Lrprpor?Oalcent
No. 38.
ZATERDAG 18 NOVEMBER 1905.
5e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Bureau van Redactie en Administratie:
A. WINTERBERG, Oosterstraat 54.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Afdeelingsnieuws.
De Burgemeesters-vacature.
Een school-geschiedenis.
Wie er aan gewaagd worden.
ABONNEMENTSPRIJS:
Losse nummers 2 cent.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
De huishoudelijke vergadering van 12 Nov. j.l. was
door een zeer groot aantal leden bezocht, en met opge
wektheid en in goede kameraadschap werden de punten
van de agenda afgewerkt.
De voor mededeeling geschikte besluiten warenhet
besluit om f 7.50 beschikbaar te stellen voor het Bureau
voor Arbeidsrecht, dat de Bestuurdersbond bezig is in
te richten, het besluit om 5 abonnementen te nemen
op het blaadje der Socialistische Vrouwenpropaganda-
club, waarvoor zich bovendien nog eenige leden als
abonné's opgaven, het besluit om instemming te
betuigen met het streven en doel van den Ned. barbiers-
en kappersbond en de door dien bond aangenomen
motie aan te nemen, het besluit om met het oog
op de toenemende bezittingen der afdeeling voor de
afd. rechtspersoonlijkheid aan te vragen, en het
besluit om met de federatie Z. Holl. Zuiderkwartier
mee te werken in zake de enquête onder de landar
beiders.
Het 3-maandelijksch financieel verslag toonde aan,
dat de afdeeling en haar ondernemingen er behoorlijk
voorstaan en de vele uitgaven goed kan bestrijden.
Zelfs bleek dat de groote verkiezingskosten de afdeeling
niet het minst in moeielijkheid hebben gebracht, hoewel
de afd. alleen over de vaste bij huishoudelijk reglement
voorgeschreven inkomsten had te beschikken. Alleen
bleek opnieuw, dat een aantal partijgenooten zelfs niet
door een abonnement op „De Moker" dit blad steunen
en dat ook verscheidenen zich onttrokken aan medewer
king ook op financieel gebied.
Medegedeeld werd verder o. a. dat door het Partij
bestuur als agent voor het nieuw opgerichte Partijfonds
was aangesteld J. van Leeuwen, bij wien men zich
als deelnemer kan aanmelden. Een enkel woord over
dit partijfonds is hier op zijn plaats. De partij be
schikte als zoodanig tot nu toe alleen over de gewone con
tributie der leden, die bij lange na niet voldoende is
om de uitgaven te dekken, zoodat het P. B. telkens
bij dezen en genen gegoeden partijgenoot moest aankloppen
om geld. De bedoeling van het Partijfonds is, dit euvel
te verhelpen. Indien ieder naar vermogen, al is het
maar een paar dubbeltjes per jaar, iets boven zijn con
tributie aan dit Partijfonds bijdraagt, dan zullen de
110 afdeelingen samen gemakkelijk de gelden kunnen
bijeenbrengen, die de Partjj in haar geheel noodig heeft.
Wij hopen dat de Schiedammers zich ook hierin goed
zullen houden.
De Secretaris.
Door liet bestuur onzer afdeeling is het volgend adres
verzonden
Aan Zijne Excelentie
den Minister van Binnenlandsche Zaken
te 's Oravenhage.
Wij nemen de vrijheid, het volgende onder de aan
dacht van Uwe Excellentie te brengen in verband
met de burgemeesters-vacature in de gemeente Schiedam
Dat tengevolge van den ondergang der jenever-in
dustrie in onze gemeente voor een zeer groot deel der
inwoners, voornamelijk voor de arbeidersbevolking, die
meer dan 4/s der gemeentenaren omvat, de middelen
van bestaan buitengewoon bekrompen zijn geworden;
Dat in de laatste jaren zich wel eenige nieuwe in-
dustriën alhier hebben gevestigd, maar dat deze noch
een eenigszins welvarende arbeiders-bevolking hebben
aangevoerd, noch in de bestaande behoeften aan arbeid
ook slechts eenigermate hebben voorzien;
Dat integendeel door deze industriën o. a. de woning
nood onrustbarend is geklommen, het gebrek aan school
ruimte zeer veel grooter is geworden en in het algemeen
de gemeente eerder in slechtere dan in betere conditie
is gebracht;
Dat de economische malaise, waarin Schiedam leeft,
het geheele gemeentelijk en gemeentenaren-leven drukt
en neertrekt;
Dat bij het volslagen gemis aan particulier initiatief
ter verbetering van dezen decadence-toestand het
ingrijpen van de gemeente als zoodanig gebiedend nood
zakelijk is geworden
Dat in deze omstandigheden onze gemeente behoefte
heeft aan een burgemeester, die aan veel hoogere
eischen voldoet dan aan dezen, dat hij tengevolge van
zijn politieke overtuiging voor de vele en zonderlinge
partij formaties alhier aannemelijk wordt geacht
Dat de te benoemen burgemeester, wil hij werkelijk
iets van waarde tot stand brengen, in de allereerste
plaats vertrouwd moet zqn met de economische en
sociale vraagstukken van onzen tjjd en met de mid
delen om binnen de grenzen der bestaande wetgeving
in toestanden als de Schiedamsche verbetering aan te
brengen,
Redenen waarom wij Uwe Excellentie dringend ver
zoeken, Schiedam niet te begiftigen met een burgemeester
wiens voornaamste aanbeveling de onschuldigheid van
zijn politieke kleur is maar een burgemeester te be
noemen die in de allereerste plaats door kennis van
en inzicht in de sociaal-economische kwesties van dezen
tijd uitmunt.
