Attentie.
No. 52
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1906
5e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Bureau van .Redactie en Administratie:
Singel 18415.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Singel I8415.
Feestavond.
De gemeente als werkgeefster.
De vergadering van Dr. J. ran den Brink
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal f Uj v00ruitbetalin
franco per post 30 cent j J 3
Losse numthers 2 cent.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Het adres van Administratie en Redaktie
van „De Moker" is vanaf heden:
Neemt hiervan goede nota
We vestigen de aandacht op den feestavond, welken
onze afdeeling op Zaterdag 24 Febiuari heeft belegd.
't Zal zeker een genoegelijken avond worden. De
heer Sauvlet, een in Rotterdam zeer sympathiek decla
mator, verleent z'n medewerking, evenals de heer
Versloot, fluitist, die reeds vroeger zich in onzen kring
deed hooren en wiens spel zulk een aangename herin
nering achterlietOok „Excelsior" zal een paar liederen
ten gehoore brengen.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen we naar achter
staande advertentie.
De afd. „Schiedam" van den Bond van gemeente
werklieden, heeft onlangs een adres bij den gemeenteraad
ingediend, verzoekende het loon der werklieden bij de
Reiniging van f 8.op f 9.te brengen.
Totnogtoe gaat het zóó men komt als los werkman
in dienst tegen een daggeld van f 1.50, oftewel 900
centen per gewone werkweek. Regel is dat men gedu
rende eenige jaren den „lossen" werkman „los" laat,
('t geen voor allerlei willekeurigheden de deur open
houdt) doch heeft de „losse" eenmaal 't voorrecht aan
stelling als „vaste" te krijgen, dan ziet hij terstond dat
z'n arbeid in waarde daalt, want inplaats van 900
worden hem dan 's wekelijks 800 koperen centen als
„loon" uitbetaald.
Aangename gewaarwording van f 9.is het tóch
al geen vetpot, en dan moet er nog een pop af
De gemeente-werklieden-vereeniging deed dus een
uitmuntend werk, toen ze haar adres aan den Raad
richtte. Waar het steeds nimmer meer wordt tegen
gesproken, dat de gemeente andere werkgevers ten
voorbeeld moet strekken, is het overbodig te zeggen
dat een loon van f 8.per week vooral in gemeente
dienst schandelijk is.
Het adres ging (als naar gewoonte) naar B. en W.
om advies. En B. en W. zeggen nu in hun memorie
aan den Raad het volgende
„De Gemeente-Reiniging heeft behalve het vast
personeel ook losse werkkrachten noodig. Vroeger
werden zij aangenomen tegen f 1.25 per dag. Doch
daar zich op dat loon geen voldoende krachten
meer aanboden, is dit verhoogd moeten worden tot
f 1.50 per dag.
Uit deze losse arbeidskrachten worden in den
regel de vaste werklieden genomen, die „dan eerst
een proeftijd van in den regel een jaar doormaken.
Deze aanstelling geschiedt op het bij verordening
bepaalde aanvangsloon van f 8.per week,
(Gemeenteblad no. 14 van 1903.
Kunnen niet beneden de f 1.50 per dag losse
arbeidskrachten worden verkregen, een aanstelling
in vasten dienst, te beginnen op proef, laten allen
losse werklieden zich gaarne welgevallen. En dit
is niet vreemd daar tusschen een vaste aanstelling
en losse werkzaamheid een zeer groot verschil
bestaat, en aan een vaste aanstelling, ziekengeld,
verlofdagen enz. en na den proeftijd ook pensioen,
is verbonden.
Het ligt nu in het voornemen der Commissie
de verhoogingen die te harer beschikking staan,
spoediger te doen intreden. Daardoor zal aan het
verzoek van adressanten binnen de grenzen bij de
verordening gesteld, worden tegemoet gekomen.
Het komt ons op grond van het bovenstaande
voor, dat er geen termen zijn aan het verzoek te
voldoen, doch dat adressanten met het voornemen
der Commissie kunnen worden in kennis gesteld.
Wij stellen u voor in dien zin te besluiten."
We weten niet of onze nieuwe burgemeester reeds
aan de samenstelling van 't bovenstaaude heeft meege
werkt we weten natuurlijk wèl dat hij er reeds voor
verantwoordelijk is.
In ieder geval, de eerste daad van zijn regentschap
strekt hem niet tot eere. IJet advies is in één woord
prullewerk.
