No. 8.
ZATERDAG 21 APRIL 1906,
6e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Bureau van Bedactie en Administratie:
Singel 18415.
Stnttrn voor 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk Woen.dag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
De kwestie Troelstra-Gorter c.s. op
het Congres.
Het twaalfde Congres der S. D. A. P.
ABONNEMENTSPRIJS:
bij vooruitbetaling.
25 cent per kwartaal
franco per post 30 cent
Losse nummers 2 cent.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Te Schiedam zoo goed als te
Ylaardingen moet elk z'n best doen
vaste lezers op „De Moker" te werven.
Elk drage een steentje bij ons lezers
tal te vergrooten.
Het Congres te Utrecht heeft den moed gehad tot
een zeer besliste uitspraak in deze kwestie, een bewijs
dat de afgevaardigden het allen noodzakelijk vonden,
dat er een eind aan kwam. Reeds onmiddellijk na de
openingsrede van Wibaut gaf het Congres blijk van een
vaste meening, door met 154 tegen 94 stemmen de
orde van werkzaamheden, zooals het Partijbestuur die
instelde, te verwerpen en het voorstel Tak-Troelstra
aan te nemen om door een commissie conclusies over
de partijleiding te doen ontwerpen en eerst daarna over
te gaan tot de bespreking van de partijleiding.
En later, toen na de aanneming van de conclusies
van die commissie de voorzitter van het P. B. namens
de meerderheid van het P. B. (alle leden met uitzon
dering van Helsdingen en Spiekman) meedeelde, dat
het P. B. in die aanneming een votum van afkeuring
zag, was er geen mensch die het noodig vond dat tegen
te spreken, te verzachten of in het Congres te veroor-
deelen.
Krasser dan door deze beide daden kon het Congres
niet haar besliste meening over deze zaak uitspreken.
De partij heeft genoeg van deze kwestie.
Tot 1.901 ging het in de S.D.A.P. alles naar wensch.
De partij groeide regelmatig en in de partij bestond
een onderlinge samenwerking en waardeering die goed
deedwie herinnert zich b.v. niet op welk een prettige
en krachtige wijze Van der Goes uit het werken van
Troelstra en zijn medestanders de theorie van het
Marxisme aantoonde
Toen kwam de critiek van Gorter en de zijnen op
zulk een wijze los, dat de vrede en broederschap in de
partij verstoord werden. Zelfs het tegenwoordige P. B.
oordeelt in zijn rapport aldus
„het stelt vast dat met name bij de discussie
over de agrarische kwestie (1901) van de zijde
van Gorter c s. uitingen zijn gevallen, die van een
aard waren om het prestige van Troelstra in en
buiten de partij te schaden".
De eenmaal verstoorde vrede en broederschap zijn
sedert niet hersteld. Integendeel, de tweedracht is
steeds grooter geworden en heeft steeds meerderen
meegesleept. Het Congres heeft nu te kennen gegeven,
dat het genoeg is en dat er een eind aan moet komen.
In een der meergenoemde conclusies wordt als oor
zaak der vredeverstoring het volgende genoemd
„dat sinds eenige jaren in de partij het verschijn
sel te constateeren valt, dat stelselmatig op zekere
partijgenooten het stempel van beginselzwakheid,
opportunisme, revisionisme enz. wordt gedrukt
door andere partijgenooten, die meenen in het
bizonder bevoegd en verplicht te zijn om de partij
te bewaren voor „verwatering," afwijking van de
door het beginsel voorgeschreven lijn enz."
Dit is de grond van alles. De Njeuwe Tijd-groep"
beschouwt zichzelf als de eenige waarachtige verdediger
van de sociaal-demokratie, van het Marxisme, en houdt
alle anderen voor niet-Marxisten eu dus voor niet goede
sociaal-demokraten. Door hun vooropstelling van de
theorie (zooals de Calvinist met zijn Bijbel en de Katho
liek met zijn Paus doet) hebben zij, Gorter en de zijnen,
hetzelfde eigen gerechtigde karakter en dezelfde ge
woonten van trotsche, hooghartige, veroordeeling van
niet-gelijk-denkenden gekregen als alle doctrinairen
(dat zijn leerstellingen, alleen-leerbewonderaars). En
daardoor hebben zij zich ook verwijderd van de werke
lijkheid, de waarde der werkelijkheid leeren onder
schatten. En daardoor weer zijn zij in botsing gekomen
met het overgroote deel der S. D. A. P., dat, evengoed
Marxist als Gorter en ziju groep, meer onmiddellijk
voeling houdt met de werkelijkheid en dus andere
eischen stelt dan de middelen, die de S. D. A. P. moet
gebruiken, om te geraken tot de verwezenlijking van
het sociaal-demokratisch ideaal, dan de Nieuwe-Tjjd-
groep.
