De Arbeidswet. Vergadering - Bond van Branders- en Distillateursknechts Werkt met den Steunpenning, vrienden! We hebben het hard noodig BERICHT. Vlaardingsche IJzerkoekjes. Komen en gaan H AH 11* Vlaardingen. enz., geen lijntjes meer spannen, geen turfmolm meer strooien, geen kiespijn-tinctuurtjes, geen engelscke peper munt ot kolskook ,t is alles heengegaan.... voorbij.... voorbij... Sic transit gloria mundi We willen 'n grafrede spreken Geliefde dooie markt Hier staan wij treurende om uw heengaan. Gij waart ons troetelkind Gij waart de hope en toevlucht onzer kwijnende stad met jubelkreten begroetten wij eenmaal uwe intrede in de wereld onze goê en vroede raad zorgde voor uw heele uitrusting en uwe voeding nóg mochten wij u niet behouden. Zwaar is de beproeving noode missen wij u, doch heerlijk zal steeds uw aanzijn in ons voortleven, waar ge ons als herinnering achter laat, zelden geziene voorbeelden van bescheidenheid en eenvoud Rust zacht! We hebben voor onze lezers 'n „boffie" Wie ooit zitting krijgt in de Raad van Beroep (het „gerecht der ongevallenwet) kan werkelijk voor 'n prikkie het vereischte kostuum verkrijgen. Maar de collectie is niet groot, dus men moet er gauw bij wezen De firma C. Mauweus te Breda doet de aanbieding. Hier is ze Gala-rok met zijde-voering en rijk bewerkt echt zilveren borduursels f185.—, gala-broek met van wit satijn met zilveren galon f 34.—, steek met, zwarte struisveeren enz. f32—, gala-degen met verguld gevest f 28.— om zoo maar te zeggen dat 't heele zaakje op 'n bagatelletje komt van driehonderd en elf gulden. Da's natuurlijk een gelegenheidsaanbieding. Je bent zoo grootsch als poes iu zoo'n harlekijn-pakkie. Sjonge, sjonge, dat zêl ook geen spul wezen van 12 sjant 'n u-el Hebben we liefhebbe s? Vanuit Vlaardingen is in ons vorig no. reeds gewezen op de nieuwe boeman tegen het rooie gedoe opgestaan in de gedaante van Het Volksweekblad Op groote schaal heeft dit voornaam personaadje voor 'n gedeelte dezelfde taak als De Nieuwe (roemruchtiger nagedach tenisje) om nl. de arbeiders aan het Socialisme te ont- troggelen. 't Zaakje is op touw gezet door den beken den fabrikant Stork. Reeds lang bestond 't voornemen er toe doch men heeft schijnbaar lang werk gehad het mormeltje te voorschijn te brengen. Maar 't pleit niet voor z'n verwekkers, dat 'r voor zoo'n wange- drochtje zooveel tijd noodig is geweest. Er worden werkelijk aardige baker-praatjes in afgekonwd naaar iets van eenige waarde is er niet in te vinden, 't Ge heel is enkel aan te bevelen als men eens gauw 'n dutje wil pakken. Nochtans wordt het blad in grooten getale onder de arbeiders verspreidt. Alle patroons en direkties van groote en. bekend-staande ondernemingen ontvangeu exemplaren om onder hun personeel te verspreiden. We vernamen dat ze ook aan „Apollo zijn verspreid van de direktie zeer zeker een heel goed werk. Maar misschien deed ze tevens goed, het lezen ervan op de fabriek te gelasten, daar er anders veel kans bestaat dat het blad door de arbeiders ongelezen in scheur papier wordt omgezet.... En dat zou zonde en jammei wezen 'n Paar kerels hebben 'n meneer, die 'n jongen n klap had gegeven, op vrij hardhandige wijze hun mis noegen daarover te kennen gegeven, üe meneer, die in eenig verband staat tot de politie, vraagt hijgend en kwasi-uit-de-hoogte aan een van z'n „belagers „hoe heet je?" Met minachting volgt: 'Eet,... 