Wat een redeneering Er ware voor een dagloon van
f 1.25 geen voldoende krachten verkrijgbaar. Dat wil
dus zeggentrots de groote aanvoer op de arbeids
markt, trots de beduidende malaise hier in Schiedam
en de daaraan geëvenaarde werkloosheid, waren er
toch voor het loon, dat de gemeente haren arbeiders
toebedacht, niet voldoende liefhebbers te krijgen, eigen
lijk meer niet voldoende slachtoffers te maken.
Het fiasco van dit hongersysteem schrikt B. en W.
echter lang niet af. Ze blijven doorgaan te speculeeren
op de armoe, op den hongerprikkel, door de werk
loosheid teweeggebracht en zóó houden ze den wanho
pige een lokaas voor, zóó moet de vaste aanstelling
doen gelukken wat voorheen faalde.
Dat is een uiting van immoraliteit, die ontzetten
doet. Dat is een perfidespeculatie, die nergens, maar
bovenal niet in een gemeentelijk beheer mag worden
geduld. Dat is een pressie, die zelfs in particulier
bedrijf gelukkig hoegenaamd niet wordt teruggevonden.
De bestaanskwestie is een kwestie van het oogen-
blik, óók, neen bovenal voor den proletariër, gemeen
tewerkman of niet. Het deert den arbeider geen zier,
wat later met hem gebeuren, hoe men hem later beze-
genen zal. Op 't oogenblik heeft hij levensbehoeften,
waarin moet worden voorzien en als men hem uu een
hongerloon geeft, met beloften erbij voor verlofdagen,
ziekengeld, pensioen enz. enz., doet dit van het feit
niets afop 't oogenblik laat men hem honger lijden.
Of zou men van f 8.per week kunnen leven
En dat men, waar hij zich niet vrijwillig aan dien
hongerkuur onderwerpen wil, hem met een slinkschen
streek er toe tracht te dwingen, dat geeselt den onder
nemer erger dan onder woorden te brengen is.
We zijn benieuwd, wie onzer raadsleden deze wijze
van exploitatie eens behoorlijk aan de kaak zal stellen.
Wie? Ja, och, wie deed het vóór dezen? Wie
dacht er aan, vóór dat de organisatie der gemeente
werklieden de aandacht erop vestigde Wie onzer
deftige raadsleden had ooit tijd zich om zoo'n nietig
wezentje als een gemeente-reiniger te bekommeren?
Zou er één één slechts nvt een oogenblikje
kunnen vinden Zou er één dit ruwe honger-sy.-teem
durven hekelen
Vragen, niets dan vragen. Maar we zullen met de
noodige aandacht de behandeling van het advies in
den raad nagaan en het antwóord op de gestelde vra
gen nader bezien.
Zoo ook de verklaringen van B. en W., hoe ze tot
zitlk een advies konden en durfden besluiten.
De Roomsch-Katholieken verkeeren in een lastig
parket. De Kerk wil ze bijeenhouden onder de bescher
mende vleugelen der geestelijke overheid. De economische
en maatschappelijke ontwikkeling verdeelt hen en drijft
hen uiteen in twee vijandige kampen. Of wil men het
anders gezegd hebbende Kerk wil op grond van de
eenheid in geloofsbelijdenis de geloovig-n ook tot eenheid
op maatschappelijk en staatkundig gebied dwingen; de
economische ontwikkeling der maatschappij evenwel
heeft de neiging, de in datzelfde Kerkverband ver-
eenigde klassen van belanghebbenden bij handhaving en
van belanghebbenden bij vernietiging van het heerschende
kapitalisme hoe langer hoe scherper tegenover elkander
te stellen.
De Roomsch-Katholieke geestelijkheid, onder invloed
van haar ambt zelf geneigd tot overschatting van het
overwicht der Kerk en der kerkelijke belangen in het
zeer samengestelde leven der maatschappij, komt daar
door vanzelf tot de meening, dat dé eenheid in geloofs
belijdenis de tweeheid in. het economische, maatschap
pelijke en politieke zal kunnen overwinnen. Dit is een
meening, lie gevaarlijk is voor de Kerk en haar geeste
lijkheid, omdat de godsdienstige en kerkelijke eenheid
daardoor op het strijdterrein van de politiek wordt
overgebracht en in het gewoel van den politieken,
maatschappelijken en economischen strijd zeer gemakkelijk
teloor gaat.
