Bloempjes uit den Raad»
No. 2.
ZATERDAG 11 MAART 1905
5e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Bureau van Redactie en Administratie:
A. WINTERBERG,
VEiendschapstnat 11 boven.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Ontwikkelingsclub „Kennis is Macht"
De aanstaande Verkiezingen.
v.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal VOoruitbetaling.
franco per post 30 cent j
Losse nummers 2 cent.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
T7" ergadering1
Zondag 12 Maart, des avonds halt acht,"
in „CONSTANTLY.
Onderwerp: Slavernij door het Kapitaal,
Partygenooteu en Geestverwanten komt allen, en brengt
vrienden en kennissen mede.
Het Bestuur.
De kerkelijke Coalitie.
„Nergens anders (als in den godsdienst), althans tot
aanmerkelijke hoogte, zie ik oplossing van de branden
de vraagpunten des tijds: neigens anders een dam te
gen het dreigende proletariaat," zei de heer
Elout van Soeterwonde in 1880 in de Tweede Kamer,
met groote instemming van Jhr. de Savornin Lohman.
Deze „mannen met twee namen" zjjn in hnn uitlatin
gen nog overtroffen op den vijfden Limburgschen Ka
tholiekendag door Dr. Poels, die deze openhartige ver
klaring aflegde
„Neen, de patroons behoeven zich daarom niet
voor onze Werkliedenvereenigingen bang te maken
Hij z^n integendeel het eenige hechte
bolwerk, waarachter hun lange schoor
steen en nog reilig kunnen blyven roo-
ken."
De kerk, den godsdienst, met bewustheid, met opzet
gebruikt als dam tegen het dreigende^ proletariaat, als
een hecht bolwe k voor de lange schoorsteenen dei-
kapitalisten, het wordt londuit van de zijde der
„manm n met twee namen" zooals Kuyper ze noemde,
en van de zijde der Roomschen erkend. Welk een ze
deloos geschaeher met het geloof! welk een onzedelijk
vies gebruikmaken van kerk en godsdienst ten bate
der kapitalisten
Maar hoe duidelijk ook wordt door zulke uitspraken
het echte conservatisme, het opzettelijk optreden vóór
de belangen der kapitaalbezitters tegen het proletariaat
verdedigd.
Yan Roomsche zijde en va t de zijde van verscheidene
protestantsche kerkgenootschappen kan dat ook niet an
ders, waar de kerk en de Mammon nauw zijn verbon
den. Het wordt van kerkelijke zjjde soms ronduit er
kend, bijv. door den Zuricher prediker Hermann Rutter,
die daarover ook het volgende zegt
„Men zie, hoe zij (de kerk) zich gedraagt tegen
over de rijken en grooten en vergelijke daarmee
de behandeling, die zij de armen en geringen doet
ondergaan en men zegge of z(j niet gelijk hebben
(dat de kerk door den geest van den Mammon wordt
beheerscht).
„De rijke betalen hooge kerkbelastingen, de armen
lage of in 't geheel geen. Daarom buigen de ker
kelijke overheden zich voor de rijken en schatten
de armen gering. Ik vraag is dat niet waar, overal
waar zich kerken bevinden
„De rijken hebben bijna overal de beste plaatsen
in de godshuizen, de armen kunnen daar soms naast
staan, een kleinigheid, maar voor een apostel
des Heeren niet klein genoeg, om ze niet nadruk
kelijk te brandmerken. (Jacobus 2 8).
„Als een rijkp zich losmaakt van de kerk, dan
zoekt zij hem vast te houden met alle middelen
die haar ten dienste staan, hoe weinig hij ook om
het geloof der kerk geeft. Maar als een arme zich
van de kerk losmaakt, dan neemt zjj daarvan in 't ge
heel geen notitie, hoe eervol zijn beweegredenen
ook mogen wezen. Men lette eens nauwkeurig op
het doen en laten der kerkelijke overheden in dit
opzicht, en men zal zien, dat ik volkomen gelijk heb.
„De Kerk is bang voor de menschen, z(j mag
hun niet vrijmoedig meer de waarheid verkondigen
zij is bang om aanstoot te geven, en vermijdt
daarom zoo zorgvuldig mogelijk iedere ruwe wen
ding, ieder eerlijk onomwonden woord. Waarom?
