Ditjes en Datjes.
Gezondheids-Commissie.
Nou! Nou!
Waar die strijd aanwezig is, zal een arbeidswetgever,
zich met arbeidsduur en loon bemoeiende, telkens moeten
kiezen tusschen de belangen van den werkgever en die
van den arbeider. Kuyper durft in zijn ontwerp
nergens te kiezen ten gunste van den arbei
der. Alleen dan, wanneer bij meent, niet op verzet
van de patroons te zullen stuiten, omdat zijn wetsbe
palingen niet noemenswaard van de in doorsnee voor
komende toestanden afwijken, alleen dan durft hij
een wetsverandering voor te stellen ten gunste van de
arbeiders. Heel sterk kwam dit b. v. uit in de kwestie
der arbeiders in de weefindustrie; toen de Twentsche
fabrikanten zich tegen een wettelijke vaststelling van
den 10-urigen arbeidsdag verklaarden, was Kuyper on
middellijk bereid hun in zijn wetsontwerp een 11-urigen
arbeidsdag toe te staan. De elfurige werkdag is te
lang," zegt Dr. Kuyper in zijn memorie van toe
lichting. De elfurige werkdag is niet te lang
(S 1 o t.)
Nadat in den gemeenteraad was voorgesteld bet
stelsel van schoolartsen in te voeren, hebben B. en W.
de gezondheids-commissie deswege om advies gevraagd,
hetwelk ten gunste ervan werd uitgebracht. De
commissie wees er tevens op, dat sedert het in werking
treden der Leerplichtwet de verantwoording der auto
riteiten ten zeerste is toegenomen. De gemeenteraad
benoemde de schoolartsen op 'n salaris (sic!) van
f 100.—. De ontwerp-verordening werd echter niet aan
de commissie voor advies toegezonden.
Tot 'n stelselmatig onderzoek van alle scholen werd
'n sub-commissie ingesteld. Het rapport hierover kan
spoedig worden tegemoet gezien.
Onderzoek van fabrieken en werkplaatsen hebben
nog niet plaats gehad. Dit breede terrein van werk
zaamheid ligt dus nog altijd braak. We willen echter
vertrouwen, dat de commissie zoodra mogelijk ook in
dit opzicht de eerste arbeid eens aanvangen zal.
Bij de naderende kermis adviseerde de commissie
spellen en kramen uit Breda, waar toen gevallen van
Variolae voorkwamen, te weren. B. en W. konden zich
echter maar weer 'ns met dit advies niet vereenigen.
Nu zijn er hier geen gevallen van Variolae voorge
komen, doch was de deur er niet voor open gezet?
Ook dit is weer een der dingen, wier beslissing niet
behoort bij B en W., doch bij de gezondheidscommissie
en wanneer men zooals hier, haast stelselmatig tegen
hare besluiten en adviezen inwerkt, dan maakt men
haar tot overtollig meubilair en is de vraag volkomen
gerechtigd wat doet men er mee
Maar vergeten we niet dat B en W. als hoogste
gezag tevens de hoogste wijsheid trachten te vertegen
woordigen. Als zoodanig ons need'rig saluut
Het hoofdstuk „Drinkwatervoorziening" komt ons
wenschelijk voor in zijn geheel weer te geven. Hier
zegt de commissie
„De rapporten omtrent het bacteriologisch onderzoek
van de gemeente-drinkwaterleiding werden ons toege
zonden. Wij ontvingen rapporten van 29 bacteriolo
gische onderzoekingen. Die van 13 en 20 Januari en
1) d is van minder belang.
10 en 17 Februari gaven ons aanleiding bij Burge
meester en Wethouders te informeeren wat de reden
kon zijn van het abnormaal hoog getal koloniën per cM3.
