IN MEMORIAE
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
„Van dit zevental is er 1, zegge één, van huis
„uit werkman, de heer Schaper.
„Al de overigen behooren tot de veel gesmade
„klasse der bourgeoisie en ook de kapitalisten
„ontbreken onder hen niet.
„Vandaar 't woord „arbeiders-partij."
„Heelemaal nieuw is dit niet. Een knappe kok
„maakt wel hazepeper zonder iets van een haas
„erin; de keukenmeid kan wel haringsla klaar
maken, ook al is er geen haring, en menig huis
moeder tracteert manlief op schildpadsoep, als ze
„den vorigen dag bruinen boonen gekookt heeft.
„De knecht van Samuel Pickwick was ook eens
„zoo gelukkig achter de geheimen van het vak te
„komen en werd toen gewaar, hoeveel soorten van
„pasteien men wel maken kan van.... kattevleesch.
„Zoo heeft iedere stand zijn geheimende kok
„weet, hoe men hazepeper moet maken, als er geen
„hazen zijn, en de S D. A. P. kent het geheim om
„een arbeiderspartij te vertegenwoordigen zonder
„arbeiders."
Het is bepaald dom geweest van de Redactie van,
het Zondagsblad van Het folk om de portretten van
de socialistische kamerleden op te nemennu speelt
zij juist in de kaart van het Schiedamsch Volksblad
Het leugenblaadje is in navolging van den G-rooten
Nederlandschen Opper-Christen Kuyper aan het maken
van antithesen geslagen. En ziet, de sociaaldemocratische
arbeiderspartij heeft geen arbeiders, evenals in hazepeper
de haas, in haringsla de haring en in schildpadsoep de
schildpad ontb:eekt.
Wij vatten voor een oogenblik den draad van de
redeneering van de redactie van het blaadje op en
geven die redactie de volgende tegenstellingen ter
overdenking
le. een christelijk-historische kiesvereeniging „Een
dracht" zonder leden, en toen er nog leden waren,
zonder eendracht;
2e. een redactie van een christelijk lasterkrantje
zonder redacteur;
Be. een Christendom zonder Christenen.
Wij zouden nog meerdere tegenstellingen kunnen
noemen, maar zullen het terwille van de welwillendheid
der leze s maar nalaten.
Toch willen wij er niet den schyn aan geven, dat in
het gemier van „S. V.eenige waarheid zit, en alsof
het ons er om te doen was, alleen maar de aandacht
van het onderwerp af te leiden.
In de eerste plaats is het niet waar, dat slechts één
van de 7 socialistische Kamerleden, Schaper, van huis
uit werkman is, want:
le. Schaper was schilder;
2e. Van der Z.vaag was slager;
3e. Ter Laan was hoofdonderwijzer. (Toch ook een
arbeider
Een grappenmaker onder de anarchisten maakte van
de beginletters van den naam onzer Partij (S. D. A. P.)
de S(tudenteu) D(ominé's) A(dvocaten) P(artij). Die
mop werd zelfs al eens door de Lieuwe Schiedamsche
Courant overgetapt, maar heeft het Redactiebureau van
van „S. V." zeker nog niet bereikt.
En nu het feit, zooals „S. V." zegt, dat wij geen
arbeiders in onze partij hebben.
