De opheffing der „Voorwaarts". Uit de Vakbeweging. Ditjes en datjes. zal zijn. Het leek een oogenblik, alsof 't aan het ezarisme en zijn dienaren gelukken zou de revolutionaire beweging te breken en te vernietigen. Geen wonderEen revolutionaire beweging gelijk de Russische is en was, bestaat uit zooveel verschillende groepen der bevolking, dat van één enkel scherp omlijnd deel geen sprake kan zijn. Liberale en radikale bourgeois, Poolsche, Armenische en sociaal-democratische arbeiders enz., allen strijden zij tegen het ezarisme, maar de oeconomische eischen van de arbeiders komen bijv. leelijk in botsing met de belangen van de liberale fabrikanten. Aldus verschil van uitgangspunt bij de strijders, ver schil van einddoel niet minder. Dat geeft verzwakking van de totale kracht der revolutionaire aktie. Bovendien is 't ezarisme bezig de beweging te smoren door gebruik te maken van allerbei contra-revolutionaire (tegen de revolutie gezinde) krachten. Daartoe hitst men b.v. het zoogenaamde lompenpro- letariaat, dat nog geheel onbewust is, in „zwakke benden" tegen de strijdende arbeiders en intellectueelen op. Of dat alles baten zal? Gelukkig nietEr kwamen deze week berichten tot ons over de te Moskon uitgebroken reuzen-spoor wegstaking, die ons geloof en ons vertrouwen in de strijdkracht van het Russische industrieele proletariaat weer heerlijk hebben bevestigd. De Bond der Russische spoorwegambtenaren heeft de werkstaking geproclameerd met het doel de Regeering te dwingen onmiddellijk politieke vrijheden toe te staan. Zij eischen de bijeenroeping van een door middel van het direkte kiesrecht gekozen constitutioneele (grond wettelijke) vergadering. Terwijl de staking reeds zoo algemeen is, dat in Moskou de vleeschprijzen schrik barend stijgen, en ook de apothekers aldaar het klaar maken van recepten weigeren en zich aausluiten bij den strijd om politieke hervorming, breidt de staking zich ook over andere centra's uitKief, Saratof, Chartof, NisjniMowgorod. En volgens het laatste, door ons ontvangen telegram besloot het congres der spoorweg arbeiders tot de algemeene, politieke werkstaking op alle in Petersburg eindigende lijnen vanaf 25 October. Tegelijk wordt uit Warschau gemeld, dat een prokla- matie der sociaal-democratische partij tegen 24 October de algemeene werkstaking uitvaardigt, als sympathie betuiging van het proletariaat aldaar voor de gevallenen by de onlusten in Moskou en Petersburg. Nader vernemen we van deze zijde van dit reusach tige land r Te Lodz en Pabjouice zijn de arbeiders van een aantal groote fabrieken in staking gegaantot dusverre heb ben ongeveer 40.000 het werk neergelegd en men ver wacht nog nieuwe stakingen. Op de spoorweglijnen Warschau—Allowa, WarschauKowel, Warschau Bred—Litowsk is de dienst gestaakt. Zoo grijpt de be weging om zich heen. Wij zien met spanning en blijde verwachting naar de dingen, die komen zullen, al valt 't niet te ontkennen, dat men zich bij de geweldige afstanden in dit reuzenrijk van voorspellingen ten op zichte van de gevolgen dezer spoorwegstaking moet onthouden. Maar vreugde wekt 't, als we zien, dat de beweging niet gesmoord is, maar dat althans het indus trieele proletariaat de Vaan der Revolutie onvervaard hooghoudt. Door een ledenvergadering werd Donderdag den 19 October besloten tot stilzetting van het bedrijf. Nu nog de ontbinding der vereeniging en de likwidatie. En dan is het uit met deze arbeiders-coöperatie. Het verdwijnen dezer coöperatie en de volkomen mislukking van deze onderneming zullen bij een aantal partijgenooten en geestverwanten groote moedeloosheid wekken, bij tegenstanders zooals Katholieken en mannen van het type de Groot daarentegen groote vreugde en gevoelens van eigen voortreffelijkheid. Wij zullen geen pogingen aanwenden tot tempering van die gevoelens, de omstandigheden zullen ze tot hun werkelijke waarde terug brengen. Een verklaring van het gebeurde kan evenwel in ons blad niet achterwege blijven. Voor zoover die verklaring door de omstandigheden alleen wordt aangeboden, kun