Vlaardingsche IJzerkoekjes
Ingezonden.
Belangrijk Nieuws
PikZeg Por, raag ik je even herinneren aan je
voornemen der vorige week, ik bedoel, dat je me dit
maal zou voorlezen de strooibiljetten der kerkelijke
partijen alhier, welke hebben dienst gedaan bjj de ver
kiezing der Provinciale Staten, eenige weken geleden
Por: Je heb geljjk, Pik, dat heb ik beloofd, en nu
zullen wij daaraan maar eens beginnen. Laat ik je vooraf
zeggen, dat, al wat in die dagen is uitgebraakt door
de zich noemende Christelijke partijen, gericht was tegen
de liberalen in 't algemeen, en tegen de candidatuur
Hoogendijk in 't bizonder, wat betreft Vlaardingen
Ik heb hier voor mij liggen een Christelijk strooibiljet,
onderteekend door de navolgende heerenM. de Heer
Schilder en Raadslid, H. Breederveld, Chef op de Hout
handel van Buuren van Heijst, P. de Willigen, Smids
baas, JKijne, Kantoorbediende, W. Brouwer, Bakkers
baas, A. v. d. Yalk, Dominee en Timmermansbaas, A.
v. Rijn, Kuiper.
Aan de namen hoort gij al reeds, dat wij hier te doen
hebben met het Puikje van Vlaardingen.
Dit strooibiljet, staat vol liefelijkheden aan 't adres
der liberalen, wil je eens wat hooren Pik? luistert.
En zoo schreven deze heeren het is in onze
ernstige dagen de roeping van alle Gedoopten in den
naam des Drieëenigen Gods zich aanéén te sluiten, om
die Christelijke meerderheid te behouden, opdatons
volk, ons geliefd Vaderland, niet verdwijne uit de rii
der Volken.
\erstaat dus goed Pik, wanneer dan gekozen was de
heer Hoogendijk als liberaal, dan was er volgens het
oordeel van de luidjes die ik daar straks noemde
alle gevaar, dat ons Vaderland zou verdwijnen uit de rii
der Volken.
PikDan zou je zoo zeggen, dan moet die meneer
Hoogendijk als liberaal, nog al een gevaarlijk monster
wezen
m 11 vraaF. Je> van die zich noemende
Christelijke politiekers, die zoo hebben uitgepakt tegen
de liberalen, die al die liefelijkheden die ik je voorge
lezen hebt, gedebiteerd hebben aan het adres van die
liberalen, dus ook aan 't adres van meneer Hoogendijk,
ik vraag je, hoe durven zulke menschen nog spreken
van beginselen, het mocht wat, een bespotting! een
aanfluiting! ervan, politiek geknoei, Charlatans
Wisselaarsen Ruilhandelaarsmet zaken, waaraan zij
schaamteloos genoeg, nog een Christelijk merk op
durven zetten, met zaken waarvoor zij de zegen van
hun God durven aanroepenterwijl zij zelf reeds hunne
plannen, hunne berekeningen klaar gemaakt hebben,
zaken waarvoor ik geen ander woord hebt, dan
onchristelijk bedrog, misleiding van eenvoudige zielen,
van menschen, die het a. b. c. der politiek nog niet
meester zijn, en die, wanneer daar iemand komt
met een zalvend gelaat en een feemend praatje, ik
bedoel zoo n politieke knutselaar, dat zij dan onmiddellijk
worden gevangen in de listige valstrikken van die
Por: Tenminste die Christelijke broekjes beweren
het. Maar je ben er nog niet, er staat nog meer moois
in, ook al weer bizonder streelend voor de liberalen
zet je ooren maar open. Er staat namelijk dit.
Vlaardingen, met zijn des Zondags zoo gevulde kerken
en zijn bloeiende christelijke scholen, Vlaardingen voor
heen om zijn godsdienstigen zin in heel Nederland be
kend; Vlaardingen wegzinkend als gevolg van het
liberalistisch ongeloof!
Eu zeggen zij dan weer verder Er is maar
één middel tot behoud.
Geöoopten, terug tot God en Zijn dienst. Ons volk
niet opnieuw overgeven aan de leiding van het libe
ralisme.
En nu vraag ik je Pik, kan dat zoo bestaan ja
of neen?
