De Sociaal- Demokratische Candidaten.
Hoort de heer KLEIN wel of niet
in den Gemeenteraad?
Uit het vereenigingsleven.
Ditjes en Datjes
liet gemeentebestuur weten te bestrijden en naar voor
uitgang te drijven.
Daarom moeten er Sociaal-demokraten in
den Baad!
Over de personen der Sociaal-Demokratische Candi
daten willen wij niet nalaten een en ander in het
midden te brengen, daarbij ons natuurlijk bepalende tot
hun openbaren arbeid.
P. de Brnin is sinds eenige jaren voorzitter van
den Scliiedamschen Bestuurdersbond. Niet het minst
door zijn arbeid en doorzicht is het hopeloos ongeregelde
vakverenigingsleven te Schiedam op goede wegen
gebracht, werden nieuwe vakverenigingen opgericht en
kwamen de bestaande vakvereenigingen tot betere
aaneengesloten actie. Op dezen goeden grondslag voort-
werkende, zal de Schiedamsche Bestuurdersbond in de
ontwikkeling der arbeidersbeweging een belangrijke
hoofdrol kunnen spelen en die beweging in korten tijd
een groot eind vooruit helpen komen.. Voor een niet
gering deel zal P. de Bruin door zijn inzicht, zijn
vasthoudendheid en zijn werkkracht daarvan de eer
toekomen. Maar ook in den politieken arbeid der
sociaal-demokraten neemt hij een werkzaam aandeel, de
partijgenoot,en kunnen daarvan getuigen. Daarom is het
van de S. D. A P. een goede keuze geweest, P. de Brnin
candidaat te stellen. De arbeiders weten wat zij aan hem.
hebbenweten dat zij hem ten volle kunnen ver
trouwen, en weten dus dat zij een uitmuntenden
verdediger van liun belangen in den Baad
zouden hebben.
A. Godschalk is een oudere uit de a beiders-
beweging. Reeds voordat er een afdeeling der S D.A P.
te Schiedam was, trad Godschalk overal waar dat mogelijk
was op ter verdediging van de arbeidersbelangen en
van de sociaal-demokratische denkbeelden. Het was
dan ook zeer natuurlijk, dat hij gekozen werd tot, lid
en later tot werkman-voorzitter van de Kamer van Arbeid
voor de voedings- en genotmiddelen, en later tot lid
van de Plaatselijke Commissie voor de Ongevallenwet.
En wie weet met hoeveel werklust en doorzicht hij daar
optreedt, en wie daarbij bedenkt hoe lang reeds en hoe
flink steeds Godschalk voor de arbeidersbelangen is
opgetreden, zal er zich over moet verwonderendat de
arbeiders hem nog niet in den Gemeenteraad hebben
gebracht. Nu is de gelegenheid daarvoor weer. Arbeiders
vervult nu de plicht die op u rust en brengt
Godschalk in den Baad.
A. Winterberg is in tegenstelling met Godschalk
een van de jongeren uit de Schiedamsche arbeidersbe
weging, maar in korten tijd heeft hij zich daarin opge-
we kt tot een der werkzaamste en krachtigste voo -
mannen. Wij hoeven slechts te herinneren aan zijn
rusteloozen kranigen arbeid in den tijd der glasblazers
staking.
De regeling daarvan berustte bijna geheel bij hem,
en de arbeiders zullen zich alleen nog wel herinneren
hoe uitstekend die regeling was. Voor Schiedam hing
het goede verloop der Glasblazersstaking voor een groot
deel van Winterberg af. Hy heeft daarmee zijn sporen
verdiend. En in de S. D. A. P. kent ieder zijn ruste
loozen arbeid. Arbeidersook in Winterberg vindt ge
een Hinken voorvechter van uwe belangenook hij
is ten volle waard die belangen in den Raad te verdedigen.
Thans zit er niet één arbeider in den Raad,
niet één man die de arbeidersbelangen door en door
kent en voor er strijden wil.