Wij hebben de eer te zijn de vertegenwoordigers
van de afdeeling Schiedam der sociaal-democratische
Arbeiders-partij,
Het Bestuur der afdeeling voornoemd,
Dr. J. van Leeuwen, Voorzitter,
C. van dee Hoeven, Secretaris.
Schiedam 28 October 1905.
Een bekend spreekwoord zegt, dat het sterke beenen
zijn, die de weelde kunnen dragen. En moge in 't alge
meen de waarheid dezer zegswijze vaak bevestigd wor
den, in de onderwijswereld ziet men dit schier altijd
gebeuren.
Daar kent men de weelde van „hoofd" zijn. Deze
waardigheid heeft in den loop der jaren wel veel van z'n
prestige verloren, nu bijna alle jonge onderwijzers de
hoofdakte verwerven, doch menig schoolhoofd placht
nog met groote liefde zich op het oud en vermolmde
gestoelte der autoriteit te handhaven. Slechts 'n enkele
komt zoo eens zélf tot het inzicht van het belachelijke
van het ambulant zijn. De massa in het hoofdenleger
is verstokt conservatief.
Onder degenen, die in hoofdzaak het „hoofd"-zijn
opvatten als het baas-zijn, kent de wereld o. a. den heer
C. Kerdel.
Vergissen we ons niet, dan was hij vroeger, in de
dagen dat hij nog de need'rige rol van meestertje ver
vulde, lid van den Bond van Nederl. Onderwijzers. Maar
meneer wist zoo'n beetje toon aan te slaan; fungeerde
voor liberaal; is zelfé eens met Helsdingen in debat
getreden enfin, de man werd door het voorheen
liberale stadsbestuur tot hoofd gepromoveerd.
Of-ie daar lekker mee was, is bekend. Hoog uit de
hoogte keek t' ie nu diep in de diepte met gepaste
gezags-allures op z'n vroegere confrères neer.
We gunnen iedor z'n genoegens wel. Doch iemand
met autoritaire m-.out bekleed, moet in daden toon en
dat hij boven z n ondergeschikten staat. En is deze
kunst ook bij den heer Kerdel te ontdekken?
Laten we navertellen het gerucht, dat heel onze stad
is doorgegaan, over een drama aan de school van den
heer Kerdel afgespeeld.
Een der onderwijzers, een bekend zenuwlijder, heeft
een kind, dat ook bij andere onderwijzers als plaagziek
bekend zou staan, een lichte kastijding toegediend. Op
het gehuil kwam het hoofd de klas inloopen.
Volgens vrij algemeen beweren zou hij sinds lang
den betrokken onderwijzer gezocht hebben en zou deze,
zeker zeer ten nadeele van zijn gestel, steeds plagerijen
van z'n hootd te verduren hebben gehad.
Nu brak de bom los. Het kind werd beklaagd en
gestreeld de onderwijzer kreeg, voor de klas, allerlei
verwijten te hooren.
Zietdaar uit paedagogisch oogpunt een zeer groote fout
van het schoolhoofd Kerdel.
Zietdaar uit psychologisch oogpunt een misdaad.
Want de heer Kerdel wist tegenover wien hij stond;
wist waarom de bestrafte zoo vaak moest verzuimen;
wist dat zijn gestel niet tegen zulk een aanval bestand was.
Maar onbarmhartig ging hij voort.
Willens en wetens werd dus het feit gepleegd.
De treurige gevolgen bleven niet uit. Is het hier de
plaats niet ze in alle onderdeelen te schetsen, genoeg
zij het te weten dat bijna het leven van den bestrafte
er mede gemoeid was; en hij de school sinds dien niet
meer heeft gezien. Thans ligt hij ziek te bed.
