V erkiezings- vergadering.
Ter navolging.
Papa de Wilde als hengelaar.
Het Schiedamsche Steuncomité voor de
Diamantbewerkers.
Vakkroniek.
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
Dank zij de bij uitstek goed ge,kozen dag, den dag
volgende op de Pinksterdagen als verkiezingsdag, was
onze afd. genoodzaakt de openbare vergadering te
honden op 2en Pinksterdag. Volkomen zooals onze
voorzitters constateerde, schijnt men hier voor verkie
zingsdagen juist die op te zoeken, die daar absoluut
niet voor geschikt zijn, den dag na Pinksteren of mid
den in de kermisweek. Maar natuurlijk moet-je hier
geen kwaad van denken....
Enfin, we verwachtten niet veel van onze vergade
ring vreesden zelfs voor een geheel fiasco, maar 't
viel best mee, want „Constantia" was nog tamelijk flink
bezet. De voorzitter opende met voorlezing van de
antwoorden der beide tegen-candidaten, die tot debat
waren uitgenoodigd, maar waarvan de heer van Briel
Sasse zonder opgave van reden, de heer A. Dirkzwager
door uitstedigheid verhinderd was aan de uitnoodiging
gevolg te geven.
Godschalk, als eerste spreker, verduidelijkte het ge
meente-program van onze partij, in verband daarmede
wijzende op de vele tekortkomingen, die ons gemeente
bestuur kenmerken.
Melchers gaf een zeer populaire kritiek op 't ge
peuter der burgerpartijen, die van de klerikalen tot de
vrijzinnig-demokraten toe, altijd (en ook bij deze ver
kiezing blijkt het weer) zoo aardig weten te schipperen,
die zich wel de weelde veroorloven er gewichtige
dingen als gemeente-programma's er op na te houden,
maar er zelfs nog niet over gaan denken zich de moeite
getroosten naar uitvoering te streven. Ze bergen die
dingetjes altijd maar liever in den zak en combineeren
zich met een partij, waar ze in den grond der zaak
vierkant tegenover staan.
Beide sprekers oogstten 'n warm applaus.
Een vrij langdurig debat ontspon zich tusschen
Melchers en een jong antirevolutionairtje, welke in
verschillende opzichten .uitmuntte in straffe onwetend
heid. 't Debat werd gevoerd over algemeene politiek
en Melchers konstateerde dan ook dat de debatter
met geen enkel woord de candidatunr van den heer
Mr. Van Briel Sasse verdedigt, wat in deze vergadering
veeleer z'n taak was geweest.
Met een laatste krachtige opwekking van den voor
zitter om op Godschalk te stemmen, werd de vergade
ring gesloten.
„Ter navolging" zegt de Schied. Courant, en verhaalt
van 'n besluit van den gemeenteraad te Vlaardingen
om het terrein, thans in gebruik voor de oefeningen
der d. d. schutterij, beschikbaar te stellen als openbare
speel- en sportplaats voor de jeugd.
„Dit besluit," zegt de Sch. Crt., is door den ge
meenteraad aldaar, die toch waarlijk niet als te vrij
zinnig zal worden uitgekreten, zonder oppositie goed
gekeurd; alleen eenig debat deed zich daarbij voor
naar aanleiding van het gesloten houden op Zondag.
Vlaardingen is ons dus ook hiermede weder voor.
'n Goed werk van de Sch. Crt. hier eens even op te
wijzen, 't Behoort tot 'n goede gemeente-politiek ook
aan dergelijke dingen de aandacht te schenken, maar
in Schiedam weten wij niet dat 't ooit zoover kwam....
Zeker, men heeft 't over de „schennende hand" van
de „baldadige straatjeugd," maar vergeet men nu altijd,
zelf voor 'n groot gedeelte verantwoordelijk te zijn
voor de guitenstreken der jeugd? Heelt men nooit
gedacht aan andere middelen om deze to keer te gaan,
dan 't gebruik van 'n diender als kindermeid of boeman
O pardon, men heeft ze óók 'n plantsoen gegeven
'n héél plantsoen, gelegen aan den Rotterdamschen Dijk.