Pik: Het kan er voorloopig mee uit, maar hoe is
dat gegaan hebben zij den liberalen heer Hoogendijk
verslagen
Por: Nou! of ze, leelijk ook. Maar!.... ik moet
zeggen, zij hebben daarvoor hun best gedaan ook, hee
het Christelijke korps was mobiel, al wat maar eenig-
zins weerbaar was trok op ten strijde, met het vaste
doel om die gevaarlijke liberale meneer Hoogendijk te
weren uit het Provinciaal bestuur.
En toen ook hi r de Overwinning was behaald op
de liberalen, toen ging er op een juichkreet. Het was
dan ook het Ooedkoope Vlaardingsche Krantje een
blaadje dat bij oogenblkuen dienst doet als spreekbuis
van zich noemende Christen-demokraten, in dit
krantje dan stond een hoofdartikel onder het motto
„Geloof tegen Ongeloof,"
in dit artikel kon men lezen, dat Geloof en Ongeloof
hadden gevochten om de Eerepalm, en dat die behaald
was door het Geloof. Nu was in dat artikel één ding
jammer, er we d helaas in verklaard, dat de Christe
lijke regeeringsmannen wat meer Geloofsmoed en kracht
aan den dag moesten leggen wantzoo zegt de
schrijver, in de laatste tijd maken vele van die mannen
het Christelijk beginsel tot een bespotting en aanfluiting.
Pik: Je zou haast de vraag stellen, zou die schrijver
een voorgevoel gehad hebben, van hetgeen zijn mede
broeders nu gaan uithalen
Por: Ja maar pik luister nog eens, je krijgt nog
meer te hooren, je bent er nog niet zij schreven in die
dagen ook deze merkwaardige woorden, en dat was
ook weer om den heer Hoogendijk te doen duikelen.
Ons volk moet niet opnieuw overgegeven worden aan de
leiding van het LiömRismezijschrevenin diedagenoverden
strijd der liberalen, als van een Giftige oppositie zij
verweten den liberalen dat zij weer eens de witte das
hadden voorgedaan.
Pik: Wat bedoelde ze daarmee?
Por: Daar bedoelen zij dit mee, dat volgens hun
meening de liberalen in de verkiezingsdagen ook wel
eens vroom doen, en dit verwijten zij hen slag op slag.
Zij schreven ook over het bekampen van den gemeen-
schappelijken vijand, en was in die verkiezing dus de
heer Hoogendijk als liberaal de gemeenschappelijke
vijand van de anti-revolutionaire, van de Katholieke
en ook van de Christelijk Nationale party hier ter plaatse.
En nu zien wij het gebeuren, dat zij gemeenschappelijk,
dien gemeenschappelijken vijand, met vereende krachten
in den Raad willen brengen.
heeren, maar vooral gelukt dat, wanneer die propagan
disten beginnen te spreken over het zieleheil van de
kiezers
Pik Doen zij dat ook
Por: Zij durven alles, zij ontzien niets of niemand,
ook voor hen heiligt het doel de middelen.
Pik: Maar nu nog wat, die christelijke politiekers
dan, hebben die nu heelemaal geen leiddraad of stelsel,
waarin duidelijk staat uitgedrukt wat zij in de politieke
strijd wel, maar ook niet mogen doen? Of is het eigenlijk
zoo, dat ze maar raak kunnen doen, weet jij het Por?
Por: Luister eens goed Pik. Er zijn wel degelijk
voorschriften, maar zij lappen ze aan hunne laarzen,
zij gebruiken ze, wanneer het in hunne kraam te pas
komt, zij leven er eigenlijk precies mee als met een
stuk bakkersdeeg, zij maken er alles van al naar de
viaag die er is, maar nu iets over die voorschriften.
Zooals je wel zult weten, is één van de eerstè maai
ook van de grootste mannen der antirevolutionaire
partij geweest Groen van Prinsterer hij was één
van hun beste mannen, deze man dan, heeft eenmaal
de volgende woorden gesproken en geschreven.
In beginsel is elk Christen Anti-revolutionair. Alleen
wanneer hij op politiek terrein zich in den aard en
de verhouding der partijen vei gist, kan de Christen
aan het liberalisme de hand reiken.
TV. Mr" Groen van Prinsterer.
