De heer de Groot contra Mr. Jansen. Het Rotterdamsch Nieuwsblad" en de soc. dein, Onderwijzers. Ditjes en Datjes bekend met vervaarlijke handigheid de schaar.... o par don, de pen hanteerde, moet beschouwd worden zoo goed als de drager te zijn hier ter stede der katholieke be ginselen. Als zoodanig heeft hij zich althans steeds gegeven als zoodanig hebben we hem hier leeren kennen en.... eerbiedigen. Zijn hoofdartikelen, die ons wel wat spaar zaam soms om de 3 maanden werden opgedischt, getuigden van een helder hoofd en van een vaardige pen. Vaak had De Moker het genoegen op verschil lende onjuist- of malligheden erin voorkomende, te wij zen, doch over «nlke kleinigheden spreken we niet meer in de droeve ure des afscheids. Ook niet over de respec tieve „ingezonden stukken", waaruit steeds zoo'n sterke redactie-geest sprak, dat ze algemeen, welke initialen of pseudoniemen er onder prijkten, gehouden werden nit de pen van den heer Verhoeve te komen. Ook niet over de handigheid van 't naar-schandaal-nieuws bag geren ten opzichte der arbeidersbeweging (der sociaal- demokratie in 't bizonder). Ook niet in 't venijn-spuwen tegen de Com bes-politiek en het openlijk verzet predi ken tegen de wettelijke overheid.... in Frankrijk. Ook niet over de wijze waarop het Nieuw Malthuanisme waarmede eerst de werken van Zola vereenzelvigd worden wordt „verdelgd". Neen, waar vooral nu 't scheiden doet lijden, willen we troost en sterkte en verzachting der bloed&tde wonde zoeken in de gedachte aan het summum zijner grootheid, de volheid zijner roem, het glanspunt zijner eervolle loopbaan. En dan doemt ie in onze geest op, zooals ie daar stond in die vergadering in het Volkshuis als bestrijder van den heer Pyttersen, die de snoode hand durfde uitstrekken naar den roem van het kristelijk ministerie. Nimmer misschien heeft ooit ergens een debat plaats gehad als daar nimmer kan, zonden we haast durven veronderstellen, in zóó weinig tijd als de heer Verhoeve noodig had, zóóveel onzin worden uitgesproken, als van ZEd's lippen vloeide nimmer kan ooit een spreker zóó de lachlust van het auditorium verwekken als hij toen vermocht.' We herinneren ons de kwestie der benoeming van minderheden in stads- en land bestuur die hij trachtte te verdedigen en waarin het werkelijk sensationeel was, maar hoe hij 't zenith bereikte toen ie op de algemeene werkstaking verzeild geraakte en zelfs het Oranje-huis over de grenzen gejaagd meende. En hoe de heer Pyttersen 't beneden zich achtte zulk een debat te vervolgen. En 't in de zaal daverde van 't lachen Zoodat we maar zeggen wilden, dat Nijmegen te complimenteeren is, nu ze met zulk een voorlichter be giftigd wordt, die de roem der klerikale pers als volks-verdommers voldoende weet hoog te houden. Onze waarde confrater wenschen we geluk in z'n nieuwe werkkring, en de lezers van De Gelderlander van 't zelfde met hun nieuwen voorlichter. Maar we geven in 't belang van beiden onzen besten wensch mede, dat er te Nijmegen een zuster-dagblad moge bestaan of verrijzen, welke met maagdelijke lieftalligheid goed vinden zal dat 'r een Gelderlander uit hare kolommen geplukt wordt. Want als dit niet het geval is, zien we de toekomst van den nieuw-bakken Gelderlander redacteur dnister, zéér duister in De laatste slag? Eindelijk dan was door den heer De Groot den weg ingeslagen, dien hij sinds lang had moeten betreden eindelijk was door hem in den Raad de eerste direkte stap gedaan, om de gemeente van Mr. Jansen als wet houder te bevrijden. Door hem was bij den raad ingediend de volgende motie: „De Gemeenteraad van Schiedam was van oordeel, „dat 't aanblijven van Mr. W. H. Jansen als wet houder tegen het belang der gemeente is, verzoekt „hem als zoodanig zijn ontslag te nemen." We zien hier weer iets van half-werk van den heer De Groot, ten eerste moest de raad Mr. Jansen ver zoeken ontslag te nemen als wethouder ten tweede werd hij gehandhaafd als raadslid. Dit is in flagranten strijd met het vroegere optreden van den heer De Groot, toen hij tot de erkenning was gekomen dat Mr. Jansen waardig was wethouder noch raadslid te zijn. Enfin, de heer de Groot heeft wellicht gemeend iets bereikbaars voor te stellen met zijn motie. Maar dat ze kelderen zou, gelijk gebeurde met 12 tegen 3 stemmen, dat was wel op de vingers uit te tellen, 't Is eigen aardig, doch het geachte stelletje dat Schiedam als raadsleden kent, maakt haast overal een partijzaak van zoo goed de kwestie-Jansen als de kwestie-Nobel is daarop gestrand. Welnu, mr. Jansen blijft dus gehandhaafd! óf zal de heer De Groot ook de laatste zet doen door een beroep op Gedeputeerde Staten? We hebben reeds vroeger betoogd, dat het o. i. zijn plicht is maar hij gaat zoo schoorvoetend verder. Een weinig forscher en met wat meer spoed mocht deze zaak heusch wel aangepakt worden. Hadden we er maar eens een van onze mannen! 