Onfatsoenlijke en fatsoenlijke tegenstanders. Een alweter als niets-weter. Wat u zegt, juffrouw! Op de wip! Het Concert. heeft betoond, geschikt voor zijn taak en geen misbruik makend van sterken drank. Wat wordt in de verkiezingsdagen toch de goê ge meente een massa in de ooren geknoopt, wat in de praktijk van 't leven boerenbedrog blijkt te zijn. Vóór den Christusheette 't onlangs. Schaart u, brave christenzielen, onverschillig in welke kerk ge uw God vereert, onder de banier van 't kruis. Helpt de scharen des ongeloofs terugjagen naar hun spelonken Opopvóór den Christus Maar nog galme echo's van deze strijdleuze dooi de lucht nauw is de strijd volstreden, of daar komen de broederlijke eensgezindheid en de door hoogere inspiratiën geschonken liefde tot elkander, tot^ volle schoonheid daar gaan de loten, gesproten uit één en de zelfde wortel des geloofs, elkaar het licht en de lucht, het bestaan ontnemen Bij dit ééne staaltje zullen zich meerdere voegen zij 't ook dat er velen wellicht verborgen blijven: de broeders van straks vreten heden mekaar in de inge wanden, beliegen en belagen mekaar in stilte op de meest schandelijke mgnier maar straks is 't weer verkiezing. Ha wéér komt de kruisbanier voor 't front, wéér draven domiué en pastoor al hun schaapjes af om te vertellen dat ze toch eigenlijk bij mekaar be- hooren, straks gaan weer de Halifmannen en de Couvee's met de pastoors uit 't Frankenland gearmd naar de stembus. Arm volk, dat zich zóó bedonderen laat! De heer F. H. J. Mouwens, de voorzitter van de afd. „Schiedam" van den Ned. R. K. Volksbond, de man, die in de Schiedamsche „arbeiders"-bèweging, voor zoover die de zenuwen van de R K. Volksbond raakt, de eerste viool speelt, waagt zich nog al eens vaak op glad ijs, d. w. z. spreekt nog al eens dikwijls (bij voorkeur zou men haast zeggen) over dingen waarvan hij niets weet. Maar meneer komt nooit op de vlakte altijd venicht-i z'n toeren, hangt-i z'n wijsheid te luchten binnen de vier enge muren van het Volksbond gebouw en wat we dus van hem te weten komen, is enkel door middel van de Nieuwe. In de laatste vergadering van den Volksbond deed meneer de volgende mededeeling De collecte voor de diamantbewerkers is nog door enkele meergegoede Katholieken aangevuld, zoodat een bedrag van ruim f 59 kon worden opgezonden. Een bedrag van ruim f 14000 is voor de katholieke diamantbewerkers bijeengegaard. Net het dubbele bedrag is verzameld door de al- gemeene commissie, die weigerde iets voor „St. Eduardus" af te staan. Het blijkt bij dit niet zoo schitterend resultaat der algem. commissie, dat de Volksbond goed gezien heeft, zich af te scheiden en zijn eigen weg te gaan. Of die f 59 het geheele bedrag vormen, dat vanuit Schiedam is opgezonden, vermeldt de geschiedenis niet. Zoo ja, dan is het 'n bedroefde oogst die men met zooveel moeite (want gewerkt is ercollecte's, lijsten enz. enzheeft binnengekregen. Maar nu de cijfers Op ons verzoek om inlichtingen, meldde de heer Pothuis van het algemeen steuncomité, dat bij hem is ingekomen een bedrag van f 30.000 (pl.m.) Uit de Katholieke Werkman van 1 Juli blijkt dat bij Haazevoet (Voorz. St. Eduardus) is ingekomen f 5084.67 en bij den bondspenningmeester ƒ1188.295, zijnde een totaal bedrag van f 9272.96°. Dit is dus nog ver van de f 14000 die volgens onzen vriend Mouwens zijn bijeengegaard. Hoe de man aan 't bedrag kwam is een beslist raadselmisschien heeft-i den duim eens geleend van wijlen