Schiedam in i903 Abonneert U op „De Moker" Werft Abonnées! Op voor de propaganda Oranje-lol. Van brave patroons en domme arbeiders. Ditjes en Datjes. lijke „ruime woningen" voor zich en zijn nageslacht te helpen bouwen. Ik zou dengene, die de kermiscenten voor geen ander doel weet te besteden, willen aanraden, ze in de kas van de S. D. A. P. te storten, dan komt er nog wat van terecht. De heer Gouka zou een ander volksfeest in plaats van de kermis willen zien ingevoerd, daar het, volgens hem, niet aangaat om een ding, waarvan de „mindere man" profiteert, af schaften en hen voor de rest op één houtje te laten bijten. De heer de Groot wees als anti-kermis-man, op de gewenschtheid van het „Volkshuis" en den R. K. Volks bond vooral dat laatste argument is zéér steekhoudend en een de Groot waardig. 't Werd te erg, iedereen zat op heete kolen, d'r moest gestemd worden, een paar leden riepen al om stemming. Enfin, d'r werd gestemd en goed Och kom, dertien heeren waren vóór 't behoud van het Schie- damsche zwijn. Tegen stemden de heeren Bender, de Groot, Faure, Bis, Klein, v. d. Poel, v. d. Velden en van der Drift. Ei, de kathotieken stemden voor de kermis, 't Is raar volk, als "t in hun kraam te pas komt, zijn ze christe lijk of niet-christelijk en aan de anti-revolutionaire zede- meesters hebben ze glad maling. 't Was 'n zware raadszitting van tweeën tot over vijven, de heeren hadden hun bittertje wél verdiend! in. De gezellige manier van samenleven alhier brengt voor de Schiedamsche arbeiders het eigenaardig bezwaar mee, dat zij hen belet, samen te leven. De achterlijkheid, de bekrompenheid van de industrie, het kleine gebied waarop zij zich beweegt, hebben tot nog toe een soort kasten-indeeling in stand gehouden, die vanzelf een aaneensluiting in 't groot van alle werkers uitsluit. 't Is ook daarom, dat de brandersknechts aangewezen zjjn vooral in het tijdperk van nabloei, dat we nu beleven, om het eerst te komen tot krachtige, onaf hankelijke vakbeweging. Hun getal is betrekkelijk groot, de arbeidsvoorwaarden, waaronder wij leven, zijn gelijk, hun belangen en de middelen om die te bevorderen, loopen in dezelfde richting. Hun beweging kan, plaatselijk genomen, het best een algemeene zijn. mno Verschillende pogingen zijn in den loop van 19U3 en ook in het vorige jaar aangewend door de respec tievelijke hoofdbesturen, om een organisatie tot stand te brengen van de schilders, timmerliieden, kuipers en bierbrouwersgezellen. De beide laatste categorieën van arbeiders konden het niet eens tot een begin nrijgen. Zelfs bleven de kuipersge cellen ongeroerd door de betoogen van hun Vlaardingsche collega's, die in het najaar van 1903 hier waren. 't Ging blijkbaar boven de bevatting der Schiedammers, dat een weerbare organisatie hier te stede een gunstigen invloed kon hebben op den loonstandaard der drie ge meenten, Vlaardingen, S-hiedam en Rotterdam. Allerlei kleingoed werd overhoop gekrabbeld, en onder dien rommel werd de groote zaak bedolven. De bier brouwers, vertegenwoordigd door het personeel van één brouwerij, vinden zich ook nog heel op huil gemak buiten het algemeene verband, rustig ten eigen koste. De schilders en timmerlieden brachten het beide tot oprichting eener afdeeling van den landelijken bond. maar gingen weer te niet. 