Ditjes en Datjes.
Iets over ons Stads-ziekenhuis.
Een ouwe kennis.
Alweer een kampioen.
openbare middelen van vervoer. Het personeel, werk
zaam bij spoor- of tramwegen, waarvoor reeds voor
schriften bestaan omtrent dienst- en rusttijden, valt
buiten het ontwerp, terwijl dit zich bepaalt tof het
vervoer van rijtuigen en wagens, die geregeld langs
een bepaalden weg de personen vervoeren, die zich
daartoe aanmelden."
(Vooral de laatste woorden geven van deze uitbreiding
der Veiligheidswet een zeer kleine beteekenis.)
„7e. Tweeërlei voorts is in het ontwerp bepaald ten
aanzien van personeel, hetwelk in winkels werkzaam
is. In de eerste plaats wordt voorgeschreven, dat aan
het bedienend personeel gelegenheid om te zitten moet
worden verschaft. Daarnaast zijn voorschriften opge
nomen met betrekking tot den werktijd van jongens,
meisjes en vrouwen, die in een winkel werkzaam zijn.
Eindelijk is de mogelijkheid geopend dat ook ten aan
zien van mannen bepalingen van soortgelijke strekking
kunnen worden vastgesteld,"
(Dus een uitbreiding der Arbeidswet voor winkel
personeel.)
„8e In hoofdstuk II zijn bepalingen opgenomen ter
eerste invoering van een leerlingenstelsel".
(Hierop komen wij later uitvoerig terug.)
Ziedaar nu den inhoud van Kuyper's eerste sociale
weteen samenvoegsel van twee liberalistische sociale
wetten met de besluiten ter uitvoering daarvan, en dit
alles een beetje gewijzigd en (zooals Kuyper zelf in de
inleiding van zijn Memorie van Toelichting zegt) over
eenkomstig de eischen der praktijk aangevuld en uit
gebreid.
De verschillende wijzigingen en uitbreiding zullen wij
in een volgend nummer eens opnoemen en bespreken.
Veel soeps zullen ze dan niet blijken te zijn en aan
eenigszins billijke eischen kunnen zij niet voldoen.
Maar wat is dit geschetter over het terugbrengen
van het leven der natie in de christelijke bedding of
hoe dat ook moge worden uitgedrukt, toch een onware
doorendoor leugenachtige mooidoenerij! Wat blijkt ook
uit deze „sociale" wet van den minister der kleine
luyden weer, dat het „specifiek christelijke" van dezen
goochelaar met woorden ook alleen in zijn woorden is
terug te vindenHoe lang zullen de kleine luyden zich
daardoor nog laten beetnemen? Tot hij na het uittrek
ken van zijn oude plunje zich zelf tot op zijn hemd toe
zal hebben uitgekleed? en onder dat hemd niets dan
een doodgewoon heerschzuchtig zelfvergoder blijkt te
leven
Mr. Diepenhorst ziet in de nieuwe Arbeidswet dan
ook niet veel meer te prijzen dan „het bewijs van de
groote werkkracht" van minister Kuyper. Is er scher
per afbreking van een wet, die „specifiek christelijk"
moest wezen volgens belofte van de kleine luyden,
denkbaar
Het kapitalisme drukt op alle instellingen in deze
maatschappij, particuliere zoowel als openbare, zijn
stempel. Ook de instellingen van liefdadigheid, die be
hoorden te zijn een oefenplaats van christelijke deugden,
die behoorden te zijn een plaats, mooi door uitstorting
van christelijke barmhartigheid alleen, dragende afschu
welijke sporen der beten en knauwen van het kapita
listisch monster. Het harde, ruwe, onchristelijke is ge-
teekend in het spel van de stad: Bloeimaand.
De allerellendigste verhoudingen, door 't kapitalisme
geschapen, bestaan ook in die verschillende instellingen,
de daaruit voortvloeiende beoordeelingen van menschen
over menschen eveneens. Zoo is er op die plaatsen een
gedeeltelijke klassenstrijd tusschen hoog en laag van 't
bedienend personeel, zoo oordeelen verpleegsters over
verpleegden als een patroon over zijn arbeider.
Nu draagt ons ziekehuis, als alle andere, ook het
kapitalistisch kenmerk door de klassen-indeeling dei-
patiënten.