zekeren P. Holt. Daar kwamen ook nog al eens onmogelijkheden uit. Maar nu de banale bewering dat St. Eduardus goed gezien heeft zich af te scheiden en z'n eigen weg te gaan. Neen, goê man, dat was geen „inzicht" dat was een almachtig egoïsme wat daarbij in 't spel was. Er werd zóó door St. Eduardus gerekend: er zijn circa 150 R. K. diamant bewerkers en al doen we nóg zoo weinig op, per man zullen die allicht méér ontvangen dan zij, waarvoor het algemeen comité inzamelr, dat 5600 menschen onder steunen moet. Dit was van begin af de opzet ze lieten maar confereeren, dan met pastoor Konings, dan met Schölowich, maar dat alles was komedie. Zeg 'reis, beste, brave meneer Mouwens, die onder wijzer, opvoeder der jeugd zijt, hebt U wel eens van de deugd „Waarheid" gehoord? Maak er eens kennis mee De Nieuwe heeft buikpijnDe ofte ziel heeft zoo nu en dan nog al reis zoo'n aardigheidje, maar ze moeit zich ook veel te veel met dingen, die ze nu eenmaal niet verteren kan. Dat is en blijft een lastige eigen schap, waardoor de sloof zich nog héél wat akelige dingen op den hals kan halen. Zoo kermt ze nu over de installatie van den heer Dirkzwager in den Raad, en sabbelt over die gebeurtenis: De heer Dirkzwager verscheen voor dit plechtig moment in gewoon fantasiepakje wat al een on- aangenamen indruk maakte. Hij legde niet den eed af, maar bepaalde zich tot de belofte. Voor zoover wij weten, behoort hij niet tot de Doopsgezinde gemeente, onaangenaam was 't dan ook hem te zien negeeren, wat totnogtoe door geen der andere raadsleden geweigerd is. De plechtige aanroeping van den Naam Gods zegt in dit gewichtig moment zeker veel meer dan het afleggen van een eenvoudige belofte, waar op het bekende „veel beloven" maar al te veel toepasselijk is. Dat laatste vooral is allemackies mooi gezeid voor de Nieuwe. Ja, ja, we kunnen gerust aannemen, dat grootje de tranen over de hoekige kaken krielen, als ze een eed hoort doen. Daar houdt ze vanHet zegt zooveel, vat-je beloven, hm! dat is maar be loven; wat heb-i aan beloven; wat doet beloven; wat zegt belovenwat geeft beloven neen, zweeren, da's je ware, allebei je vingers hoog in de lucht en met 'n uitgestreken fiselemie Gods heiligen naam d'r bij gehaald. Dat zegt veelmeer!En de menschen zeggen nooit: heel hoog zweeren, weinig Koddig, die water-en-gort-begrippen van de Nieuwe te lezen. Men kan van ons nooit zeggen, dat wij den heer Dirkzwager met veel sympathie hebben begroet hij beviel ons al bizonder slecht als kandidaat, en wij hebben onze gevoelens niet onder stoelen of banken gestoken. Maar z'n entrée verwekte bij ons een aan- genamen indruk. Niet omdat hij ongeloovig is, dat laat ons volkomen koud maar het open en eerlijk erkennen van zijn ideeënhet ruiterlijk weigeren te huichelen, te weigeren mee te sjokken in den fatsoenlijken vorm der gewoonte," wat nog geen onzer raadsleden den moed had te doen. Op de menschen die dan ook prijs stellen op eerlijkheid, op die christenen ook, die begrjjpen dat hnn begrippen slechts gelasterd en bezoedeld worden door dat uit-deze-gewoonte-huichelen, zal de entrée van den heer Dirkzwager een aangenamen indruk hebben verwekt. En dan staat grootje in d'r hempie met d'r wrevel over het breken met een sleur en over 't dragen van een fantasie-pakje inplaats van een zwart. Jammer dat ze niet vermeldt of 't katoen of wollerig was en van 12 of 14 cent per el. Dat-mot-je nog 'reis op zien te visschen, oudje daar stellen je lezers