't Gebied was te klein, de onderlinge verhouding te intiem, 't aantal bazen en baasjes te groot, 'n Bescheiden aanvraag om verhooging van uurloon werd niet eens ernstig opgenomen. Verbeeld je, in Schiedam ook al vereenigingetje willen spelen De glasblazers-vereeniging onderging 't zelfde lot. In de veelheid van de soorten van arbeid, in de fabrieken verricht, ligt al een oorzaak, die de vereeniging bemoeilijkt. De gelijke belangen, die den stevigen ondergrond dei- organisatie moeten vormen, ontbieken hier in t geheel elke soort van arbeiders meent door de behartiging dei- belangen van een andere soort geschaad te zijn. De moorddadige, arbeid zelf laat de arbeiders niet genoegzamen vrijen tijd en energie om zich een heldere voorstelling te vormen van de wijze, waarop de actie der vakvereeniging moet werken, om allen ten goede te komen. En ten slotte het personeel aan de kaarsenfabriek. Ook daar hetzelfde verschijnselafkeer van organisatie, 'tls een heele „gerustigheid," onder het vaste personeel der fabriek te worden opgenomenje kostje is dan ge kocht. 'tls ook daar, dat de meest verwoede con currentie heerscht onder de arbeiders zelf, t is daar, dat de spreuk gehuldigd wordt: „de een z'n dood is de ander z'n brood." Wat een energie wordt ontwik keld, om zoo'n begeerlijke plaatsje te bemachtigen! En óf in dien wedstrijd de eigenschappen worden gestaald, die men bij uitstek christelijk gelieft te noemen! Nou! Ed dat is niet al! Zoonen en dochters doen reeds gauw mee: de fabriek slikt alles. Dan volgt een her haling van den edelen wedstrijd. En in de fabriek zijn ook trappen en graden. Omhoog, omhoog, blijft dé leus en de steun voor den voet is de nek van den mede-arbeider: De fabriek is tevens een heerlijk op- voedings-gestichtNatuurlijk dat geen heil wordt gezien in vereenigen. Wat zou dat! 'tGaat zoogoed! Verdere neerdrukkende en tevens vernederende in vloeden zijn het ontvengen voor gunsten in verschillende fabriekenhier vrij kolen, daar vrij braudhout, elders dubbel weekloon met kerstmis,, 't verdeelen van een paar vette varkens met November ergers anders en bij gelegenheid wordt van kerkelijke en patronale zijde, handig partij getrokken van deze omstandigheid. Loon hebt jullie, arbeiders, en dan ook nog dat en dat, je hoeft de hand maar op te houden entevre den te zijn, dan zal alles je worden toegeworpen. En in deze nederigheid wot den dan de arbeiders gehouden, in de vermomde aalmoes schuilt geen schandeze krij gen 't immers allemaal. Gelukkig hebben nu de elementen, die wat frisscher denken en wat beter gevoelen, arbeiders, die behooren tot de meer bevoorrechten van geest, tot de meer met energie begaafden, een neutraal, d. w. z. een onaange vochten vereenigingspunt gevonden in de coöperatie. Zij, die verstrooid onder de verschilende groepen van arbeiders, niets vermogen, zij hebben daarin gevonden een terrein, vanwaar uit zij hun propaganda kunnen richten. Langzaam zal de kring zich uitbreiden, moeielijk en zwaar in de strijd, vooral, omdat zich die voorlooping ook uog richt tegen de mede-arbeiders. Die gelooven, haasten niet, en vol vertrouwen gaan we 1904 in. Ontwijfelbaar zal het einde winst hebben aan te wijzen. s Dans, poppetje, dans dan xal ik je geven 'n Uit De Schied. Cour. Per advertentie waren bestuursleden van de hier be staande vereenigingen uitgenoodigd samen te komen in de koffiekamer der S. O. V. ter bespreking van plannen voor een viering van het jubilée van H. M. de Koningin-Moeder, voor wie het weldra 25 jaren zal geleden zijn dat Zij Neerlands grond, ten zegen van het volk, betrad. Een aantal vereenigingen hadden aan die oproe ping gehoor gegeven en daar komende bleek het dat