't Is evenwel niet daarop, dat op 't oogenblik zal
worden ingegaan. Het betreft nu het bedienend per
soneel. Vóór ongeveer drie maanden stond een oproep
in de plaatselijke bladen voor portier en keukenmeid.
Deze nederige rol moet óók noodwendig worden ver
vuld en niemand zal ontkennen, dat in dergelijke in
richting de goede vervulling van belang geacht kan
worden. Alles toch grijpt in elkaar en de stilstand
van het kleinste rad brengt stoornis in den gang der
geheele machine. Samenwerking is het vereischte en
daarvan moet geheel het personeel doordrongen zijn.
Nu loopt dat samenstel van menschen echter niet zoo
gemakkelijk als een machine. Er komt een eigenaardige
factor tusschen nl.de machtsverhouding. De een
commandeert en de ander wordt gecommandeerd: dat
is gedwongen fraaiigheid, de samenwerking in dezen
kleinen kring blijft uit. De portier en keukenmeid,
man en vrouw, zijn in de weer van 's morgens half zes
tot 's avonds tien uur. Laten we voor 't gemak aan
nemen dat dit levert 16 (zestien) uren daags. Om de
veertien dagen des Zondagsmiddags om 2 uren vrij.
Het loon bedraagt f300.— drie honderd gulden'sjaars,
met kost en inwoning. Het loon daargelaten, omdat
de waardeering van nederige diensten in deze maat
schappij aanleiding geeft tot veel vruchteloos gepraat
of gepeins, kan toch gezegd worden, dat ook hier de
gemeente niet zeer gelukkig is in het bepalen van den
arbeidsduur. Over het eten wordt geklaagd. De vleesch-
voeding is b. v. 2 ons per dag voor vier personen
(werkster en 2de meid er bij). Alweer kan een goed
gevoede met welgevulde maag vragen? Maar op hoeveel
onsen vleesch per dag schat gij nederige diensten?
Geklaagd wordt over het optreden der directrice, de
groote tegenover de kleinen. Ook de vorige portier is,
zooals 't heet „met moeite" er vandaan gegaan. De
grooten moesten bedenken, dat het tekort aan waar
deering, aan respect ja, 't is zoo de kleinen
meer steekt dan het tekort aan vleesch.
De nietigheden, waarvoor de kleinen ter verant
woording zijn geroepen, op kennisgeving der directrice
voor de groote commissie, typeeren eenigszins het peil
der verhouding b.v. onwilligheid, om katten te jagen
uit den tuin of een onregelmatigheid bij 't kachel-aan
maken. Zoo zijn er nog meer nietige dingen, die zeker
voor gezagsmenschen te klein moesten zijn, om er op
in te gaan.
Schrijvende over dit klein gedoe, komt onwillekeurig
de gedachte op, of rust- en vacantietijden voor hoog
en laag van het personeel wel zóó geregeld zijn, dat
het er lang genoeg uit is, om werkelijk frisch te staan
voor het grooter en beter werk, dat er te doen valt.
Dit is wellicht de diepere oorzaak van de genoemde
verschijnselen. De gemeenschappelijke bespreking daar
over zou misschien de goede verstandhouding onder
het personeel te voorschijn roepen, van hoog tot laag
en misschien leidden tot noodige verbetering in dat
opzicht.
Het volgende staaltje van de zucht onzer gemeente
autoriteiten om de nijverheid in onze stad waar mogelijk
te bevorderen, werd ons dezer dagen verteld
Een bouwer zet aan de „Oude Sluis" een paar pak
huizen, annex bovenwoningen. Fundament enz. hebben
hun beslag en de ondernemer doet aanvraag voor de
stelling. Na ruim 14 dagen krijgt de man eindelijk de
gevraagde vergunning, na zich al dien tijd te hebben
moeten behelpen met alle gebrekkige middelen. Nu
weten wij natuurlijk niet wat al kunstverrichtingen
moeten plaats hebben om zoo'n aanvraag te onderzoeken,
maar we veronderstellen toch wel dat de aanvrage van
de 14 dagen er 13 vergeten op de Burgemeesterstafel
heeft gelegen. Misschien verdient het opmerking dat
op "t oogenblik Mr. Jansen voor burgervader speelt.