Omdat ztj bang is voor haar macht, voor haar
aanzien, v or haar geld.
„Eerbiedwaardige uitzonderingen zijn er hier en
daar nog wij danken God daarvoor. Maar het
"ipr- jel der kerkelijke waardigheidsbekleders
h aan dit verwjjt niet onttrekken.
ie: onwaardig is het gedrag van talloozen, van
-«ie geestelijken, tegenover de voornamen dezer
we. 'dHoe veel dwaze, onware vleierij, hoe veel
lafhartig stilzwijgen en verdonkeremanen, hoe veel
onmacht en karakterloosheid!
„Wie rjjk is, wordt door de Kerk geëerd. Amb
ten en waa digheden worden hem opgedragen, en
hij is blij en vereerd daarmee al is hij in zijn
leven nog zoo gruwelijk tegenover zijn arbeiders,
nog zoo onrechtvaardig tegenover zijn onderge
schikten, nog zoo eerloos in zijn bedrijfsonderue-
ming. Het geld beschermt hem. Daarvan zijn
voorbeelden te over.
„De Kerk gehoorzaamt zonder de wenkbrauwen
te vertrekken aan de luimen der heerschers, ot deze
het zelfregeerende volk of enkele vorsten zijn Met
biddende handen stond zij achter de Engelsche
regeering, toen deze in dienst van Mammon dien
schandelijken oorlog in Zuid-Afrika begon, die
Engelands roem met zwarte vlekken bedekt. En
toen de Russische keizev voor den pas uitgebroken
oorlog met Japan zjjne gebeden tot God omhoog
zond toen bad de Kerk mee.
„Zij is geheel en al in de handen der aardsche
machthebbers. Z(j stelt het Evangelie, dat een
Evangelie voor de geheele menschheid is, in den
dienst van de politiek van haar oogenblikkelijk
vaderland. Zij dient geen eeuwige doeleinden meer,
maar aardsche. Zij is boven alles een „landskerk"
een Zwitse sche of Duitsche, Fransche, Russische
of Engelsche. Eerst daarna, als er nog gelegenheid
daarvoor overblijft, is ze een Godskerk.
„Zij dient niet God, maar den Mammon."
En Dr. Kuyper sprak in zijn weikje over „het sociale
vraagstuk en de christelijke religie" (blz. 19) in deze
woorden zich daarover uit:
„De bekeering van Constantijn was voor de Kerk
het sein om, te huwen met de wereldmacht, en hier
mee sneed ze de zenuw van haar kracht door.
Vandaar toen allengs het weer insluipen van de
wereld in de Kerk."
De kerk huwde met de wereldmacht. Zij deed dat
in het oude Romeinsche rijk onder Constantijn den
Grooten in de 4e eeuw, zjj deed dat in het Frankenrijk
onder Clovis (500) en Karei der Grooten (800). In het
Romeinsche r(jk dankte de kerk haar organisatie en
haar macht aan den keizer, in de Germaansche landen
ran de koningen. In het Romeinsche rijk evengoed als
in de Germaansche staten (Frankrijk, Duitschland,
Engeland enz.) werd zjj daardoor vastgekoppeld aan de
heerschende klasse, wier heerschersmacht ook een deel
van haar macht was en wier regeeringsbelangen ook
haar belangen waren. Daarom foeterde de kerk zoo tegen
de protestantsche omwenteling der 16e eeuw (de zoo
genaamde kerkhervorming) die niet alleen haar kerke
lijke macht vernietigde maar ook haar wereldlijke
heerschersmacht, omdat die omwenteling ook inging
tegen de macht der wereldlijke regeeringsklasse En
daarom is de kerk zoo gebeten op de Fransche revo
lutie, die de regeeringsklasse der 18e eeuw haar heer
schappij ontuam en dus ook aan de kerk een belangrijk
gedeelte harer heerschersmacht ontrukte.
En nu is in de 19e eeuw de kerk in de gelegenheid
geweest, overal weer bondgenootschappen aan te gaan
met de nieuwe heerschersmachten, die ontstaan zijn na
de Fransche revolutie. De rijke burgerij is haar bond
genoot geworden omdat die de lakens nu uitdeelt.
En daarom is zij nu tegen het proletariaat, dat de
rijke burgerklasse en dus ook haar bondgenoot de kerk
bedreigt met vernietiging van haar oppermacht.
