Zie achterstaande advertentie. FEUILLETON. ARBEIDSBEURZEN. Meneer Kranen, als „braaf' patroon. Uit het Buitenland. Jaren van strijd zijn er mee gemoeid geweest. Strijd, in de raadszaal, in 't bizonder door den heer De Groot, niet altijd even onverzettelijk, even doortastend, maar toch voihardend gevoerd. Buiten de raadszaal, in De Moker wel zoo krachtig mogelijk volgehouden. Maar nooit afgeweerd. Noch hier, noch daar. In vol schuldbesef zweeg de aangevallene op alles éénmaal ging hij De Moker gerechterlijk vervolgen, daarmee getuigende iedere betere, krachtiger verdediging te missentóch viel hij. En hoeVan de twintig stemmen was het hoogste santal dat hij verwierf: zesEen armzalig cijfer dat véél te denken geeft. Zeker zou ieder ander in zulk een geval óók z'n mandaat als raadslid er aan geven. Doch dit behoeven we van Mr. Jansen niet te verwachten. Zóóveel eerge voel heeft hij nog nimmer getoond te bezitten. De gemeente kan dus als raadslid nog wel eenig plezier van hem hebben, maar 't is reeds een gr.«ote geruststelling dat we als wethouder van hem verlost zijn. Ingeval de heer Lagerwey z'n benoeming aanneemt, (hij heeft tijd van beraad genomen) stellen wij onze verwachtingen op belangrijke verbeteringen in het financieel beheer onzer gemeente niet bijster hoog. Zelfs rekenen we op heel weinig of niets. Doch in het onder havige geval was elke ruil ons goed. Bij de laatste verkiezingen voor den gemeenteraad, vooral bij den strijd om den zetel in district III, is door de liberalen hoog opgegeven over de uitmuntende hoedanigheden van hun kandidaat, de in II gevallen meneer Kranen. We herinneren ons allemaal die snoe verijen wel daarover ze hier nogmaals te herhalen is overbodig. Maar de zaak is dezemen wist geen andere aanbe veling van den kandidaat te vinden, als de bizondere humaniteit, welke hij tegenover z'n branderij-personeel placht te betrachten. En geheel toevalligzagen we dan ook juist in de verkiezingsdagen de bekende karretjes van den heer Kranen rijden, de „Atlas"-recla- me-wagentjes, waarin het personeel van dezen jenever stoker jaarlijks een plezier-tochtje mak^-n mag, in gezelschap van de beide patroons. Zooals algemeen beweerd wordt, mag het personeel dan o.a. uiting aan z'n vreugde geven door zoo hier en daar een „Leve de -Atlasgist" aan te heffen Intusschen zoon plezierreisje getuigt dat de heer Kranen z'n personeel toch inderdaad een goed hart toedraagt. En ook zoo'n beetje weet, wat een werkman toekomt. Hij, de branderij-koning, scheen dus z'n ver leden niet vergeten hoe hij zelf eenmaal, berooid, arm, óók proletariër, in den gulden tijd van de jenever- 5 (Slot.) Ofschoon we vreesden dat een beschouwing over arbeidsbeurzen door zeer velen gerangschikt zou wor den tot de rubrieken, die men óf zoo maar eens vluch tig doorziet, óf heelemaal maar overslaa*. hebben we toch niet geaarzeld aan de behandeling van dit onder werp onze plaatsruimte af te staan. Een arbeidsbeurs, men kan er notitie van willen nemen of niet, het is een verschijnsel van den tijd een instelling, niet willekeurig gerijpt in het brein van den een of ander, die óók 'reis iets verzinnen wilde de arbeidsbeurs behoort tot de zaken door den tijd en de omstandigheden op sociaal gebied voortgebracht. Doch de instelling is vooral in ons land nog in haar allereerste periode. Op dezelfde gronden waarop wij haar ontstaan verklaren, voorzien wij een breedere werkkring haar toegewezen, een meer beduidende, algemeen krachtiger taak voor haar weggelegd. Maar dan moet in de aanvangs-periode gezorgd worden, dat de basis, waarop zij berust, gezond en krachtig zijn. Dan moet gezorgd worden niet alleen dat het wicht kan groeien, doch v oral dat het zich zóó ontwikkelen kan, dat het voor z'n taaie berekend wordt. Het beteekent niets, met kunst- en vliegwerk zulk een instelling in h t even te roepen en te houden als het aan z'n roeping niet kan voldoen, is z'n ter wereld komen een misgeboorte. We hebben in Schiedam óók een arbeidsbeurs. Zelfs is de instelling onlangs gereorganiseerd, 't Ging niet erg of 't na de wedergeboorte b-ter worden zal Zeker, we hebben de instelling nu onder een bestuur, waarbij alle politieke richtingen zjjn vertegenwoordigd. Zelfs is er een sociaaldemokraat ook bij. Dat is nu wel aardig, maar lang niet genoeg. Wil industrie, zich een bescheiden plaatsje wist te veroveren, en langs den zeer eerlijken weg van