HorDus Pik, je ziet wel, dat er voor hen regelen
bestaan, en zij alleen mogen samenwerken met, en voor
liberalen als zij zich.... vergissen. Het komt dan hierop
neer, nu zij éénparig besloten hebben den liberalen heer
Hoogendijk te steunen, is het een vergissing of... een
verregaande beginselverkrachting
PikMaar Por, wat denk je, zouden nu de kiezers
allemaal zoo dom zijn om zulk gedoe niet te snappen?
nu wrM geloof wel, dat die bestuurders van die
Christelijke kiesvereenigingen dat denken, maar... ze
zouden wel eens verkeerd kunnen zijn, de Vlaardingers
worden langzamerhand ook leeper, zij laten zich alle
maal geen knollen voor citroenen verkoopen, en dat is
het hem juist, waarover die heeren het zoo benauwd
hebben, en komen zij er toe te zeggen, dat Vlaardin
gen, wegzinkend, als het gevolg van liberalistisch
ongeloof.
PikMaar Por, zouden de liberalen zich wel vereerd
gevoelen met zulk gezelschap? Zou meneer Hoogendijk
frisch en fier z'n hoofd en z'n oogen durven opheffen,
wanneer hij denkt over zulk onguur, zulk valsch, zulk
onverkwikkelijk gedoe.
Por: Ik weet het niet, maar wat ik wel geloof, dat
is, dat hij, meneer Hoogendijk, dezer dagen wel lief
moet zijn tegen die kerkelijke politiekers, diezelfde
luidjes, die hij in den Raad zoo heftig en zoo herhaalde
malen bevochten heeft, wanneer zij de kermis wilde
afschaften.
Het staat vast, dat hij altijd getoond heeft, voor hen
te zijn de felste en meest verklaarde tegenstander, en
dezelfde man laat nu met zich sollen door hen, van
wien hij ook wel zal weten, dat zij hem om des
beginsels wille naar den Noordpool gewenscht hebben.
En nu Pik, voor ditmaal eindig ik mijn beschouwing
hierover, alleen wil ik nog dit opmerken, en knoop
dat in je ooren.
De kerkelijke partijen vonden den heer Hoogendijk
gevaarlijk in het bestuur der Provincie.
Nu zou ik wel eens de vraag willen stellen aan de
kiezers, is dan de heer Hoogendijk ook niet gevaarlijk,
ja nog gevaarlijker in den Gemeenteraad Ik hoop
dan ook Pik, dat de kiezers de volgende week hierop
eens een zuiver antwoord zullen geven. X.
In welingelichte kringen, doet het gerucht de
rondte, dat de heer Hoogendijk, als belooning voor
zijn heldhaftig en ridderlijk optreden by de Ge
meenteraadsverkiezingen, tot Commandeur in de
Orde van Oranje Nassau zal benoemd worden.
De heeren Dr. Tjeenk Willink en W. C. van
Dusseldorp, zijn druk bezig, met het oog op deze
gebeurtenis, zich in 't Toasten te oefenen.
Geachte Redactie!
In mijn artikeltje der vorige week stond, dat één
der Commissarissen van Orde met knikkende knieën
was thuisgebracht, dit was een abuis, zeer waarschijnlijk
veroorzaakt door een fout van den Zetter of van den
Coirector.^ Het moest zijn niet één der commissarissen
van orde is ditmaal met knikkende knieën thuisgebracht.
De Vlaardingsche Correspondent.
Waarschuwing aan Ouders en Jonge Meisjes.
Het is bekend, dat vele meisjes zich naar elders in
dienstbetrekking begeven, en herhaaldelijk misleid wor
den door met slechte bedoelingen in de dagbladen ge
plaatste advertentiën, of door agenten van onbetrouw
bare inrichtingen.
V ij raden U daarom ernstig aan niet in te gaan op
onbekende dienstaanbiedingen, zonder vooraf inlichtin
gen te hebben ingewonnen. Ondergeteekenden, leden van
de I ereeniging ter behartiging van de belangen der
Jonge Meisjes en van de R. K. Intern. Vereeniging
ter Bescherming van Meisjes, Afd. Rotterdam, zijn
daartoe gaarne bereid.
Mevr. Havelaar—Swaving, Boompjes 43.
Mevr. Van BaakRichard, Mathenesserl. 233.
