Ingezonden.
om vanaf de halte tot den Kortedijk rails te mogen
leggen voor een Tram, en tevens om subsidie hiervoor
van de Gemeente. Dit werd als naar gewoonte gesteld
in handen van B. en W. voor advies.
PikMaar Por, hoe denk jij daarover
PorDat zal ik je zeggen. Als ik Raadslid was, dan
zon ik voorstellen óf subsidie óf dat de Gemeente zelf
dien Tramdienst exploiteert, en in dit geval zou ik dan
aan Moerman, den tegenwoordigen ondernemer, een
flinke Schadeloosstelling willen toekennen. Ik zal je
zeggen waarom.
Moerman heeft naar mijn meeniug met z'n onder
neming eeu dienst bewezen aan het publiek. Het publiek
daarentegen waardeert dat niet voldoende, en trots
den geringen prijs van vervoer, laat men de Tram nog
al eens links liggen. Alleen bij slecht weer kruipt men
erin. Het gevolg is dan ook, dat het Moerman al 'n
paar lieve centen gekost heeft, en het komt mij voor,
dat wanneer de Gemeente zelf niet overgaat tot exploi
tatie, zij zedelijk verplicht is, aan dien ondernemer eenigen
steun te verleenen, uit 'n oogpunt van publiek-belang
acht ik dat op zijn plaats. Ik ga maar zeggen, als men
voor Flardinga een subsidie toestaat van ruim drie
honderd gulden daar is het zeker nog beter besteed
aan eén dergelijke onderneming als zijnde een zeer
nuttige zaak.
Pik: Zeg Por, was er nog meer dan dat te verhandelen?
Por: O ja! het mooiste komt nou. Verbeeld je, er
moest een onderwijzer benoemd worden, er was als
naar gewoonte een voordracht van drie gemaakt.
Nu behoorde voorheen zoo iets tot de meest een
voudige gebeurtenissen in den Raad. B. en W. met den
Schoolcommissie en den schoolopziener maakten een
voordracht, en nommer één daarvan werd dan gekozen.
Ditmaal ging dat niet zoo mooi. Op de vraag van den
voorzitter, of iemand daarover het woord verlangde,
was het de Witte die daarvan gebruik maakte, en dat
deed op een rare manier.
Hij beweerde dat de schoolopziener aan de sollici
tanten vragen gedaan had, die niet te pas kwamen.
Onder meer had deze autoriteit den sollicitanten ge
vraagd, of zij lid waren van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers.
Dit keurde hij af, hij vond het noodig deze handeling
in 't openbaar te brandmerken, en deed dit op zijn
welbekende, scherpe en krachtige manier.
Hij constateerde dat men op die manier huichelaars
kweekt, en mannen van karakter onmogeljjk maakt.
En, zoo zeide hij, juist in het vak van onderwijs hebben
wij karaktervolle menschen noodig, opdat zij, die onder
wijzers, tevens als opvoeders der jeugd, deze eigen
schappen kunnen meedeelen aan de hen toevertrouwde
scholieren.
De voorzitter echter verzekerde bij kris en kras, dat
er geen pressie was uitgeoefend. De Witte betwistte
dat. Hij was gewapend met een schrijven, want uit hem
bleek, dat nommer één van de Voordracht geen lid van
dien bond was, en zoo zeide De Witte zeer ondeugend,
is dat soms de reden dat hij nommer één staat?
Het slot was, De Witte stemde blanco.
Hoogendijk kwam ook in 't vuur, plaatste zich flink
aan de zijde van De Witte, verklaarde dat hij het in
deze volkomen met hem ééns was, en vroeg aan den
voorzitter, waarom heeft men aan de sollicitanten niet
gevraagd of zij lid zijn van het Nederlandsch Onder
wijzersgenootschap ofvan een voetbalclub
Raadslid Kikkers verklaarde met zijn Gramaphonisch
geluid, dat naar zjjn meening zoo'n schoolopziener veel
te hoog stond om zoo maar bekritiseerd te worden.
De Heer ditmaal poseerende als Ridder van de
droevige figuur, beweerde dat zoo'n heer 'n man van
gezag was, aan wiens uitspraak en houding wij ons te
onderwerpen hadden
Ik dacht zoo, nu kunnen jelui onderwijzers eens zien
wie aan je zijde staat, maar dit weet gij althans, de
Heer is niet met TJ.