„Wij ontvingen eenige citaten uit een rapport van
den Directeur der Waterleiding die ons niet konden
bevredigen
„De hoeveelheid water toch, die onze waterleiding
afleverde, overschreed aanzienlijk de quantiteit waarvoor
de inrichting oorspronkelijk was gebouwd, zoodat wij
meenden dat er geen voldoonde waarborgen meer waren
voor de voortdurende productie van goed drinkwater,
niettegenstaande de bacteriol. onderzoekingen steeds
een gunstig resultaat hadden geleverd. Onze ongerust
heid werd door het schrijven van Burgemeester en
Wethouders niet geheel opgeheven, doch de directeur
der waterleiding bracht welwillend onze commissie in
een uitvoerige voordracht geheel op de hoogte der
veranderde wijze van werken, waardoor het bleek dat
de dubbele filtratie alleen nog maar werd toegepast,
wanneer een pas verschoond filter was ingeschakeld,
waardoor toch al het water, dat in de reinwaterkelder
vloeide, steeds een goed werkend filter had gepasseerd.
In verband met deze veranderde methode kan de
filtersnelheid dan ook binnen zeer voldoende grenzen
gehouden worden, en waren de waarborgen hierdoor
verkregen, ook naar het oordeel van onze commissie
zeer voldoende.
„Hoewel toch eenige malen een zeer hoog gehalte
aan bacteriën moest worden geconstateerd, hadden wij
de overtuiging dat deze van onschuldigen aard moesten
zijn."
Uit dit alles blijkt echter toch, dat de inrichting te
primitief is en er toch op stuk van zaken voor niets
kan worden ingestaan. Maar uitbreiding zal nog wel 'n
poosje tot de vrome wenschen blijven behooren
Schoon herhaalde malen op de agenda het onderwerp
„Onderzoek van voedingsmiddelen" was aangegeven, en
dit onderwerp naar 't oordeel der commissie zeker in
hooge mate de aandacht verdient van hen, die geroepen
zijn de volksgezondheid te bevorderen, was zelfs 'n
voorloopig onderzoek nog niet mogelijk, zoodat het punt
maar steeds weer van de agenda verdween. Dit is zeker
te betreuren, want buiten twijfel is er ook hierover heel
wat te zeggen. Wanneer b.v. eens begonnen werd enkele
„brood"-depöts en bovenal óók enkele „boteri'-winkels
met 'n bezoek te vereeren, natuurlijk die magazijnen,
waaruit de arbeiders-gezinnen hun behoeften betrekken,
dan zon daarover alleen misschien al heel wat te zeggen
zijn, wat de belangstelling dubbel en dwars verdient.
In verschillend opzicht is het dus wenschelijk, dat de
gezondheids-commissie gelegenheid vinde hare werkzaam
heden uit te breiden. We hopen, dat haar dit gelukke
mogen, omdat, wil zij in de aangegeven richting werk
zaam zijn en blijven, haar arbeid zeker niet zonder
resultaat zal zijn. Er is dan voor haar in Schiedam
nog heel wat te doen
Uit De Zondagsbode blijkt, dat de totale inkomsten
voor de restauratie van „het grijze, eerbiedwaardige
gebouw", de Groote Kerk totnutoe beloopen een bedrag
van f1410.In verhouding tot het benoodigde (vijftig
duizend gulden) mag men zeggen, dat de vangst tamelijk
schraal is
De heer Faure maakt promotie Nu, dat was 'm weg
gelegd. Hij kon 'r z'n predikants-baantje best aan
geven de „raven" zoüeu 'm toch z'n brood wel bren
gen. Ze brachten 'm eerst z'n schoolopzienersbaantje
voor Schiedam brachten 'm haast 'n wethondersbaantje,
waarvoor de zaak eenmaal goed was opgezet, maar
toevalligerwijze in den kijkert geloopen was, en nu brach
ten ze 'm werkelijk 't schoolopzienersbaantje voor Bot
terdam, dat ietwat beter bezoldigd wordt. Natuurlijk
gaat-iniet om die paar kopere centen meer, maar
wellicht door 'n hoogere stem geroepen.
In De Volksonderwijzer wuift „Vox" den heengaande
'n afscheid toe en introduceert hem alvast bij de Rot-
terdamsche onderwijzers, op 'n scherpe, maar niet minder
juiste wijze, het conservatieve karakter des heeren Faure
hekelende. En aan 't slot zijner correspondentie zegt
„Vox"
„Wij krijgen dan e6n nieuwen schoolopziener. Wie,
wat, en hoe vragen we onder elkaar. Eén naam is
reeds door verscheidenen genoemd, die van den heer
Sander, ambulantus alhier. Wel is hij niet van christe-
lijken huize, doch bestrijding van zijn kant hebben de
christelijke heeren niet te duchten.