uitbuiting van den arbeid van anderen, zich op wist te werken als de bezitter van het grootst aantal b anderijen En zich door een reclame-plezierritje de reputatie van „braaf" en „humaan" patroon wist te verwerver.. Nauw zijn de verkiezingen achter den rug en is-de „humane" meneer Kranen, dank zij die eigenschap, gekozen, of hij haalt een streek uit, welke het nobele karakter van dat „humane" mensch prachtig illustreert. Zaterdagmorgen komt meneer's zoon in een der branderijen en zegt tegen den meesterknechtvan avond komt er een nieuwe meesterknecht, aan wien je de sleutel moet geven, want jij bent ontslagen. De man ivas 16 jaar in dienst geweest! Tegen den tweeden meesterknecht: en voor jou is ook een ander genomen.... De man is oud en grijs geworden in dienst van Kranen! De nieuwe meesterknecht eindelijk had de volmacht den „derden man" een gistzifter te ontslaan, die tever geefs een beroep deed op den patroon, den liberalen, den humanen, die zich echter niet met dat ontslag be moeien kon, want dat had de nieuwe meesterknecht nu eenmaal gegeven! De derde man is oud geworden in dienst van Kranen! Als motief voor al deze willekeur geldt, dat de mees terknecht twee malen „onder maat" had d. i. te weinig drank. Maar het is belachelijk met zooiets te durven aank omen. Want als eenvoudig de meesterknecht meesterknecht-af was gemaakt, dan was reeds het gevaar voor den heer Kranen geweken. En vervolgens moesten die drie anderen eveneens boeten, voor de fouten van dien meesterknecht, waaraan ze part noch deel hebben? Och kom er is een andere overweging hier in 't spel. De niensclien waren oud! Dat was hun fout oud te durven worden. Aan ziilke brutaliteit heeft óók een „vrijzinnig-humaan" patroon niets dan last en (schoon zeker met bloedend hart) rest ook hem niets anders dan de rakkers onver biddelijk de straat op te smijten. Als brandersknecht oud te durven worden kan het brutaler? Gelukkig dat er „humane" patroons zijn die met liefde het hunne er toe bjjdragen willen, om zulke wezens te doen krepeeren De vrede is gesloten tusschen Rusland en Japan, en met spanning wachten wij de groote gevolgen af die daarvan het gevolg zullen zijn, niet slechts voor deze men de populariteit der instelling verhoogen, men ver- zuime vooral niet, ook andere middelen aan te wenden. Zoo bijv. eens er over gedacht, de lokaliteit een ander aanzien te geven of liever: van localiteit te veranderen. Onze Schiedamsche Arbeidsbeurs toont in den regel de meeste gelijkenis met een dichtgespijkerd varkenshok. Voor een ontzettend vieze ruit (nu onlangs warempel Ltwat gereinigd) hangt een stuk papier met krassen er op van ben-je-me-daar, en op dat stuk papier ker-je kennis nemen van vraag en aanbod. Een oogenblik per d g is het hok geopenddan is de ge legenheid daar voor informatiën. Wat een primitief verzinsel, zoo'n Schiedamsche Arbeidsbeurs! Moet het zoo'n vies en benepen hok wezen, omdat het „maar" een Arbeidsbeurs is? Als dit begrip nog voorzit, is het beste, maar hoe eer hoe beter dat misschien voor Schiedam wel wat te nieuwerwetsche ding weer op te bergen. Meent men dat werkgevers zoowel als werknemers zich druk zullen maken om tegen een vervuilde ruit te komen kijken? Het levensdoel der Arbeidsbeurs: werkgever en werknemer tot elkander te brengen, wordt hier zoo goed als geheel verwaarloosd. Men krijgt aanbiedingen, welke, op enkele uitzonderingen na, gerekend moeten worden tot het „uitschot" der arbeidsmarkt; vraag en aanbod, diq, om geldige redenen elde s niet kunnen worden voldaan, mag de beurs bemiddelen. Het kontakt zoeken, zoowel met arbeiders als patroons, wordt eveneens nagelaten. Moest men vooral niet voor de patroons de gelegenheid gemakkelijk maken om de bemiddeling der beurs in te roepen? Zeker wel, doch men doet juist het tegenovergestelde men maakt het hun zoo lastig mogelijk, door bijvoor beeld het „hok" een belangrijk gedeelte van den dag gesloten te houden. Denkl men dat een patroon zich moeilijkheden op den hals gaat. halen, als hij de gele genheid voor 't grijpen heeft om in de behoefte te voorzien Zoo ook is op ditnzelfden grond aansluiting aan het telefoonnet onmisbaar. beide landen, maar niet het minst voor West-Europa. Deze week hebben we kunnen waarnemen dat alle vorsten die eerste, tweede of derde viool spelen in het beschaafde Europeesch concert, in telegrammen aan Czaar en Mikado hebbei gezegd dat ze