nen wij volstaan met de aanwijzing van die omstandig heden. Voor zoover die verklaring afhangt van de daden en eigenaardigheden van personen, zullen wij voorloopig ons tot enkele opmerkingen bepalen, ons het recht voorbehoudende, daarop ter gelegener tijd nader terug te komen. Het mislukken van de „Voorwaarts" is in de eerste plaats te wijten aan de plaatselijke, Schiedamsche toe standen, die wel een gunstige gelegenheid aanbieden voor het gelukken van algemeene verbruikscoöperaties, waarvan 9/io ^er leden niets eischen dan goede waar, goed gewicht, laagst mogelijke prijs der waren en een zoo hoog mogelijk winstaandeel, en slechts Vio der leden ook werkelijk iets voelt voor behoorlijke arbeidsvoor waarden, gemeenschappelijke ondersteuning van „alge- meene"(!) belangen, en dergelijke philanthropisch-opge- zette doeleinden (het aantal leden, dat iets voor de „rechten" van de arbeiders in een coöperatie en voor de „plichten" van de coöperatie tegenover de gemeen schap voelt, is zóó klein, dat men dat wel buiten be schouwing kan laten Maar de plaatselijke Schiedamsche toestanden bieden nog geen gelegenheid voor een werkelijke, uit zichzelf opbloeiende arbeiders-coöperatie aan, zooals Rotterdam in zijn „Voorwaarts" in een zeer korten tijd groot zag worden. ^ooi' een dergelijke coöperatie is een sterk ontwikkeld klassebewustzijn onder de arbeiders noodig en een daarmee samenhangende behoefte onder de arbeiders om deel te nemen aan den reuzenstrijd tot bevrijding en opheffing van hun klasse. In dergelijke omstandig heden vereenigen de arbeiders zich uit den aard van hun ontwikkeling en inzicht noodzakelijkerwijs in „hun" coöperatie, die dus door den toestand zelf een kern van krachten en leden aangevoerd krijgt. Maar zulk een „sterk ontwikkeld klassebewustzijn" en zulk een strijd behoefte komen onder de arbeiders te Schiedam nog slechts weinig voor, en waren in den tijd van de op richting der Voorwaartsnog minder aanwezig dan thans vandaar dat de „Voorwaarts" niet uit den aardd er om standigheden zelf krachtig kon worden maar alleen door voortdurende onvermoeiden arbeid van haar bestuur en haar leden kon groeien. En toen nu de Groot met zjjn „algemeene coöperatie" begon, en deze coöperatie met het geld van de Groot en door de zakenbeheerders- en koopmanstalenten van de Groot op grooten voet en uitstekend ingericht kon aanvangen en regelmatig zich uitbreidde, en toen deze coöperatie van de Groot met grootere winstuitkeering kwam dan de „Voor waarts," en toen de procenten van de Groot's coöperatie stegen en die van de „Voorwaarts" daalden. toen werden de omstandigheden, die de „Voorwaarts" in den tijd van haar oprichting ongunstig waren, omdat zij geen noodzakelijken toevoer van leden, brachten, nog ongunstiger. Dat het niet slagen van de „Voorwaarts" mede te wijten is hieraan, dat er geen „voortdurende onver moeide arbeid van haar bestuur en haar leden" is uit gegaan, ligt voor de hand. Wij zijn er vast van over tuigd, dat de „Voorwaarts" met een dergelijken arbeid er gemakkelijk had kunnen komen. Maar een bespre king van deze kwestie behoort thuis op de ledenverga dering van de „Voorwaarts," misschien ook in een afdeelingsvergadering der S. D. A. P., maar althans nu nog niet in De Moker. Wij zullen dus thans daarop niet verder ingaan. Reden om moedeloos hieronder te worden, is er evenwel niet. Langzaam maar zeker komt ook onder de proletariërsbevolking van Schiedam meer bewust wording. Ook hier gaan de oogen langzamerhand open. Ook hier ziet -men de eerste uitrekkingen van een wakkerwordende arbeidersmassa. Nog een weinig ge duld. En als dan de arbeidersbeweging sterker is ge worden, en de behoefte aau een eigen arbeiderscoöpe ratie komt op door de kracht van die beweging dan zal vanzelf ook de „Voorwaarts" weer herrijzen, maar dan krachtiger en gezonder. Resultaten der vakbeweging. De propaganda voor de vakbeweginging is moeilijk en loont vaak de moeite niet, die men er voor doet. Dat geldt vooral voor landen als het onze, waar zij, hoewel niet jong meer in