No. 42. ZATERDAG 16 DECEMBER 1905 5e Jaargang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaidemokratische Arbeiderspartij Bureau van Redactie en Administratie: A. WINTERBERG, Oosterstraat 54. Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdvj a.s. 'smiddags 12 uur in het bezit der Redactie zijD. Afdeelingsnieuws. Nachtarbeid Sociaal-demokratie en hervor mingsarbeid. Militarisme en Nationalisme. - ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal Mj vooruühetall franco per post 80 cent j J y Losse nummers 2 cent. ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Huishoudelijke vergadering op Zondag 24 December, 's morgens 10 uur, in „Constantia". Volgende week wordt de agenda gepubliceerd. De leden worden verzocht zich op ae geven voor de cursus-vergaderingen met Hermans als spreker, en hunne geestverwanten op te wekken mede daarvan gebruik te maken. Wie van de partijgenooten stelt zich beschikbaar voor bode, wegens het bedanken van den tegenwoordige tegen 1 Januari a.s. Partijgenooten, die zich willen beschikbaar stellen, worden verzocht zich op te geven bij den Secr. der afdeeling. HET BESTUUR. In de 2e Kamerzitting van 8 December heeft Minis ter Veegers verklaard dat zijn eerste arbeid zal wezen verkorting van den arbeidsduur en afschaffing van den nachtarbeid, voor bakkersgezellen, alsook ten opzichte van andere werklieden. Onder dezen zullen dan wel in de eerste plaats de brandersknechts behooren, wier nachtarbeid totaal on- noodig is, en welke dus het gemakkelijkst kan worden afgeschaft. Waar de heer Veegers geheel den indruk maakt van iemand, die z'n woorden ook zal doen volgen door daden, bestaat er werkelijk goede grond te hopen dat het groote euvel, waaronder de massa onzer inwoners gebukt gaat, binnen afzienbaren tijd zal wor den opgeheven. Intusschen is nu minder dan ooit voor de organisatie der brandersknechts de tijd gekomen om met de handen in den schoot te gaan zitten, doch zal zij op de bres moeten staan om toe te zien, dat de belangen harer leden behartigd worden zooals noodig is. De eerste voorwaarde tot alle levensgeluk is in 't bizonder voor de brandersknechts: Afschaffing vau nachtarbeid! In zijn propaganda rede en in zijn repliek en dupliek oj) het debat van onzen partijgenoot van Leeuwen hield Mr. S. J. L. van Alten, o. a. dit stukje juridisch betoog: De sociaal-demokraten zeggen, dat de ellende zóó groot zal worden, dat er geen uitkomen meer uit zal zijn dau door een revolutie, en die omwen teling willen zij liefst zoo spoedig mogelijk zien komen; maar door sociale wetgeving wordt de ellende verminderd; de sociaal-demokraten moeten dus, om hun eigen einddoel, de revolu ie, te kunnen bereiken, tegen sociale wetgeviug zijn. Deze puike vrijz nnig-democratische bewering schrijven wij natuurlijk niet toe aan de vrijzinnig-demokratie als zoodanig, want deze is in werkelijkheid slechts een droombeeld: feiteljjk bestaat er niets dan een véreeniging van zich allen vrijzinnig-demokratisch noemende individuen, die ieder op zijn eigen individueele wijze de „beginselen" van den vrijzinnig-demokratischen bond uitleggen. Het meest anarchistisch individualisme heerscht ook onder de vrijz.-dem., en het mooist van alles is, dat zij daar nog prat op gaan. Wij hebben dus alleen met den individualistischen vrijzinnig-demokraat Mr. v. Aalten, te maken en met zijne individueele opvat tingen. De geheele redeneering van Mr. van Aalten oyer den hervormingsarbeid der sociaal-demokraten lijdt slechts aan 2 feuten, nl. dat ze volkomen weersproken wordt door den praktischen hervormingsarbeid der sociaal- demokraten en dat het onjuist is dat de sociale wet geving „de ellende vermindert." Als men deze beide fouten in het betoog van Mr. van Aalten verbetert, blijft er niets van over dan een groote gaping in de individueele beschouwingen van den vrijzinnig-demokraat Mr. vau