Naar Overschie! No. 11. ZATERDAG 13 MEI 1905 5e Jaargang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij Bureau van Redactie en Administratie: A. WINTERBERG, Friendschapstraat 1 hoven. Stukken yoor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. Ingezonden Mededeeling. „KUNSTEN STRIJD" Zondag 10 uur Repetitie. De aanstaande verkiezingen. De plank mis aHONNEMENTSPR IJ S 25 cent per kwartaal franco per post 30 cent hj vooruitbetaling. Losse nummers 2 cent. ADVERT EN TIEN: 3 cent per regel. 'Bij abonnement belangrijke korting. - - HET BESTUUR. Zondagmorgen 14 Jlei zullen we de eerste wandeltocht naar Overschie honden. Partygenooten en geestverwanten voor zoover we kunnen, gaan we ALLKX mee! XI. Anti-clericalisme, Een van de eigenaardigste verschijnselen bij den in gang zijnden verkiezingsstrijd is wel ditdat Dr. Kuiper in de liberalen een omvaardeerbaren bondgenoot heeft gevonden tot versterking van zijn verdeeling der politieke partijen in de partijen des geloofs en de partijen des ongeloofs. Immers de liberalen, al verwerpen zij dan ook die tegenstelling (antithese) tusschen geloovigen en ongeloovigen, tusschen Christenen en paganisten zooals de liberalen zoo graag zeggen, zij halen diezelfde tegenstelling in een ander costuum weer op de planken door hun tegenstelling van anticlericalen tegen clericalen. Want wat Dr. Kuyper de partijen des geloofs of de christelijke partijen noemt, dat noemen de liberalen met een ander W'iord de clericalen. En wat Dr. Kuyper kortweg de partijen des ongeloofs (of met een in liberale kringen zoo geliefde uitdrukking „paganisten") noemt, dat bestempelen de liberalen met den naam van „anti clericalen." En het is bekend genoeg, dat in tal van districten, ook in het district Schiedam, van liberale zijde pogingen zijn aangewend om met de sociaal-demo - kraten te komen tot een anti-clericaal verbond, wat natuurlijk door de sociaal-demokraten werd geweigerd. Wat ligt aan dat alles nu anders ten g ond dan de beruchte antithese van Dr. Kuyper? met deze tegen stelling: dat de partijen des geloofs (volgens Kuypersche zegwijze) of de clericalen (volgens liberale zegwijze) de partijgroepeering volgens die antithese in hun (christe- 1 ijken of clericalen) geest de politiek willen doen be- heerschen, en dat de partijen des ongeloofs (volgens Kuypersche zegwijze) of de anti-clericalen (volgens liberale zegwijze) de partijgroepeering volgens die anti these in hun (onchristelijken of anti-clericalen) geest de politiek willen doen beheerschen? Wat beteekent dat dus met andere woorden anders dan dit: dat de door Dr. Kuyper in het strijdveld vooropgestelde strijdleus de verkiezingen geheel zal beheerschen voor zoover de sociaal-demokraten dit niet kunnen beletten en dat het komende 4-jarige regeeringstijdvak evenals het nu af- loopende opnieuw zal beheerscht worden door die anti these tenzij de sociaaldemokraten in de nieuwe Kamer sterk genoeg in aantal zijn om dat te verhinderen en geen der beide coalities alleen in staat is een meer derheid te vormen? De liberalen zijn uit louter anti-clericalisme in den door Dr. Kuyper gestelden val geloopen. Indien de Kuyper-coalitie het wist, zal zij dit dus ook voor een belangrijk deel danken aan de stommiteit der liberalen, die de Kuypersche (positieve) strijdleuze hebben aan vaar 1 en ondersteund door er een liberale (negatieve) strijdleuze tegenover te zetten (wat door hun „positieve" programmapunten in het minst niet kan worden goed gemaakt). En indien de liberalen het winnen, dan zul len zu krachtens hun „anti-clericale" strijdleus eveneens de ellendige antithese van clericalisme en anti-clerica- lisme moeten doen voortbestaan, dan zal hun regeering staan onder het teeken van het „anti-clericalisme" zoo als de nu afloopende periode stond onder dat van het „clericalisme En dit wordt niet alleen noodig gemaakt door het optreden der liberalen onder de leus van anti-clericalisme, maar omdat de „anti-clericale" band de eenige is, die de 3 „liberale" g oepen samenhoudt, tenzij men het behoudzuchtige, het conservatieve vooral der manifest- of oud-liberalen daarvoor wil doen doorgaan. Zoodat het in elk geval nog lange jaren zal moeten duren, voordat wij van de opgeworpen politieke antithese zullen verlost zijn. En in elk geval is het bijna zeker, dat nog de komende 4-jarige i egeeringsperiode daardoor zal worden