zeker be lang in! Papa de Wilde bespreekt in De Hollander, (dus ook in De Schiedammer) de verhouding waarin door de jongste verkiezingen de S'aten van Overijssel gekomen zijn. Hij zegt daarvan In de Staten van Overijssel toch hebben 47 leden zitting. Daarvan zijn 23 Rechts en 23 Links. Wan neer nu de liberale leden der Eerste Kamer voor die provincie Stork, Dyckmeester en Van Royen moeten aftreden, hangt hun herkiezing bij voltalige opkomst der Statenleden van den socialist af. Deze zit dus op de wip. Hij kan de balans naar de eene of de andere zijde, naar Links of Rechts, doen overslaan. De liberale pers rekent er intusschen al vast op, dat die socialist wel zal stemmen op de liberale aftredenden. Onmiddelijk heeft de N. Kotterd. Courant den socialist gerekend te behooren tot Links. Zóó is het ook trouwens, wat nu bij deze Staten verkiezingen, in Franeker en bij de herstemmingen, genoegzaam is geblekm. Zoodat het nog wel de vraag is, of het socialis tisch Stateulid werkelijk op het midden van de wip zit en of hjj niet zijn vaste plaats heeft geko zen bij de heeren Links. De geachte redacteur van De Hollander debiteert hier willens en wetens een onwaarheid. Hij weet wel beter. En de toekomst zal 't hem anders wel duidelijk genoeg vertellen. Waarom die leugen Heusch, goê man, als ge ons werkelijk bij de alles-slikkende gemeente „zwart" wil maken, vertel dan wie wij werkelijk zijn geen anti klerikalen, maar anti-kapitalistenDan maakt ge nog meer indruk en geeft ons datgene, waarop wij trotsch zijnAls zoodanig staan wij tegenover de klerikalen zoogoed als tegenover onze „bondgenooten" de liberalen. Wacht dus nog wat met ons bij hén in te deelen. Het comité heeft eer van z'n werk de avond is uitmuntend geslaagd. De groote zaal van den Officie- rentuin was stampvol. De heer Rook, die de leiding had, sprak het welkom uit, speciaal een woord van waardeering wijdende aan de pers, van wie het comité zooveel steun ondervonden had en verzocht de pers dezen avond vóór alles gast te willen zijn en niet kritikus. Wij willen aan dit verzoek gaarne voldoen en ver tellen dus alleen, dat het programma met opgewektheid werd uitgevoerd. Dat het publiek dankbaar het geno- tene aanvaardde, bewees het herhaaldelijk applaus. Het succes dat de heer Rook de medewerkende vereenigin- gen toewenschte, werd bereikt wij meenen te mogen constateeren, dat alle vereenigingen zich in hun beste kracht vertoonden. Wij willen niet spreken' van deze ons minder, gene ons meer bevallen, maar er is door allen met grooten ernst gewerkt. En dit stemt dankbaar. Te half twaalf ging men uiteen. Er was een donkere vlek aan den helderen hemel, en hierover willen wij het zwijgen niet toedoen. Onbe schoft en kwajongensachtig in de hoogste mate was de houding van een clubje brooddronken jongelui, die dezen avond tot een kermisavond meenden te kunnen maken. Luidruchtig en gemaakt-vroolijk, met allures van hensche dronken menschen, was iedere aangevangen applaus hun oorzaak tot herrie-maken van heb-ik-jou-daar. Schreeu wen als magere varkens. Slaan met wandelstokken etc. Misselijk, door-en-door akelig, miserabel fllauw was de geheelen avond door de houding van die bende, be staande uit kantoor-meheei en, hooger-burgerschool-gas- ten en een paar eronder verdwaalde schoolmeestertjes, enfin, zoo'n heel stelletje waarvan men in den regel niet beslissen kan of ze van louter pret of wel van honger zoo te keer gaan. Het toppunt bereikten die kwasten