Tot 1901 hadden de omstandigheden en de partijbe-
sluiten en zijn eigen arbeid Troelstra steeds meer tot
den partijleider bij uitnemendheid gemaakt. Zijn per
soonlijkheid, zijn werk, de resultaten van zijn leiding,
maakten dat het vertrouwen in hem bij de partijleden
steeds grooter werd en de vrees voor hem bij de tegen
partijen steeds toenam. De oppositie van de Nieuwe-
Tijd-groep sinds 1901 dreigde daarin, tot nadeel van.
de partij, verandering te brengen. Troelstra ging zelfs
voor die oppositie uit den weg, om de N.-Tijd-groep de
gelegenheid te geven te toonen wat ze kon. Het werd
er steeds beroerder door. Nu heeft de partij ook dat
weer in orde gemaakt. De partjjuitspraken over de
partijleiding zijn een openlijke uitspraak van vertrouwen
in Troelstra geweest, die zooals hij het uitdrukte „de
zweep weer voor den dag zal halen die een jaar lang
in de kast geeft gelegen".
Wij wenschen de partij geluk met de gevallen be
slissing, die in ieder geval den algemeenen gezamen-
lijken partijarbeid weer zijn oude kracht zal kunnen
hergeven. De debatten over de plaats en de beteekenis
der theorie zijn natuurlijk met dit congresbesluit niet
beëindigd of op zijde geschoven. En de bestrijding van
Troelstra door de Nieuwe Tijdgroep en omgekeerd dan
weer van de groep Gorter door Troelstra, is evenhiin
nu ten einde gebracht door dit eene congresbesluit.
Maar dat alles hoeft nu de partij niet meer in haar
arbeid te belemmeren. De partij heeft zichzelf den weg
afgepaald en is zeker evengoed in staat dien weg af
te loopen als ze hem kon aangeven. De bedoelde de
batten zijn nu tot hun eenvoudige litteraire, plaats
teruggebracht. Dat is de groote beteekenis van het
door het Utrechtsche Congres in deze zaak genomen
besluit.
De beide Paaschdagen en de daaropvolgende Dinsdag
zijn de bij statuten en regiem nten vastgestelde dagen,
waarop onze partij haar congres houdt. Alleen in bui
tengewone gevallen, zooals in 1903 bij gelegenheid van
de stakingsbeweging, werd daarvan afgeweken. Waar
zich ditmaal geen bijzondere omstandigheden voordeden,
daar maakten èn afdeelingen èn kamerfractie èn partij
bestuur zich op, de'drie aangewezen dagen zoo goed
mogelijk te besteden, zoo goed mogelijk tot een einde
te brengen. En dat dit zoo zou gaan, daarvoor was
menigeen en niet alleen pessimistisch aangelegde natu
ren, zeer bezorgd. Velen meenden, dat dit congres voor
de S. D. A. P. wel eens noodlottig kon zijn. Niet een
twijfelde er aan, dat de socialistische idéé weg te
nemen zou zijn. Niet een dacht daaraan, maar toch
veel goeds zou dit congres voor onze partij niet bren
gen. Ér was naar hunne meening dit jaar te veel
gebeurd.
Utrecht, de plaats, waar het congres gehouden werd,
de plaats, vanwaar uit Troelstra in den beginne de
propaganda voor onze partij voerde, de plaats, die vóór
vijf jaar ter gelegenheid van het verkiezingscongres de
eerste sporen toonde van een meeningsverschil, dat in
de volgende jaren zooveel te duidelijker aan het licht
zou komen, datzelfde Utrecht was nu de aangewezen
plaats, om zoo mogelijk aan alle geharrewar in de partij
voor altpd een einde te maken. Het kan naar onze
meening voor de partij geen kwaad, wanneer van tijd
tot tijd zich eens iets voordoet, waarbij verschillenden
eens warm loopen.
Uit de botsingen der meeningen komt de waarheid
voort, maar waar, om zé maar ineens bij name te
noemen, de kwesties Wijnkoop—Hugenholtz en Troelstra—
van der Goes zoolang het hoog-noodzakelijke propaganda
werk zeer bemoeilijkten, ja zelfs de propaganda verbazend
tegenwerkten, daar moest aan die kwesties een eind
gemaakt worden.