'eet,., wel, mit 'n vurk!... (Historisch.) Over het Ontwerp-Arbeidswet zal zeker nog wel 'ns nader in De Moker iets te zeggen zijn. Vermelden we thans echter reeds een feit, voor Schiedam van belang en voor den Bond van Brandersknechts een resultaat van zijn arbeid: art. 169 luidt: „De ruw- en distilleer ketels in branderijen en distilleerderijen moeten zoodanig zijn vervaardigd of ingericht en in zoodanigen staat van onderhoud verkeeren, dat zij geen gevaar opleveren. Dank zij de bemoeiingen van Melchers zal dus (menschelijkerwijs gesproken) een van de meest billijke eischen van den Brandersknechtsbond worden vervuld. Voor de betrokken arbeiders mag dit feit zeker leerzaam worden genoemd voor 't geen hem te doen staatzich te organiseeren als eerste vereischte; als daaraan pas send, hun grieven kenbaar te maken door rustelooze agitatie en alle middelen aan te wenden, die ten dienste staan om die grieven tot een oplossing te brengen. Voor de öu-georganiseerde brandersknechts zij dit resultaat een aansporing hun plicht te doen en zich onverwijld bij de vereeniging aan te sluitenniet al het werk door anderen te laten doen en zelf in luie onver schilligheid van de vruchten méé-profiteeren - voor de georganiseerden zij 't een spoorslag om met dezelfde energie, als tot dusver betoond, voort te gaan met hun agitatie, hun strijd om betere levensvoorwaarden. Billijke grieven als de brandersknechts hebben, waar van zelfs <le patroons op 'n Herman Jansen na! den moed missen het goed recht te ontkennen, zullen moeten worden weggenomen, wanneer van onder-op, wanneer door de arbeiders zélf, slechts voldoende aan drang er toe wordt uitgeoefend; Welaan mannen zoudt ge nu niet reden hebben om 'ns met alle krachten de afschaffing van den nachtarbeid, voor het bedrijf toch ook een totaal overtollig iets, aan de orde te stellen En zouden niet alle brandersknechts daartoe 'n handje willen uitsteken?.... Zaterdag 16 Januari 1904 hield de vereeniging „Bond van Branders- en Dist. Knechts haar eerste jaarvergadering. Uit het verslag van den secretaris blijkt dat de B ind, hoewel, na den bekenden treurigen afloop der April beweging, zeer sterk in ledental was afgenomen, thans door de krachtige pogingen van liet tegenwoordig be stuur, dagelijks in ledental toeneemt, trots alle tegen werkingen. Uit het verslag van den penningmeester blijkt, dat de staat van de kas zeer bevredigend is te noemen in aanmerking genomen de vele en groote uitgaven, ver bonden aan de aanvraag om de Kon. goedkeuring, adressen aan Min. v. Bin. Zaken enz. Het slot van 't verslag bevat een opwekkend woord aan de tegenwoordige leden om hunne nog niet aange sloten vakgenooten tot aansluiting te brengen, ten einde eens een Bond te vormen, die kan volvoeren, wat hij zich voorneemt. Ter perse: Na tien jaar. Gedenkschrift bij het tienjarig bestaan der S. D. A. P. met medewerking van Troelstra, Polak, Tak, v. d. Goes, Loopuit, Karikatuur- teekeningen, bandteekening door Hahn. Prijs? Een woord van aanbeveling achten wij overbodig. Indien de prijs geen overwegend bezwaar is, schaffe elke partij genoot het werkje aan. Onder dit motto wenscht schrijver dezes zoo nu en dan wat op te disschen, in de hoop, dat het even gretig zal verorberd worden als het bij ons bekende gebak van denzelfden naam. Wij hebben dan in onze stad (die in dagen, wanneer een collecte op handen is, een goede stad genoemd wordt) een Oudstrijder!!! die, als ik mij niet vergis, de Tiendaagsc.he