toen de plannen tot een bal verijdeld werden, en de commissie, die den avond georganiseerd had, zich handhaafde met te beslissen wat of het programma zou zijn en wat niet. Toen dreven de „heeren" hun idiote oppositie ten top tot een formeel ruzie-partijtje ontstond, waarin zich, helaas, ook menschen gingen mengen, die er in 't geheel niet bij behoorden. Dit was een te bejammeren slot aan den zoo genoe- gelijken avond, maar we hopen voor ditmaal wel geen verdere gevolgen. De verstandige menschen, die dat kwajongenstroepje bijsprongen, zullen van achteren ge zien wel van opinie veranderd zijn en alle wrok uit zich bannen. Maar de veroorzakers van het relletje, dat stelletje halfgare brasems, zjj bij volgende gelegenheid in bizondere attentie aanbevolen. In de Nieuwe vinden we 't volgende stukje, dat als proeve kan dienst doen van wat een venijnige ziel alzoo weet bij elkaar te harken: Mijnheer de Redacteur! Vergun mjj een kleine opmerking in uw Blad over uw verslag der gemeenteraadszitting j.l. U schijnt zich te verwonderen over het opzettelijk gedrag van den heer D. bij de aflegging der belofte in plaats van den ge- bruikelijken eed. Ja, wat zal ik daarop zeggen, mij verwondert dat volstrekt niet „es muss auch sole ie kauze geben." Menigeen toch begreep niet goed, hoe de liberale partij voor den gemeenteraad aankwam met een kandidaat, die alleen kon bogen op den eervollen naam zijn vaders. Dit werd door D. zeker wel gevoeld. Hij wilde nu door iets bijzonders aandacht wekken. De Génestet wist het wel: „Wees U-zelf," zei ik tot iemand; „Maar hij kon niet: hij was niemand." Aan dit leeke-dichtje dacht ik, toen ik het jongste raadslid in zijn Fantaziepakje zag optreden, meenend zeker in eigen oordeel, heel iets mannelijks, een durf te openbaren, door de gebruikelijke eedsformule te ver vangen door de eenvoudige belofte. Men kon dit verwachten. Wie niets is, moet iets schijnen. Wij hopen echter dat de christelijke kiezers een volgende maal beter hun plicht zullen kennen en zullen stemmen gelijk bij de vorige Staten-verkiezing, dan kan alle comedie weer verhuizen en de dilettanten-club een lid herwinnen. Dankend voor de verleende plaatsruimte, blijf ik Hoogachtend, F. Deze viezigheid wordt echter gelukkig ook nog niet door alle katholieken geaccepteerd, want in 't volgend no. kwam dit protest: Mijnheer de Redacteur! In uw nummer van gisteren heeft F. ons een inge zonden stuk ter lezing aangeboden, tegen welks inhoud ik ten sterkste meen te moeten protesteeren. De in zender spreekt zijn ergernis uit over het feit, dat het nieuwe gemeenteraadsl d niet in officieel costuum ter eerste vergadering is gekomen en daarna gebruik heeft gemaakt van een recht, hem door de wet toegestaan. Tot zoover kan men F. niets verwijten: hij behoeft zijne meening niet te verbergen, alhoewel deze zijne opvatting reeds in uw raadsverslag tot haar recht was gekomen. Maar van deze twee feiten uitgaande, richt hij een aanval op den tegenstander, welke getuigt zoo wel van bekrompen haat als van weinig kiesch gevoel. Met zulke wapenen moeten wij de tegenpartij niet bestrijden. F. heeft zijn geestverwanten daarmede geen dienst bewezen. Met dank voor de opname, Mijnheer de Redacteur, ÏJw dn. Willem Beukers. Dit doet dus wel iets aangenamer aan, al zouden we wel eens willen weten hoeveel katholieken de woorden van den heer Beukers tot de hunne durven nemen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1904 | | pagina 2