De Heer vond het wel degelijk noodig te weten, aan
welke richting de onderwijzers verwant zjjn. Ik dacht
eerst nog dat De Witte hem hiervoor onderhanden zou
genomen hebben. Dit liep echter nog al los.
Ik voor mij dacht zoo toen de Heer daarover het
woord voerde: waarom geeft de Heer niet 'n zekere
richting aan waarin de onderwijzer zich mag bewegen.
Hij zou hiermee waarlijk een goed werk verrichten,
maar, dacht ik ook al weer, bij het openbaar onderwijs
is volgens Calvinistische beschouwing niets goeds te
vinden, de beste lijn is alzoo toch nog slecht, of het
moest zooiets zijn, zooals wij hier enkele jaren geleden
hadden.
Pik: Wat .was dat toen?
PorVerbeeld je pik, enkele jaren geleden bestond
hier een christelijke gymuastiek-vereeniging, hoofdza
kelijk bestaande uit christelijke onderwijzers en deze
leden zelf, noemde hun vereeniging „De vroolijkepikkers."
Dit is misschien de lijn waarin de onderwijzers zich
volgens de Heer mag bewegen. Nu zou ik de heer
altijd nog in overweging geven te willen bedenken, dat
men met openbare onderwijzers (dank zij het werk
van hun Bond) niet kan sollen als met christelijke, dat
men ze niet naar hartelust kan schorsen en wegjagen
door een verwaande en verwaten gril van Hoofd
onderwijzer of van één of meer leden van zoo'n chris
telijk schoolbestuur. Neen meneer de Heer en
uwe collega's, dat Judassen zooals met de christelijke
onderwijzers, gaat niet zoo gemakkelijk met de open
bare. Hun rechtspositie is meer verzekerd, zij kunnen
zich vrijer uitspreken, met andere woorden zij worden
niet zoo gedwongen het Mom van huichelaars te dragen,
en die het toch doet, is huichelaar van geboorte.
PikMaar por, zooals ik bemerk, Hoogendijk deed
z'n best weer?
PorHoor eens, hij was de Ouwe weer, hij was
ferm, hij toonde zich opnieuw weer de vriend van den
Bond van Nederlandschen Onderwijzers, en toen ik
Hoogendijk daar weer zoo hoorde, toen hij met de
Witte weer blijken gaf te symphatiseeren met dien
vervloekten bond, dien bond, die volgens Burgemeester
en Versteeve wel eens oppositie voert, toen dacht ik
bij mij zelve, Hoogendijk heeft in de laatste tijden
weer heel wat geleerd, hij is bepaald tot de conclusie
gekomen, dat het heulen met halve zachte menschen
voor hem niet te pas komt, en dan, het werd tijd voor
hem om te kiezen of te deelen, óf naar rechts, óf
naar links.
Wij kregen hierna aanvraag om grond in erfpacht
door W. C. van Dusseldorp.
Pik: Welke Dusseldorp is dat?
PorWel, dat is die verkiezingsagent, weet je wel,
toen Schuitmaker candidaat stond tegenover de Heer.
PikAh zoo, nou ken ik hem, doch ga maar door.
Por: Zoo'n aanvraag om grond is gewoonlijk een
zeer kalm en onschuldig zaakje, en glijdt onder den
hamer door eer dat je 't weet. Maar ditmaal niet. Het
was alweer de Witte, die er een zaakje van maakte.
Hij vroeg den voorzitter of er bij deze aanvraag reke
ning was gehouden met de nieuwe bepaling, nl. de
Canon om de 10 jaar herzien.
De voorzitter antwoordde, dat dit nog niet kon, aan
gezien het Arbitrage-voorstel de Witte nog in onder
zoek was. De Witte merkte zeer adrem op, dat dit
geen beletsel was om het nieuwe stelsel van herz;ening
reeds toe te passendit is een zaak op zichzelf. Toen
trok de voorzitter in twijfel of deze aanvraag wel na
de aanneming der nieuwe bepaling was gekomen. De
Witte zeidehet is daarna gekomen, Louis van Gel
deren bevestigde dit, de secretaris zat ja te knikken,
Hoogendijk beweerde hetzelfde, en zoo kwam het, dat
een voorstel—de Witte, om de uitgifte dezer grond nog
aan te houden met (schrik niet) algemeene stemmen
werd aangenomen.