Veldtocht heeft meegemaakt, iets om van te watertanden, niet voor mij, die gruwt van al wat riekt naar militairisme, maar voor laat ik maar zeg gen de direkteur van het Rott. Nieuwsblad c. s. Die oudstrjjder heet Melchior v. d. Velden, is reeds de negentig gepasseerd, een oude krasse eerbiedwaardige grijsaard, en heeft zich onlangs laten fotographeeren, en hangt op prentbriefkaarten te koop in diverse winkels. Nu heeft hij kort geleden het orgineel portret opgezonden naar H. M. de Koningin, en zooals het Rott. Nieuivs- blad ons meedeelt, is dit geschenk door H. M. bij Imo gen uitzondering aanvaard. Op zichzelf voor ons een doodonschuldige liefhebberij, toch is er iets stootents in, n. 1. die aanvaarding bij hooge uitzondering. Denkt eens in, die man heeft in de kracht zijns levens goed en bloedveil gehad voor het lieve Vaderland, heeft de vijandelijke kogels hooren fluiten langs zijn ooren, heeft z'n kameraden zien vallen langs z'n zijde, heeft ongetwijfeld in die dagen helpen meeschreeuwen, leve Koning en Vaderland, en° nu is het eene hooge genadige goedheid, als men z'n portret aanvaardt, als loon, dat hij heeft verdedigd dat dierbare Vaderland, waarvan hij niet veel meer profiteert dan een duit op zijn borst, commentaar is hier overbodig, toch willen wij een vraagstellen. Toen in die dagen Melchior uittrok ten strijde, werd dat ook bij hooge uitzondering aanvaardt? ot werd hij toege juicht en bewonderd (ik schreef haast bedonderd) onder fanfare's toespraken en meer van die poespas? Wij weten het niet, maar gelooven het wel en hebben wij hiermee in verband nog een vraag. 'Onder veel bombas en natuurljjk op oranjepapier werden wjj begin dezer week voorbereid op een collecte (niet voor de slachtoffers van Spoorwegstaking) maar voor een hulde aan de Koningin-Moeder, n. m. voor een fonds, waardoor min vermogende longlijders in gelegenheid gesteld worden voor opneming in „Oranje Nassau Oord,' wanneer nu die deftige commissie gewapend met hoogen hoed en Oranjecocarde den boer opgaat, zouden zij dan ook bij hooge uitzondering een gift aanvaarden, van dezen Oudstrijder Of zal men het van dien ouden stakker nog een plicht achtten, dat hij van zijn karig bestaan nog iets afdraagt? Wij weten het niet, maar vreezen. En nu die collecte zelve, bij mij rijst de vraag, hebben alleen minvermogende lijders behoefte aan verpleging, of zijn er ook nog on vermogende, ik geloof van de laatste soort het meeste, doch wat komt het er voor dat goedje op aan, dat is niet zoo erg, daarvan zijn er immers genoeg, en je moet niet vergeten, daaronder bevinden zich ook socialen, stakers en meer van dat gespuis. Waren het nu nog menschen zooals b.v. het plaatselijk Comité van hulde, zie je, dan was het wat anders, daaronder bevinden zich natuurlijk de Burge meester, de Notaris, reeders, christelijke en onchristelijke Onderwijzers, bakkers, schoenmakers, dokters, kruide niers, raadsleden, en wat bij zoo'n gelegenheid in Vlaar dingen nRt mag ontbreken een koperen mutskijk nou, met zulke menschen kunt gij nog voor den dag komen, en zouden dan ook voor een sanatorium een sieraad zijn, enfin het wordt dan toch voor die heeren weer een aardig daagje. X. W6F~ Zie volgende „Moker". Jtnii-revoluti«maire aktie In woord en bev<ld met teekeningen van Woensdag, 13 Januari, trad voor de schildersver- eeniging „Door vereeniging verbetering" in openbare vergadering op, partijgenoot H. Spiekman van Rotter dam, met een