen de vakorganisatie, in ons
landje, zoo klein, zoo nietig, méér invloed veroveren,
steeds zich uitbreiden....
En met lust togen we verder.... Vol blijde verwach
ting; zwanger van schoone illusie's, popelend naar
strijd, naar kracht-meten met het conservatisme, met
den vasten wil, geen dag, geen uur, geen minuut onge
bruikt te laten, nóg meer terrein den vijand te ontwor
stelen, nóg meer hem terug te dringen naar z'n donker
nevelen-oord, bezield met de gloedvolle overtuiging:
„de toekomst ons!...."
Nóg waren we zoo vol onder den indruk der jongste
overwinningen, de verkiezingen van Troelstra voor de
2e Kamer, van Polak voor den gemeenteraad te Am
sterdam, waar onze jeugdige partij de saamgerotte reak-
tionairen, glorievol verwon.,.. Welk 'n bewijs van mach
tigen groei!
Wij waren trotsch op onze beginselen, die zóó in
sloegen als weldadige regendroppels door de dorre
en droge aarde gretig werden opgenomen Wij
waren trotsch op onze partij, die op zitlke overwinnin
gen bogen konEn wij waanden ons niet meer in
het ekonomisch en politiek achter-aan-slofïend Neder-
landje, doch in 'n met z'n tijd volkomen meelevenden,
demokratisch-gezinden Staat
En verder togen wij, vol moed en lust het nieuwe
jaar in niet-wetend, wat het ons brengen, wat het
ons vragen zou 1903.
Het jaar, waarin de nadeelige saldo's, die zich jaar
op jaar herhaalden en vergrootten, waarin de groote
tekortkomingen van ons beschaafd-christelijk-modern-
samenleven, zich wreekten! Het jaar, waarin het pro
letariaat, het uitgemergeld, getyranniseerd, verleugend en
ver-dogmatiseerd werkers-dom zich kronkelend ont
wringen beproefde aan den druk van den lompen poot
van het kapitalistisch monster af trachtte te schudden
dat parasietendom, dat hen alle eelste sappen en krach
ten ontstal met gemeene weliust en voor al z'n zwoegen
en ploeteren den Nederlandsche proletariër neerdrukte
in wanhoop en ellende
En 31 Januari doortrilde de zegekreet de lucht: de
klasse der uitgebuitenen en ontrechten had 'n glorie
volle overwinning behaald en de macht der bourgeoisie,
ge'inkarneerd in hooghartige en tyrannieke spoorweg-
direkties plus 'n door-en-door reaktionaire regeerings-
kliek gefnuikt
We weten het verloop van dit, ver in 'trond onbe
kend stuk klassenstrijd we weten hoe het volkomen
succes van deze, plots opgekomen en even snel besliste
krachts-uiting van het Ned. proletariaat, de bourgeoisie
uit alle hoeken samendreef in z'n wanhoop: verslagen-
te-zijn, en in z'n dorst naar wraak! Hoe in deze tijden
vooral de regeering, deze regeering, de regeering van
christelijke barmhartigheid en sociale rechtvaardigheid
hoe deze regeering heeft uitgeblonken als marionet
ten-rij van het kapitalisme en de reaktie. Moe ze
brutaal zich geheel gesteld heeft in dienst der kapita
listen-kliek de arbeidersbeweging heeft ontwricht
en neergetrapt, neergebeukt, neergedonderd en tot on
macht gedoemd heett, de klasse „der kleine luyden"
die ze eenmaal door schijn-schoone beloften en leugen
achtige frazen aan zich had weten te binden en door
wie ze zich op 't paard had doen tillen.
En we zagen door haar, door haar alleen, door die
regeering, die beweerde te regeeren in den naam en
volgens den wil van den God der Liefde, Barmhartig
heid en Genade, het proleta-iaat uittarten en noodzaken
tot een stap, die noodlottig worden moest, om het
daarna aan handen en voeten gebonden over te leveren
aan z'n bloedgierige en wraakzuchtige belagers...
Wij weten dat alles we weten ook de lijdens-periode,
daarop doorworsteld. Hoe de overmoedige overwinnaar
met 't fatale recht van den sterke, de verslagenen mis
handelden. Hoe nog op dit oogenblik, zoovele jammer
kreten van lijden, van pijn en wee-dom, trillen, door hém
óf niet, óf met wellust gehoord, die in héél hun ont
zettende smart niet vermogen, z'n, als versteend hart, te
vermurwen.
Hoe het Ned. proletariaat voor z'n euvelmoed, zich
te willen oprichten uit z'n lijdensstaat, heeft moeten
boeten hoe de arbeiders-beweging in't bi
zonder tof bloedens toe gegeeseld is. Hoe zij door ver
schillende orde-bonds-ridders op alle vieze en gluiperige
manieren is bestookt en bezwadderd op welke nobele
wegen autoriteiten van alle kwanti- en kwaliteit vóór
op wandelden en hun satellieten den weg wezen.
En hoe pastoor, dominé en rabbijn als goede barmhar
tige Samaritanen, heulden met de roovers en 't slachtoffer
méé-pijnigden.