't Is zéér de vraag of 't geleuter van den een of anderen mal-oorigen correspondent van het „Rotterd. Nieuwsbl," verdient, dat er meer notitie van genomen wordt dan de groote dog doet van 't lawaai van 't kleine keffertje. Eenig medelijden met 't zich-nitwer- kende diertje is eigenljjk wel het best. En zoo konden ook wij er niet toe komen, 't gehuile balk van meneer den Schiedamschen correspondent over vacantie-noodig-hebbend-socialistische -onderwijzersfessen ernstig te nemen. We gaven reeds als onze meening te kennen, dat de man door de een of andere omstan- heid in de war zou zijn geraakt en nu allerlei ficties voor werkelijkheid aanzag. Maar we konden ons niet voorstellen al hebben we in dit opzicht zelfs groote verwachtingen dat de redaktie van het „Rott. Nieuwsbl." zich zou laten verleiden de dwaasheden van den correspondent in kwestie te sanctioneeren eu te verdedigen. Toch meen genoemde redactie dit te moeten doen en op eenige terechtwijzingen in „de Volksonderwijzer" antwoordde ze "t volgende: Tegenover de opmerking in ons blad dat juist de personen, die bij het onderwijs werkzaam zijn en die daarenboven een werkzaam aandeel nemen in de propaganda voor de sociaal-democratie te Schiedam, verlof hebben moeten vragen om wegens zenuwziekte weder op dreef te komen, antwoordt het orgaan der S. D. O. Vde Volksonderwijzer, volstrekt niet met een wederlegging, maar met de verklaring dat dit oude-wijvenpraatjes zijn! Nog wordt den inzender de eerenaam van Christen toegevoegd, tegelijk met de verklaring, dat talrijke klasse-onderwijzers slachtoffers worden van hun zwaren arbeid in de school. Het is wel jammer, dat het orgaan der socialistische onderwijzers daarbij geen namen opgeeft, noch ver klaart of deze slachtoffers al of niet leden zijn of waren van den Sociaal-Democratischen Bond. Wij hebben er vroeger wel eens op gewezen, dat een goed onder wijzer in de zes uur per dag, die hij voor de klasse staat, indien hij een goed paedagoog is, een verheven, doch zware taak heeft en dikwerf hoorden wij klagen over minimum-lijders onder dezulken; maar dat er zoo- velen vielen als slachtoffers van hun beroep, die mede- deeling is ons nieuw. Het zal goed wezen, dat de veieeniging deze ver klaring, nader met sterfte-tabellen bevestigt, den Mi nister van Binnenlandsche Zaken toezendt om de zegeningen der arbeids-inspectie ook over de onder wijzers te doen dalen en velen der anti-revolutionnairen te weerhouden om zich toe te gaan leggen op het onderwijs om zich een plaats te veroveren bij het bijzonder onderwijs, dat zoozeer in de gunst van den minister staat. Het is minst genomen afkeurenswaardig, dat hij zooveel partijgenooten, die zich verheugen op een betrekking met zes werkuren per dag, verleidt tot een beroep waarin zoovelen als slachtoffers vallen van hun zwaren arbeid Dit laatste gedeelte is waarschijnlijk bedoeld grappig te wezen maar als zoodanig, zoo min als 't heele stuk in argumentatie, niet bijzonder geslaagd. Nu kon den we 't best aan „de Volksonderwijzer" overlaten op het weinig-zakelijke dat in de „repliek" zullen we 't dan maar noemen, voorkomt van antwoord te dienen, maar om te voorkomen dat zich naar aanleiding van de geheel-uit-de-lucht-gegrepen, duslouter- fantastische voorstelling over die socialistische-zenuw- afmatterij bij onderwijzers(essen), de een of andere legende gaat vormen, die ten doel moet hebben een „ingrijpen" van hooger hand uit te lokken, willen wij, daar wij vermoeden dat de redactie van het „Rott. Nieuwsbl. de Moker niet getrouw leest en haar corres pondent zoo verstandig 'n buitengewoon iets voor hem is geweest, haar het door ons betoogde te ver zwijgen, herhalen wat door ons is geconstateerd, dat onder de 10 onderwijzers(essen) die gedurende