Ingezonden
groote mate van overtuiging voor de goede zaak, opdat,
wanneer het oogenblik zal gekomen zijn, dat zij geplaatst
worden tegenover hunne tegenstanders, dat dan zij, die
tegenstanders, wien het eigenlijk nergens anders om te
doen is dan al wat groot is; nog grooter te maken, en
al wat klein is klein te houden zullen ondervinden,
dat het hier in Vlaardingen gaat zooals overal elders,
namelijk, dat er één partij is die langzaam, maar zeker
groeit, dat is de pa tij der arbeiders.
Volgens een bericht van het Rott. Nieuwsblad, is hier
ter stede opgericht
Schrikt asjeblieft niet!!! lieve lezers: een Roomsch
Katholieke Propagandaclub „De jonge Garde", onder-
afdeeling van de Katholieke Kies(pijn)vereeniging -De
Grondwet."
Het doel der club is verhooging der politieke kennis
en actie onder de Katholieken.
Ik moet je eerlijk verklaren geachte lezers van De
Moker dat ik, politieker in hart en nieren bij het
lezen daanvan, „in zak en asch zat". Ik dacht zoo, wat
moet er op die manier terecht komen van de aanstaande
verkiezingen. Wantzoo'n jonge Roomsch Katholieke
Garde is heusch niet voor de poes", en wil je weten
waarom ik zal het u zeggen
In Delft bestaat ook zoo'n Jonge Garde, en toen nu
ongeveer drie jaar geleden voor die Garde als spreker
optrad een zekere geestelijke, toen gaf hij aan die jonge
menschen dezen raad
„Wanneer gij komt te staan tegenover socialisten
doet dan precies als Petrus deed met Malchus.
Slaat hen een oor af?
Stel u voor geachte medeburgers, dat al de Vlaar-
dingsche socialisten en hun aantal is, bedekt of niet
bedekt al groot,
dat al die menschen, in de toekomst zullen rondloo-
pen met één oor
Dat is je wat
Nu ja!, gij lacht misschien!, maar weet gij dan niet
wat invloed die Katholieke geestelijken hebben? Denkt
dan aan hetgeen gebeurd is eenige dagen geleden in
het dorpje Ede in Gelderland.
In dat dorp woont één Protestant. Deze liet zich
candideeren voor lid van den Gemeenteraad.
De Ro imsch-Katholieken vonden dat zoo verschrik
kelijk, dat [zij die man eerst onthaald hebben op ketel
muziek, en daarna de ruiten van zijn woning hebben
ingegooid.
Buitengewoon lief!, vind u niet waarde lezers, ont
houd dit goed tot de aanstaande verkiezingen.
Maar nu onze jonge Gardes. Die Garde dan is onder-
afdeeling van de R. K. Kiesvereeniging „De Grondwet."
Deze vereeniging werkt, zooals alle R. K. vereeni
gen zoo stiekem mogelijk,
openbare vergaderingen
Asjeblieft nietneen hoor
Een Pastoor, Kapelaan, of een Pater op een gesloten
vergadering van de R.-K. Volksbonddat kan er nog
bij door, maar openbaar! dat gaat niet
Openbaarheid meneertje daar is het Katholicisme
bang van.
En toch lieve lezers, ik houd mijn hart dat wil
zeggen mijn Politiek (rood hart) vast, bij de gedachte
als deze Jonge Garde eens aan 't werk gaat.
Verbeeldt je eens: Politieke kennis en Actie onder
de Katholieken!
Dat mot je niet uitvlakken Er behoeft niet
veG meer bij te komen, of het keele verkiezingsboetje
in de a.s. zomer alhier loopt in de „pruimen".
Veronderstelt eens: dat daar de Jonge Garde be
zield meL jeugdig vuur, versterkt door de Roomsch-
Katholieke politieke kennis en actie, zich opmaakt om,
op echt Amerikaanschc wijze propaganda te maken,
door b.v. een optocht of te wel processie te maken
door Vlaardingsch straten met ontplooide banier, en
dat daar voorafging de R. K. Muziekvereniging St.-
Johannes.
Wel lieve menschen, bij deze gedachten wordt het
mij bang te moede, en dat wel hierom, niet één der
Protestantsche candidaten in den Raad kwam, laat
staan een rooije.
Ja, nog erger
Al wat wij in 't vorige jaar hebben gewonnen, zal te niet
gedaan worden vanwege de Politieke kennis en actie
van deze Jonge Garde".