bedorven, zoowel wanneer de kerkelijke partijen als wanneer de liberale partijen overwinnen met een voldoende meerderheid om te kunnen regeeren. Er is slechts één mogelijkheid om aan die antithese te ontkomen, n.l. door die antithese zelve, dus ook het anti-clericalisme, te ontwrichten. Die heele tegenstel ling, hetzij aangeduid met de woorden geloovigen -en ongeloovigen, hetzij met de woorden kerkelijken en vrijzinnigen, hetzjj met de woorden clericalen en anti- clericalen, die heele tegenstelling kan alleen ver dwijnen door in de plaats daarvan een andere te brengen, die niet berust op theologische wolkenfantasie maar zuiver aansluit aan de werkelijke ontwikkeing van staat en maatschappijen het is die tegenstelling van conservatief en demokratischdie de sociaal-demokraten in den tegenwoordigen verkiezingstrijd op den voorgrond brengen, zonder natuurlijk daarbij hun grooten strijd tegen het kapitalisme te vergeten of na te laten; maar zonder ook te kort te doen aan het recht op vrijheid van gelooven en getuigen van wien ook. En het zjjn alleen de sociaal-demokraten, die dat doen. Noch de vrijzinnig-demokraten, noch de demokrateu onder de Unie-liberalen, noch de anti-revolutionairen Demokra teu doen dat, die zitten allen in de mazen van de Kuypersche antithese verward. Wel zijn er enkele groepen van katholieke demokraten, en enkele groepjes anti-revolutiouaire demokrateu (zooals die van Staalman en van der Pers), die met die tegenstelling voor den dag komen. Maar die groepen zijn nog te klein en te onsamenhangend om bij de aanstaande verkiezingen meer dan eenigen plaatselijken invloed uit te oefenen; voor de algemeene verkiezingszaken over het geheele land zullen zij nog niets kunnen beteekenen, al ligt in hun opt eden ook de aankondiging van een beteren politieken tijd. Dat de liberalen aan het doen doordringen van deze zuivere tegenstelling niet meewerken, is geen toeval maar ook evenmin beredeneerd opzet Dat is niets dan het noodzakelijk gevolg van hun „liberaal" zijn. Het liberalisme is immers in oorsprong ook voor een deel anti-clericalisme geweest, het vertegenwoordigde tegen over de oppermacht der kerk en geestelijkheid in zaken van staat, maatschappij en ontwikkeling het recht dei- burgers op „vrijheid" van ontwikkeling, denken en maatschappelijke en staatkundige beweging, en werd daardoor vanzelf anti-clericaal. En door een langen ontwikkelingsgang heen, door lange perioden van „evolutie" heen en met korte maar belangrijke tijden van „revolutie" slaagde het erin, zijn „anti-clericale" vrijheidsopvattingen overheerschend te maken, en een positief-liberalen burgerstaat te vormen waaraan het „anti-clericale" cachet ontbrak, waarop het „anti- clericale" merk niet meer noodig was bij gebrek aan „clericale" machten om te bestrijden, maar die in zijn geheele samenstelling vijandig stond tegenover de oude middeleeuwsche staat en maatschappij. Thans, nu het liberale burgerij-ideaal is verwezenlijkt geworden, en nu een nieuwe economische macht tegen over dat liberale burgerij-ideaal is ontstaan, nu verliest het liberalisme geleidelijk terrein, en nu komt het oude clericalisme, dat niet dood was als beginsel, in nieuwe vormen weer terug, omdat die nieuwe economische macht nog niet sterk genoeg is voor algeheele overwinning en terzijdestelling van het liberale burgerij-ideaal, van het liberalisme. En, heel natuu lijk, herleeft nu ook weer het bij zijn oorsprong reeds aanwezige anti-cleri calisme van het liberalisme. De liberalen kunnen dat bijna niet erkennen, want dan zouden zij die nieuwe economische macht moeten erkennen als een macht, die vijandig staat tegenover hun liberale burgerij-ideaal, en die bezig is zich te ontwikkelen tot een macht die het liberalisme eens zal moeten vervangen, zooals het libe ralisme eens het clericalisme en het absolutisme verving. Van daar dat alleen de sociaal-demokraten thans zuiver de Kuypersche antithese bestrijden en dat de liberalen met inbegrip van de vrijzinnig-demokraten die thans versterken. Vandaar ook de kracht der antithese in den tegenwoordigen verkiezingsstrijd. Uit een bespreking van de programma's en de actie der 3 vrijzinnige groep n zal blijken, dat deze verklaring van het liberale anti-clericalisme juist is. In Stemmen, het orgaan der afd. Schiedam van de Protestantenbond, komt het volgend artikel voor: Flauw en