PikWat zeg je Een voorstel de Witte met alge
meene stemmen aangenomen Wat heb ik nou aan 't
handjeZouden zij op 't Raadhuis gaan inzien, dat zij
met al dat tegenwerken aan de Witte groote last zul
len krijgen?
PorGoed begrepen. Zij zien in, dat met hem te
negeeren worden zij minder, zjj zien reeds nu nommer
twee van zijn partij in hun midden zitten, zij weten nu
eenmaal, dat er met dat volkje niet te sollén valt, en
om nu de eer aan hun zeiven te houden, beginnen zij
reeds van koers te veranderen.
Hierna kregen wij, behalve wat klein goed, wijziging
der politieverordening, betreffende het in gebruik nemen
en schoonhouden van Ooster en Westerkade. Het bleek
dat daarin verandering moest komende kaden bljjven
vuil liggen niet alleen, maar de berg hoepels die men
daar neer gooit en laat liggen is oorzaak dat daarin
verandering moet komen.
Pik: Nou Por, dat vind ik ook meer dan noodig.
Als men bjj oogenblikken dien rommel ziet en ruikt,
krijgt men den indruk voor de Vestingwerken van Port
Arthur te staan, en de stank doet je denkeu aan de
daar liggende Cadavers.
PorMaar om nu op de behandeling terug te komen.
De wijze van verbetering wilde men verschillend toe
possen. B. en W, wilde de opruiming van dien rommel
nog maar steeds overlaten aan de Ondernemers dier
haringpakkerijen zelf.
Sommige leden vreesden dat dit aanleiding zou geven
tot vele moeielijkheden, bijvoorbeeld de één zou het vuil
op de ander schuiven enz.
Andere vonden het beter, dit karweitje op te dragen
aan den Reinigingsdienst.
Pik En wat dacht jij
PorIk vond het laatste ook beter. En toen de
de Voorzitter opmerkte dat men dan bij oogenblikken
zooveel menschen zou noodig hebben voor dat werk,
merkte de Witte zeer ter snede op, dat dit geen bezwaar
is,, er zijn altijd menschen te vinden, en dan verdienen
zij weer wat.
PikIk moet ook zeggen het is zoo beter, en dan
wanneer men dat overlaat aan particulieren, heeft men
weer een opzichter of zooiets noodig voor geregeld
toezicht. En waar haal je die zoo maar vandaan
Por: Wat zeg je?! Waar je die vandaan haalt, wel
man denkt nou eens goed door. Geloof jij niet dat de
wethouders nog wel een zwager of een neefje in voor
raad hebben Maar nu terzake, na eindelooze discussies
kwam het voorstel B. en W. in stemming en werd
aangenomen met twee stemmen meerderheid.
Na deze ietwat droge (en uit den aard der zaak on
welriekende materie) kregen wij weer eenige verfrissching.
Wij kregen namelijk een aanvrage van den Directeur
van het Prikkenwater, dat is ons verdienstelijk raadslid
Pieter van Gelderen Pieterszoon, om vrijstelling van
betaling van het Prikkenwater.
De Witte vraagt of er een overeenkomst bestaat
tusschen de Gemeente als eigenares en de Reeders Zoo
ja, dan kan er van vrijstelling geen sprake zijn. De
Voorzitter antwoordt, dat hem geen overeenkomst be
kend is. En daar op eens, met een geluid als een
maximkanon, schreeuwde Pieter van Gelderen.... er is
geen overeenkomst.
De Witte vroeg, waarom dan vrijstelling gevraagd;
waar niets bepaald is, behoeft men geen vrijstelling te
vragen.... Pieter werd boos, geweldig boos, hij vroeg,
of liever hij schreeuwde aan de Witte, wanneer u huizen
verhuurt, en er wordt een jaar lang geen gebruik van
gemaakt, kunt u dan toch huur daarvan trekken?
Pik: En wat zei daarop de Witte?
Por: Och handig als hij is, liet hij er direct op volgen.
Als die huizen voor een jaar verhuurd zijn, dan trekt
men overeenkomstig die voorwaarde de huur. Maar
Pieter was maar niet te overtuigen. Hij riep maar steeds
hier zijn geen debiteurs.