Het wordt tyd, dat dit anders wordt. Arbeiders
zorgt dat er nu strijders van uw rechten in den
Raad komen en stemt als één man op
P DE BRUIN,
A GODSCHALK,
A. WINTERBERG
Het is verre van ons een aanranding te bedoelen
van den persoon, die door een kenmerkende onschul
digheid voor behandeling totaal niet in aanmerking
komen kandoch waar de heer Klein (bij gebrek aan
politieke zwaartekracht eenmaal omhoog gevallen is
tot raadslid, daar is hij als zoodanig een publiek per
soon, die onder het oog en de kritiek van het publiek
staat. Het is vrij onbegrijpelijk, hoe allereerst de man
zelve, die toch gelegenheid te over heeft gehad, om z'n
ongeschiktheid als lid van den gemeenteraad te ervaren
tot de meest volkomen overtuiging te komen, dat hij
in de raadszaal nu eenmaal niet hoort; hoe de man
zelve nog niet, in de eerste plaats in het belang der
gemeente, in de tweede plaats uit respect voor zich
zelve, teruggedreven is. Maar eveneens onbegrijpelijk is
het, dat de kerkelijke partijen wederom den fout begaan
den man te kandideeren.
„Men heeft hem nu lang genoeg (véél te lang 1) werk
zaam gezien men heeft gezien hoe schier ieder woord
van hem een domheid, iedere daad een misslag was
hebben dan die partijen nimmer beseft, hoe onver
a n t w o o r d e 1 ij k het is, zulk een man, al zij hij
overigens nóg zoo volmaakt, aandeel te geven in het
gemeente-bestuur
Eenmaal heeft de heer de Groot de vraag uitge
sproken, die zoovelen reeds zichzelven hadden gesteld
Is de heer Klein wel toerekenbaar
En méér nog dan andere, hebben onze raadsleden
reden gehad die vraag te stellen. Want het zegt wat
inzake van algemeen bestuur te moeten samenwerken
met menschen, aan wier toerekenbaarheid men is gaan
twijfelen
En had men reden daartoe
Het ligt niet in ons plan geschiedenis te geven van
alle feiten welke zich voorgedaan hebben in de periode
van den heer Klein als raadslid - doch we willen,
om werkelijk een ernstig oordeel te doen vestigen over
de wettigheid van de vraag„Is de heer Klein toere
kenbaar twee feiten aanwijzen, welke méér als af
doende zijn.
En dan komt allereerst ons in de gedachten de figuur
welke de heer Klein van zichzelf gegeven heeft
als orgeltrapper In de Commissie
van Gemeente-Werken.
We kennen allemaal de zaak-Nobel nog wel, toen
een halfwas-machinist aan de gemeentewerken moest
worden aangesteld, en de heer Klein als lid van de
betrokken Commissie zulk een zonderlinge opvatting van
zijne taak had, dat hij informeeren ging niet naar de
vakkennis der sollicitanten, waarover hij trouwens toch
niet zou hebben kunnen oordeelen, doch naar de gods
dienstige overtuiging. En toen hij van den sollicitant
Nobel de verrukkelijke mededeeling ontving, tot hetzelfde
kerkgenootschap te behooren als hij, was de heer Klein
zóó vervoerd, da; hij Nobel bij voorbaat de betrekking
beloofde want hij was de orgeltrapper in de Com
missie
En bij de besprekingen in den Raad over dit alles
bleek het zelfs niet mogelijk den heer Klein het wal
gelijke zijner handeling te doen beseffen.
De verregaande onnoozelhoid van dit raadslid
kwam wel het sterkst uit, bij de behandeling van het
voorstel tot aanschaffing eener rijdende stoombrandspuit.
Bij deze gelegenheid gaf de heer Klein een speech ten
beste, welke de lachlust der geheele vergadering op
wekte. Hij wilde een der machinisten van stoomge
maal of gasfabriek bij een eventueele brand aan de
brandspuit zetten, vergetende dat de spuit dan wel steeds
in werking zou kunnen zjjn als de brand had uitge
woed, ten tweede wou hij de spuit, die zoo spoedig
mogelijk vervoerd moet kunnen worden,
doen trekken door asclibeltpaarden
Toen de heer Klein had uitgesproken, meikte de
voorzitter op, dat het gesprokene waarschijnlijk dienen
moest om het voorstel te ondersteunen
Ietwat uit 't veld geslagen, antwoordde de arator
Jawel, meneer de voorzitter.