zoo erg voor den vrede zijn. Wat er voor waarheid in zoo'n betuiging zit is het makkelijkst na te gaan als men bedenkt dat de Czaar van Rusland „de vredevorst bij uitnemendheid" is, ter wijl hij daareven een oorlog van meer dan anderhalf jaar mede op zijn vredelievend geweten kreeg. Voor hen die nog wel eens waarde hechten aan een vorstelijk woord, geven wij hieronder een telegram van den Czaar aan zijn leger, dat nederlaag op nederlaag leed, waarin revolutionaire propaganda herhaaldelijk geconstateerd werd, welks soldaten tegen hun zin en met groote bitterheid den ellendigen oorlog moesten voeren. Het telegram, waarin woord voor woord ge logen is, luidt: „Het mij zoo dierbare, zelfopofferende leger heeft negentien maanden lang in Mantsjoerije den stormloop tegengehouden van een talrijker vijand, door het vij andelijke leger stap voor stap terug te werpen. Onder uwe leiding heeft het zich krachtiger geor ganiseerd, versterkt door uit Rusland aangekomen troepen, zoodat het thans sterker is dan vroeger, het staat nu niet alleen gereed, den vijand tegen te houden, maar ook hem een zwaren slag toe te brengen. Ik zelf en geheel Rusland gelooven aan de kracht van het roemrijke leger, aan zijn bereidwilligheid om zich op te offeren voor 's lands welzijn, maar mijn plicht tegen over mijn geweten en het mij door God toevertrouwde volk dwingt mjj, de flinkheid van mijn dierbare Rus sische mannen niet op nieuw op de proef te stellen, hen niet bloot te stellen aan de verschrikkingen van een nieuwen langdurigen oorlog, ten einde de helft te behouden van een verafgelegen eiland, dat Japan ons in 1875, vooral wegens de ten aanzien van dit eiland aangegane verplichtingen, aan ons afstond." De Potemkinners. Men herinnert zich de geschiedenis van dat roemrijke revolutionaire schip, de Potemkin, welks bemanning ten slotte wel in Roemenië aan land moest gaan, man* dat aan de betrouwbaarheid van een der geweldmid- delen der bourgeoisie een gevoeligen knak heeft toe gebracht. Een der aanvoerders van de muiters op de Knjas Potemkin, een zekere Feldtman, is uit de gevangenis te Sebastopol ontsnapt, geholpen door zijn cipier en de wacht, die er mee van door zijn gegaan. De in Roemenië gevestigde muiters maken het over 't algemeen goed en velen zijn er populair. Sommigen hebben daarvan handig geprofiteerd. Een hunner heeft te Constanza een schoenenwinkel geopend onder den Maar ook betreffend „aanbod" is een vriendelijk lokaal van het grootste belang. Of men de vraag naar arbeidskracht al kan doen stijgen zonder er aan te kunnen voldoen, beteekent niets. Beide moeten tegen t-lkaar opwegen even noodig als men de „vraag" behoeft, behoeft men ook het „aanbod". Zorgt dan ook dat de abeiders niet met de instelling leeren spotten,, doch er mede sympathiseeren en zich er toe aangetrokken gevoelen. Dat met de reorganisatie zelfs de middelmatige eischen omtrent de organisatie nog niet zijn voldaan, weet ieder die de moeite heeft gedaan onze artikelen te volgen. Vooral de houding van de beurs in gevallen van werkstaking of uitsluiting is van veel gewicht eveneens die betreffende de bemoeing inzake salaris enz. Het betreft in het geheel de vraag zal de beurs maar raak leveren, ja of neen Zal ze optreden als ronse laarster voor onderkruipers Zal ze optreden als loon- bederfster Zoo ja, dan biedt ze den arbeiders meer gevaren dan voordeelen. Zoo ja, da'n is ze een klasse-instrument in de handen der bezitters, dat door de arbeiders zeiven althans niet mag worden gehanteerd. Integendeel, met alle kracht door hen onschadelijk moet gemaakt worden. Onze plaatselijke organisaties hebben hun houding tegenover de arbeidsbeurs nog niet bepaald. Tóch zal het moeten gebeuren, opdat er althans, 't zij vóór, 't zij tegen, stelling genomen kan worden. Want wij zien de noodzakelijkheid niet in, dat de hier bestaande vakvereenigingen, ook al zijn ze nog betrekkelijk zwak, dergelijke opgedrongen cadeautjes zoo maar zonder meer zouden te aanvaarden hebben. Een deugdelijke bespreking, een ernstige beschouwing is onmisbaar, om de zuivere waarde der instelling te kunnen bepalen, waarbij natuurlijk buiten rekening blijft of al dan niet alle politieke richtingen in het Bestnur vertegenwoordigd zijn. Dit feit verandert aan den grondslag der z*ak geen zier. En daarop komt het aan. Kaarten voor de Boottocht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 2