Heusch, geachte kollega, er zijn meer arbeiders in
onze partij dan u lief isHoe konden wij onze aan
houdende propaganda maken, hoe kon „De Moker"
's wekelijks geredigeerd en verspreid, hoe kon „Constantia"
geëxploiteerd, hoe kon de zangvereeniging en hoe kon
de muziekvereeniging bestaan Ten slotte, hoe kon
door ons bij de herstemmingen voor den gemeenteraad
op het allerlaatste oogenblik (midden in den nacht
krachtig worden opgetreden tegen het vrije werk der
katholieken (de coalitievrienden van „Schiedamsch
Volksblad") indien wij geen arbeiders in onze partij
hadden gehad, die zich met pleizier beschikbaar stel
den om dat schunnige werk teniet te doen
Juist omdat wij de arbeiders in onze partij vereeni
gen, tot elkaar brengen, en eensgezind willen om de
propaganda voor een nieuwe maatschappij te voeren,
daarom is onze partij sterk, en wanneer er geen ar
beiders in onze partijgelederen waren, dan zou onze
partij niet kunnen bestaan
Wij zullen alle arbeiders onder één vaan vereenigen
van alle kanten komen ze, in alle landen, ook in Ne
derland. Onze partij is nog niet groot, ook in Schiedam
is het nog een kleine bende, maar overal laten wij de
heerschers voelen dat wij er zijn, en we krijgen een
steeds stijgenden invloed door alles wat conservatiefis,
op een hoop te jagen.
Eindelijk nog iets voor de „burgers" in onze party.
Er zijn een aantal van die meuschen in onze partij
en nog meerderen komen, hetzij zy door hun kennis,
hetzij ze door hun meegevoel of door beide er toe
geleid worden, maar tóch komen ze
Zij hebben door hun opvoeding, door beter onderwijs
dat zij konden genieten, breeder kijk op dingen, waar
van éen arbeider de quintessence vaak niet begrijpt,
en zij stellen hun kennis, hun tijd, hun geld in dienst
van de propaganda voor onzen heerlijken strijd. De
bourgeoisklasse heeft slechts een minachtend schouder
ophalen voor hen over
Maar feiten zei ven vervullen haar met ontzetting
ling en z'n Echtgenoote, wonende Zuidbuurtsche weg
verrast met de geboorte van een welgeschapen
dochter, moeder en kind zeer welvarend.
17 Juli 1905,
Zie Moker 1 April 1905.
Wettige liefde.
Ondertrouwd
Izaük Samuel Fioee Raadslid oud 60 jaar
en
P. Figee, 37 jaar.
Vlaardingen—Schiedam, 13 Juli 1905.
Overleden.
Heden overleed in den aanvalligen leeftyd
van ruim 21/2 jaar de Schildersgezellenver-
eeniging
,,Door Vereeniging Verbetering".
Zij die dit flink geboren en levenslustige
wicht gekend hebben, zullen beseffen wat wij
in haar verliezen.
Namens de diepbedroefde
Zustervereeniging en
Het bedroefde bestuur.
Vlaardingen, 18 Juli 1905,
Bezoeken van rouwbeklag kunnen niet worden
afgewacht.
Burgelijke Stand.
Vrye liefde.
Na een gelukkige Echtvereeniging van vier en een halve
maand, werden heden, boer Beekenkamp ex Ouder-
PorZeg pik, zooals je weet hebben wij de vorige
week een en ander besproken omtrent de innerlyke
klove tusschen de verschillende kerkgenootschappen
welke in de Coalitie en voor de eere Gods als
één man ter stembus optrokken, welnu ik heb nu weer
iets vernomen waaruit blijkt de felle haat tusschen
Roomschen en Protestanten.
Ik heb namelijk bezoek gehad deze week van een
vriend uit Zevenbergen in Noord-Brabant:
Het gesprek liep ook over de verkiezingen. Ik deelde
hem mêe hoe het hier was gegaan, en hij hoe het daar
in het Brabantsche was gegaan.