Onverschillig tot welke partij men behoort, zal men
moeten toegeven, dat aan hen, die men in lichamen
van algemeen bestuur doet zitting nemen, niet in de
eerste plaats de vraag gesteld mag worden, waar zij
ter kerke gaan. Bovenal moeten zij andere eigenschap
pen bezittenbehoorlijke kennis van zaken, het alge
meen belang rakendemaar niet mindergezond ver
stand, helder oordeelen hoog zedelijkheids-standpunt
g e e u kerkelijk fanatisme mag aanwezig zijn.
„En beantwoordt de he-r Klein aan één dier meest
dringende vereischten
Aan de kiezers het oordeelMen vrage zich als
kiezer ernstig af, of men z'n stem geven mag aan deu
heer Klein, omdat de kerkelijke partijen hem wederom
kandidaat gesteld hebben, omdat hij behoort tot een
bevriend kerkgenootschap, zonder aan eenige andere
voorwaarde te voldoen men vrage zich ernstig af,
of het niet ten zeerste onverantwoordelijk
is, iemand als de heer Klein te handhaven als gemeen
teraadslid.
En dan is de loopbaan van den heer Klein als zoo
danig de scherpste veroordeeling ervan.
Aan de kiezers het oordeel
Handels- en Kantoorbedienden In Mer
curius trof het volgende ingezonden stuk onze
aandacht
Mijnheer de Redacteur!
Gaarne zag ik onderstaande in het eerstvolgende
nummer van ons orgaan geplaatst:
Een Jonggeborene.
De afdeeling Schiedam is-één der jongste afdeelingen
van onze vereeniging. Velen maenen, dat zij reeds
kort na haar geboorte gestorven is. Gelukkig is dit
laatste nóg niet het geval, maar blijft de toestand
gelijk zij thans is, waarlijk haar einde is niet meer
ver af.
Reeds bjjna twee maanden is het bestuur onvolledig
Op de laatste vergadering in begin April legde de
secretaris (in strijd met het reglement) op staanden
voet zijn functie neder, terwijl de vergadering niet tot
verkiezing van een anderen overging, ook zelfs niemand
tot plaatsvervanger aanwees. Groote verbazing toen
onze voorzitter in één der volgende nummers van ons
orgaan als afdeelings-secretaris opgegeven stond. Maar
door deze zichzelf opgelegde dubbele functie schijnt de
voorzitter zoo actief te zijn geworden, dat hij ook de
werkzaamheden van den penningmeester, welken wij in
naam toch nog hebben, op zich genomen heeft, 't Is
door hem, dat geilen bij den kassier wo'den opgenomen
diverse kosten worden betaald etc., zoodat de Penning
meester onbekwaam is rekening en verantwoording
te doen.
Wij hebben dus hier in Schiedam een kantoorbe-
dienden-vereeniging, welke onder het monarchaal be
stuur staat een patroon-werkgever.
Geschiedde de administratie nu nog maar correct
echter ook dit laat veel te wenschen over. De qui-
tanties voor het lidmaatschap staan ingevuld voor het
vereenigingsjaar 190405 voor een vereeniging welke
eerst in Februari 1905 is opgericht.
Er is een circulaire twee maanden bijna geleden de
wereld ingestuurd, van welker bestaan geen der leden
afwist. Dus een geheel willekeurige handeling van den
voorzitter. Of hij dan ook zelf de kosten draagt is ons
nog niet bekend.
Kortomin de geheele afdeeling is tusschen de leden
en het bestuur geen vezeltje dat ze aan elkaar bindt,
laat staan een hechte band.
Wordt den voorzitter gevraigd een vergadering te
beleggen om de geschillen te bespreken en do
administratie te controleeren, dan krijgt men daarop
ten antwoord, dat eerst de boel nog geregeld moet
worden
Col'ega's, weldra zullen wij haar zien begraven, in
alle stilte en eenvoud, door niemand betreurd, en
dat in een tijd, waarin het vakvereenigingsleven moest
bloeien.
ANTI-MONARCHIST.
Zoo men ziet, een model-organisatie is de afdeeling
Schiedam van „Mercurius" niet, zelfs kan deze veree
niging van „intellectueelen" nog héél wat leeren van
gewone werklieden-vereenigingen. En zij behoorde een
voorbeeld te zijn
Doch „kantoor-meneeren" zijn in den regel te „fat
soenlijk" om zich met vakorganisatie ernstig te bemoeien.
Dat laat hun „stand" niet zoo toe, vat-je! En daarom
laten ze de zeer ernstige misstanden in hun vak maar
liever onaangevochten.