jaren, naar haar omvang en invloed gerekend, in veel vakken nog in de kinder schoenen staat. Erger nog: waar heele bedrijven on georganiseerd zijn, en in gansche strekeu het woord „vakbeweging" voor de arbeiders niet anders is dan een leeg begrip, zonder wezenlijke beteekenis. Wie daar voor zijn organisatie propageert stuit schier onveranderlijk op het moedelooze „het geeft toch niks." En dat is te begrijpen. De arbeider leeft daar nog zoo volkomen in geestelijke en lichamelijke slavernij, als in den besten tijd van den slavenhandel. In fabriek, werkplaats of op het land is de werkgever oppermach tig. Zijn woord is wet voor zijn werkvolk; hij eischt onmiddelijk gehoorzaamheid aan zijn bevelen, ook al zijn zij onrechtvaardig; zijn opdrachten moeten uitge voerd, ook al gaan zij boven de krachten van de wer kers. Arbeidstijd en arbeidsloon, boete en straffen; de patroon is het die alles alleen vaststelt; tegenspraak wordt niet geduld. Zoo is het in de werkplaats. En daarbuiten? De weinige uren die hem resten worden den arbeiders vergald door de zware zorg om den honger van den drempel zjjner woning te houden. Zijn werken en zwoegen geeft hem zelfs niet genoeg om zonder kommer met zijn gezin door h^t leven te komen, en het scherpe zwaard van de werklooshei i hangt als een eeuwige dreiging boven zijn hoofd. Is het wonder dat in die omstandigheden de propa gandist voor de vakbeweging schouderophalend ten antwoord krijgt: „Het geeft toch niet Of hij al betoogt dat door samenwerking het proletariaat een sterke macht kon vormensterk genoeg om althans een redelijk leven te bedingen, de moedelooze die zich zijn slaven leven herinnert, zijn machteloosheid tegenover het patroonsgeweld, zal zich vaak afkeeen van hem die den weg naar gelukkiger en vrijer dagen komt wijzen. In zulke gevallen is het heerlijk, zoo men kan spreken van de groote voordeelen, die de vakbeweging voor haar leden heeft bevochten, ten onzent en in het buiten land; zoo men aan de hand van cijfers en feiten be wijzen kan, dat de arbeiders het in hun macht hebben om door louter aaneensluiting in hun levensomstandig heden enorme verbetering te brengen. Deze opmerkingen moesten ons uit de pen toen we hadden gelezen wat door de Duitsche vakbeweging in het jaar 1904 op de patroons is veroverd. Wij geven allereerst een overzicht van wat zonder staking, door ril niet o mannen der „directe actie" enkele onderhandeling met de patroons is verkregen In 1904 werden door 40 vakbonden in 1310 plaatsen voor 15.143 bedrijven en 184.206 arbeiders en arbeid sters loonbewegingen gevoerd. In 616 van de 1310 plaatsen stond men tegenover vereenigde patroons. Toch was het resultaat der onderhandelingen voor 48.534 arbeiders eu arbeidsters een verkorting van arbeidstijd en voor 123.252 een loonsvei hooging. In totaal werd 192.420 uren per week vermindering van arbeidsduur bereikt en 240.118 Mrk (f145.000 ongeveer; 1 Mark 60 cent) loonsverhooging per week. - In sommige vakken met bizonder goede organisatie waren de resultaten ook bizonder goed. Zoo namen 30.777 metselaars aan een loonbeweging deel en alle 30.777 bereikten een loonsverhooging van gemiddeld bijna 2y2 Mrk. (f 1.50) per week, terwijl 6862 hunner daarenboven een verkorting van arbeidsduur, n.l. ge middeld 4 uur per week, behaalden. Ook alle 12.085- opperlieden, die een loonbeweging voerden, bereikten loonsverhooging en van de 13.588 brouwers niet minder dan 13.523. In totaal zijn er per week 202.197 of per jaar in een ronde som tien millioen uren vermindering van arbeidstijd bereikt. Wel is waar, genieten hiervan slechts 50.000 arbeiders, maar welk een som van ver hoogd levensgenot, van vermeederde gelegenheid tot ontwikkeling en tot familieleven vertegenwoordigen zulke cijfers. Daarnaast werd een kwart millioen Mark loonsver hooging per week of twaalf millioen Mark per jaar behaald.. No'g eensalles zonder staking. Daarmee is natuurlijk niet gezegd, dat men er voor de staking terugschrikt, als de onderhandeling niet baten en het tij gunstig is, of dat men een uitsluiting