Maar 't was hier weer 'n royaliteit op z'n Schiedamsch
doeltreffen deedt men alles behalve, want men paste 't
zaakje in 'n verkeerd keurslijf. Een speeZplaats, waar
aan zeer zeker voor de jeugd groote behoefte is, is dat
plantsoentje alles behalve; 't is een toevlucht voor
moeders en kindermeisjes om eens wat uit te rusten als
er in de Plantage geen plaats meer is Meer niets.
Nu is de S. Ct. zoo vrij voor de Schiedamsche jeugd
het exercitieveld onzer roemzuchte schutterij te vragen,
wat ons werkelijk 'n geschikt terrein toeschijnt, en dat
nu voor f200 is verpacht. Voor die reusachtige som
mogen de schapen van 'n boer daar gras eten en
als schietschijven dienst doen. Doch dit is bijverdienste.
Toch gelooven wij niet, dat onze gemeenteraad, héél
wat vrijzinniger dan de Vlaardingsche, ook al blijkt er
niets van, niet zoo happig zou toegeven indien zulk 'n
voorstel werd gedaan. Misschien zon Majoor Bulder-de-
boem z'n heiligdom wel ontwijd achten en zich met hand
en tand er tegen verzetten. Met al z'n vrienden
Maar als men dat niet wil, kan men misschien den
Officierentuin er voor huren?! Daar hebben de kinderen
der bourgeoisie zich reeds zoolang vermaakt kom,
laten we dat ook den kleinen der proletaren-klasse eens
doen genieten.
'n Kapitaal idee maar voorspellen vooraf: Onze
gemeenterrad is kapitaal. Die kan 't zoo zwaar niet
verknoersen en daarom zal d'r wel niets van
komen ook.
(Wegens plaatsgebrek eenigen tjjd blijven liggen.)
De heer de Wilde, de bekende rechterhand van Dr.
Kuyper, is in „De Hollander" die, zooals men weet in
ontelbare gedaanten en ook als „De Schiedammer"
verschijnt, aan 't hengelen. Zieltjes, papieren zieltjes
oftewel stemmen hengelt ie. Maar bepaald handig
is-i daarbij al niet.
Hij wil héél graag, naar 't schijnt, de christelijk-
historischen aan z'n snoer krijgen, vertelt dus dat 'r 'n
zekere graaf Van Limburg Stirum, 'n christelijk-histo-
risch man in 1905 zou kunnen herkozen worden voor
de Kamer, mits hij de hulp der anti-revolutionairen
verkreeg en, zegt papa de Wilde, nu zullen de
Christel ij k-historischen zelf wel ver
staan, dat dit ons en den roomsch-
katholieken gemakkei ij k zal vallen
wanneer nu door den steun der chris-
telijk-historischeji de heer Van Briel
Sasse mocht worden gekoze n."
Als de christelijk-historischen zich niet door dit
suikerzoet gefleem van de wijs laten brengen, als
ze nog éénig gevoel van eigenwaarde bezitten, dan
zullen ze tegen dit patserig gedoe vaa dezen hengelaar
hebben op te treden met een krachtiger protest dan ze
tot nu toe geuit hebben. Want het niet-officieel steunen
van den heer van Briel Sasse door de christ.-hist. zal
wellicht ook in deze kwakzalverij z'n oorzaak hebben,
doch flinker ware het dan maar geweest vierkant
stelling te nemen. Want 't is toch een even belachelijk
als verwaand iets van meneer de Wilde, om zóóiets te
durven neerschrijven. Want niet alleen dat ie bedoelt te
„lijmen," maar tegelijk is meneer aan 't dreigen.
„Pas op, pas op, als jullie van Briel Sasse laten vallen,
dan gaat 't graafje ook naar den kelder", bedoelt ie.
Nou moeten ze mekaar geen Mietje noemen, maar
we weten nou eenmaal veel te goed, hoeveel stemmen
in ons district een antirevolutionair krijgt. Ga je dan
ook niet verbeelden, papa, dat je hier ten opzichte
van Van Limburg Siirum wat in de melk te brokken
hebt. Maar 't is waar, verwaandheid nestelt
tegenwoordig sterk bij de „need'rigen van harte."