En blijven ze hongerlijdersmet 'n hoed op.
Vervuiling. -
heidscommissie te
- Het schijnt de aandacht der Gezond-
ontgaan, dat een alleen wonende
vrouw in het pand Oosterstraat no. 8 in zoodanige
toestand van vervuiling verkee t, dat ingrijpen o.i. niet
alleen wenschelijk, maar gebiedend is.
Oók een aanbeveling. Naar „Het Volk"
meldde, werd bij gelegenheid der verkiezing in het
district Oosterhout het volgende strooibiljet verspreid
Veertien jaren geschiedenis van een
Kamerlid.
De volgende redevoeringen zijn gehouden gedurende
14 jaren, dat de Hoogwelgeboren Heer V. d. Berch v.
Heemstede voor Oosterhout zitting neemt in de 2e Kamer.
Ie jaar. Minister van Binnenlandsche
Zaken „Mr. V d. Berch v. Heemstede, ziehier
uw honorarium"
V. d. Berch v Heemstede: „Dank U,
Excellentie!"
2e jaar. Minister van B. Z.„Mi', v.
d. B. v. H., ziehier Uw honorarium"
V. d. B. v. H.„Dank U, Excellentie!'
3e jaar. Minister van B. Z.„Mr. v.
d. B. v. H., ziehier Uw honorarium"
V. d. B. v. H
4e
d. B.
,Dank U, Excellentie!'
jaar. Minister van B. Z.
v. H., ziehier Uw honorarium"
d.
V. d. B. v. H.„Dank U, Excellentie!"
5e jaar. Minister van B. Z.„M v.
d. B v. H., ziehier Uw honorarium'
V. d. B. v. H.„Dank U, Excellentie!"
6e jaar. Minister van B. Z.„Mr. v. d.
B. v. H.. ziehier Uw honorarium"
V. d. B. v. H.: „Dank U, Excellentie!"
7e jaar. Minister van B. Z „Mr. v.
B. v. H., ziehier Uw honorarium"
V. d. B v. H.„Dank U, Excellentie!"
8e jaar. Minister van B. Z.„Mr. v.
B, v. H., ziehier Uw honorarium'-
V. d. B. v. H.: „Dank U, Excellentie!"
9e jaar. Minister van B. Z.„Mr. v.
B. v. H., ziehier Uw honorarium-'
V. d. B. v. H „Dank U, Excellentie!"
10e jaar. Minister van B. Z.„Mr. v.
B. v. H., ziehier Uw honorarium"
V. d. B. v. H.„Dank U. Excellentie!"
11e jaar.Minister van B. Z.„Mr. v. d.
B. v. H., ziehier Uw honorarium"
V. d. B. v. H.„Dank U, Excellentie!"
12e jaar. Minister van B. Z.„Mr. v. d.
B. v. H., ziehier Uw honorarium"
V. d. B. v. H.„Dank U, Excellentie!"
13e jaar. Minister van B. Z.,,Mr. v.
B. v. H., ziehier Uw honorarium"
V. d. B. v. H.„Dank U, Excellentie!"
14e jaar. Minister van B. Z.„Mr. v.
v. H., ziehier Uw honorarium"
d.
d.
d.
B
f 2000
2000
•2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
V. d. B. v. H.„Dank U, Excellentie!"
Totaal f28000
Af voor districtsbelangen:
Een rondje aan de „Dongensche Harmonie"
in „De Witte' te 's Gravenhage f 11
Twee Medailles „Landbouwtentoon
stelling Oosterhout 1904" 50
Dokter en Apotheker „wegens over
spanning door drukke werkzaamheden
in de 2e Kamer" 1000
Reparatie aan het „Zitvlak" 50 f 1111
Rest f 26889
Af voor aandeelen Warenhuis f26889
Over voor de 2e Kamer een groote NUL
Wie voor dezen Heer een anderen naam dan NUL
weet te vinden in het Nederlandsche Woordenboek,
vervoege zich bij de Redactie.
Wij zonden zoo denkende afgevaardigde van het
district Oosterhout is een waardig pendant van ons
graafje.
Een advertentie. In de „N. Sch. Crt." van
Zaterdagavond komt de volgende advertentie voor:
Schiedam Vooruit
De Schiedamsche onderwijzers die gesolliciteerd heb
ben naar de betrekking van Hoofd eener School te
„Mr. v.