de uitnoodiging was uitgegaan van het officie rencorps der d.d. schutterij alhier. De majoor-commandant G. Visser Bz., leidde de vergadering. Spr. wees er op hoe stemmem waren opgegaan om den merkwaardigen dag eenigszins feestelijk te herdenken, zij het ook op bescheiden voet, en dat daarom het initiatief door hem daartoe was genomen We zien alweer, dat we in Schiedam toch nog wel goè menschen hebben ookOch, die groote lui zijn nog niet zoo kwaad, als ze dikwijls worden voorgesteld. Ze gunnen 'u arm mensch nog best 'n lolletje. Grut, wat 'n verbazing zal 't wel geweest zijn voor die verschillende bestuursleden, toen 't daar maar in eens bleek, dat „de" uitnoodiging gedaan was door het officierenkorps der d.d. schutterij Nota bene nog wel van de Schiedamsche schutterij dat exellente korps O moos o, semaye Vanwege de fijnerigheid van 't gezelschap liggen we in 'n zwijmel van eensgezindheid Ja, ja, nou, de Koningin-Moeder 25 jaar wat 'n tijd Zegen van 't volk nou, óf 't Natuurlijk hoort 'r 'n lolletje bij vanwege de plechtigheid. En als nou iemand als de heer G. Visser Bz., majoor-commandant van de roemruchtige schutterij nog an 't initiatief-nemen gaatdan zêl 't nog 'reis wat worden Heisa, hup 'n Fakkel-optocht nou jongens, die kennen we! da's leuk van dien majoor hoe verzint-i 'tjees meiden, 't zêl d'r weer spannensoirées-amu- santes of volksconcerten 't Kan haast niet lekkerder Zóó wordt het volk tevreê gehouden! Zóó houdt men 't onder den duim. Nu en dan eens 'n feestje georga niseerd als 'r geen oorzaak of reden toe is, dan maakt men er een, da's gauw gebeurd en dan de lui maar 'ns opgezweept. Je laat ze 'ns met je aan één tafel komen (waar ze bepaald lekker op zijn je bent ook zoo'n hooge oome en draait ze daar in d'r ooren wat je kwijt wil wezen. Je hebt altijd succes 't volk is altijd gereed om te „feesten" om 'ns door'n hots en schreeuwpartij te trachten z'n ellende te vergeten. Je hebt, als bourgeois, maar te zeggen: „danspoppetje, dans!" en 't „poppetje" danst al, onverschillig wat-jé't dan geven wil al zijn 't ook d wang wetten Ah! 't gaat nog zoo goed, hè Hoe men aan het getal deelnemende vereenigingen komt, daarvan 'n bewijs De voorzitter van den Sigarenmakersbond (afd. Schie dam) gaat ook 'ns luisteren. Natuurlijk op eigen houtje, maar de oproep was aan „alle bestuursleden van ver eenigingen" en daarom ging-i 'ns neuzen. Tot z'n ver wondering ziet hij den anderen dag in de bladen onder de deelnemende vereenigingen óók den Sigarenmakers- bond genoemd, (voorwaardelijk), ofschoon hij zelfs meer dan eens den geachten Voorzitter verzekerd heeft, totaal geen toezegging van zijn vereeniging te kunnen doen! Ach, men heeft 'r zoo graag veel Hoe ter wereld de redaktie van de Schied. Cour. zulke vrijgevige buien heeft in den laatsten tijd, zal, naar wij vertrouwen, velen met ons 'n raadsel zijn. Voor de tweede maal heeft ze den heer Herman Jansen gelegenheid gegeven twee volle kolommen in beslag te nemen.... zonder iets te zeggen. Voorzeker, 't is ook 'n gave, welke de heer J. ontwikkelt, door zooveel papier te bekladden, zonder iemand iets wijzer te maken. Waren zijn beweringen ook maar van éénige waarde, men zou er vrede bij kunnen hebben, daar de zaken, welke hij beweert te behandelen als deskundige, als branderspatroons, voor Schiedam van het hoogste belang zijn, doch de heer Jansen is 'n allesbehalve aangenaam causeur terwijl z'n argumenten in 't oog vallend oppervlakkig zijn, als droog zand aan elkaar hangen