Als niet komt tot iets
Onder de vele verschijnselen, die bewijzen, dat er t e
Schiedam een groote gisting is onder
de verschillende combinaties van par-
t jj e n, is de oprichting van bovengenoemd steuncomité
wel een der meest sprekende. NIET mee doet al
wat reactionair is en voelt, n. 1. de R. K.
Volksbond, de „Algemeen-Belangers" en de Christelijk-
historischen. WEL mee doet al wat er verdergroo-
tere of kleinere teekenen van leven geeft en een
demokratische tint heeft, van Patrimonium af
tot de S. D. A. P. toe.
Zoo hoort hetwat reactionair en conser
vatief is aan de eene kant, watdemo-
kratisch en vooruitstrevend is aan de
andere kant.
Nog een beetje meer bewustwording van de nood
zakelijkheid dezer groepeering, en te Schiedam zullen
we spoedig zijn waar we, de omstandigheden van dezen
tijd nemende, wezen moeten.
Aan Schildersgezellen orga
nisatie n, of andere veree-
nigde arbeiders.
Het hoofdbestuur van den Ned. Schilders-
gezellenbond verzoekt opgave van adressen van
bestaande vereenigingen of van beoefenaren in dit vak,
in deze provincie, ten einde met hen in onderhandeling
te treden, om tot landelijke organisatie te geraken.
Op voor de vakorganisatie!
Namens 't Bestuur van den Nederl.
Schildersgezellenbond
Cuipstr. 68, Den Haag. J. Kok, Secretaris
P. S. Portkosten worden gaarne vergoed.
Vergissen wij ons niet, dan bestaat in onze stad
een schildersgezellen-vereeniging. Als dit zoo is, dan
zal het bestuur ervan zeker wel 'ns de moeite willen
doen met het hoofdbestuur van den Schildersgezellen-
bond te correspondeeren. Hiermede zou niets verloren,
misschien wél iets te leeren zijn. Dat men 't eens
probeere!
Rgd. Moker.
De bakkersgezellen vergaderen a. s. Zondag om 12
uur in „Constantia". Mol, van 's Gravenhage, zal spre
ken over „onze verwachtingen van Arbeidswet en Ar
beidscontract.
De Schiedamsche bakkersgezellen (en al wie zich
wil aansluiten is welkom) zijn opgeroepen om half elf
aan de Koemarkt te zijn, teneinde de Rotterdamsche
Bondsbroeders die zeker wel in 'n flinke troep komen
zullen, tot aan Delftshaven tegemoet te wandelen.
Goed ingepikt, zoo'n wandeltochtje! Dat moest meer
gebeuren bij de vakvereenigingen 't heeft heusch
z'n nut!
PikZeg Por, ik heb 'n idee
Por: Zoo, heb jij 'n idee, en wat is dat?
PikIk dacht zoo, als Por eens een verkiezingsrede
hield, waarbij ik dan fungeerde als voorzitter, wat denk
je daar van?
Por: Wat ik daar van denk? Eenvoudig dit, dat
niemand naar mij zou komen luisteren.
Pik: Da's niks geen bezwaar, dan hnuren wij een
Gramophone met stemopnemer, zetten die neer, en wan-
neer jij dan uitgesproken hebt dan is het zaakje in orde.
Por: Wat bedoel je in orde?
Pik: Dat zal ik je zeggen als je uitgesproken bent;
begin maar.
Por: Nou daar gaat i, maar denkt er om dat jij de
vergadering opent en verder de leiding neemt.
Pik: Goed, ik begin.
Geachte Vergadering!
Waar wij voor de zooveelste maal staan aan den
vooravond van een Gemeenteraadsverkiezing, daar willen
wij voor de zooveelste maal u gaan meedeelen waar
het eigenlijk om gaat. Wij verzoeken u echter aandach
tig te luisteren naar hetgeen spreker Por u te zeggen
heeft, en mocht in 't gesprokene iets zijn waarmee gij
u niet kunt vereenigen, of iets dat u niet duidelijk
is, dan is Por bereid, om na afloop der rede een en
ander te verduidelijken. Hiermede open ik deze ver
gadering en is het woord aan Por.