Pik: Maar Por, ik wil opmerken dat je anders Pieter
van Gelder nooit hoort.
Por: Dit is juist, maar bij het Prikkenwater, neen,
maar dan is hij gansch niet voor de poes, hoor!
Kijk zie je, dat Prikkenwater is nou eigenlijk z'n
troetelkindje. Als je dat aanraakt, dan kom je aan z'n
oogappel, dan doet hij eigenlijk net als iemand van
wien men een kind mishandelt.
Dan zet hij Pieter zoo'n geluid op dat men er
eigenlijk van schrikt, zeg Pik, heb je al eens bij het
vuurwerk zoo'n donderbus hooren afschieten?
Dat gaat zooals je weet zoopoem.m.m.m.kraak.k.k.
krak, krak krak kraak poem.m.Dit is ongeveer het
geluid van ons raadslid Pieter van Gelderen. Ik kan
je zeggen, je rilt er van als je 't hoort, en hoe gaarne
ik hem hoor spreken, toch ben ik altijd maar in m'n
sas als hjj met z'n geweldige Prikkenrede klaar is.
Hierna werd door B. en W. goedkeuring gevraagd
voor verhooging der Gemeentebegrooting met verschil
lende posten, onder meer een van veertien honderd en
zooveel gulden, voor teekenwerk, boringen enz.
De Witte vroeg waarom deze post niet gedetailleerd
was; dan kon men zien wat dat teekenwerk extra
kostte, want zoo zeide hij, wij hebben toch een bureau
van Gemeentewerken met een korps teekenaars.
De voorzitter zeide dat ergeen centje te veel is
uitgegeven, en zoo zeide hjj, in deze posten zijn ook
gekend de Commissies van Gemeentewerken en financiën.
Louis van Gelderen als lid van de Commissie van
financiën, beweerde het tegendeel. Hij zeide hetzelfde
gevraagd te hebben wat nu De Witte vroeg, maar
evenmin voldoend antwoord te hebben gekregen. Alzoo
concludeerde hij, dat deze Commissie niet voldoende
erkend is.
De Voorzitter werd boos, begon zooiets te mompelen
van niet vertrouwen.
Zoo hadden we in 't begin een Booze Pieter, en
even later een Booze Voorzitter.
En nu, vriend Pik, heb ik je de voornaamste dingen
van die zitting meegedeeld. Eén waarneming, die ik op
die Raadszaal heb gedaan, wil ik je nog meedeelen,
nl. dat het scheepmakersvak voor de gezondheid van
het menschelijke lichaam goed is.
Door de nieuwe indeeling der plaatsen in den Raad
hebben wij 't gezicht op het achterfront vnn twee
scheepmakersbazen, nl. van der Windt en Figee. Die
kerels hebben nekken als Paaschossen, en als dan ook
hun redeneerkracht evenredig was aan hunne lichame
lijke kracht en omvang, neen maar, dan was het de
moeite waard, jammer echter, dat is niet zoo.
(Bniten verantwoordelijkheid der Redaktie.)
Copie wordt niet teruggegeven.
Geachte Redactie
In zake de steunbeweging voor de stakende en uit
gesloten glasarbeiders, zij in vervolg op het schrijven
van den voorzitter van „Patrimonium1' in de Schied.
Cour. van Zondag, gemeld:
Dat er in Schiedam bestaat één Schiedamsch Steun
comité, geld verzamelende om den nood te lenigen van
alle bij den strijd betrokken arbeiders-gezinnen
dat door dit feit vervallen moet worden geacht de
„Waarschuwing," welke het voorloopig Steun-comité,
gevormd uit den Bestuurdersbond, aan het Neder
landsche volk richtte.
Het voormalig comité voornoeme,
P. DE BRUIN, Voorzitter.
J. J. SCHROOTS, Secretaris.
Schiedam, 24 October 1904.
P. S. Bladen, welke van de „Waarschuwing" melding
maakten, worden verzocht deze kennisgeving over te
nemen.
STEUïfPBNNINO.
R. 10 ct; v. P. 5 ct; van 5 Mokers 15 ct.
Vlaardingen.
Voor de vermiste zestig centen 10 ct; te veel ont
vangen 26 ct.