Achachwat nare tijden toch
En dan: Tengevolge van die politieke kennis en
actie is die Jonge Garde verplicht de propaganda zoo
kras mogelijk ter hand te nemen. Ik zie ze dan ook al
heel gauw colporteeren met de „Christelijke Actie". En
dan O jerem dan is het met „De Moker"
uit
En nu ten slotte.
Er is hier in Vlaardingen nog een Jonge Garde, n.l.
de afdeeling der S. D. A. P.
Deze Garde heeft een Ontwikkelings- en Debating
club. Zou het niet op den weg der R. K. Jonge Garde
liggen, om eens in 't strijdperk te treden met deze
rooije Jonge Garde? of... zal het met de Jonge Garde
net gaan als met haar poetje de Roomsch-Katholieke
kiesvereeniging „De Grondwet", n.l. alles zoo stiekem
mogelijk
X.
Plaatselijk Steuncomité.
Ingekomen gelden voor de stakende en uitgesloten
Glasarbeiders van 26 tot 31 December.
Steuncomité te Delft f200,52y8. C. v. d. Net Schie
dam f 160,8272. Coll. dividendnitkeering Coöp. Bakkerij
„De Volharding" 's Hage f 118,26, N. A. S. f820.92.
Steuncomité Arnhem f 37.Eenige werklieden te Voor
schoten f 5.Schildersvereen. V. Z. O. D Amsterdam
f 10.Federatie S. D. A. P. cursusverg. Utrecht f8,86.
S. D. A. P. afd. 's Hage I f 5.Leeuwarder B. B.
f15,17 72- Ned. Intern. Sig. en Tabakb. Bond. f50.
Steuncomité Sneek f 25.Th. Schultheis Lohr. a/M.
f9.G. Hersma Tilburg f 1.30, Alg. Ned. Diamantbew.
Bond f1000.Steuncomité Vlaardingen f90,Rott.
B. B. f 100.—Eenige onderwijzers te Maassluis f2.15,
J. Roosemalen Noord-Woolwich (Engeland) f48,32,
Alg. Ned. Typ. Bond op lijsten f 43,67, Chr. Ned. Werkl.
Bond f 32,7572, Steuncomité Groningen f 7,69, Glas
arbeiders te Porta (Duitschland) f 17.70, Timmerl. ver.
D. V. V. Scheveningeu f5.35, Amsterd. B. B. f15.
Alg. Ned. Timmerliedenbond Alg. Vergadering f7.40,
Alg. Ned. Timm. Bond afd. Hilversum f 16,70, Alg.
Ned. Timm. Bond afd. Haarlem f 1,80, Alg. Ned. Timm.
Bond afd. Utrecht op lijsten f 9,04, Alg. Ned. Timm. Bond
afd. den Haag f 1,99, Alg. Ned. Timm. Bond afd. Zie
kenfond f2,31, Alg. Ned. Timm. Bond afd. Amsterdam
op lijsten f 11,39, Alg. Ned. Timm. Bond Coll. verg-
Nijverheid f l,221/3. Totaal f2891,3572- Vorige opga
ven f 25,996,437,. Geheele Totaal f28,887,79
O. Friebel,
Penningmeeste Ned. G. B.
Steun-Comite Vlaardingen ingekomen van 14 Dec.
tot 2 Jan.
Coll. cursusverg. Wjj streven enz. f4,136, pers. D.
f170; V. f2,00; W. f6,10; coll. Visschersvereen. E.
m. M. f3,50; A. v. L. f4,55; busje in Cafe's f2.21;
collecte Wij streven f 2.66 pers. D. f 1.45 collecte verg.
Huizinga f 1,495W. f6,10; Kerstgave W. f55; V.
f 2.Kerstgave V. f 0,50, coll. cursusverg. „Kennis
is Macht" f 1,40busjes in café's f3,49; v. L. f4.45;
tombola f 1,65 v. L. 4,55; pers D. f 1,55W. f6,10;
V. f 2.op lijsten no. 31 f 2,15 no. 32 f 3,05 no.
33 f3,40, no. 7 f2,10, no. 64 f3,33, no. 5 f 1,50, lijst
B. f3,45; aan 5 cents bons, B. f 2,10, V. f50, v. d.
S. f 30. Totaal met vorige opgaaf f 1045,33.
Het Comité.
Rapport van de Tombola.
Ten bate der Glasblazersgezellen van Vlaardingen
gehouden in de „Vriendschap" van 19 tot en met 31
December. Door medewerking van het Plaatselijk Steun
comité.