En hoe daar een man stond, die vele, lange jaren
met alle kracht, die in hem was, gezwoegd en geploe
terd had óp te trekken een gebouw, schoon en goed,
rein en nuttig eu nu den blik slechts wenden kan
naar de puinhoopen vau z'n ideaal.De gesmaalde
„koning der spoorwegen," die z'n krachtige organisatie
zag in elkaar getrapt
Voelen en beseften we ook dit 1 ij d e n
't Was 'n tijdlang of de zaken hopeloos waren
De meening heerschte, dat door deze zegepraal der
bourgeoisie, die van haar overwinning zulk 'n onbarm
hartig gebruik maakte, liet gebouw van den vooruitgang
gesloopt wasOf alle demokratie van de aarde ware
weggevaagdKwamen wij nog eens voor den dag
met 't een of ander, hier zoo goed als elders, dan zagen
de menschen ons aan, met 'n verbaasdheid, die duidelijk
vragen wilde: „ben jij d'r op overgeschoten?" En wil
den wij gaan vertellen, dat we er trotsch alles nog
waren en ons zelfs naar omstandigheden redelijk wel
gevoelden, dan haalde men de schouders op, met het
idéé„nou, dat je 'r nog bent, beteekent nu toch niets
meer je kon nu even goed opdoeken
Zoo had de poeha en 't geschetter van Talma—Her
mans zangerige gedachtenisje! en consorten de men
schen overbluft, dat men stellig meende dat 't gedaan
was met de heele sociaal-demokratie. En zelfs onder
onze partijgenooten waren er, die, ontmoedigd reeds
door den afloop der beweging, waarvan ze zich zooveel
hadden voorgespiegeld, zich aan die suggestie niet ont
trekken konden.
Doch in den verderen loop van 't jaar is 't gebleken,
dat zij, die men dood waande, spring-levend en welvarend
zijn! Daar zijn andere tijden gekomen die de moede-
loozen met nieuwen moed bezielden, hun overtuiging
verlevendigde en verstrekte, hun strijdgeest staalden.
Want wat ook de reaktie had bereikt of nog be
reiken kon met haar kruisiging van het modernisme,
met haar vervolgingen van VTin der Goes, Hugenholtz
en Kappeteijn het broodeloos-maken van Kroes,
Sluyters, Lindeman het overboord-smijten van het
kranigst gedeelte van haar Marine-leger, in haar klein
en ijdel gepoog den Marine-Matrozenbond heil den
kranigen Jantje! te nekken, den ekonomischen toe
stand had zij onveranderd gelaten en ze dacht er zelfs
niet aan daarin verandering te brengen en de Ne
derlandsche arbeiders doften, na hun „misdadige woeling"
(stijl-Kuyper) weer terug in dezelfde lijdensstaat waarin
ze steeds hadden verkeerd en voelden weer dezelfde
houger-striemen, dezelfde tyrannieke greep (nu nog 'n
beetje verscherpt) van het Kapitalisme. Trots alle
mooie en knallende beloften van de Ordebonds-heiligen
zagen de arbeiders zich dezelfde hondsche positie toe
gewezen van voorheen.
De mal-ooren die meenen dat de Vooruitgang in haar
gang te stuiten zou zijn, met dwangwetten, ze
kunnen reeds nü het fiasco hunner berekeningen wel
constateerenWaar de ijzeren vuist van Bismark
onmachtig was, kan men zich in ons landje wel thuis
houden we hebben hier geen Bismark. Maar wan
neer 'n kikker op 'n kluit zit, verbeeldt hij zich 'n koe
te worden, als-i zich wat opblaast. Zoo'n beest is natuur
lijk alleen ietwat belachelijk.
We hebben dwangwetten we zenden ieder die ictj
(bij de gratie Godskristelijke gezaghebbers) gevaarlijk
achten voor de algemeene rust en orde (niet lachen!)
naar onze „hoogescholen" oftewel „hotels van de houten
lepel en de harde brits." waar men alle ontbrekende
maatschappelijke deugden in optima forma bewonderen
en zich eigen maken kan.
En met dit te doen, met wat menschen met onze
grijp-klauwen uit de samenleving te rukken, hebben wij
den vooruitgang, de demokratie 'h onoverkomelijke hin
derpaal gelegd
Daar is een jaar heengegaan van machtige, diep-
inslaande propaganda voor de sociaal-demokratie. Nim
mer is met zoo onverdeelde en groote belangstelling
door ons volk den blik geslagen naar de plaats, waar
over ons wel en wee wordt beschikt: het Binnenhof.
De strijd in de 2e Kamer, dit geheele jaar met on
verflauwde heftigheid tusschen reaktie en demokratie
gestreden, ze had wél de algemeene aandacht. En
bewondering, van alle kanten bewondering, had
men voor dat kleine troepje, dat kranig clubje mannen,
dat zonder van afmatting of vermoeidheid te weten,
dapper altijd en altijd door den strijd aanbond en vol
hield, volhield met taaie volharding, groote energie
den strijd voor
de belangen der arbeiders!
Zij hadden gevoeld na de Aprilbeweging de grootere
plicht, die hen was opgelegd als volksvertegenwoordigers
zij wisten het terrein van den strijd van het prole
tariaat verplaatst, den strijd voor een nóggrooter
gedeelte aan hén opgedragen. Veel, ontzettend veel is
van hen gevorderd, doch ze hebben zich gegeven, onze
mannen, met volle ziel, met alle kracht. En waar de
overmoedige reaktie zoo ruim den handschoen toewierp,
MOKER