Zooals je weet liep de herstemming daar over twee
Katholieken namelijkde heeren W. H. Boogaardt en
A. C A. van Vuuren.
Nu zou een gewoon menschenkind zeggen dat zooiets
kalm moest gaan, maar dat kunde gij begrijpen zeide
mij de Noord-Braber. Het ging er heftig van langs, en
waarom omdat Van Vuuren bekend staat als iemand die
zeer verdraagzaam is tegenover niet-katholieken, en overi
gens een meer sympathiek man dan de andere candidaat
Boogaardt, waren er onder de Protestanten aldaar die
ijverig propaganda maakten voor Van Vuuren. Dit liep
zoo erg, dat er heftige straattooneeljes plaats hadden
tusschen Katholieke en Protestantsche vrouwen, men
verweet elkander allerlei moois, onder meer de moord
in de Roomsche Kerk van Tilburg op het dochtertje
van Kessels, ja, zelfs ging de Geestelijkheid zoover om
van den kansel de „geloovigen" te waarschuwen vooral
geen Protestanten te bevoordeelen en aldus hun inkoopen
enzoovoort uitsluitend bij Katholieken te doen, en, zoo
ging mijn zegsman voort, wij zien met angst de kermis-
week in Augustus tegemoet, een week, waarin volgens
Noord-Brabantsche gewoonte toch veel gevochten wordt
en liefst met messen, maar vooral nu verwachten
wij als nagalm dezer verkiezi- gshaat vreeselijke too-
neelen.
Hier hebt ge dus, Pik, een versch staaltje uit de
praktijk, denkt dat 'ns -even in, de kopstukken der
geloovige partyen hier in Vlaardingen en meer plaatsen
arm in arm, doch in de meer zuidelyke, dat is dus in
de Katholieke streken zelfs van den kansel het verbod
te hooien om geen Protestanten te bevoordeelen, ik
zou zoo zeggen Pik zegt het voort, maar legt er dan
vooral den nadruk op dat dit geschied is in 'i laatst
van Juni 1905.
Nog maar kort geleden schreef ik, hoe in 1901 de
Christelyk Historischen door Katholieke werden verge
leken bij allerlei ongedierte. Ik beu nu in 't bezit van
de woordelijke formule en deze is overgenomen uit de
Limburger Koerier, het blad van Pastoor Thissen aldaar
en luid als volgt in dat blad van Juni 1901.
„Ziezoo, zeiden wij ons voor een paar dagen, dit is
nu het achttiende exemplaar van net gemeen laster-
schriftje, dat ons uit bijna alle provinciën van ons
Vaderland werd toegezonden; anderhalf dozijn dus.
Die toezendingen waren meestal vergezeld van een
randschrift of een briefje, waarin wij we-den uitge-
noodigd in de Limburger Koerier, dat vuil Christelijk
Historisch Schotschrift eens degelijk onder handen te
nemen.
Waarde lezers, het zou boter aan de galg gesmeerd zijn.
Het Janhagel, dat tot zulke laagheden in staat is,
is een onbekeerbaar en onverdelgbaar ras. Doe wat gij
wilt, Jan Rap en zyn maats wordt gij nooit kwijt.
In de plantenwereld is dat soort lieden vertegen
woordigd door 't onkruid, distelen, doornen enz.
Werkt, zweet en zwoeg maar, dag en nacht, om dat
onkruid te verdelgen, vergeefsche moeite, het is onuit
roeibaar.
In 't dierenrijk is dat ras ook vertegenwoordigd.
Rupsen, allerlei wormgewriemel, vliegen, wespen,
vlooien, wandluizen, ratten, adders, enz. enz. spelen
daar dezelfde rol als de Christelijk Historische naam-
looze smaadschriftkladders in de menschelijke samen
leving.
En beproef eens dat tnlg van 't aanschijn der aarde
weg te vegen.
Het gespuis lacht met al uw pogingenhet blijft
voorttieren en u plagen zonder genade.
Ziet hier, waarde lezers van De Moker, de innerlijke
en innige verhouding tusschen hen, die volgens onze
Christelijke politiekers niet met God en zijn woord
gebroken hebben.
Hier iets bij ie voegen zou den indruk maar schaden.
Wij wenschen een enkel woord te wyden aan
de nagedachtenis van de pas overleden Schilders
gezellen vereeniging
„Door Vereeniging Verbetering"..
Het is een woord van weemoed en van diepgevoelde
smart.