Opbrengst aan verkochte loten f 193,15
Aan collecte- 14,32
Totaal - 207,47
Uitgaven aan gekochte artikelen f 16.25
Aan drukwerk, loten, nummers, post, enz. - 17,60
f 33,85
Saldo totaalf 173,62
Wel.Ed. HeerRedacteur.
Voor onderstaand schrijven verzoek ik beleefd plaat
sing in uw geacht blad.
In uw antwoord op mijn stukje, dat Zaterdag 31
December in uw geëerd blad verscheen, doet u het voor
komen, alsof mijn schrijven geheel en al op vergissin
gen is gegrond.
Het Volktegenover „De Moker" plaatsen is eene
vergissing, de door mij aangehaalde geschiedenis van
den Heer v. d. Pers berust op een abuis, en het door
elkander haspelen van leer en aanhangers maakt, dat
in geheel het stuk, door mij geschreven, eene groote
verwarring heerscht.
Ik ben echter zoo vrij, die beschuldiging terug te
werpen op de Redactie van De Moker, waar ik zal
bewijzen, dat juist De Moker in 't eene oogenblik de
zaken geheel en al verwart, dan weder eene totaal
verkeerde uitlegging van mijn stukje geefr.
Ten eerste het „tegenover elkander plaatsen van Het
Volk en De Moker." Hoe de Red. tot deze gevolgtrek
king komt, is mij een raadsel.
Dat ik in mijn stukje De M.oker noemde komt een
voudig daardoor, dat ik De Moker geregeld lees, waar
door mjj juist in dat blad iets over Dr. v. d. Brink
onder de oogtm kwam, en niet in Het Volk hetwelk
ik minder dikwijls ter hand neem.
Een gedeelte uit „De groote Vraag" kan, en zal
waarschijnlijk wel in twintig soc.-dem. bladen te lezen
zijn geweestik wilde alleen aantoonen, dat de S: D.
Pers nu eens over een godsdienstig mensch waardee-
rende woorden schrijft, dan weder alle geloovigen in
hunne heiligste opvattingen krenkt. Van „tegenover
elkander plaatsen" van het eene blad en het andere,
volgens de uitlegging, die De Moker er aan wil geven,
is dus geen sprake.
Aan het gedeelte van mjjn stukje, waarin ik het
schrijven van den heer v. d. Pers behandel, kent
De Moker de bedoeling toe, als zou dit moeten doen
uitkomen, dat genoemde heer geen Christen en Soc.-
Dem., doch w el degelijk een Christen-Democraat is.
Dit is wetlor iets vreemds.
Of de heer v. d. Pers het een of het ander is, laat
mij in deze kwestie volkomen onverschilligik was
slechts aan het voorbeelden aanstippen, hoe de S. D.
zich inspannen om te bewijzen, dat een Christen tevens
Soc. Dem. kan zijn, en waar ik er reeds één had aan
gegeven, (het geval Dr. v. d. B.) wilde ik daarmede
niet volstaan, en noemde nog een tweede. Naar ik
meen, kan ook niemand daar iets anders uit opmaken.
Om op het „dooreenhaspelen", van De Moker, te
wijzen, zal ik nu behandelen den eisch der Redactie,
dat ik de uitdrukking „Wolf in schaapskleeren" moet
terugnemen.
De Moker heeft volkomen gelijk, waar zij zegt, dat
ik niet kan aantoonen, dat de Soc. Partij het recht
geeft te denken aan de vergelijking van „de wolf in
schaapskleeren", maar ik mis daarvoor werkelijk elk
bewijs, maar ik mis ook de schuld zulks beweerd te
hebben.
En hier komt nu het verwarren van De Moker aan
't licht. Al heb ik misschien in 't begin van mijn stukje,
tér vermijding van herhalingen, nu eens „Soc. Partij"
dan weder eens „Socialisten" geschreven, daar waar
het op aankwam, waar ik mijne beschuldiging ging uit
spreken, geloof ik nogal tamelijk, neen, zeer duidelijk
te zijn geweest; in dat gedeelte heb ik leer en aan
hangers juist heel goed tegenover elkaar gesteld. Ik
schreef daar o. a. „Het socialisme is den Godsdienst
niet vijandig gezind, doch de Soc.-Dem. zijn dat meestal
welen een eindje verder: „Ik hoop van harte,
dat de betrokken personen dit meer en meer zullen
gaan inzien, en van handelwijze veranderen, of anders
steeds open en eerlijk voor hunne geringschatting van
den Godsdienst durven uitkomen, doch zoolang het een
of het ander niet geschiedt, is het wanneer een Soc.-
Dem." (ziet u, Red. „Moker", niet Soc. partij) „zich
in min of meer waardeerende woorden over den Gods
dienst uitlaat, voor de geloovige zaak, te denken
aan den wolf in schaapskleeren.