PorHeeren Kiezers
Het is tot mijn groote spijt, dat ik op dit oogenblik
enkel moet spreken tot de mannen, en dat wel omdat
ik zoo gaarne aan de vrouwen, die misschien nog meer
maatschappelijke plichten hebben te vervullen dan wij
„heeren der schepping", de maatschappelijke rechten
zou willen geven. Waar dit echter nog niet het geval
is, hebben wij voor dit oogenblik er in te berusten en
te hopen op betere tijden. Doch nu ter zake.
Ik zou u dan gaan vertellen waar het om gaat in
de Gemeentezaken. Laat ik dan voorop stellen, dat een
Gemeente eigenlijk is een groot gezin, waarvan wij de
zorg moeten toevertrouwen aan eenige menschen uit
ons midden, en dat wel aan hen van wie wij weten,
dat zij rekening houden met de belangen van de bur
gerij in haar geheel, en van wie wij het recht hebben
te verlangen, dat zij op hunne beurt verplicht zijn
rekenschap te geven van hunne handelingen tegenover
die burgerij. Aldus zitten zij in dien Raad niet voor
hun zeiyen, maar voor ons, en hebben zij daar te doen
wat wij billijkerwijs van hen verlangen. Gaan wij nu
eens na of zij die daar zitten daar aan voldaan hebben. Ik
wil dan met u bespreken een der voornaamste punten,
n. 1. de plaatselijke belasting of den h o o f d e 1 ij k e n
omslag. En waar het mij voorkomt dat belasting
mag geheven worden enkel van hetgeen we niet
noodig hebben voor ons levensonderhoud, daar consta
teer ik reeds dadelijk, dat ons Gemeentebestuur inzake
die belasting op den verkeerden weg is, en zal ik u
aantoonen waarom. Op dit oogenblik wordt belasting
geheven van inkomens boven de f300.— per jaar. In
stadhuistermen luidt dit, dat belasting wordt geheven
van het inkomen, na aftrek van f300.— voor
noodzakelijk levensonderhoud. Hieruit
blijkt dus dat burgemeester, wethouders en de „raad"
van meening zijn, dat men van zes gulden per
week kan wonen, eten en drinken, zich
kan kleeden, bij eventueele ziekten den
dokter kan betalen, kan voldoen aan verdere uitgaven
voor fondsen, enz. enz.
En nu zou ik onzen raadsleden wel willen vragen of
zij kans zien met zoo'n luttel bedrag rond te komen.
Zoo ja, welnu, dan verwacht en verlang ik van hen,
dat zij ons van een dergelijke goedkoope levenswijze
eens het recept zullen geven.
Maar waar wij zien, dat zij wonen in comfortable
woningen, dat zij en hunne huisgenooten zich niet
kleeden met een Confectiepakje van een krats,
dat slager, bakker, kruidenier enz. zeer goede klanten
aan hen hebben, dan geloof ik, en gij met mij, dat hun
noodzakelijk levensonderhoud wel aardig
wat zal verschillen met het uwe, en schijnt het wel,
dat wat zij voor ons voldoende vinden, voor hen niet
noodzakelijk is. Wat, mijne heeren, is hiervan het ge
volg Dat zij Wetten en Verordeningen
maken die drukken op de kleinen, althans geen
rekening houden met de levensbehoeften der arbei
ders. En hoe zou dat ook kunnenZij, die daar op
het Raadhuis de lakens uitdeelen, hetzij zij dat doen
op Christel ij ke of op on-Christelijke manier,
zij geven blijk niets te begrijpen en te gevoelen van
het getob en geploeter der meeste arbeiders; zij schijnen
niet te weten wat het is te leven „van de hand tot
de tand zij weten niet wat het is, ondanks de meest
mogelijke zuinigheid nog wekelijks te moeten worstelen
met „tekorten".
Nu zult gij echter zeggen, ja maar, er zitten toch
allemaal geen mijuheeren, b.v. Zonneveld, Droppert,
v. d. Windt en Valk, dat zijn toch geen mijnheeren,
dat zijn toch gewone burgermenschenGoed, aange
nomen maar dan vind ik het van hen nog grooter
schandaal dan van die echte mijnheeren, dat zij, die
beloofd hadden eertijds, dat zij de belasting zouden
verlagen, inplaats daarvan de belasting nog 'hooger
hebben helpen maken dan voorheen! Doch genoeg,
j|C