Wat waren wij die in organisatie en daarin
alleen het middel zien tot verheffing der arbei
ders, verblijd en gelukkig, toen wij, nu ongeveer drie
jaren geleden vernamen van de wederoprichting van
die Vereeniging.
Maar ook vooral steeg onze blijdschap en hoop
toen wij het pasgeboren kind aanschouwden.
Flink ontwikkeld, goed gevormd, voorzien van
flinke armen, beenen. enz., een flink hoofd, heldere
oogen en een sprekende mond.
Het kon niet anders, of bij een goede verzorging
beloofde deze pasgeborene veel voor de toekomst.
Het bleek alras dat wij ons niet bedrogen hadden.
Nog maar nauwelijks staan kunnende, begon zij
zich reeds te roeren.
Geleid door bestuurders die wisten wat zij wilden,
en die zich door geen praatjes van de wijs lieten
brengen, zette deze jonge organisatie toen dadelijk
een loonbeweging op touw, en het was aan de taaie
volharding en het doorzettingsvermogen te danken,
dat deze poging, aanvankelijk goed slaagde.
Alle schilders, zoowel ongeorganiseerden als wel
georganiseerden hebben daarvan geprofiteerd.
Zij liet zich ook gelden op 't politiek terrein,
wetende, dat met vakactie alleen niet alles verkregen
wordt. Zij hielp mee agiteeren voor het eerste Bur
gerrecht, dat is het „Algemeen Kiesrecht".
„Zij nam deel aan 't Comité van verweer. Zij
steunde de pogingen voor deoprichting van een
Volksgebouw alhier, met als begin de Coöperatie hier
ter plaatse, en nu, nu is zij verdwenen, zij is niet
meer
Arme Schilders!
Is uw toestand, uw positie, uw lot in dien korten
tijd tot volmaking gekomen
Is uw loon reeds hoog genoeg? komt er in uw vak
geen werkloosheid meer?, in 't kort is uw leven en
uw bestaan alreeds zoo, dat er geen verbetering
meer noodig is?
Wanneer dat zoo is, dan treuren wij niet om het
overlijden van uw organisatie, maar ook dan rekenen
wij er op, dat van uwe lippen nooit meer zal komen
één woord van klacht of verzuchting.
Maar wanneer dat wel zoo is, dan richtenjwij
een woord van verwijt aan hen, die in afbuiten die
organisatie nooit de handen uit de mouwen gesto
ken hebben, aan hen de schuld van dit fiasco! Aan
hen, die uit laffe vrees, uit oogendienarij en flik-
fldoiery, uit kruiperigheid en door Onwewyfsche
kletskoek het werk van hunne voormannen steeds
bemoeielijkt en met ondank beloond hebben.
Wel accep'eeren zij de voordeelen, maar mee
helpen den strijd te voeren, dit laten zij over aan
hunne kameraden.
Een woord van lof dan aan hen, 't zij bestuurders
of leden, die nooit geen moeite ontzien hebben van
de vereeniging te maken wat noodig was, en die tot
't. laatst toe gepoogd hebben haar nog staande te
houden.
Het is hier gegaan zooals het helaas nog maar
al te veel gaat.
De één du ft niet voor z'n baas, de ander voor
z'n vrouw, weer een niet voor z'n moeder, die voor
z'n meisje, gene voor Dominé, weer andere (en dit
is een feit) niet voor de Pastoor, en het slot is dat
het boeltje in elkaar valt.
Tevredenheid menschenl niet morren hoor! geen
klachten meer asjeblieft!
Dominé en Pastoor hebben geen verkorting van
arbeidstijd noodig, hun traktementen zijn beter dan
de uwen, aan werkloosheid lijden zij niet, bij ziekten
of anderen incidenten gaat hun loon door, en pen
sioen voor den ouden dag ligt reeds klaar.
Schilders kunt gij dat ook zeggen
X.