Wil men feiten Ziehier
In 1901 ging het voor velen bij de verkiezingen om
zal de nieuwe regeering liberaal blijven of christelijk
worden? De meest conservatieve liberalen stelden nog
een candidaat, die tenminste anti-clericaal was. Ook de
mannen van die kleur alhier deden aldus en candideer-
den Mr. S. van Houten. Deze verklaarde zich bereid,
en onze oud-liberalen steunden reeds bij ee ste stemming
den Lohmanniaan Van Limburg Stirum. Deze is dus
door de hulp der liberalen, waarvan de heer Sander
een der voormannen is, in de Kamer gebracht. Eén
belooning heeft Sander al gekregenverleden jaar is
hij geridderd. Het Leeuwtje kreeg hij nog wel niet, maar
de burgermansridderorde was "toch voor hem bewaard.
Voeg daarbij, dat de heer Sander al lang den pensioens
leeftijd heeft bereikt, zoodat het ambuleeren hem ver
bazend vermoeien zal, dan is er reden te over, om hem
te benoemen tot schoolopziener."
Sinds lange jaren vertegenwoordigt graaf van Limburg
Stirum reeds ons district, zijn zetel dankende enkel aan
de hier zoo talrijke christelijk-historischen. Nimmer
wilde men hier van 'n andere candidaat weten en
de anti-revolutionairen konden 't eens met de heer Van
Idenburg probeeren, maar hun handjevol kiezers lag
geen gewicht in de schaal. Bij de nu ontstane scheuring
in de rijen der christeljjken, heeft echter de graaf als
zoovele anderen óók stelling genomen tegen de christelijk-
historischen en vóór de Hooger Onderwijswet gestemd.
Zal men dit hier maar weer 'ns langs z'n kouwe kleeren
laten afzakken? Of de graaf 'n „schrobbeering" geven?
Hm 't zal wel losloopen
In de laatstgehouden vergadering van den R. K.
Volksbond is 'n motie van afkeuring gesteld tegen
enkele lokale bladen, die de aankondiging der vergadering
over het Nieuw-Malthusianisme hadden geplaatst. (De
Moker, even schuldig in dezen, wordt niet genoemd.)
De eerwaarde adviseur (het personaatje dat in de Volks
bond de eerste viool speelt) had het afschuwelijke feit
besproken, ried krachtig aan die vergadering niet te
bezoeken en onder donderend applaus werd ,,de" motie
aangenomen.
Weer 'n idioot stukje werk van den N. R. Volksbond
en den eerwaarden adviseur incluis, om het gehate
stelsel, dat wel haast aan alle leden dier corporatie,
ondanks 't groote adviseurslicht, totaal onbekend zal
zijn, in 'n onder-onsje af te gaan maken, 'n Gewoon
mensch zou toch zeggen, dat waar er 'n vergadering
met debat wordt gehouden, de plaats tot heilzame be
strijding van de verfoeide leer daar is, waar ze ver
kondigd wordt. Maar Volksbond en adviseurs schijnen
nu eenmaal machtig veel van Don Quichotterie te
houden, 'n Ieder zoo z'n smaak. Misschien vinden we
gelegenheid in 't volgend no., waarin we verslag hopen
te doen der vergadering, op dit malle protest terug te
komen. Voorhands wenschen we den Volksbond en den
eerwaarden adviseur in den vervolge wat minder zotte
streken toe.
PER TELEGRAAF:
Schiedam, Nederland.
Waar blijven de brandcenten blijft voor
de brandweermenschen nog altijd 'n groote vraag.
In de Nieuwe Schiedamsche Courant kwam de vorige
week „Een Molenaar" er op wijzen, dat nu de „Nederland"
is afgebrand, men er wel happig bij is geweest om het
maalloon te verhoogen, maar tot heden blijft vergeten
het billoon weder uit te betalen.
Het „billen" (het scherpen der steenen), dat geschieden
moet, als men heel den dag aan den wagen met meel
en graan gesjouwd heeft, en een harde, pijnlijke arbeid
van enkele uren vraagt, werd vroeger extra betaald,
doch zoogenaamd door de concurrentie van de „Neder
land" kon 't er niet meer af. Natuurlijk kon op het
loontje van den arbeider nog wel wat bezuinigd worden.