Bovendien is de Roomsch-Katholieke geestelijkheid,
die in de allereerste plaats voor de belangen der Kerk
heeft te zorgen, daarom geneigd op de machtigen dezer
aarde te steunen. Komt dit den armen ten goede, dan
is dat aderlaten der rijken door de geestelijkheid een
toe te juichen arbeid. Maar als de armen van die
aderlatingen der rijken ongeveer niets bemerken, en als
dan bovendien de economische ontwikkeling rijken en
armen tegenover elkander stelt, dan wordt het voor de
Kerk eenigszins gevaarlijk, op de machtigen dezer aarde
te steunen, want dan maakt dat zeer gemakkelijk den
indruk van onmiddellijk partijkiezen vóór de rijken
tegen de armen. En dan werkt dit natuurlijk weer
verstorend in op de „eenheid", die de geestelijkheid
zoo gaarne zou willen handhaven.
Dat de R. K. Kerk en haar geestelijkheid zich de
grootste moeite getroosten om uit deze moeielijkheid te
komen, vooral in streken waar tengevolge der toestan
den de arbeidersbeweging het krachtigst is, zal niemand
kunnen ontkennen. Zij verkeeren daarbij evenwel iu
het geval van iemand, die op drijfzand terecht is ge
komen en bij iedere poging om daaruit te komen er
dieper in zinkt. Overal waar de Kerk namelijk zich
in den economischen, maatschappelijken en staatkundi
gen strjjd mengt, zelfs daar waar zij de arbeiders steunt
in hun organisatie, blijkt zij op den duur tot niets an
ders in staat te zijn dan tot hand- en span-diensten aan
het kapitalisme. En hoe langer kerk en geestelijkheid
op dit gebied werken, des te duidelijk komt dit ook
voor de katholieken, vooral voor de katholieke arbei
ders, aan het licht. Zoodat deze arbeid van Kerk en
geestelijkheid per slot van rekening de verstoring van
de eenheid in de Kerk nog in de hand werkt. En
evenals in de 15e en 16e eeuw de burgereleraenten de
Kerk uittrokken, omdat de Kérk de klassekerk der re
geringspartijen was geworden, dreigen ook nu de pro
letariërselementen de Kerk uit te trekken, omdat de Kerk
thans een klassekerk der kapitalistische heerschers is
geworden. De aanwijzingen van een dergelijke scheu
ring zijn er reeds, onder anderen in de Engelsche Ar-
beidskerk; in het Anglikaansche Engeland, waar een
kerk heerscht met katholieke kerkvormen en kerkge
bruiken maar een protestantsche geloofsleer, is het eerst
de geloovende arbeider (vrijer dan de katholieke omdat
hij protestant is) de in vormen en kerkopvatting katho
liek gebleven Kerk uitgegaan, omdat die Kerk arbeiders
vijandig is, en heeft zijn eigen Kerk voor arbeiders ge
sticht. Zoodra de katholieke geloovige arbeiders zich
even vrij en zelfstandig zullen gevoelen, zullen zij na
tuurlijk hetzelfde doen.
Dat bij deze verwikkelingen in de Kerk zooals bij alle
verwikkelingen onverwachte en ongewenschte dingen
gebeuren, ligt voor de hand. Want zonder vernietiging
van oude vormen kunnen er geen nieuwe ontstaan.
Maar onwaar en leugenachtig is de bewering, dat dit
scheuringsproces in de katholieke kerk een antigods
dienstig karakter draagt. Het heeft in den grond der
zaak met godsdienst en geloofsleer niets te maken. En
het verschijnsel, dat zoovelen zich ook van de Katho
lieke Kerk afwenden en ongodsdienstig of ongeloovig
werden, kan aHeen verklaard worden uit de daartoe
drijvende houding van Kerk en geestelijkheid zelve.
Intusschen, de strijd is er. En de arbeiders, die zich
daarvan bewust worden, komen onmiddellijk of langs
allerlei omwegen in de Sociaal-demokratische partij
terecht. Met de arbeiders komen ook bourgeois uit de
katholieke gelederen over, en zelfs geestelijken. Som
migen van hen verloren in dezen tijd van strijd hun
geloof, anderen behielden het. Maar tezamen strijden
zij nu in de gelederen der sociaal-demokratie.
MOKER