Toen de werklieden van de sigarenfabriek des heeren
Van Emden, aan de Lange Haven, zich Maandagmorgen
aan 't werk wilden begeven, werden zij „verrast" met
een getuigschriften de boodschap dat ze heen kon
den gaan. De fabriek staat stop en is dienzelfden morgen
ter ogenbare verkooping aangeplakt. 19 man zijn dien
tengevolge werkeloos gekomen.
't Verdient wel de opmerking dat de heer Van Emden,
impopulair als hij is (men denke aan de acht stemmen
die hij verwierf als candidaat voor den gemeenteraad)
door de herhaaldelijk door hem uitgelokte conflicten
met zijn personeel, zich een alles behalve gunstigen
naam verworven heett. Schoon lid van de vrijzinnig-
demokratische kiesvereeniging „Schiedam" was hij ook
zijn geestverwanten verre van sympathiek.
Intusschen kan hij een voorbeeld zijn voor andere
werkgevers, die dwingelandje willen spelen, dat men
als zoodanig in den tegenwoordigen tijd ook wel eens
den bout op den kop krijgen kan.
De vereeniging „T. A. V. E. N. U." (onderafd. „Volks
huis") gaf j.l. Zondag een uitvoering. G geven werden
„Het Scheepje" (dramatisch) en „Zangvogeltje" (blijspel).
Er werd goed gewerkt in 't algemeen, al vielen enkele
grove tekortkomingen te constateeren. Uitgezonderd de
dames, die hun rollen goed onder de knie hadden,
hebben de heeren te weinig moeite aan hun resp. rollen
besteed, waarvan haperen 't gevolg. Vooral Frits, de
tuinmansknecht in „Zangvogeltje", hoe uitnemend dilit-
tant overigens, was in z'n rol niet thuis. De regie is
blijkbaar in goede handen het type van de valsche
Hannes in 't „Scheepje" is best geslaagd.
Slechts dit willen wij voor de toekomst aan 't Bestuur
van 't Volkshuis in overweging geven, op derge
lijke avondjes geen personen beneden 18 jaar toe te
laten. Het aanhoudend gefluister en gegrinnik is be
paald hinderlijk. Onder de meest tragische scènes in 't
„Scheepje" werd geschatert van pleizier -uitingen
die slechts bewijzen het absoluut gemis aan begrip van
't gegevene.
Voor de anti-revolutionairen zou j.l Woen-dag de
heer Oosterbaan spreken over „Aanval en Verdedi
ging". De vergadering was per circulaire aan de vrin
den geconvoceerd we zagen dan ook nergens een
publieke aankondiging.
Zooals men weet, volgt onzen partijgenoot Loopuijt
dezen held op z'n propaganda-reizen. Meneer heeft daar
zeker 't zuur aan en nou pikt-i 't zoo in. „Laat
alle dingen in 't geheim geschieden", is nu zijn parool
naar 't schijnt.
Tamelijk laf van uwes, broeder
Een later bericht (nu publiek!) meldt, dat wegens
ziekte van den spreker de lezing is uitgesteld.
De Cristelijke Actie, die eenmaal zoo geweldig al
wat socialerig was in Schiedam kwam bestoken, doch
sinds langen tijd Schiedam weer in handen van den
duivel (niet?) en het terrein geheel in handen_der revo-
lutie-kraaiers stijl-actiegelaten heeft, ze leeft nog
We hebben ze weer gezien; door toevallige omstandig
heden, kwam ons tot ons groot genoegen weer zoo'n
hebbedingetje in handen, 'tls de ouwe nog, hoor!
precies dezelfde van voorheen. Ze is althans dezelfde
gebleven in formaat, maar van inhoud, nee, ze is voor
uitgegaan! Op de ouwe leuke manier wordt 'r op los
gebeukt en met zwaar-dreunende mokerslagen gerammeid
op de burcht van 't heidendom. Zooals bekendsocia
listen zijn heidenen, heidenen zijn socialisten. Dit weten
we reeds uit de vroegere dagen van de Actie.
Nou, en als we ons dat alles nog herinneren, dan
weten we ook nog wel, op wat logische, glasheldere
wijze ze de dingen zeggen kan. Dat is altijd een van
d'r beste eigenschappen geweest en daarin is ze nu nog
vooruitgegaan, 't Kan haast niet, zal misschien iemand
zeggen?! Goeie man, zwijg stille en zie:
Almacht.