„Maar", vraagt de Molenaar, „nu is de „Nederland"
weg en kan men zich niet meer achter hem verschuilen
eischt de rechtvaardigheid nu niet, dat men ons het
billoon weder uitbetale? Zou het niet op den weg van
den R K. Volksbond of Patrimonium liggen, zich met
deze aangelegenheid te bemoeien?"
Enfin, de smaken kunnen verschillen, maar of dit
bepaald de beste pleitbezorgers zijn in zulk 'n aange
legenheid, komt ons ietwat twijfelachtig voor. Doch
dit is het niet, waarop wij de aandacht vestigen wilden.
In 'n volgend no. echter kwam naar aanleiding van de
genoemde opmerking een stuk voor van de hand des
heeren J. A. M. Jansen, dat zeker voor ons, Schiedam
mers, die den schrijver allen zoo goed (te goed kennen,
bizonder aantrekkeiijk is. Hier is 't heelemaal:
Mijnheer de Redacteur,
Gelezen heb ik het ingezonden stuk in Uwe
Courant van „Een Molenaar", en ik heb mij daar
aan geërgerd.
Officieel is daaruit gebleken, hoe systematisch de
haat in de arbeiderskringen tegen mijne Inrichting,
tegen de „Nederland' werd gekweekt van hooger
af, en de vingers gaan jeuken bij het constateeren
van zoo'n boozen toeleg.
Welnu, Molenaars van Schiedam, het is kwaad
aardige leugen, vuige laster, die U diets maakten,
dat „Nederland" de oorzaak was van het inhouden
van uw loon; dat de concurrentie van „Nederland"
het niet veroorloofde u uw loon te betalen. Aan
den molen „de Vrijheid" is gedurende de afge-
loopen jaren een kas gemaakt van ruim f1500.—.
Aan den stoommolen „de West" werd over 1902
ruim vijfduizend gulden overgehouden en is dividend
betaald, dat men door verkeerde statutenuitleg mij
Dit is bij den heer Jansen niet zoo'n ongewoon verschijnsel,
als we ons niet vergissen. Daar kan misschien 'n vroegere koetsier
bijv. wel van meepraten.
voor de arbeiders m de voornaamste industrie m JSeder-
land," zegt Dr. Kuyper in de bepalingen zijner
wet. Evenzeer als zijn woorden in de memorie van
toelichting in strijd zijn met de bepalingen zijner wet,
evenzeer zijn de aangehaalde woorden over het recht
van den arbeider op iets meer dan een verdeeling van
zijn tijd „tusschen de werkplaats en de slaapstede" vol
komen in strijd met de voorschriften van zijn ontwerp
Arbeidswet.
Nemen wij nu de wetsbepalingen zelf nog eens in
oogenschouw.
Jongens, meisjes en vrouwen mogen niet langer arbeid
verrichten dan 10 uur per etmaal in fabrieken en werk
plaatsen en bij het lossen en laden van schepen, spoor-
of tramwagens; jongens en meisjes bovendien niet in
loopwerk. (De Wet verstaat onder jongens en meisjes
kinderen tot het einde van hun 17e jaar, onder vrou
wen vrouwelijke arbeiders boven de 17 jaar).
Men vergete hierbij evenwel niet, dat volgens de wet
uitgesloten zijn allen, die arbeid verrichten
a. in een bedrijf van landbouw, tuinbouw, bosch-
bouw of veehouding;
b. in mijnen en in alle bij de exploitatie eener mijn
behoorende werken en inrichtingen, zoowel onder
als boven den grond
c. door militairen in dienst of door andere perso
nen in dienst van den Staat onder leiding of
toezicht van militairen 1)
e. buiten een fabriek, een werkplaats en een win
kel in of ten behoeve van het bedrijf van hem,
bij wien de persoon, die ze verricht, inwoont.
Deze 4 groepen van arbeiders zijn dus allen uitge
sloten (art. 4) van de bepalingen over den 10-urigen
arbeidsdag. Maar zelfs in de bedrijven, waarop de Wet
wel van toepassing is, zijn nog tallooze uitzonderingen
gemaakt.
(Slot volgt.)