niet vastberaden aanvaardt, als zij niet te voorkomen blijkt. Niet minder dan 195.957 arbeiders en arbeidsters namen in 1904 aan 1625 stakingen en uitsluitingen deel en door de vakvereenigingen werden voor dit doel, recht streeks aan uitkeering, ruim millioen Mark, dat is haast 37<j millioen gulden uitgegeven. En ook op deze wijze zijn enorme voordeelen behaald. Uit een en ander kunnen de ongeorganiseerden de les trekkeD, dat zij een misdaad begaan tegenover henzelf en hun gezin door zich van de vakbeweging verre te houden en de voorstanders der „directe actie en het „zelfdoen" zullen moeten erkennen, dat de door hen zoo gesmade Duitsche vakbeweging met zijn centralisatie, zijn kassen, zijn bezoldigde bestuurders en zijn discipline het leven der arbeidersklasse heel wat dragelijker heeft gemaakt dan zij met hun groote woorden en hun vaak. vuilaardig geschrijf ooit zullen vermogen. De strijd te Amsterdam. In den stand der uitsluiting is niet de minste wijziging gekomen. Slechts is te melden, dat door de religiense organisaties pogingen zijn gedaan om een einde te maken aan het conflict, zonder dat deze nochthans zijn gelukt. Het is echter niet onmogelijk dat men daarover binnen kort verrassende zaken verneemt. Opsporing gevraagd. Niet zonder eenige vrees- zagen wij de eerste onzer vergaderingen in dit winter seizoen tegemoet. Wisten wij reeds langeren tjjd dat van anti-revolutio naire zijde in de Propaganda-club „Groen van Prinste ren" stelselmatige oefeningen in sociadsten-vreterij wer den gehouden, al geschiedde dit ook nog steeds in zeer gemoedelijke onder-onsjes, daar gewerden we plotseling, dat ook van liberale zijde geweldige plannen in de lucht hingen. Ook al weer in de dreigende gestalte van een propaganda-club. Brrrr zoo van alle kanten bedreigd werd 't ons koud om 't hurt. Links de „groenen" met hnn uit-'t- hoofd-geleerde Standaard-epistels. Rechts de jongere vrijzinnigheid, met hun „generaals", wien zij smeeken hen als recruten te drillen. We meenden dus met recht te moeten veronderstel len, dat we voor de poes waren. En met weemoed togen we naar „Constantia," waar onze f artijgenoote Roosje Vos als eerste slachtoffer vallen zou van de strijdlust der Schiedamsche propaganda-cluds. We zullen niet spreken vam"de nieuwsgierigheid, waarmede we herhaaldelijk de zaal doorzochten om de geweldige strijders alvast eens op te nemen we zul len niet spreken van de steeds stijgende spanning waar mede we het debat afwachtten hoe die vijf minuten pauze een eeuwigheid schenen maar spreken alleen van een zekere teleurstelling toen al onze vrees ijdel bleek en er als vanouds geen tegenstander in 't zicht bleek. Toen er slag geleverd moest worden waren dus al die dapperen weer spoorloos verdwenen. Wie weet ze te vinden? Om ryk te worden. Van „eenige Vlaarding- sche en Maassluissche schuitenschippers" ontvingen we een ongeteekend schrijven, dat we om verschillende redenen niet plaatsen. Wel achten we het de moeite te vertellen, dat het handelt over een te Vlaardingen wonenden christelijk onderwijzer, die tevens assuradeur is, benevens geldschieter van verschillende hypotheek banken en ook nog het eerzaam vak van reeder uitoefent. Dat is dus wel een onderwijzer die „van zessen klaar" is!: Dat speult maar vakvereenigingUit het verslag eener vergadering van het Glasbewerkersgilde „St. Laurentius", onderafd. van den R. K. Volksbond, putten we 't volgende: Besloten werd tot viering van het eerste jaarfeest op Zondag 5 November e. k. Des morgens kerkelijk in de ke'k van O. L. V. v. d. H. Rozenkrans aan den Singel met een Algemeene H. Communie, waar de H. H. Missen van 6 en 10 uren voor de afdeeling „St. Laurentius" zullen worden opgedragen; des avonds ten 8 ure met eene feestvergadering in het Bondsgebouw, toegankelijk voor alle katholieke glasbewerkers en hunne vrouwen, waarvoor als feestredenaar is uitgenoodigd de weleerw. Pater H. Ermann. Op die vergadering zal tevens een brochure worden uitgereikt. Wel-te-rusten

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 2