En daarom gebruiken nu die heeren den godsdienst
en de kerk en het geloof als een dam tegen het drei
gende proletariaat, als een hecht bolwerk voor de lange
schoorsteenen der kapitalisten, de bondgenooten der
machtbegeerige kerk.
Maar Kuyper, die eenmaal schreef:
„En zoo heerscht thans in heel Europa een wel
gedane bourgeoisie over een verarmenden werkenden
stand, die gestadig haar kapitaal moet voeden, en
gedoemd is, om hetgeen voor die kapitaalvoeding
geen dienst meer kan doen, te laten verzinken in
het moeras van het proletariaat."
Kuyper die voor de opheffing en redding van dat
proletariaat, het slachtoffer der overheerschende wel
gedane bourgeoisie, wilde stqjden, zonder ophouden, om
ze zoo spoedig mogelijk te kunnen bevrjjden
Kuyper die als man der „kleine luyden" zjjn macht
en zijn invloed won,
Kuyper mocht op grond ook daarvan zich nooit met
Rome verbinden, dat ook daarin volkomen vijandig staat
tegenover zijn denkbeelden van voordat h\j eerste
minister werd.
Toch deed Kuyper dat, helpend nu de welgedane
bourgeousie in de verdrukking van het proletariaat, dat
arme volk mee neerstootend in het moeras.
Leugen ook hierin.
Leugen en opperste onwaarheid.
Op leugen gebouwd, door leugens samengebonden, is
de kerkelijke coelatie een monsterlijk leugengebouw,
waarin de oude pluuje van Nederlands tegenwoordigen
eersten Minister als te daadzakelijke bewijzen voor, die
aaneenschakeling van logens en bedrog met groote
geheimzinnigheid worden bewaard.
16 waren er om te beginnen dat was maar een
beetje gekheid natuurlijk, want we wisten best wie er
nog wel komen zoüen. Maar 't groote spel was toch
voor 't laatste bewaard.
Een ris missives trok er van langs met bekwamen
spoed. Dat is en bljjft een droge geschiedenis, waar
ieder maar zoo vlug mogelijk doorheen worstelen wil.
En één algemeene zucht stijgt ten hemel als 't einde
lijk is afgeloopen. 'n Enkele stjjfkop mag het nou 'reis
precies gevolgd hebben de massa is bij 't einde net
zoo wijs als bjj 't begin, en d'r zitten d'r wel bjj met
gezichten als oliekoeken, waarin toevallig de krenten
ietwat regelmatige plaatsen verwi-rven.
Als 't niet al te oneerbiedig ware. zou 't wel eens
de moeite kunnen loonen 'n kiekje te nemen van de
eerwaarde hersenkas van 'n broeder Van der Velden
of Kees, of
Bakker Smit hadden we haast gezegd. Maar neen,
die is bij de pinken. Tenminste als er iets is wat
ZEd's bizondere attentie werven mocht. Zoo had i
nu iets op z'n doorlucht g hart gloeien, dat te berde
kwam bjj de voorziening in de vacature-Marktmeester.
D'r was door B. en W van den gewonen regel afge
weken, beweerde pipa Smit, en geen oproep gedaan.
Hp was nieuwsgierig waarom aldus gehandeld was.
De Burgemeester verklaarde dat B. en W. om ver
schillende redenen het wenscheljjk achtten voor de
vervulling van dezen hoogst gewichtigen post slechts
een wondermensch als een ambtenaar ter gemeente
secretarie schijnt te wezen, in aanmerking te laten komen.
Mr. Smit was voldaanz'n nieuwsgierigheid vroeg
niet naar die verschillende redenen.
Bode Kooijman werd waardig gekeurd de markt
meester onzer roemruchte gemeente te z(jn. (Compli
menten, Kooijtje
Volgen nog eenige van die kleinigheden, o. a. rege
lingen van den grondslag voor pensioen van enkele
gemeente-ambtenaren, voor onzen politie-hoofdman
bepaald op het vijj aardige bedrag van f3000.
Intusschen zijn de heeren Witkampf en P. Jansen
ten tooneele verschenen we missen alleen nog de
makkers v. d. Poel, v. d Drift en Ris.
Eindelijk kreeg het groote gerecht een beurt. Ontwerp
verordening, regelende eenige gevolgen van ongesteld-
MOKER