zelfs, wat door het air van gewicht, dat hij tracht aan te nemen, niet te vermoffelen valt. Wij vertrouwen dat het Bestuur van den Branders- knechtsbond hem wel op z'n voorman zetten zal, wan neer het zijn tweede geschrijf, dat 'n nabrouwsel is van het eerste, dat waard acht. Boven al zijn banaal ge schetter over de ruwketels, is pas nog het krachtigst argument do r de industrie zelve aangevoerd, waar we slechts nog twee weken geleden vernomen hebben het doorbreken van den ruwketels in de branderij van Van der Schouw. Zulke feiten roert de heer Jansen echter niet aan; blijkbaar zijn ze hem te machtig. Wie in ons vorig no. gelezen heeft, hoe 't gesteld is met de branderij van den heer Herman Jansen zelf, zal echter met ons verbaasd staan over den hoogen toon, die deze meneer durft voeren. Die zal z'n geschetter over „domme" brandersknechts en „brave" branders patroons als grenzelooze brutaliteit slechts kunnen op vatten en wellicht zeer terecht twijfelen of hier wel de man van 't vak aan 't woord is, die hij beweert te zijn. De knallende beweringen van den heer J. zijn totaal effectloos op niemand, die eenige aandacht aan de zaak wijdt, zullen zij indruk kunnen maken. Neen, uit alles blijkt, dat hier iemand spreekt, die heelemaal niet gediend is van andere (vooral geen wettelijke!) bemoeiingen in zijn zaken die waar schijnlijk veel reden heeft ze te vreezen en.... te haten Onder het mom van „belangstelling voor den arbeider", wordt dit verdonkeremaand, maar eilieve, zeg toch eens hoe 't komt, dat de arbeiders vroeger nooit iets van die belangstelling van u en uwe kornuiten hebben be merkt Zeg eens, hoe 't komt dat gij nii juist 'ns voor den dag komt, nu er van hooger hand dreigt te worden ingegrepen in de toestanden, waarin gij uwe arbeiders met uw belangstellende zorgen plaatstetWaarom deedt ge dit voorheen nooit?.... Voor ieder ander dan de heer Jansen of misschien voor hem óók? zal 't duidelijk zijn, dat er hier een belangen-kwestie in 't spel zit. Een belangen-kwestie van den zich-verrijkenden branderspatroon eenerzijds en de uitgemergelde en aan alle gevaren bloot staande brandersknechts anderzijds. Maar 't is voor de laatsten een goed teeken, 'tis 'n bewijs voor hen op den rechten weg te zijn, wanneer aanstaande veranderingen door de betrokken patroons zóó worden bestreden! Voor dezen echter is 't jammer, niet anders dan met zulke frazes en onbenulligheden voor den dag te kunnen komen Zou er nu absoluut niets anders te vinden wezen? Heden overleed, zacht en kalm, na een kort stondig en kwijnend bestaan onze geliefde WEEKMARKT. Zij, die onze sympathie er voor kenden, zullen het smartelijk verlies beseffen. De zielsbedroefde Commissie. Wij veronderstellen dat onze lezers met veel leed wezen bovenstaande kennisgeving zullen ontvangen. Schoon de slag niet bepaald onverwacht komt, is er toch reden tot groote droefheid. Ware 't ook van den beginne af 'n teringachtig stumpertje, waaraan t men zoo echt zien kon dat 'r met kunst- en vliegwerk leven in gepompt was nog altijd kon men hopen!.... En thans komt, met twee regels slechts, de locale pers vermelden, dat op advies van de markt- commissie B. en W. den raad voorstellen te besluiten de weekmarkt op te heffen, wat zoo goed is als 't luiden der doodsklok. Zonde en jammerWat zal 'r aan gemist worden Nu 's Maandags geen bordjes meer plaatsen met „Varkens", „Schapen", „Vet vee", „Mager vee" enz

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1904 | | pagina 2