dom. In 't Meinummer van „de Moker" vonden we veel wat blijk gaf van v rig willen en krachtig streven voor de tot-stand-koming van een mooi, goed en nuttig doel. Jammer, dat er tusschen 't vele goede iets was, dat dit Meinummer bevlekte. Tusschen de „Vlaardingsche IJzer- koekjes" nam. werd den lezers iets aangeboden dat er te vuil uitzag om 't te aanvaarden. Wij bedoelen hier mede 't gedeelte waarin een meening uitgesproken word! over de tegenwoordigheid en den persoon van den candidaat der vrijz. democraten en liberalen. De schrijver heeft klaarblijkelijk het doel gehad om zoowrl dat tegenwoordig zijn als de persoon van dezen karaer- candidaat belachelijk te maken. Dat doel nu is? jammer voor den schrijver, niet bereikt, 't Was geen vernuftige satire, ook geen beschaafde en toch scherpe ironie, waarvan men gedwongen is te zeggen, ook al is men het er niet mee eens: dat is gezonde, rake geestigheid. Neen, hierin was zooveel platte onbeholpenheid, zulk een goedkoope straatgeestigheid, dat er niets anders overblijft dan een domme flauwiteit, uitgesproken om aardig gevonden te worden en toch niets anders wek kende dau een gevoel dat men uit door te zeggen misselijk. Wij kennen vele mannen, ook in onze stad, die vurige strijders zijn voor hunne sociaal-democratische beginselen en als 't noodig is met hun pen en woord gereed staan om feilen aan te wijzen en harde waarheden te zeggen, doch tevens eerlijke, ernstige mannen, die er niet aan denken iemand of iets belachelijk te maken zonder noodzaak of grond, en dat laatste is hier gebeurd. Zulk een handeling moet voor een sociaal-democraat in de eerste plaats schande genoemd worden. Wat wij hier laken is echter niet alleen fïauw, doch ook dom. De dagen der verkiezingen naderen en zonder ons te laten ontmoedigen door de vereenigde drommen van kerkelijke tegenstanders, die nu reeds met een soort van hooghartig, medelijdend glimlachje neerzien op de voornemens van al die liberalen, democraten en socialen, die toch niet kunnen baten, omdat zij zullen overwinnen, willen wij, linksche groepen, toch strijden en streven met alle kracht die in ons is. Aan voorspellingen wagen wij ons niet, wij willen onze uiterste krachten inspannen en dan afwachten. Naast de vereenigde liberale en dejnocratische groepen trekt de socialistische op, doch beiden bestrijden den gemeenschappelijkeu vijandhet clericalisme. Is 't nu niet dom om voor den verkiezings- aanval elkander nog eens te gaan treiteren? Dom is het, omdat door zulk een doen die hoovaardige glimlach van overwinnings-zekerheid bij den tegenstander nog ergerlijker wo dt. Dom is het, omdat onderlinge strijd aan de linksche zijde niets anders dan verzwakking kan voortbrengen. Dom, omdat de verkiezings-ijveraars en agenten der rechterzijde met zulke stukjes als het door ons besprokene, heengaan naar die massa zonder vaste overtuiging en daardoor bewerken dat soms stemmen die anders de linksche groepen ten goede hadden ge komen, nu de rechtsche ten voordeel worden. Dom ook, omdat wij bij zeer mogelijke herstemming elkander nog harder zullen noodig hebben. Wij zijn er vast van overtuigd, kwam er herstemming tusschen den candidaat der sociaal-democraten en dien der tegenpartij, de vrijz. democraten allen en van de liberalen verreweg het grootste gedeelte zouden stemmen op den sociaal-dem )- craat, ter wille van den nooit genoeg te bestrijden vijand het clericalisme. Even overtuigd zijn wij, dat komt een herstemming tusschen den candidaat der gecombineerde groepen en der tegenstanders, de sociaal-democraten hun steun zullen verleenen aan dien der gecombineerden. En juist met 't oog hierop is 't met recht dom te noemen om nu iemand te gaan bestrijden en dat nog wel zonder grond en op onwaardige wijze, terwijl de mogelijkheid bestaat dat men later aan dienzelfden per soon z'n stem zal geven en voor hem werken zal. Laat bij de aanstaande verkiezingen in ons district de leuze heerschenby onderling verschil geen ouder lingen st ijd, doch één tegenover den tegenstander. Allereerst iets over het „flauwe", waarmede wij vlug hebben afgedaan. Wellicht is door de Nfemmen-redactie vergeten, dat onze Vlaardingsche correspondent, zoo goed als ieder schrijver, ook in het gewraakte stukje weergaf en slechts weergeven kan, den indruk welke MOKER 3 ct. per regel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 1