Wat kan God?
Alles, wat geen onzin is.
Waarom geen onzin?
Onzin is het werk van een krankzinnige of van een
dom mensch. God nu is het oneindig volmaakte Wezen,
bezit dus al zijne eigenschappen in oneindige volmaakt
heid, is dus ook oneindig wijs, oneindig verstandig.
Wanneer God nu onzin kon spreken of doen, zou dit
in strijd komen met zijne oneindige wijsheid, zon Hij
niet oneindig wijs zijn en dit kan niet. Hoe meer onzin
iemand verkoopt, des te dommer is hij, hoe minder, des
te verstandiger. Een verstandig mensch zal geen onzin
ten beste geven, een oneindig verstandig of wijs wezen
kan geen onzin doen of spreken.
Wat is al zoo onzin?
Een verbinding van twee absoluut tegenstrijdige be
grippen, bijv. een vierkante cirkel. Die twee begrippen
„vierkant" en „cirkel" sluiten elkander van zelf uit. Iets,
wat vierkant is, is niet rond en eene rondte is geen
vierkant. Nu kan God van een cirkel wel een vierkant
maken, maar dan is het een vierkant geworden en is
geen cirkel meermaar iets kan geen vierkant en toch
tegelijk rond blijven. Dit is onzin en onzin kan God
niet maken.
Nu zal iemand misschien zeggenwater_ en vuur is
ook tegenstrijdig, want wanneer ik water in het vuur
gooi. dan dooft dit uit. Dus kan God ook niet maken,
dat het water het vuur niet uitdooft.
Ho, ho, zacht wat. Water en vuur zijn geen tegen
strijdige begrippen; maar hunne werking is tegenstrijdig
nu heft God de werking van het eene bijv. op, dit is
volstrekt geen tegenstrijdigheid, dit is opheffen van den
strijd. Wat zou dan een tegenstrijdig begrip zijn? „Water"
en „geen water," dus: ja en neen. God kan dus maken,
dat iets water is en geen water tegelijk. Dit zou weer
onzin zijn.
We vonden het zonde aan dit citaat ook maar iets
af te doen door te bekorten. Daarom geven we 't
geheel. Da's nog 'ns op 'n duidelijke manier de dingen
verteld. De lezers weten nu precies wat „Almacht" en
wat „Onzin" is. Die tegenstrijdige begrippen zijn eenig
in 't licht gesteld. „Water" en „geen water" dus „ja
en neen." „Onzin" en geen „onzin" zouden wijer
bij willen voegen en dan ook „Actie en geen Actie"
zonder onzin.
We meenen met dat al onze lezers ten sterkste te
moeten ontraden, dit gewichtige epistel uit de Actie
meer dan ééns per 24 uur te lezen, aangezien men
anders de kans beloopt naar Meerenberg ofMedemblik
te verhuizen, 't Is meer geleerdheid dan 'n gewoon stel
hersenen kan verwerken.
Naar ons van geloofwaardige zijde is verzekerd, zal
wijlen De Nieuwe Courant toch weer 'n opvolger krij
gen. In anti-revolutionaire kringen wordt de behoefte
aan 'n eigen orgaan, dat de verderfelijke invloed van
socialistische lectuur Moker en Volk) tegen kan gaan,
hard gevoeld. Dus maar weer zoo'n dingetje op pooten
gezet.
De uitgave geschiedt van buiten af. De Schiedamsche
broeder geeft er natuurlijk de brui van, nu z'n geloofs-
genooten z'n Nieuwe zoo smerig hebben laten drukken.
Misschien dat T leentje-buur gespeeld wordt met 'n
verwant blad {De Rotterdammer misschien wel!) Als
titel vernamen we De Schiedammer.
Onder de velen die deze plannen met groote vreugde
vernemen, behoort ook zeker De Moker. Wij houden
wel van gezelschap want 't is toch (in zekeren zin
droevig als politiek blad hier in Schiedam te staan
„heelemaal alleen". Daarom reeds zijn wij bijvoorbaat
verheugd en verkneuteren ons in 't vooruitzicht nu
misschien eens 'n flinken tegenstander te krijgen, die