Aai onze vrienflen ts ïlaariiip. Yoor de Vrouwen. Vlaardingschp IJzerkoekjes Ingezonden maar nu moet ik u toch eens onder handen nemen. Het is mij ter oore gekomen, dat gij uw ondergeschikten te weinig op de vingers ziet, gij met hen op te ver- trouwelijken voet staat en ge u dikwijls bij den neus laat nemen. Als ze insubordinatie plegen, moet ge hun uw tanden laten zien, al stuit 't u ook tegen de borst. Gij moet uwen collega's niet het werk op den hals schuiven, maar gij kunt hen wel eens bij den arm nemen of ze polsen, of ze de voorschriften omtrent de briefkaart-formulieren en de voornaamste zaken goed in het hoofd hebben. Ook moet ge Bij eenige drukte niet direct den kop verliezen. En als ge wat op de lever hebt, dan behoeft ee niet achter mijn rug den mond vol over mij te hebben, dat maakt de zaak geen haar beter. Zeg mij voor de vuist weg, wat ge op het hart hebt. Neem alles goed in het hoofd en zorg, dat ge uw zaakje spoedig onder de knie hebt. Naar wij vernemen was die ambtenaar niet eens erg op zijn teenen getrapt, want hij had een breeden rug en de heele toespraak ging het eene oor in en 't andere uit. Jaarboekje 1906 van den Ned. Bond van Post en Telegraafbeambten De Pcst.uJ Bureau voor Arbeidsrecht. Het Bureau heeft de 21e dezer z'n werkzaamheden aangevangen. Wie nog kaarten voor publiciteit weet te plaatsen, kan deze aan het Bureau 's Woensdagsavonds ver krijgen. Een heldefiguur uit de Russische Revolutie. De vrijheidskamp van het Kussische proletariaat doet ons wonderen van moed en verheven to'ewijding aan schouwen. Hier' is het levensbeeld vau ééne der vele die haar leven gaven aan de groote beweging. Esther Riskind was een kind van vrome Joodsche ouders, maar van buitengewone begaafdheid. Geheel uit eigen aandrift leerde zij zichzelf lezen en schrijven. Op haar tiende jaar reeds begon zij haar gedachten neer te schrijven in dichtmaat en in proza en gaf zij uitdrukking aan haar bewondering voor de eenvoudige schoonheid van de natuur in haar geboorteland en toen reeds sprak diep medegevoel roet de lijdende uit haar werk. Wonderlijk aangrijpend zjjn de schilderingen van dit jonge kind. To-n zij 15 jaar was, ging Esther tegen den zin harer ouders zonder geld en zonder den steun van iemand, naar de hoogeschool te Char-bow. Honger en ontberingen trotseerde zij daar, om zich kennis te veroveren en op de hoogte te komen der politieke en maatschappelijke stroomingen Vele vrienden verwierf zij er zich onder de studeerende jongens en meisjes doch na eenige jaren vond zij geen bevrediging meer in het werken voor de socialistische propaganda onder hen. Hartstochtelijk verlangde zij om deel te nemen aan den revolutionairen arbeid der arbeiders. Zij begaf zich naar de lacrieksstad Vialystok. Met al den vurigen ijver der jeugd, met al de hartstocht harer ontvankelijke natuur gaf zij zich aan de beweging. Overal kon men Esther Riskind vinden in vergaderingen, waar moeielijke vraagstukken werden behandeld, in de bijeenkomsten van vakvereenigingen en openbare groot" vergade ringen, zoowel als in geheime bijeenkomsten, tot steun van politieke gevangenen en ballingen. En waar zij kwam verspre dde ze warmte e: vreugde om zich heen. De schrale verdienste van haar lessen deelde zij gewoonlijk met de kameraden. Zij vond h-t onmen- schelijk, zelf genoeg te eten, zoolang haar vrienden honger leden en altijd maakte ze er nog grapjes bij. Met brood en thee organiseerden ze feestelijke bijeen komsten. Anderhalfjaar jaar bracht Esther zoo in de fabrieks stad door. De arbeiders verafgoodden haar. Hunne oogen straalden van vreugde wanneer haar naam werd genoemd. „Menigmaal" zegt de schrijfster van haar levensgeschiedênis, „menigmaal ben ik onder de betoo- vering geweest van het redenaarstalent van dit jonge Joodsche meisje. Alle aanwezigen volgden in klimmende spanning haar voordracht, die van zeldzame hartstoch telijkheid en meesleepende o'vertuiging was. Toen Esther geheel was ingewijd in het innerlijke samenstel der revolutionaire partijen, ging ze naar Lodz. Hier werd ze voor 't eerst gevangen genomen en naar haar geboorteplaatsje vervoerd. Spoedig echter vinden we het moedige meisje midden in Warschau waar zij de schoonste tijd van haar leven doorbracht. Hier in het middelpunt der Poolsche beschaving kon zij haar aanleg volkomen ontwikkelen. Alles liep haar mee, de arbei ders hingen