Mej. Van Oordt, Westzeedijk 163.
Mevr. Moll van Charante—Gay,Eendrachtsw. 19.
Mej. M. Elink Schuurman, Willemsplein 15.
Mej. van Leeuwen, Tehuis voor Vrouwen,
T Oppert 158.
Mej. I. de Groot, Zuidblaak 60.
Mevr. Hoogeweegen—Mahler,
Schiedamschesingel 26.
Mevr. Minderop—Minderop, W. Wagenstr. 81.
Mevr. Wilkens—Driebeek, Westerkade 28.
Mevr. Huijgen—Van Derckel, Baan 7.
Home, Zustersgesiicht, Zwarte Paardenstr. 37,
Allen te Rotterdam.
Vlaardingen, 20 September 1904.
Mijnheer de Redacteur.
Zoudt UEd. zoo goed willen zijn, voor onderstaande
mij een plaatsruimte toe te staan in uw blad Bij
voorbaat mijn dank.
Het optreden van sommige beambten
der Vlaardingsche politie in verband
met de waarschuwing, vanwege den
Commissaris van politie aangeplakt.
Om dan het kind maar ineens bij zijn naam te noe
men, geloof ik, dat de Commissaris van politie zich
wel aan eenige onjuistheden in deze waarschuwing heeft
schuldig gemaakt.
"V erbeeld u, daar wordt in die waarschuwing ge
sproken van „een leedwezen" dat bij de politie zou
bestaan, omdat zij gewelddadig moest optreden.
Leedwezen, is het niet belachelijk? Als onderge-
teekende, met een achttal andere personen, die allen
hun naam en adres hebben opgegeven en zich bereid
hebben verklaard, om als getuige op te willen treden,
als, herhaal ik, wij allen zien, met onze eigen oogen
goed zien, dat een mensch mishandeld wordt, geweld
dadig beetgegrepen en achteruit geworpen door den
hoofdagent, P. M. Vestiens is het dan niet treurig
van leedwezen te durven spreken bij de politie.
Wat had deze man misdaan Niets. Zijn zonde in
dit geval bestond daarin, dat hij wilde gaan infor-
meeren, wanneer twee schepelingen tot de bemanning
van z'n schip behoorende, welke waren opgebracht zeer
terecht, wegens dronkenschap, zouden kunnen worden
losgelaten, aangezien zijn schip den volgenden dag
varen moest.
Op welke wijze dat gevraagd werd, laat mij koud.
Eén van beide, het werd bescheiden en gepast gedaan
en in dit geval was het aangehaalde optreden van den
hoofdagent Vestiens des te walgingwekkender of het
werd gedaan op onbescheiden, zeg zelfs brutalen toon,
in dat geval had dan maar proces-verbaal moeten volgen!
In geen van beide gevallen had de heer Vestiens in
zijn functie als polietieagent tot mishandeling het recht!
welke in dit geval plaats greep opMaandag l9Sept ll'
's avonds ongeveer half twaalf, gedeeltelijk in den gang
van gedeeltelijk voor het politiegebouw.
Is den heer Commissaris deze mishandeling bekend?
G. v. d. Plas, wonende te Katwijk (de mishandelde)
gaf aan mij zijn leedwezen te kennen, dat hem de tijd
en gelegenheid ontbrak, om de klacht door den heer
Commissaris in geschrift te doen brengen aangezien hij
te spoedig naar zee zou moeten vertrekken, doch voegde
daarbij, dat bij zijn terugkomst van zee een gerechtelijke
vervolging wegens mishandeling niet achterwege zal
blijven.
Ik zou den heer Commissaris wel eens verder willen
vragen, vanwaar toch die weerzin, die afschuw, die
walging komt, welke sedert eenigen tijd gevonden wordt
onder onze stadgenooten, tegenover de politie.
Indien u uzelven de moeite wil getroosten om daarom
trent onderzoek te doen, zult u vernemen dat bedoelde
weerzin juist haar grond vindt, in het eigenmachtig
uittartend optreden van sommige politiebeambten en u
zult dezen weerzin ontdekken niet bij opgeschoten
(Buiten verantwoordelijkheid der Redaktie.)
Copie wordt niet teruggegeven.
'j - """"O vA/xkjui .hwvvjh v a, 11 uiD