rede over vakorganisatie, voor een flink bezette zaal. Spr. schetste ons allereerst de ontwikkeling van klein- tot grootindu-trie, hoe deze ontwikkeling, zijn oorzaak vindende in verbeterde techniek en aanschaf fing van machines, tot gevolg had, dat een groot deel der arbeiders tot werkeloosheid gedoemd werd, m. a. w. dat er meer arbeiders zijn dan noodig is, en als gevolg hiervan de loonstandaard natuurlijk sterk onder den invloed van dit „te veel" aan arbeidskrachten kwam te staan. Hoe is de toestand nu der arbeiders, zoowel hier als elders, waar geen vakorganisatie is? Spr. geeft hiervan verschillende interessante staaltjes, waarmede hij duidelijk in 't licht stelt den moordenden invloed der groot-industrie, hoe de arbeiders voor hun tijd op zijn, hoe hun geestelijke en stoffelijke welstand op een zeer laag peil staan, en al het menschelijke in hem als 't ware langzaam maar zeker er uit gehaald wordt. Spr. wijst op de enquette, indertijd gehouden over deze zaak, waar toen de arbeiders van Regout te Maastricht, op een vraag van de Commissie, of zij niet ontevreden waren, dat zij van de 365 dagen nooit één enkele dag onafgebroken rust hadden, verklaarden, dat zij zich best met hun toestand vereenigen konden. En vooral ook de textiel-industrie drukt met zware hand op de gezondheid der arbeiders. Men moet het gezien hebben als de fabrieken van een Van Heek, Stork en anderen in Twente, hare poorten openden, en de arbei ders in dichte drommen u voorbijtrokken, hoe de indus trie op deze werkers in 't bijzonder haar stempel had gedrukt. Zij gelijken allen veel ouder dan zij werkelijk zijn. Spr. illustreert dit nog nader door er aan te her inneren aan het Congres voor Kinderbescherming in de tachtiger jaren te 's Gravenhage gehouden, waar de heer Penning deze zaak zou bepleiten, deze niet beter wist te doen, dan zulk een fabriekskind ten tooneele te voeren, en aan de aanwezige dames te vragen, hoe oud zij dachten dat dit kind was. Het ant woord was een jaar of veertien. „Neen, waarde dames, het is pas negen jaar," was het bescheid. Ook te Leiden, Gouda, Schoonhoven, kortom, overal valt hetzelfde te constateeren. In al deze wanverhoudingen is dus voor de vak organisatie een groot veld van werkzaamheid ingelegd, en die zij met succes dan ook vervult. Hare leden voedt zij weder langzamerhand op tot denkende menschen, die gaan meeleven met de vragen van den dag, die vroeger eikaars concurrenten waren in den strijd om het bestaan, nu zich één gaan gevoelen, die voorheen het uitgemergelde lichaam met sterken drank meenden te moeten "opfrisschen", nu koning Alcohol verre van zich houden. En natuurlijk, het doel zélf van de vakbeweging: verbetering van den vaktoestand, is de belangrijkste, factor, die voor hare leden beteekentmeer levensgeluk. Resumeerende, meent spr. dan ook gerust te mogen coucludeeren, dat de neutrale vakbeweging, welke een verschijnsel van sociale beteekenis is geworden, recht heeft op de sympathie van ieder weldenkende, waar zij nu nog zoo dikwerf aan verguizing is blootgesteld. Spr. liet nu vervolgens de Chr. vakorganisatie de revue passeeren, en hekelde scherp en op geestige wijze, dat zij allen in meer of mindere mate in de eerste plaats zich tot taak gesteld hadden de zg. soci alistische vakbeweging te bestrijden. Eigenaardig is het zeker dat zjj eerst dan de arbeiders gaan orgam- i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1904 | | pagina 3