haar aan alles liep haar mee, de arbeiders hingen haar aan, ook in burgerlijk-revolutionaire kringen vond zij steun en medewerking. Haar liefde voor tooneel en muziek kon zij ook hier volop bevredigen. Doch dit gelukkige leven mocht slecht één jaar zoo duren. Esther werd gevangen genomen en nu begon voor haar de bekende lijdensgeschiedenis der Russische gevan genen. Geschokte gezondheid door verblijf in de vochtige cel. Verbanning naar Siberië. Ontbering en ellende van allerlei aard. Esther wist uit Siberië te ontvluchten. De doorgestane ellende had haar veerkracht niet geknakt. Integendeel, in de eenzaamheid van de cel had zij over menig vraagstuk dieper nagedacht. In het oord der ballingschap had zij vele hoogbegaafde mannen en vrouwen leeren kennen en de eigenaardige pracht van de Siberische natuur had rijke stof geboden aan haar levendige verbeelding. 11 Maanden bleef zij in het buitenland om haar gezondheid te herstellen, ofschoon alles in haar naar 't vasteland verlangden. Het uitbreken der revolutie in Rusland deed haar ijlings terugkeeren naar het vader land, tegen den raad haar vrienden. „Ik moet er heen," zeide zij, „ik zou anders gevaar loQpen hier in het buitenland heel de Russische Revolutie te verslapen." In 't begin van Februari van het vorig jaar was zij reeds te Wilma aan het werk. Maar ondanks haar groote voorzichtigheid werd zij door de spionnen ontdekt en door een toeval slechts ontkwam zij aan hun handen. In 't begin van Juni vluchtte ze uit de stad, waarop de organisatie haar een plaats gaf in de stad Vialystok, waai' ze reeds vroeger zoo goed haar werk had verricht. Niet lang streed ze in de rijen der revolutionairen De slachting van den l2en Augustus heeft ook de dood van de 25 jarige Esther Riskind veroorzaakt. Wie de aangrijpende levensgeschiedenis leest, zooals die in de Gleicliheit, het Duitsche Vrouwenblad, wordt verhaald en daarbij het portret van het jonge meisje, dat het blad opnam, beziet, die krijgt wel een indruk van de overweldigende kracht die er uitgaat van het Russisch revolutionaire proletariaat, dat zulke heldere figuren doet geboren worden. Want zooals Esther Riskind zjjn er vele en vele mannen en vrouwen. En het onmogelijke dat de tirannie der overheerschers deze kracht ooit zal vernietigen. M. W., B. v. B. De verkoop te Vlaardingen is zeer ongeregeld. Dit is lastig en schadelijk. Dringend verzoeken wij, dat al onze vrienden zich als vast lezer aan den colporteur opgeven, opdat deze weke lijks De Moker kan thuis bezorgen. Abonneert u en werft abonnees op ons blad. Aan 't werk, vrienden „Flardinga,"Maandagavond j. 1. gaf de Chris telijke Zangvereeniging „Excelsior" alhier een uitvoering in de zaal „Harmonie" voor de leden der Oranje- vereenigingen tot veredeling van het Volksvermaak „Flardinga." „Flardir.ga" heet neutraal te zijn, haar bestuur bestaat uit menschen van uiteenloopende richting. Er zit zoowat van alles in, behalve Socialisten en Calvinisten, men leeft daar onder de neutrale zóne. Het is gewoonte bij bovengenoemde zangvereeniging om elke bijeenkomst te openenen met gebed, en te sluiten met dankzegging, iets wat van die kant zeer konsekwent is, maarwat zonden zij nu doen? bidden of niet? Deden zij het niet dan was dit beginsel ver zaking, en deden zjj het wel, dan kwamen zij in conflict met de neutraliteit van „Flaudinga." Wat nu te doen? Goede raad was duur! Echter na lang peinzen vond men er wat op en wat denkt U De zangeressen en zangers kropen achter het nog neerhangende scherm, en de Voorzitter sprak een gebed uit. De naam der vereeniging was dus gereden de neutraliteit van „Flardinga" was niet geschonden. Het tragisch einde van Schuttersbroeken. Volgens mededeeling van ooggetuigen heeft ons gemeen tebestuur een praktisch middel gevonden om van de non-actieve schuttersbroeken nog behoorlijk „geld" te maken en dat gaat zoo Op het bureau van den Waterschout liggen deze relequiën onzer mannetjesputters opgestapeld. Komt nu een bemanning daar aanmonsteren voor de zeevisscherij, dan biedt men hen daar én passant een broek te koop aan. „Drikus" is daar handig mee, hij draait hem en prijst hem u aan als zoo'n echte confectie-koopman. Hulde aan de uitvinders Moddergooiers. Blijkens een redactioneel arti keltje in de Mokerder vorige week, is een zekere, zich noemende „practicus", bezig geweest met modder gooien op enkele van