En dat was juist, waarvoor velen zoo bevreesd waren,
waarmee zich een groot deel van de burgerlijke organen
al heel lekker voelde. Diezelfde S. D. A. P., die bij
ettelijke gelegenheden de burgerlijke partijen al verbazend
in de wielen gereden had, zou daar na een doodstrijd
ten grave dalen, en daarmee ook het socialisme. Zoo
dacht men aan die zijde. En zie, niets van dat alles
heeft ook maar plaats gehad. De S. D. A. P., na het
Haagsche congres, waarin o. a. de redactie-kwestie van
»Het Volkde gemoederen had warm gemaakt, in een
tijdperk van verslapping gekomen, wilde weer op de
vroegere, welbeproefde wijze met haar werk voortgaan.
Of dit mogelijk was, dat zou het Utrechtsche congres
uitmaken. En de uitslag heeft bewezen, dat die mogelijk
heid bestond. Iedereen begreep en gevoelde dat persoon
lijke kwesties verre van ons moesten blijven. Het zakelijke
stond op den voorgrond, en bleef op den Voorgrond. In
jaren hebben wjj geen congres bijgewoond, dat zulk een
goed verloop had als dat van 1906. En dit kunnen wij
wel onzen burgerlijken tegenstanders bekend makengij,
die u te voren zoo verheugd had, dat het met ons falikant
zou uitkomen, wacht u voor onze daden. Gij kunt nu
van ons plezier beleven.
Waar de kwestie Troelstra—van der Goes de hoofd
zaak van het congres was, en wij deze kwestie dus in
een afzonderlijk' artikel bespreken, daar ligt het voor de
hand, dat de beraadslagingen over die zaak een geruimen
tijd in beslag zouden nemeu. Toen wij naar het congres
togen, hoorden wij menigeen de meening uiten: „we
mogen al blij zijn als in de drie congresdagen dieJcwestia.
tot een goed eind wordt gebracht. Bereiken we niets
meer, dan is al een goed werk verricht, een werk, waarop
wij trotsch en verheugd kunnen zijn."
Dat waren optimistische uitingen, maar toch nog verre
beneden de werkelijkheid.
Die zaak is beslist, en daarenboven nog veel meer
dan in vorige jaren het grootste deel van den
beschrijvingsbrief.
Wij herinneren ons niet, dat de beschrijvingsbrief
nog ooit zoo goed is doorgewerkt als ditmaal in Utrecht.
En aan wien is' dit in de eerste plaats meer te danken
dan aan den congresvoorzitter, aan onzen partijgenoot
Wibaut?
We willen het nu wel ronduit erkennen: We hebben
ons den eersten morgen ongerust gemaakt voor den
afloop, maar ook niet langer. Toen de middagpauze
aanbrak, wees de algemeene meening al: Met een
gemoedelijk man als Wibaut kan het niet anders dan
goed voor de partij afloopen. Geen autocraat hamerde
daar alles af, wat aan de orde kwam, neen, een voor
zitter, die ieders meening met evenveel respect aan
hoorde. Dat deed iedereen weldadig aan. Waar dan
ook van den kant van Amsterdam V een woord van
hulde tot den congresvoorzitter voor zijn ferme leiding
werd gericht, daar was een welgemeend applaus het
antwoord van alle aanwezigen.
Waar de beschouwing over het congres nogal uit
voerig is, daar zouden wij zeer onvolledig zijn, wanneer-
verder niets over de handelingen van het congres werd
gezegd.
Uit den aard der zaak kan dit verslag niet uitvoerig
zijn. In het minst is daarvoor in een weekblad plaats.
Voor een bijna woordelijk verslag verwijzen wij daarom
naar Het Volk. Wij geven hier alleen de voornaamste
beslissingen weer.
Na een kort openingswoord van den voor
zitter, waarin deze o.a. de gevallenen in den Russischen
strijd en te Courrières herdacht, memoreerde hij tevens
den mooien verkiezingsveldtocht van het vorige jaar,
waar allen, Gorter zoowel als Troelstra, van der Goes
zoowel als Vliegen, naast elkander streden.
Het contributiecijfer wordt gestadig grooter, het partij
fonds ondervindt steeds meerdere blijken van instem
ming,' zoodat wij met moed een blik in de toekomst
kunnen werpen.
Voegen we hierbij, dat binnenkort een eigen drukkerjj,
een partjjdrukkerij in gebruik kan worden genomen, in
een pand, dat aan de gestelde eischen in alle opzichten
voldoet, dan mogen wij in velerlei opzicht met, tevreden
heid op het afgeloopen vereenigingsjaar terugzien.
Vervolgens herinnerde Wibaut er aan, dat de beschrij
vingsbrief 99 punten bevat, en daarenboven de bespre-