Aalten over de verkeerdheden der soc. demo- kratie, een gapiug zóó groot, een kloof zóó breed en zóó diep dat wij vreezen den Heer van Aalten no it te zullen zien raken tot overbrugging daarvan. Wij zullen ons tot ons leedwezen daarbij evenwel moeten neerleggen, en de onvermijdelijkheid daarvan zonder mokken moeten dragen. De sociaal-demokraten zouden tegen socialen hervor mingsarbeid zijn Maar zijn het niet juist de sociaal- demokraten, die alle burgerpartijen zonder onderscheid, zelfs de vrijzjnnig-demokraten, voortdurend opporren en hebben opgepord tot socialen wetgevenden arbeid Heeft niet reeds Bismarck een politiek van staats socialisme opgezet, om de sociaal-demokratie te ver nietigen (Bismarck en Mr. van Aalten hebben daarbij gelijke opvattingen Is hjétTdiet onlangs nog in Neder land door de Katholieke staatspartij erkend, dat het de sociaal-demokraten zijn, die alle partijen zonder onderscheid dwingen tot sociale wetgeving En zijn nu nog dezer dagen door Troelstra niet een aantal eischen van socialen wetgevenden arbeid aan het regeerende blanco-ministerie gestald? Het ligt trouwens ook geheel-op den weg der sociaal- demokratie, öm de .wetgeving te gebruiken ook tot verbetering van tal van maatschappelijke misstanden. Want lode sociaal-demokratie wil in de tegenwoordige kapitalistische maatschappij het proletaiërsleven zoo veel doenlijk helpen verheffen; en 2o. de sociaal-demo kratie ziet in, dat de sociale revolutie, die onvermijde lijk komen moet omdat de burgerklassen onmachtig zullen zijn de steeds grooter wordende nadeelen van het kapitalisme op te heffen, het minst gruwzame en het meest afdoende verloop zal hebben indien het grootste deel van het proletariaat is kunnen gebracht worden tot een zoo groote hoogte van materieel, intel lectueel en moreel leven, dat het proletariaat praktisch voldoende bekwaam zal zijn voor de volledige vervul ling van den haar op te leggen taak. En daar de sociaal- demokraten zich er rekenschap van geven, dat de (in datum natuurlijk niet vast te stellen) crisissen tenge volge van de ontwikkeling der kapitalistische productie wijze en van de oorlogen die daarmee samenhangen, ieder oogenblik het faillissement der burgermacht kunnen brengen, daarom werken zij met koortsachtigen, onvermoeiden ijver ook aan de opheffing van het pro letariaat mede door sociale wetgeving. Niet door bevordering, de handhaving of de ver grooting der ellende zal de sociaal-demokratie haar groote doel bevorderen van het proletariaat op te voe den tot den grootschen taak die haar wacht, maar door terzijdestelling van zooveel mogeliik ellende, door het onttrekken aan ellende en onkunde van een zoo groot mogelijk aantal proletariërs, door het vormen van een zoo groot mogelijken kern van zelfbewuste, flink ontwikkelde, goed georganiseerde arbeiders. Maar de sociale wetgeving is niet in staat, de ellende, die het kapitalisme schept, eenigszins voldoende op te heffen. De sociale wetgeving werkt in het gunstigste geval met de snelheid van een trekschuithet kapita lisme daarentegen vermeerdert de ellende met de snel heid van een electrischen bliksemtrein. Dat is juist de reden waarom de temperingsopvattingen der vrij- zinnig-demokraten, ethisch niet slecht gevoeld, praktisch niets meer of minder dan onzinnig zijnzij denken dat er een einde zal komen aan alle nadeelen van de kapi talistische voortbrengingswijze, indien zij den ondlibe- ralen knol, die de hervormingstrekschuit t ekt, ver vangen door een vrijzinnig-demokratische rashengst en dan vergelijken zij de snelheid van de trekschuit met-den-knol met de snelheid van de trekschuit-met den-hengst, en dan zijn zij trotsch op hun hengst en zitten tevreden en glunder mekaar in de trekschuit kajuit aan te kijken. Maar zij zien en huren den electrischen bliksemtrein niet, die over een steeds zich uitbreidend wegennet steeds