Aan duidelijkheid laat dit, dunkt mij niets te wen-
schen over, en hoe De Moker mij nu kan toedichten,
dat ik de socialisten als Partij op minder nette manier
heb beschuldigd, is meer dan onbegrijpelijk; het ver
moeden rijst, dat hier opzet in het spel is, en wel, om
de aandacht van het sprookje „Proef-sneeuwen" af te
leiden.
Iedereen zal nn inzien, en niemand heeft ook iets
anders uit mijn schrijven kunnen opmaken, dat ik wel
van socialisten in 't algemeen sprak, doch dpartij als
zoodanig ongemoeid heb gelaten.
Ik neem dan ook van de door mij neergeschreven
insinuatieniets terug.
Wanneer ik met een socialist spreek, dien ik ken èn
als soc.-dem. èn als geloovig mensch, zal ik, wanneer
wij op Godsdienstig terrein geraken, in 't minst geen
achterdocht omtrent 's mans oprechtheid op dat gebied
koesteren, doch indien een socialst in -t algemeen, een
persoon, die mij opdat oogenblik alleen bekend is
als soc. zich tegenover mij, wanneer dit in de kraam
te pas komt, in waardeerende woorden over Godsdienst
uitlaat, dan komt mij wel degelijk het beeld van „de
wolf in schaapskleeren" voor de oogen, en vraag ik
mij af, of dit ook op hem van toepassing is.
Dat ik daartoe het recht heb, daarvoor is het plaat
sen van „Proef-sneeuwen" weder een beivijs.
Want al verkondigen De Moker en Het Volk dat
„dei gelijke verhaaltjes meestal glad verkeerd begrepen
worden", verandert dit aan de zaak niets; het is heel
gemakkelijk gezegd, doch wordt gelukkig niet altijd
even vlug aangenomen.
Ik houdt mij aan de feiten (u zijt ook zoo op feiten
gesteld, mijnheer de Red.) en ik onderschrijf ten volle
hetgeen u zegt, n. 1. dat we aan woordgescherm niets
hebben doch feiten noodig zijn.
Het Volk, waarnaar De Moker verwijst, verzekerde
in hare repliek, dat „proef-sneeuwen" een schetsje van
zeer ouden oorsprong, nit tijden van innigen godsdienst,
doch of dit waar is of niet, deze verklaring zal al zeer
weinig gewicht iu de schaal leggen. Het sprookje is nu
geplaatst als amusement, als „mop", hetgeen zeer af-
keuringswaardig is.
De Moker vindt ten slotte ook nog aanstoot in het
gebezigde woord „Godsdienst-Propaganda," doch laat
ik de Reda;tie aanstond geruststellen door te ver
melden, dat die uitdrukking in 't geheel geen beleedi-
gende slrekking heef. Ik gebruikte „Godsdienst-Propa-
ganda" om in één woord, het door mij nader omschre
ven streven der 8oc. Dem. aan te duiden, om bij de
Godsdienstigen eenigszins vasteren voet te verkrijgen,
door de vrees, die de meeste geloovigen voor de socia
listen hebben, zooveel mogelijk weg te nemen.
Hopende, dat ik door deze regelen, voor de zeer
weinigen, die mij niet duidelijk genoeg zullen gevonden
hebben, mijn eerste stukje nu voldoende heb toegelicht
teeken ik, na dankzegging aan de Redactie van De
Moker voor de verleende plaatsruimte.
M.
Zooals wij onder „Correspondentie" in ons vorig)no.
aan inzender berichtten, konden wij niet vinden dat de
zwaarte van dit schrijven aan de lengte even
redig was. Wij verzochten hem, het te bekorten. De
heer M. noemde dit echter totaal onmogelijk en ver
langde alsnog uitdrukkelijk plaatsing. Hij is nu te
vreden gesteld
De vergissingen, welke inzender beging (hij kan ze
loochenen, maar ieder lezer kan ze constateeren) hebben
wij in ons naschrift duidelijk genoeg aangewezen. Wij
beweerden, dat inzeuder leer en aanhangers geducht
met elkaar had verward en verwezen o. a. naar de
tweede zinsnede van zijn schrijven, luidende: „Met be-
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Copie wordt Diet ternggegeveu.