de laatste jaren verlof hebben gehad, met name Bokhorst, Brouwer, Hobbel, Heijkoop, Van Katwijk, Minderhoud, Sander, Smith, Timmers, Van Wamelen, 2, zegge twee soc. dem. waren, waarbij nog één, die nimmer een werkzaam aandeel in de beweging gehad heeft. Tegenover die 2 soc. dem. echter zijn uit dit lijstje heel wat méér personen te visschen, welke het „Rott. Nieuwsbl." in conservatisme den loef afsteken. We vinden er de namen bij van de H. H. Brouwer, Sander Zou ten opzichte van deze twee heeren somtijds de oorzaak het ambulant-hoofd zijn Toe, „Rott. Nieuwsbl.", toe geachte correspondent van hetzelve, trek nü eens een conclusie Of liever, erken dat je beweringen uit den duim ge zogen zijn. Uw antwoord? De administratie van De Moker zond ditmaal een ex: aan het „Rott. NRuwsbl.", dus als we geen ant woord ontvangen, dan geschiedt dit niet uit onbe kendheid. Dan zou men bijvoorbeeld gebrek aan durf kunnen veronderstellen. „Nieuwe-IogicaIn de Nieuwe van Zondag een hoofdartikel getiteldDe Pers, geteekend A. B., waarin o.m. het volgende Neem eens aange hebt een courant, die ge natuurlijk dikwijls of geregeld leesteene courant, welke door menschen wordt geschreven, die tegen Christus en tegen de katholieke grondbeginselen openlijk en heimelijk strijden zult ge u dan langzamerhand de gezindheden dier menschen niet eigen maken De leeringen en grondstellingen, welke in deze b aden worden verkondigd, vleien u en streelen het hart, dat door de zonde bedor ven en tot het kwade geneigd is; zij voeden den hoogmoed en de andere slechte hartstochten en driften. En dewijl het „naar beneden gaan" altijd gemakkelijk gaat, zoo is die benedenwaartsche be weging nog sneller, wanneer de courant meehelpt om u naar omlaag te halen Kijk, meneer hoofd-artikelaar, dat is taktiekgij vreest dat de schaapjes afvallig zullen worden door het kijken naar anderen wij leggen de onzen als plicht op zich zoo volkomen mogelijk op de hoogte te stellen van wat anderen zeggen en doen. En wij groeien en bloeien en gij raakt meer en meer in de knel steeds wint het vrije onderzoek veld op de domperij. Wist ge dat nog niet? Zaak-Nobel. De heer Klein meent in de zaak- Nobel de vermoorde onschuld te zijn; omdat de heer Ris als advokaat van Nobel is opgetreden, krijgt hij alles op z'n brood. Hij vindt zichzelf onbesmet maar erkent de waarheid der beschuldigingen van geloofs- informatiën enz. Als goed christen zal hij echter z'n kruis dragen eu den directeur en Nobel sparen Want eigenlijk is Nobel geen bankwerker de direc teur van gemeente-werken weet T niks van Nobel kan nog geen kop op een bout smeden..Al die ge tuigschriften zeggen natuurlijk niets... Als' een mensch zichzelf het brevet van orgeltrapper in de commissie van gemeentewerken geven kan, beteekent dit een alles overdonderende kijk op de zaken te hebben. We hebben wel eens gelezen van een kikvorsch die zich verbeeldde een olifant te zijn. De heer Smit (de konsekwente vrije-dagen-man) ver telt dat de gemeente aan den tegenwoordigen titularis een trouw en eerlijk werkman hebben zal. We hebben gehoord, dat de heer Smit als ie bakkerij- personeel noodig heeft, in den vervolge enkel letten zal op trouw en eerlijkheid en niet op vak-kennis, en desnoods opperlieden en ververs als bakkersgezellen zal in dienst nemen. Zoo is t' ie nu eenmaal. Raadsleden en billy kheid. Met welk een groote mate van billijkheidsgevoel onze raad bezield is, bleek bij de benoemingen der vaste raadscommissiën, waarbij o. a. her-benoemd werd de commissie voor gemeente-werken, op welke een zeer ernstige beschul diging rust van onbillijkheid. De raad meent zeker het niet zoo precies te moeten nemen! Welnu, dat zal de heeren moed geven! Telegrammen: Schiedam b Sept. '04. In vei band met het vertrek van den heer Verhoeve naar Njjmegen, wordt alhier verwacht een der grootste lichterschepeu welke in de vaart zijn. ooral het transport der redactie-gereed schappen eischt veel zorg o. a. is er de bekende reuzenschaar bij, waarmede sinds jaren de one tot Nieuwe Schiedammer is verknipt. Schiedam, 9 Sept '04. Naar men verneemt heeft de heer Verhoeve geen opvolger kunnen vinden. Alge meen heeft men bezwaar tegen teringachtig-bestaan, Bezoekt allen de Nationale Betooging voor Alp.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1904 | | pagina 2