meerdere ellende aanvoert en steeds meer gelukdoodende toestanden schept. De crisissen sleepen steeds grootere massa's in hun vulkanische werkingen mee: van plaatselijk en gewes telijk zijn ze landelijk geworden, en in onzen tijd worden ze internationaal. De concurrentie dwingt tot steeds intenseren arbeid (dat is arbeid, die steeds meer voortbrengt in den zelfden tijd) en daardoor tot steeds grootere verval- making der bedrijfstechniek. Maar iedere verbetering, die een winst is voor de bezitters der bedrijfs- en voortbrengingsmiddelen, is een ramp voor het proletariaat. De behoefte aan steeds g'ooter afzetgebied brengt het imperialisme, dat men koloniënhonger zon kunnen noemen, en dat geweldige oorlogen en nog geweldiger geldmassa's kost. Daardoor verslindt het imperialisme de voordeelen van den aanwinst van koloniën. En de gewapende vrede, waartoe de burgermacht zijn toevlucht heeft moeten nemen om tegelijkertijd haar beschavingsdenkbeelden te kunnen ophemelen en zich te kunnen voorbereiden op een gruwelijken roof- dierenstrijd, ook hij eet zooveel millioenen op, dat de verbetering van de maatschappelijke ellende nog langzamer moet gaan dan een trekschuit met een knol. Zoo schept het kapitalisme steeds grooter ellende en drijft het den burgerstaat en de burgermaatschappij in steeds sneller tempo steeds dichter bij den afgrond, die dreigend gaapt aan het einde van den weg waarop zij zich bevinden. Het zijn niet de sociaal-demokraten, die daarvan de oorzaak zijn. Het kapitalisme is er de eenige oorzaak van. Maar het getuigt wel van zeer weinig ernst, als een vrijzinnig-demokraat spreekt als Mr. van Aalten. De ontwikkeling van staat en maatschappij hangt niet af van de individueele inzichten van menschen, zelfs niet van vrijzinnig-demokraten. Integendeel, de menschen hangen van die ontwikkeling af en kunnen wel in groote groepen, maar niet individueel in wisselwerking daarmee treden. En het standpunt van geen enkele partij, ook niet van de sociaal-demokratische, kan willekeurig naar de individueele inzichten van dezen of genen worden om schreven, tenzij die partij er eene is als de vrij zinnig-demokratische, een verzameling van gelijkgedoop- ten op individueelen grondslag. Overal in Europa is in de laatste dagen op veront waardigde, meer nog zenuwachtige wijze gesproken over een rede die Bebel in den Rijksdag heeft gehouden; nagenoeg gelijktijdig kwam jaurès in de Fransche Kamer het gewicht van Bebel's rede nog vergrooten. Het is een merkwaardig verschijnsel dat nog vele jaren nadat burgerlijke begrippen uit de hoofden der socialisten waren uitgeroeid, er toch nog vele sociaal-democraten een tikje nationalisme over hielden. Ja, tot veler ver bazing heeft nog niet zoolang geleden zelfs Bebel de schijnbaar burgerlijke frase gebezigd dat „in de ure des gevaars voor het vaderland moet gevochten worden." Maar in zijn laatste ontzaggelijke rede verklaarde hij omtrent oorlog en vrede: dat het volk daarover de beslissing moet hebben, en dat de arbeiders niet zonder dat zij het doel kennen en er mede instemmen, zich zullen geven als kanonnenvleesch tot meerdere eer en glorie van het kapitalisme. Het woord „vaderland" in den gangbaren zin des woords is niet een onzer woorden meer. .Nationalisme is een der blinddoeken waarmee de arbeidersklasse haar uitzichten op de bevrijding wordt verborgen, het is altijd de morfine geweest die arbeiders inkregen om dan in apenpakjes de arbeiders van andere landen harteloos te kunnen afmaken tot versterking van de heer schappij der bezitters. Het is wederom de groote revolutie die het proleta riaat er toe drijft, stelling te nemen tegenover het milita risme, die het brengt in de buitenlandsche, in de wereldpolitiek, en die Bebel tot het uitspreken zijner kolossale, machtige revolutionaire rede gebracht heeft.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 1