onze partijgenooten en geestver wanten hier ter plaatse. Hoe wij "hierover denken, zullen we in een eerstvol gend nummer uiteenzetten, doch willen nu reeds op merken, dat zich hier in Vlaardingen nog ellendelingen bevinden, die niet in staat zijn ons beginsel aan te tasten en zich nu maar behelpen met moddergooierij, toegejuicht door al wat in laatdunkenheid langs den grond kruipt, doch diep veracht door allen, voor wien moraliteit nog geen doode letter is. Hierover later meer. lste Jaarfeest der afdeeling. Zondagavond vierde onze afdeeling haar eerste jaarfeest met leden en introducé's. Het programma, voor deze gelegenheid opgezet, beloofde heel wat en heeft dan ook de moeite ruimschoots beloond. Geopend met een opwekkenden marsch der inuziekvereeniging „Voorwaarts", gevolgd door het openingswoord van den Voorzitter, kwam aan de beurt Bergmeijer met een causerie. Goede wijn behoeft geen krans, kunnen wij zeggen. Wie Bergmeijer kent, weet alreeds wat wij van hem te hooren kregen. Het was de bittere ernst en den vaak moeielijken stfijd der arbeiders, maar ook de leuke en rake satire, waarover hij zoo ruimschoots beschikt, hij was geheel in conditie. Mevrouw Anna van Oldeboom van den Haag, als concertzangeres optredende, gaf het bewijs dat deze zoo hooge kunst niet maar enkel is te vinden in en bij de bour- geois-kringen, doch ook bij hen, die zich bij, naast en onder de arbeiders willen plaatsen, die niet in de eerste plaats vragen naar een bespottelijk hoog honorarium voor deze kunstgave, maar die het als 't ware geven om niet, om ook ons werkers, te doen genieten van wat móói klinkt en wél luidt, het spontane huldebewijs der aanwezigen was wel verdiend. De opvoering van de „Brandkast" van van Bruggen, en „Eet je brood van de Voorlooper" van Hermans, geheel uitgevoerd met eigen krachten, vormde een mooi onderdeel van den avond. De „Voorwaarts" onvermoeid maar de pauzen aan vullende met hare muzieknummers, en die in de korten tijd van haar bestaan reeds bewezen heeft te voorzien in een welgevoelde behoefte, komt met haren actieven en wakkeren direkteur zeker een warm woord van dank toe. Werd alzoo den geest gevoed, het gehoor gestreeld, ook het inwenlige kreeg gelegenheid zich te versterken. Hierin te voorzien was het werk van de Coöperatieve bakkerij „De Voorlooper." Een filiaal, dien avond opgeslagen in de zaal, prij kende met haar gebak hetwelk uitmuntte door kwaliteit en kwantiteit had succes. De niet geringe hoeveelheid, te koop aangeboden door partijgenooten en hunne respectievelijke echtge- nooten, slonk spoedig, en was weldra uitverkocht. Het was een avond van genot, van mooie propaganda, het was een echte feestavond, het was een avond die zoo duideljjk te zien gaf dat men ook „nuchter" in velerlei opzicht feestelijk ges'emd kan zijn, en de daar aanwezigen mef-geestverwanten hebben eens kun nen zien, dat socialisten ni< t zijn pessimisten zooals men wel eens beweert, maar dat zij bij den ernst van den strijd ook weten wat gezonde ontspanning is. Aan de Redactie van „De Moker." Geachte Redactie Zeer tot mijn spijt moet ik U voor de derde maal eenige plaatsruimte vragen. „Een lezer" heeft op de zelfde wijze als de eerste maal mij beantwoord, d. w. z. hij laat me even wijs als ik was. Waarom is hij dan toch aan het schrijven gegaan Als hij mijn eerste stukje met aandacht gelezen heeft, weet hij gelijk, dat ik om licht gevraagd heb. En, in plaats van dat op voldoende wijze te verstrekken, heeft hij mij eerst ten toongesteld als iemand, die het christendom haat, en er onbekend mee is. In zijn volgend stukje zegt hij o. a., dat ik wel niet christelijk zal zijn, schutterachtig doe, en ik de christenheid aanpak. Komt er nu van „een lezer" nog een vervolg, dan verwacht ik, dat hij naar andere woorden zal zoeken, om mijn anti-christe lijkheid aan het daglicht te brengen. „Een lezer" zal toch dienen te begrijpen, dat dit geschermutsel met woorden het groote publiek al heel weinig interesseert. Het blijft een in een heel klein kringetje ronddraaien en daarvoor zijn mij de kolommen van dit blad te goed. Ik voor mij zie op die manier geen kans, eenigs- zins vooruit te komen. En dan het eigenwijze P. S. in de Zaal der Officieren-Yereeniging. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) (Copie wordt niet teruggegeven.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 3