Niet vergeten mag worden te vermelden, dat de heer
Kervel den thans ontoerekenbaren man alleen liet ver
trekken, waarvan de gevolgen eveneens niet uitbleven.
We deelen deze geschiedenis eenigszins uitvoerig mee,
om met te meer recht tot onze school-autoriteiten te
komen met de vraag zult gij hier tusschen beide komen?
Kunt gij het verantwoorden den heer Kerdel als
schoolhoofd te handhaven
Zoo ja, kunt ge het dan verantwoorden den betrokken
onderwijzer onder hem te laten werken
Een ernstig onderzoek moest zeker met aandrang
worden gevraagd. Doch voorhands is het noodig, noodig
terwille van een mensch, dat herhaling van 't gebeurde
of ernstiger, wordt voorkomen.
Overplaatsing van den onderwijzer naar een school,
waar hij niet stelselmatig wordt afgemat, doch waar
rekening wordt gehouden met z'n toestand, is wel aller
eerst vereischt.
Verleden week werd door de Rechtbank te Rotterdam
behandeld het hooger beroep, ingesteld door IJ. H. H.,
wed. H. C. J.(ansen) 71 jaar, te Schiedam, tegen het
vonnis van den kantonrechter aldaar, waarbij zij ver
oordeeld werd wegens overtreding der veiligheidswet
tot 4 boeten elk van f 2, subs. 4 maal een dag hechtenis.
Uit de behandeling bleek dat de inspecteur van den
arbeid in de maand November van het vorig jaar heeft
geinspecteerd de fabriek van appellante, gelegen aan
de Noordvest 97, 99 en 101, waarin een stoommachine
gebruikt wordt. Volgens verklaring van den inspecteur
verkeert de geheele fabriek in vervallen toestand. Bij
genoemde bezoeken waren verschillende gebreken waar
genomen en voorschriften gegeven, die opgevolgd moesten
worden. Op 9 Maart nu werd weder een bezoek ge
bracht aan de fabriek, waarbij nog verschillende gebreken
werden waargenomen, de vloer n.l. was zoodanig ingericht,
dat het water niet kon wegloopende drijfriemen waren
niet voldoende vastgezet; de vloeropeningen, waar zulks
ter voorkoming van gevaar wenschelijk is, waren niet
doelmatig beschut; de werkvloeren verkeerden niet in
goeden staat van onderhoud. Vandaar bekeuring en
veroordeeling. De feiten werden bij monde van den
gevolmachtigde van appellante, mr. M. M. van Valken
burg, ontkend. De verklaringen van eenige werklieden
nit de fabriek waren niet in overeenstemming met die
van den inspecteur en adjunct-inspecteur. Zij verklaarden
daarenboven dat appellante nooit in de fabriek komt
en zich niet met het bedrijf bemoeit. De gevolmachtigde
voegde daaraan toe, dat de fabriek en het kapitaal
eigendom is van appellante, de zaak wordt echter ge
dreven door haar zoon.
In de eerste plaats besprak het O. M. of de appellante
in haar appèl ontvankelijk was. Er was hooger beroep
aangeteekend op een volmacht, niet inhoudende den
naam van den bijzonder daartoe schriftelijk gevol
machtigde.
Formeel is dus z.i. appellante in het hooger beroep
niet ontvankelijk. Al is dit echter formeel niet in orde,
reëel is het toch bedoeld en het O. M. is geneigd er
overheen te glijden. Op formeele gronden werd ver
volgens gevraagd vernietiging van het aangevallen
vonnis. Volmaakt betrouwbaar werden geacht de ver
klaringen der verbalisanten, gedaan uit kracht van hun
ambt. Schuldigverklaring werd alzoo gevraagd aan de
ten laste gelegde feiten, te qualificeerenals hoofd of
bestuurder van een bedrijf, waarin een kracht werktuig
wordt gebezigd, niet zorg dragen, dat:
de riemuitzetter van een werktuig, dat door een
krachtwerktuig in beweging wordt gebracht, behoorlijk
kan worden vastgezet;
de vloeropeningen, waar zulks ter voorkoming van
gevaar wenschelijk is, doelmatig beschut zijn (2 maal
gepleegd)
de werkvloeren in goeden staat van onderhoud ver-
keeren.
Veroordeeling werd gevraagd tot vijf geldboeten van
f 10, sub. 5 maal twee dagen hechtenis.
De gevolmachttgde bestreed dat de 71-jarige beklaagde
in den zin der veiligheidswet kan zijn het hoofd of
MOK